Ga naar de inhoud

Advies 2022/29

Advies nr. 2022/29 van de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap (NHRPH) over het Tussentijds Verslag van het Federaal Actieplan ten behoeve van personen met een handicap 2021-2024, uitgebracht tijdens de plenaire vergadering van 21/11/2022.

Advies uitgebracht op verzoek van mevrouw Karine Lalieux, Minister van Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, belast met Personen met een Handicap, Armoedebestrijding en Beliris, per e-mail van 10 november 2022.

1. ADVIES BESTEMD

  • Voor opvolging aan mevrouw Karine Lalieux, Minister van Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, belast met Personen met een Handicap, Armoedebestrijding en Beliris
  • Voor opvolging aan alle federale ministers en staatssecretarissen
  • Ter informatie aan de heer Alexander De Croo, Eerste Minister
  • Ter informatie aan Unia
  • Voor opvolging aan het UNCRPD-coördinatiemechanisme
  • Ter informatie aan de federale ombudsman

2. ONDERWERP

In juli 2021 werd het “Federale actieplan handicap (2021 - 2024)” goedgekeurd door de Ministerraad. Het plan is een initiatief van de Minister bevoegd voor personen met een handicap en van de FOD Sociale Zekerheid, vanuit zijn rol als Belgisch coördinatiemechanisme en federaal aanspreekpunt voor het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap.

Vóór de goedkeuring van het actieplan door de Ministerraad heeft de NHRPH op 24 juni 2021 een eerste advies over het actieplan uitgebracht (advies 2021/25).

Dit advies wordt uitgebracht in het kader van de uitvoering van het plan en de opvolging ervan.

3. ANALYSE

Het doel van het actieplan is om op gestructureerde manier een reeks uitdagingen waarmee personen met een handicap worden geconfronteerd aan te pakken. Het plan werd hiervoor opgebouwd rond de zes assen van het regeerakkoord, waarbinnen de aandachtspunten voor de legislatuur werden geïdentificeerd op basis van de aanbevelingen van het VN-Comité inzake de rechten van personen met een handicap, en de aandachtspunten van de NHRPH en Unia.

De 145 maatregelen werden gekozen door de regeringsleden en raken alle aspecten van het leven: gezondheidszorg en sociale bescherming, werk en tewerkstelling, toegankelijkheid, mobiliteit, bestrijding van discriminatie, participatie aan cultuur en sport, enz.

Het actieplan voorzag in een eerste tussentijds verslag aan de Ministerraad en de Commissie Sociale Zaken in het najaar van 2022. De FOD Sociale Zekerheid heeft dit verslag voorbereid op basis van de bijdragen van het Federaal Netwerk Handicap (met vertegenwoordigers van alle beleidscellen en federale administraties). Het tussentijds verslag, dat momenteel voorlopig is (definitief aangekondigd eind december), heeft betrekking op de uitvoering van de maatregelen die zijn voorzien voor de eerste periode van het actieplan, d.w.z. van juli 2021 tot november 2022. Voor 2021-2022 zijn er 61 maatregelen gepland. Er zijn ook 40 maatregelen voorzien die doorlopend uitgevoerd dienen te worden, gedurende de hele periode van het actieplan. Vorderingen voor de maatregelen gepland voor 2023-2024 worden ook al in dit tussentijds verslag beschreven. Voor de periode 2023-2024 zijn er nog 44 maatregelen gepland, waarvan enkele voor 2023 reeds deels werden uitgevoerd.

Aan het einde van de legislatuur van de huidige regering (voorjaar 2024) zal een eindverslag van het Federaal Actieplan Handicap worden opgesteld.

4. ADVIES

Globaal genomen,
De NHRPH stelt vast dat het initiatief van het actieplan en het opstellen van de fiches inspelen op de uitdaging van de handistreaming. Het is ook de eerste keer dat een politieke en administratieve wil een concrete vorm aanneemt door middel van een grootschalig plan dat echt rekening wil houden met de verwachtingen van personen met een handicap (PMH). Het uitdenken en uitvoeren van het plan zijn bedoeld om heel wat situaties van uitsluiting en gebrek aan rechten in verband met de handicap recht te zetten. De NHRPH is zich ervan bewust dat deze planning een werk van lange adem is. De impact van de aangenomen maatregelen moet ook worden beoordeeld en hieruit moeten conclusies worden getrokken.

Halverwege de beoordeling wil de NHRPH enkele bemerkingen aanhalen, waarbij hij tevens op enkele bemoedigende aspecten wijst:

  • 56 % van de maatregelen heeft betrekking op regelgevende werkzaamheden en wijzigingen in administratieve processen. Dat is bemoedigend. De hoofdlijnen en de ontwerpteksten moeten evenwel steeds aan de NHRPH worden voorgelegd, zodat rekening kan worden gehouden met zijn advies. Dringende verzoeken om advies passen niet bij een kwaliteitsvol participatief werk. Zie advies 2018-25.
  • 44 % van de maatregelen zijn studies en bewustmakingsmaatregelen. De NHRPH is van mening dat de bewustmaking haar grenzen heeft bereikt en dat een beleidsmaatregel die deze naam waardig is concreet moet zijn. De studies zijn essentieel voor zover zij niet worden gebruikt als alibi voor de uitvoering van concrete maatregelen. Deze studies zouden steeds sterk in de tijd beperkt moeten zijn en de NHRPH moet erbij worden betrokken. De opdrachtgever zou zich er steeds toe moeten verbinden een concreet gevolg te geven aan de conclusies.
  • De NHRPH werd wisselend betrokken bij 60 maatregelen. De NHRPH herinnert eraan dat de betrokkenheid systematisch moet gebeuren en zodanig moet worden georganiseerd dat de uitwisseling en de co-constructie van een maatregel mogelijk zijn.
  • Heel wat maatregelen zijn een vertaling van het regeerakkoord; sommige maken de eisen van de UNCRPD concreet. De NHRPH herinnert eraan dat heel veel rechten niet toegankelijk zijn voor PMH en de prioriteiten van het regeerakkoord overstijgen. De NHRPH dringt sterk aan op zijn verzoek tot toetsing van de huidige federale regelgeving aan alle bepalingen van de UNCRPD.
  • Heel wat maatregelen zijn gericht op een betere toegang tot de arbeidsmarkt voor PMH, toegankelijkheid van de omgeving (verschillende domeinen; een groot aantal gezondheidsmaatregelen is gepland en zal in 2023-2024 worden afgerond) en de mobiliteit van PMH. Dit zijn essentiële prioriteiten voor de NHRPH. De uitvoering van deze prioriteiten vereist ook ontwikkelingen op het niveau van de deelgebieden. Het verband tussen het federaal plan en het interfederaal plan is duidelijk en noodzakelijk, aangezien PMH een globaal kader voor inclusie nodig hebben: het is dit globale kader voor toegang tot de rechten dat uiteindelijk ook hun keuze van woonplaats en activiteiten zal bepalen. Het is ook dit globale kader dat de institutionele overgang (zie positienota) mogelijk zal maken. Voor het ontwerpen en ontwikkelen van de beleidslijnen en de maatregelen tegen 2030 dringt de NHRPH aan op een eensluidend gebruik van de Europese structuurfondsen. 

Tegelijkertijd heeft de NHRPH fiches aangeduid die ambitie missen en die een “déjà vu”-gevoel oproepen, terwijl andere fiches te wazig zijn en vage voornemens lijken; ze gaan niet vergezeld van concrete maatregelen en zullen waarschijnlijk nooit worden uitgewerkt (“te plannen studie”, …). In veel gevallen wordt niet eens overwogen de NHRPH te raadplegen. De NHRPH herinnert eraan dat hij werd aangewezen als referentie-orgaan om formele adviezen te formuleren, zo nodig onder het zegel van geheimhouding; een eenvoudige vergadering volstaat soms om dringende maatregelen te bepalen, prioriteiten te stellen, te peilen naar belangrijke behoeften, een prioritair doelpubliek aan te wijzen. Dat is een win-win-benadering waarbij iedereen in zijn rol blijft: de NHRPH kan begrijpen dat politici om specifieke redenen van een advies afwijken. In dat geval wenst de NHRPH te vernemen waarom politici afwijken van het geformuleerde advies.

De NHRPH ziet nog heel wat domeinen waarin moet worden geïnvesteerd, want op het terrein en in de dagelijkse praktijk is het duidelijk dat PMH hun rechten niet altijd kunnen uitoefenen en dat zij zonder corrigerende acties niet vanzelfsprekend op voet van gelijkheid staan met andere burgers.

Zodoende onderscheidt de NHRPH vier grote domeinen die tot de federale bevoegdheid behoren:

  1. de digitalisering: die heeft gevolgen voor alle basisdiensten: overheidsdiensten (Tax-on-web, Itsme, My health), banken, energie, post en telecom, consumptie, zorg, vrijetijdsbesteding,… maar heel wat personen (en niet enkel personen met een handicap) lopen hun meest elementaire rechten mis, omdat de financiële, technische of intellectuele toegang niet gewaarborgd is; websites, instrumenten en informatie zijn niet toegankelijk en alternatieven (papieren versie, hulp aan het loket) worden doorgaans niet meer aangeboden.
  2. Ook de toegang tot de zorg wordt beperkt (personeel dat niet is opgeleid om met personen met een handicap om te gaan, niet-toegankelijke medische omgeving, aanbod van thuiszorg met zware tijdsdruk, …) en beperkt de facto de levenskeuzes van PMH op het gebied van opleiding, werk, keuze van woonplaats, enz.
  3. Er zijn onvoldoende investeringen op het gebied van preventie en ondersteuning: heel wat PMH zijn duidelijk beperkt in hun dagelijkse keuzes en kunnen niet langer elementaire dagelijkse handelingen uitvoeren. Bij gebrek aan aangepaste begeleiding wordt hun rechtsbekwaamheid soms ook te sterk verminderd: dit is een gevolg van de discrepantie tussen de door de omgeving opgelegde beperkingen en het gebrek aan empowerment van PMH. Dat is totaal onaanvaardbaar! De adviezen en brieven gericht aan de Minister van Justitie over de noodzaak om doeltreffende en waardige rechterlijke beschermingsmaatregelen te treffen, blijven zonder gevolg!
  4. De lessen van maatschappelijke en klimatologische evoluties worden niet getrokken: PMH worden totaal vergeten en lijden onder de veranderingen: COVID, overstromingen en hittegolven brengen ernstige tekortkomingen aan het licht. In dergelijke situaties die meer hulp en bijstand vereisen, bestaan er geen maatregelen voor PMH. België beschikt niet over globale gegevens over de behoeften van PMH; ze zijn niet gekend en daarom is het onmogelijk gerichte beleidsmaatregelen en acties te ontwikkelen. De aangekondigde noodplannen zijn dringend.

De NHRPH herinnert er uiteraard aan dat PMH zelf, via de NHRPH die hen vertegenwoordigt, bij het denkwerk en de besluitvorming moeten worden betrokken.

Meer specifiek,
De NHRPH wenst zich uit te spreken over een aantal fiches. Het analysewerk is enorm en de geformuleerde opmerkingen, denkoefeningen en verwachtingen zijn noodzakelijkerwijs verdeeld en op een bepaald moment T uitgebracht. Heel wat adviezen werden ook al eerder uitgebracht zonder daarom te zijn gevolgd; hieraan zal worden herinnerd zonder dat de inhoud ervan wordt gedetailleerd; de lezer wordt verzocht ze te raadplegen om zich (opnieuw) vertrouwd te maken met het standpunt van de NHRPH.

Onderstaande tekst bevat alle 145 fiches: de naam van de maatregelen zijn vetgedrukt en de uittreksels uit het tussentijds verslag zijn cursief gedrukt. Over de meeste maatregelen heeft de NHRPH een standpunt ingenomen of een opmerking geformuleerd (kader). De verwijzing naar een uitvoerig advies wordt soms toegevoegd. Over het algemeen vult advies 2021-25 ook het standpunt van de NHRPH aan.

001
Noodplannen bijwerken om rekening te houden met de behoeften van mensen met een handicap.

In het tussentijds verslag staat: Opgelet: onvoldoende info over nood- en interventieplannen.

De NHRPH betreurt dat er geen vooruitgang is geboekt op het vlak van het bijwerken van de noodplannen. De Covid-crisis, de klimaatverandering (overstromingen, hittegolven, …) maken duidelijk dat de zwaksten, waaronder personen met een handicap (PMH), moeten worden geïdentificeerd. De ervaring leert dat anticipatie noodzakelijk is. Sommige PMH weten immers niet hoe ze in zulke situaties moeten reageren. Het overleven van sommige personen hangt ook af van apparatuur waarvoor voortdurend elektrische stroom nodig is. Er is dringend behoefte aan identificatie, niet op basis van de handicap (bescherming van de privacy), maar op basis van de behoeften van personen. De NHRPH vraagt met aandrang een ontmoeting met alle ministers, de betrokken deelgebieden en het Comité voor bio-ethiek.

002
Ervoor zorgen dat de crisiscommunicatie steeds beschikbaar is in een aangepast en toegankelijk formaat.

Op basis van de lessen die opgedaan werden tijdens de coronacrisis, werkte het Nationaal Crisiscentrum (NCCN) aan een meerjarenplan om toegankelijke en inclusieve crisiscommunicatie verder uit te bouwen. Het meerjarenplan beoogt:

  1. een hogere kennis van risico’s en het juiste gedrag in noodsituaties bij de algemene Belgische bevolking door middel van een risicocommunicatiestrategie, met extra aandacht voor kwetsbare doelgroepen; en
  2. een betere voorbereiding op noodsituaties en crisiscommunicatie door eenvoudig, kant-en-klaar communicatiemateriaal op te maken en te testen op de verschillende doelgroepen. Voor de volledige risicocommunicatiestrategie (met aandacht voor toegankelijke communicatie) is in 2022 voor 4 jaar een jaarlijks budget van 300.000 euro voorzien op de nucleaire en seveso-fondsen.

Momenteel werkt het NCCN volop aan het aanbestedingsdossier. Het dossier wordt opgedeeld in twee percelen: een communicatiecampagne en een perceel rond onderzoek. In beide delen vormt de aandacht voor kwetsbare doelgroepen een rode draad. Het middenveld zal worden aangesproken voor zowel de risicocommunicatie (per thema, in samenwerkingsverbanden met intermediaire verenigingen om zich te richten op specifieke doelgroepen) als de crisiscommunicatie (databank van kant-en-klaar of eenvoudig aanpasbaar communicatiemateriaal dat snel inzetbaar is en getest is bij de doelgroepen). Verwachting is dat we de administratieve procedure kunnen afronden in december 2022 of begin 2023. Zo kunnen we vanaf het voorjaar 2023 van start gaan. De campagne zal lopen van 2023-2026.

De NHRPH stelt vast dat het dossier vordert, maar maakt zich zorgen over het feit dat hij tot op heden niet werd geraadpleegd. Heel wat PMH hebben specifieke behoeften die moeten worden geïdentificeerd vanaf het begin van de denkoefening. Uit ervaring weet de NHRPH dat de aanbevelingen in zijn adviezen als niet meer ontvankelijk worden beschouwd omdat er al een politiek akkoord is en dat terwijl een vroege integratie ervan adequate oplossingen mogelijk zou hebben gemaakt.

003
In overleg met de deelstaten worden de bijzondere drempels voor de toegang tot gezondheidszorg voor personen met een handicap die zich situeren op de grens van de bevoegdheidsverdeling inzake volksgezondheid en welzijn in kaart gebracht (Bv. de nomenclatuur voor logopedie en kine gelinkt aan revalidatiecentra).

De NHRPH herinnert eraan dat heel veel soorten zorg (fysiotherapie, logopedie, …) niet toegankelijk zijn buiten de zorgtrajecten in revalidatiecentra. Deze situatie is onaanvaardbaar, omdat de centra volstrekt ontoereikend zijn. Bovendien zijn sommige zorgtrajecten procedureel te restrictief, waardoor de persoon gedwongen wordt een keuze te maken tussen toegang tot zorg en zijn levenskeuzes. De NHRPH stelt vast dat een studie is gepland voor 2024. Hij vraagt om vanaf het begin te worden betrokken bij de denkoefening en om deel uit te maken van de stuurgroep.

De NHRPH dringt in het bijzonder erop aan dat het probleem van het niet-terugbetalen van logopedie voor kinderen met een laag IQ wordt opgelost. Hij betreurt dan ook dat op dit punt geen vooruitgang is geboekt. Ter herinnering:

De verantwoording van deze beperking volgens het resultaat van de test is gebaseerd op het feit dat kinderen met een verstandelijke beperking (gewoonlijk) naar het buitengewoon onderwijs gaan. Deze scholen hebben binnen hun teams logopedisten, die verantwoordelijk zijn voor het verstrekken van behandelingen aan leerlingen.

Deze visie brengt drie grote problemen met zich mee:

  • Er is in het buitengewoon onderwijs geen enkele externe controle op de werkelijke verstrekking van de behandelingen. Wij horen regelmatig van ouders van wie kinderen geen behandelingen krijgen in hun instelling omdat de uren die normaliter voor logopedie worden uitgetrokken soms worden gebruikt voor andere soorten revalidatie (fysiotherapie, …).
  • Een dergelijke maatregel zorgt ervoor dat het zwakbegaafdere kind in het buitengewoon onderwijs vast blijft zitten, terwijl deze kinderen tegenwoordig net vaker worden geïntegreerd in gewone scholen. Het debat stelt hier natuurlijk niet de geschiktheid in vraag van het buitengewoon onderwijs ten opzichte van inclusief onderwijs in gewone scholen. Het gaat meer om de keuzevrijheid die gegarandeerd moet worden aan de gezinnen. Deze keuze zou gebaseerd moeten zijn op de bezorgdheid voor het welzijn van het kind en niet op financiële redenen. Wanneer een gezin ervoor kiest zijn kind in te schrijven in een gewoon onderwijsnet zou het gezin, zoals bij elk ander kind, moeten kunnen genieten van een terugbetaling van logopediebehandelingen. Dat is momenteel niet het geval. Overigens zijn er veel kinderen van wie het IQ lager is dan 86, die naar gewone scholen gaan en die geen toegang hebben tot logopediebehandelingen binnen hun school.
  • Bovendien zullen de kinderen die deze testen ondergaan zwakkere resultaten behalen als ze al spraakproblemen vertonen. Een betere toegang tot logopedie kan net hun cognitieve en communicatieve vaardigheden helpen verbeteren waardoor ze de test onder optimale omstandigheden kunnen afleggen. De specialisten begrijpen dit probleem natuurlijk heel goed en daarom, wanneer de situatie het toelaat, richten ze zich tot meer “genereuze” testen op gebied van punten om het kind te helpen die grens van 86 te overbruggen. Maar deze regelingen kennen hun grenzen en werken slechts gedurende een bepaalde tijd.

Bron: https://ongelijkheid.be/Geen-terugbetaling-van-logopedie

004
Nagaan hoe de rechten op vertolking in gebarentaal van personen met een sensoriële handicap binnen de gezondheidszorg kunnen gewaarborgd worden.

De NHRPH wijst op het belang hiervan in zorgcentra (ziekenhuizen, eerste lijn, …). De NHRPH stelt vast dat een studie is gepland voor 2024. Hij vraagt om vanaf het begin te worden betrokken bij de denkoefening en deel uit te maken van de stuurgroep.

005
Het verzekeren van toegang van personen met een handicap tot ziekteverzekering en ziekenfondsen op gelijke voet met anderen: aanpak van de problematiek van voorafbestaande toestanden.

Dit dossier houdt de NHRPH al vele jaren bezig. Ook artikel 100, § 1, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, voor zover dit het keerpunt vormt tussen sociale dekking en sociale bijstand, moet volledig worden herbekeken (zie advies 2020-16). De NHRPH kan niet aanvaarden dat de oorzaak van de handicap bepalend is voor de sociale dekking van de persoon: zowel een verlamming vanaf de geboorte als na een arbeidsongeval is voor de betrokkene een verlies van zelfredzaamheid dat hij of zij financieel moet compenseren. De vergoedingen verschillen evenwel sterk naargelang de persoon een RIZIV-uitkering, arbeidsongevallenuitkering of een tegemoetkoming voor personen met een handicap ontvangt. Bij deze hervorming zal noodzakelijkerwijs uitvoerig moeten worden ingegaan op de essentiële kwestie van de erkenning van de behoeften van de personen, wat verder reikt dan hun statuut. De sociale dekking moet zoveel mogelijk de gehele bevolking behelzen.

De NHRPH betreurt opnieuw dat dit dossier, ondanks zijn talrijke oproepen (memoranda, adviezen, …), geen vooruitgang boekt. Het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap is nochtans zeer duidelijk en staat geen enkele discriminatie op grond van de oorzaak van de handicap toe. EN TOCH blijft het systeem in België van die aard dat het kind met een handicap zijn of haar hele leven in een residuair stelsel van sociale bescherming zal blijven en, in tegenstelling tot de werknemer wiens handicap tijdens zijn of haar loopbaan is ontstaan, zijn of haar hele leven verstoken blijft van een volledige sociale dekking. Dit verhoogt het risico om in armoede te leven aanzienlijk.

De NHRPH vraagt om bij de stuurgroep te worden betrokken van bij het begin van de werkzaamheden.

006
Hervorming van de wet van 26 juni 1990 “betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke” met respect voor de rechten van de patiënt met een handicap.

Volgens het tussentijds verslag zou een werkgroep zijn opgericht. De NHRPH heeft hier geen informatie over en vraagt om zo snel mogelijk te worden betrokken bij de werkgroep.

007
Verkenning van initiatieven in de diensten geestelijke gezondheidszorg in de ziekenhuizen voor meer humane zorg en het verminderen van de toepassing van vrijheidsbeperkende maatregelen.

Een ontmoeting met de NHRPH om een aantal prioriteiten vast te stellen zou bijzonder nuttig zijn.

008
Revalorisatie van de inkomensvervangende tegemoetkoming door het optrekken richting de armoedegrens.

De NHRPH werd bij de denkoefeningen betrokken. Hij herinnert eraan dat de armoedegrens een te bereiken minimum is, aangezien zelfs deze grens personen niet in staat stelt waardig te leven in een omgeving die totaal ontoegankelijk is en dus extra kosten met zich meebrengt voor PMH: verhoging van de uitkeringen tot het gewaarborgd minimuminkomen blijft een doelstelling voor de NHRPH.

009
Afschaffen van de “prijs van de liefde” door het loskoppelen van de hoogte van het inkomen van de personen met een handicap en hun partners voor de integratietegemoetkoming.

Zie advies 2020-23 van de NHRPH.

010
Evolueren naar de vrijstelling van de integratietegemoetkoming bij de berekening van de middelen voor het recht op maatschappelijke integratie.

De NHRPH is zeer tevreden over de maatregel.

011
Bestuderen van de mogelijkheid van een forfaitair en variabel deel voor de integratietegemoetkoming.

De NHRPH werd nog niet formeel geraadpleegd over de maatregel, maar werd betrokken bij een aantal voorbereidende werkzaamheden. Dankzij deze maatregel kunnen PMH die geen vervangingsuitkeringen ontvangen en dus een zeer beperkt budget hebben een klein deel van hun koopkracht  recupereren door middel van tariefverlagingen op basisdiensten: dit zal zeker de financiële druk en het risico op armoede enigszins verminderen. Het zal belangrijk zijn de maatregel zorgvuldig uit te werken, zodat hij geen averechtse effecten heeft. Deze maatregel is echter niet de optimale oplossing: de NHRPH vraagt reeds jaren dat de tegemoetkomingen worden verhoogd tot ten minste de armoedegrens en idealiter tot het gewaarborgd minimuminkomen. 

012
Evaluatie van de regeling van het ziektepensioen voor arbeidsongeschikte ambtenaren.

De NHRPH is niet betrokken bij de denkoefening.

013
Evalueren van de mogelijkheid om de vrijstellingen waarin de berekening van de IGO voorziet, uit te breiden tot steun die na de 6e staatshervorming aan de deelstaten werden overgedragen.

De NHRPH is niet betrokken bij de denkoefening.

014
Onderzoek van pistes om het tarief van 28% vermindering op de integratietegemoetkoming voor personen in een collectieve woonvoorziening te hervormen.

Deze maatregel zou moeten worden onderzocht binnen de IMC Personen met een handicap. De NHRPH vraagt om betrokken te worden bij de werkzaamheden.

015
Er zal onderzocht worden of de bestaande regelgeving van de wet van 1987 betreffende de IVT en IT en de wet van 2001 voor de IGO, nog aangepast is aan de moderne samenlevingsvormen (nieuwe vormen van cohousing en solidariteit zoals kangoeroewonen) en/of zorgformules en aan de keuzes van eenieder.

De NHRPH is tevreden over dit initiatief. Hij vraagt te worden geraadpleegd vanaf het begin van de werkzaamheden.

016
Mogelijkheid bestuderen om gebruik te maken van het actueel inkomensaspect bij de aanvraag van een erkenning.

In normale omstandigheden wordt gekeken naar het belastbaar inkomen van 2 jaar eerder. De FOD Sociale Zekerheid onderzocht de mogelijkheid om gebruik te maken van een actuele inkomensnotie die gebaseerd is op gegevensstromen die hoofdzakelijk afkomstig zijn van de openbare instellingen voor sociale zekerheid in België. https://socialsecurity.belgium.be/sites/default/files/content/docs/nl/sociaal-beleid-vorm-geven/belmod/4.2._proactieve_identificatie_ivt_en_it.pdf

Hieruit blijkt dat de inkomensnotie niet alle inkomenselementen kan bevatten die in de middelentoets voor het recht op IVT of IT in aanmerking worden genomen. Er is bijvoorbeeld geen actuele administratieve informatie over roerende goederen, onderhoudsuitkeringen of aftrekbare uitgaven. De huidige administratieve gegevens bevatten voornamelijk informatie over het arbeidsinkomen en het vervangingsinkomen. Dit betekent dat de huidige inkomensstromen niet bijzonder geschikt zijn voor een volledige automatische toekenning van tegemoetkomingen. Het kan echter wel dienen als basis voor een proactieve identificatie van potentiële uitkeringsgerechtigden. Volgens de ramingen zal 85% van de personen die op grond van de actuele inkomensnotie als potentieel rechthebbenden worden geïdentificeerd, dit ook daadwerkelijk zijn. Het doel is om tegen 2024 te evolueren naar de automatische identificatie van potentieel gerechtigden van IT-/IVT-tegemoetkomingen.

De NHRPH vraagt ZEER SNEL een presentatie van de studie, waarvan de conclusies al in juli 2022 werden ingediend. Wat is het standpunt van de politiek over deze studie?

017
Evolueren naar de automatische identificatie van potentieel gerechtigden van IT/IVT tegemoetkomingen (BELMOD-onderzoek).
Nieuwe administratieve instructies gebaseerd op het verslag van maatregel 16.
De volgende stap is het onderzoek naar hoe de nieuwe administratieve instructies geïmplementeerd kunnen worden in het nieuwe informaticasysteem TRIA. Dit onderzoek kan pas van start gaan wanneer TRIA operationeel is.

De NHRPH vraagt dat de manier waarop de potentiële kandidaten zullen worden geïdentificeerd hem wordt verduidelijkt.

018
Evaluatie van de wet van 1987 en formuleren van pistes ter hervorming om deze in lijn met de moderne visie op handicap te brengen.

Sommige maatregelen tot aanpassing van de wet 27 februari 1987 werden reeds genomen: afschaffing van de “prijs van de liefde”, aanpassing van de “prijs van de arbeid”, verhoging van de IVT in de richting van de armoedegrens. De NHRPH verwacht evenwel een algemenere hervorming van de wet, zodat deze beter aansluit bij de beginselen van het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap.

Zo’n hervorming omvat voormelde maatregelen 7, 8, 9, 12, enz. maar gaat tegelijkertijd verder. Het tegemoetkomingsstelsel is onleesbaar geworden en de sector vraagt om duidelijkheid. Het stelsel moet volledig worden herschreven. De NHRPH is van oordeel dat er tijd nodig is voor een doordachte herziening, maar is ook van mening dat bepaalde wijzigingen nog mogelijk moeten zijn tijdens deze legislatuur – zeker ook omdat  het TRIA-instrument doeltreffender zal worden indien  noodzakelijke wijzigingen in de regelgeving nog kunnen worden aangebracht -  een nota daartoe werd in juni 2022 aan Minister Lalieux voorgelegd.

In juni 2022 heeft de NHRPH een nota ingediend met prioriteiten en acties die tijdens deze legislatuur nog kunnen worden ondernomen. De NHRPH stelde daarin een aantal maatregelen vast die ook de TRIA-ontwikkelingen zouden kunnen vereenvoudigen. De NHRPH neemt nota van het feit dat midden 2023 een werkgroep zal worden samengesteld. De NHRPH is van oordeel dat dit moment laat in de legislatuur komt en zou deze werkgroep van start willen zien gaan vanaf begin 2023. Hij vraagt uiteraard om aan deze werkgroep deel te nemen.

019
Modernisering van de erkenningsprocedure van handicap:

  1. ontwikkelen en toepassen van multidisciplinaire evaluaties teneinde met alle types handicap rekening te houden.
  2. ervoor zorgen dat de procedures voor mensen met een ongeneeslijke en onomkeerbare handicap worden vereenvoudigd in het kader van de verlenging van hun hulp.

Voor de modernisering van de erkenningsprocedure van handicap door de FOD Sociale Zekerheid is de ontwikkeling en toepassing van multidisciplinaire evaluaties voorzien door de DG Personen met een handicap. Hiervoor werden nieuwe teams aangeworven waarvan de opleiding opgestart werd op 1 september 2022. Een visienota over de multidisciplinaire werking werd voor advies voorgelegd aan de NHRPH. In een volgende stap zal de procedure aangepast worden om ervoor te zorgen dat deze vereenvoudigd zal worden voor mensen met een ongeneeslijke en onomkeerbare handicap.

De NHRPH herinnert eraan hoe belangrijk multidisciplinaire evaluaties zijn om de evaluatie van het verlies van zelfredzaamheid en - in iets mindere mate - het verlies aan verdienvermogen zo goed mogelijk in kaart te brengen (zie advies 2021-25). De NHRPH dringt aan op een snelle en volledige implementatie van de multidisciplinaire evaluaties: het is dringend noodzakelijk dat de rol van artsen en evaluatoren zodanig wordt verduidelijkt dat het verlies aan verdienvermogen en het verlies van zelfredzaamheid voor heel België op uniforme wijze worden vastgesteld. Bij de evaluaties moet rekening worden gehouden met de moeilijkheden die personen ondervinden om zelfstandig te leven en aan de samenleving deel te nemen.

020
Actieplan DG Personen met een handicap (DG HAN).

Voor de verbetering van de dienstverlening door DG Personen met een handicap werd een nieuw actieplan opgesteld. Dit programma ‘EXCEL HAN’ legt de nadruk op betere en inclusieve communicatie met de rechthebbenden, een betere toegang tot rechten, een actieve bestrijding van het niet-gebruik van rechten en een sterkere coördinerende rol van de lokale actoren. Hiervoor is gedurende 2022 onder meer de intakeprocedure bij aanvraag van erkenningen hervormd. Een nieuw Intakeformulier zal geïmplementeerd worden begin 2023. Het toezicht zal worden versterkt op de behandelingstermijnen van aanvragen, met een inkorting van de duur ervan. De regering maakte voor dit programma bijkomende middelen vrij, onder meer voor een versterking van het personeelsbestand.

De NHRPH heeft in 2021 een omstandig advies 2021-33 over het EXCEL HAN-plan ingediend. Hij stelde dat het programma Excel Han in de eerste plaats moet streven naar een fundamenteel betere toegang tot de rechten, een correcte toepassing van de reglementering en een gelijke behandeling van alle personen met een handicap. Dit vereist geharmoniseerde methoden en werkprocessen om binnen een redelijke termijn kwaliteitsvolle beslissingen te kunnen nemen. Het vereist ook een nieuw management, wat al jaren schromelijk ontbreekt in de DG HAN.

In december 2022, op het moment dat dit advies werd opgesteld, drong de NHRPH sterk aan op een snellere behandeling van de aanvragen. De laatste cijfers blijven de NHRPH zorgen baren. Voor heel wat nieuwe aanvragen bedraagt de behandelingstermijn meer dan een jaar. De situatie is des te zorgwekkender omdat de OCMW’s, waar potentiële rechthebbenden zich kunnen aanmelden, maar ook de ziekenfondsen overstelpt zijn. De NHRPH vreest dat sommige personen zonder inkomen vallen en vraagt dat de behandeling van nieuwe aanvragen absolute voorrang krijgt.

Daarnaast tracht de NHRPH de DG HAN te adviseren over tal van projecten en heeft hij de afgelopen jaren heel wat adviezen uitgebracht (zie voor meer details de adviezen over Intake, My Handicap, CityH@ndi, opvangcentra, multidisciplinaire evaluatie, de rol van de maatschappelijk assistenten enz.).

De NHRPH zal zich zo goed mogelijk blijven inzetten, maar herinnert eraan dat

  1. de leden van de NHRPH zelf vaak hun eigen professionele activiteiten hebben, dat de zitpenning helemaal geen compensatie is voor de investering;
  2. de medewerkers die het secretariaat de afgelopen jaren hebben verlaten, maar gedeeltelijk zijn vervangen: er ontbreekt een Franstalige FTE. Bovendien vereist de toenemende werklast een adequaat antwoord (versterking);
  3. de betrokkenheid bij elk project zo snel mogelijk moet gebeuren: de NHRPH geeft de verwachtingen op het terrein weer; een raadpleging bij een project dat reeds in ontwikkeling is, heeft weinig zin als er toch geen rekening meer kan worden gehouden met de verwachtingen.

021
Verbeteren van de samenwerking tussen DG HAN en de gemeentebesturen, teneinde drempels tot dienstverlening weg te werken.

Om de drempels voor de dienstverlening door de gemeenten en OCMW’s aan personen met een handicap weg te werken, werd in het najaar van 2021 een enquête afgenomen bij alle 581 gemeenten. Met de City H@ndi-enquête werden gegevens verzameld over de organisatie van de opvang van personen met een handicap in de gemeente, de impact van de COVID-19-crisis op deze opvang, en de specifieke ondersteuningsbehoeften van elke gemeente op basis van voorstellen van DG Personen met een handicap. Op basis hiervan zijn actieplannen in opmaak tegen begin 2023.

De NHRPH heeft het advies 2022-11 uitgebracht. Hij wenst te herinneren aan de wettelijke, oorspronkelijke en essentiële rol van de gemeenten en OCMW’s als bevoorrechte partners, dicht bij de burgers, bij de toegang tot hun rechten. Het is duidelijk dat het risico van non-take-up groot is voor personen die zonder enige vorm van begeleiding naar andere instellingen zouden worden doorverwezen. De NHRPH meent te hebben begrepen dat sommige gemeenten / OCMW’s hun wettelijke verplichting – helpen bij het indienen van de aanvragen - niet meer nakomen. Dat is uiteraard onaanvaardbaar. De lokale autoriteiten moeten ervoor zorgen dat de dienstverlening aan de gemeentebevolking in haar geheel goed functioneert.

De NHRPH zou thans het volgende willen weten:

  1. Welke concrete acties zullen worden ondernomen in de komende maanden om te voldoen aan de verwachtingen van de gemeenten en OCMW’s?
  2. Hoe zal deze enquête worden uitgebreid tot de ziekenfondsen en andere partners (ziekenhuizen, revalidatiecentra, verenigingen die My Handicap gebruiken, …)?

022
Versterken van het project INTAKE om de indiening van de aanvragen tot erkenning te vergemakkelijken en alle informatie vereist in één dossier te centraliseren.

Er was al advies 2022-11, maar de NHRPH herinnert ook aan het verband met het project “Intake Remake” (nieuwe aanvraagformulieren); beide projecten zijn aan elkaar gekoppeld: in de aanvraagformulieren moeten een aantal bezorgdheden worden geïntegreerd die in het kader van de City H@ndi-enquête werden geformuleerd.

Daarbij moet er aandacht zijn voor alle soorten handicap.

023
In kaart brengen van de specifieke hindernissen voor niet-Belgische inwoners met een handicap.

De NHRPH wijst erop dat alle soorten handicap in aanmerking moeten worden genomen.

024
Verbeteren en actualiseren van de bestaande sociale tarieven: telefonie, internet en gas en elektriciteit.

Het sociaal tarief voor diverse basisdiensten is een belangrijk instrument in het armoedebeleid. Het actieplan voorziet daarom een verbetering en actualisering van de bestaande sociale tarieven voor telefonie, internet, gas en elektriciteit. In het kader van de opmaak van het federaal actieplan armoede bepleitte het middenveld voor een uitbreiding van sociaal tarief gas en elektriciteit naar mensen met een verhoogde tegemoetkoming. Voor het sociaal tarief elektronische communicatie werd gepleit voor een automatisering van dit sociaal tarief.

De hervorming van het sociaal tarief elektronische communicatie is in voorbereiding. Begin 2022 vond een publieke raadpleging plaats. De beleidscel van de minister van Telecommunicatie heeft dit voorstel ook toegelicht aan de plenaire vergadering van de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap. Op basis van de analyses van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie zou het automatisme van het sociaal telecommunicatietarief in de strikte zin voor personen met een handicap niet operationeel en dus mogelijk zijn krachtens het Europees wetboek voor elektronische communicatie. Daartoe moet het begunstigde publiek tot alle begunstigden van de verhoogde tegemoetkoming worden uitgebreid.

Het sociaal tarief voor energie zal hervormd worden op basis van het tussentijds verslag van experts van de Nationale Bank van België van 11 juni 2022. Gelet op de prijsstijging van de petroleumproducten werden daarnaast een reeks maatregelen genomen door de federale regering. Vanaf 1 oktober steeg het gemiddeld sociaal tarief voor elektriciteit met 7,8 % en voor aardgas met 9,9 %. De regering voorzag een verhoging van het Sociaal Stookoliefonds tot en met maart 2023, en een eenmalige uitbreiding van het gas- en elektriciteitsfonds voor 2022.

De NHRPH heeft een omstandig advies 2022-01 uitgebracht.

De NHRPH werd ook in kennis gesteld van het feit dat de Minister de mogelijkheid om bepaalde fiscale en sociale compensaties te genieten wil uitbreiden tot nieuwe groepen van personen met een handicap, via de forfaitaire IT. De NHRPH juicht deze opening toe en zou graag de waarborg krijgen dat deze ontwikkelingen budgettair onder controle blijven.

025
Garanderen van de retroactiviteit bij automatische toekenning van het sociaal tarief voor energie door te bestuderen hoe die kan opgevangen worden door een éénmalige premie om de tijd tot erkenning op te vangen.

De NHRPH heeft een advies 2020-25 uitgebracht, waarin hij met name wijst op de disfuncties van de processen die de automatische toekenning van het  sociaal tarief de facto onzeker maken: sinds het van kracht worden van de wet van 24 februari 2019 kunnen de rechthebbenden van het sociaal tarief dit tarief immers toegekend krijgen vanaf de datum van de erkenning van de handicap. Nu, bijna twee jaar later, blijkt dat de terugwerkende kracht nog steeds niet wordt toegepast. De NHRPH vraagt dat de betrokken actoren zo snel mogelijk technische oplossingen vinden om dit recht toe te passen.

Het is onaanvaardbaar dat de stromen bestaan, maar niet worden toegepast. Personen met een handicap betalen zo aanzienlijke geldbedragen die zij niet kunnen recupereren, terwijl zij daar wel recht op hebben.

026
Onderzoek naar het toepassen van het sociaal tarief voor personen met een handicap in zorginstellingen.

De NHRPH herinnert aan zijn advies 2015-22 en wijst erop dat het sociaal tarief gekoppeld moet worden aan de persoon met een handicap, en niet aan het huishouden of het adres.

027
Integratie van de handicapdimensie in het Plan Armoedebestrijding.

De NHRPH heeft gewezen op het belang om handicap- en armoedemaatregelen te integreren in een advies 2021-34. Hij dringt erop aan dat armoedebestrijding een hoofdprioriteit van deze regering en de volgende regeringen wordt. Kan de Minister die thans bevoegd is voor armoedebestrijding de mogelijkheid onderzoeken om de adviezen van deskundigen verplicht te maken (dienst Ondersteuning armoede / platform armoede) net zoals de adviezen van de NAR en de CRB? De maatregelen in de plannen moeten vergezeld zijn van duidelijke en meetbare indicatoren. Het is tenslotte dringend dat alle herstelplannen en het gebruik van de structuurfondsen de handistreaming toepassen in alle bedoelde beleidsmaatregelen en -acties. Zie advies 2021-09 en advies 2020-03.

028
Ervoor zorgen dat de specifieke noden van personen met een handicap geïntegreerd worden in het alomvattend moderniseringsplan om de kwaliteit van de dienstverlening van de overheid te verbeteren: garanderen en verbeteren van een toegankelijk onthaal en toegankelijke informatie voor personen met een handicap.

Het in de fiche vermelde advies 2021-33 heeft enkel betrekking op het ExcelHan-plan.

De NHRPH stelt vast dat de digitale kloof reeds een werkelijkheid op grote schaal is. Hij verwacht dat de structurele maatregelen in aanmerking worden genomen om de toegang van PMH tot alle overheidsdiensten te waarborgen, op de meest autonoom mogelijke manier. Hoewel de digitalisering een onomkeerbare trend is, moeten ook niet-digitale alternatieven worden aangeboden, en dit zonder meerkosten voor de PMH. Zie positienota over de digitale kloof.

029
Het opzetten van een pool van doventolken die beschikbaar gesteld wordt voor het publiek voor het gebruik van federale en administratieve diensten.

Het advies van de NHRPH werd gevraagd: zie advies 2022-26.

030
Bijzondere aandacht voor inclusieve dienstverlening bij de overheidsdiensten met rechtstreeks contact met de burger. Onder meer door aanvraag van redelijke aanpassingen mogelijk te maken en daarvoor de nodige interne middelen voorzien.

Handicap inclusieve publieke dienstverlening

Er bestaat heden geen exhaustief overzicht van alle acties en strategieën voor een handicap inclusieve publieke dienstverlening over het geheel van de federale overheid. In het kader van de rapportering over het federaal actieplan handicap gaven verschillende overheidsadministraties echter aan hoe zij bijkomende acties of actieplannen opzetten voor de inclusie van personen met een handicap. Enkele goede praktijken die vermeld kunnen worden:

  • Bij de FOD Financiën werd in september 2022 het actieplan voor personen met een handicap en integratie goedgekeurd.
  • De FOD Sociale Zekerheid ondernam, in samenwerking met INTER en AccesAndGo en in aanwezigheid van de Regie der gebouwen, een studie rond de toegankelijkheid van haar 11 regionale centra voor de evaluatie van handicaps (voor meer details, zie hoofdstuk 3.2.).
  • De FOD Buitenlandse Zaken voorziet analyses van obstakels voor de consulaire dienstverlening (ambassades, consulaten) wanneer er verbouwingswerken gepland worden, of bij verhuis van een diplomatieke of consulaire post. Gezien veiligheid van de bezoeker en de fysieke toegankelijkheid een prioriteit is, wordt hier steeds aandacht aan besteed en waar nodig – naargelang het project – wordt een ad hoc oplossing geboden.
  • De Federale Pensioendienst zal voor 2023 de mogelijkheden onderzoeken om proactief diensten aan doelgroepen aan te bieden met behulp van informatie uit andere overheidsdiensten waarnaar wordt verwezen.

De beschikbaarheid van gebarentaal tolken is een belangrijke vereiste voor de toegang tot publieke diensten voor doven en slechthorenden. De FOD Sociale Zekerheid schreef daarom een aanbestedingsprocedure uit voor een nieuw federaal kadercontract voor gebarentaal op persconferenties, vergaderingen, en dienstverlening aan burger.

De NHRPH herinnert aan zijn advies 2021-25: de redelijke aanpassingen moeten centraal komen te staan in de dienstverlening van alle overheidsdiensten. De NHRPH vraagt dat alle overheidsdiensten worden gescreend en de toegankelijkheid van hun dienstverlening wordt geanalyseerd. Een plan voor verbetering op korte/lange termijn moet worden opgesteld en tussentijdse voortgangsverslagen moeten worden opgelegd. De NHRPH wijst op de reële gevaren voor uitsluiting die worden veroorzaakt door de processen van digitale modernisering van de overheid: het is niet omdat het internet bijna algemeen verbreid is, dat de burgers daarom hun rechten kennen en de toekenningsprocessen voldoende begrijpen. Alternatieven voor de digitalisering moeten blijven bestaan: menselijke begeleiding zonder meerkosten moet mogelijk zijn voor iedere burger en op ieder moment in de processen.

031
We zetten een netwerk van ervaringsdeskundigen handicap op om de federale administraties te ondersteunen in het uitwerken van een meer inclusieve dienstverlening.

Rond het plan voor een federaal netwerk van ervaringsdeskundigen handicap werd door de administratie een voorlopige behoeften- en contextanalyse gemaakt. Het door de FOD BOSA ondersteunde federale diversiteitsnetwerk liet getuigen met een handicap spreken op een bewustmakingsvergadering. De maatregel werd nog niet uitgevoerd in deze vorm, voor 2023 worden de mogelijkheden overwogen.

De NHRPH vindt dat het kader voor de betrokkenheid van PMH bij de besluitvormingsprocessen nauwkeuriger en correcter moet worden bepaald. De zin: “Personen met een handicap, als ervaringsdeskundigen, zijn het best geplaatst om advies te geven over de impact van beleidsmaatregelen op hun leven” is dubbelzinnig. De NHRPH beveelt volgende formulering aan: “Personen met een handicap, in hun hoedanigheid van ervaringsdeskundigen, en de organisaties die PMH vertegenwoordigen, zijn het best in staat om uit te stijgen boven specifieke visies en adviezen te formuleren - door middel van de adviesraden die hen vertegenwoordigen - die rekening houdt met de uiteenlopende behoeften en verwachtingen.”. De NHRPH verwijst naar de positienota’s: https://ph.belgium.be/nl/positienota-s/participatie-van-personen-met-een-handicap-aan-besluitvormingsprocessen.html.

032
Veralgemenen van het gebruik van gebarentaal bij persconferenties van de federale regering.

Als algemeen principe staat de NHRPH positief tegenover het structurele gebruik van gebarentaal op persconferenties, maar hij vraagt om verder te gaan in de contacten tussen de overheid en de burgers. De NHRPH herinnert eraan dat alle informatie van de overheid en de politieke autoriteiten voor alle burgers toegankelijk moet zijn. Ook alle informatie waarmee de burger toegang kan krijgen tot zijn rechten zou verplicht moeten worden vertaald in gebarentaal (zie advies 2022/26).

033
Veralgemenen van het gebruik van easy-to-read versies van belangrijke documenten voor de burger.

De FOD Sociale Zekerheid heeft verschillende projecten geïnitieerd: “herschrijven brieven”, “nieuwe website DG HAN” en “nieuwe website EDC” die gebeuren volgens de easy-to-read methode. De doelstelling is dat de brieven en websites beter begrijpelijk zijn, waardoor mensen gemakkelijk de informatie vinden waar ze op zoek naar zijn. Ook bij de FOD Buitenlandse Zaken wordt erover gewaakt om in begrijpelijke taal te communiceren, met een inclusief taalgebruik. In toekomstige opleidingen die de Communicatiedienst verzorgt, zal daaraan aandacht worden besteed.

De NHRPH benadrukt dat een ander leesformaat, dat tijdens de Covid-crisis onmisbaar is geworden, de gemakkelijk te lezen en te begrijpen taal (FALC: Facile à Lire et à Comprendre/easy-to-read) is.

Er moet een transversaal budget komen op het niveau van de werkingskosten van alle federale departementen en kabinetten om dit communicatie-instrument te systematiseren en een duurzaam karakter te geven. Het is voor de hele bevolking nuttig, omdat het duidelijk de rechten en plichten van iedere burger belicht. Het budget moet voldoende zijn om te voorzien in opleiding en het nalezen van teksten in FALC.

034
Onderzoek naar de mogelijkheid van een “speech to tekst” dienst gebaseerd op artificiële intelligentie voor automatische transcripties.

De NHRPH wenst snel de eerste aandachtspunten van de werkgroep te ontvangen.

035
Publiceren en vulgariseren van informatie over het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap, inclusief de algemene commentaren van het VN-Comité, zodat deze in de 3 landstalen, in “easy-to-read” format en in gebarentaal toegankelijk zijn.

De NHRPH vindt de werkzaamheden voor bewustmaking bij het grote publiek en de personen die zich beroepsmatig hiermee bezighouden essentieel voor het concretiseren van de UNCRPD-vereisten.

036
Integreren van de handicapdimensie in projecten van het Belgisch plan voor herstel en veerkracht en het federaal relance- en transitieplan.

De NHRPH heeft op eigen initiatief advies 2021-09 uitgebracht.

De NHRPH hoopte dat het PHV een antwoord zou bieden op deze tekortkomingen inzake rechten en erkenning. Dat bleek niet het geval: het biedt geen antwoord op de huidige sociale uitdagingen en, erger nog, het zal de huidige kloof nog doen toenemen. Het PHV is immers globaal niet inclusief. De projecten die dichter bij de burger staan, zijn voor PMH technisch (renovatie van de openbare gebouwen alleen op het vlak van energie en zonder een luik toegankelijkheid) of financieel (oplaadpalen voor elektrische voertuigen) niet toegankelijk. Geen enkele minister heeft rekening gehouden met de vraag van de NHRPH om de geselecteerde projecten bij te sturen om ook aan de verwachtingen van PMH te voldoen.

037
Ervoor zorgen dat de vertegenwoordigende organisaties voor personen met een handicap betrokken worden bij het opstellen van het federaal relance- en transitieplan.  

Zie maatregel 036.

038
Prijs van de arbeid: hervorming van de berekening van de integratietegemoetkoming om deelname aan de arbeidsmarkt voor personen met een handicap te bevorderen.

De NHRPH betreurt dat de maatregel absolute voorrang heeft gegeven aan de PMH die de mogelijkheid heeft om te werken (zie advies 2021-35). In 2 voorgaande adviezen (2020-23 en 2021-17) heeft de NHRPH reeds de aanpak aan de kaak gesteld waarbij PMH die vervangingsuitkeringen ontvingen wegens ziekte (ziekenfonds), niet-inclusieve arbeidsmarkt (werkloosheidsuitkeringen) of het bereiken van de leeftijdsgrens (pensioen) de facto werden gestigmatiseerd. Ook al is de tewerkstelling van PMH een belangrijk streefdoel, de NHRPH is van mening dat, met gesloten enveloppe, een evenwicht moest worden gevonden tussen PMH die werken en PMH die niet werken. Een beter evenwicht zou net hebben bijgedragen tot het beperken van de impact van jobverlies (vaak om gezondheidsredenen) en tot het terugdringen van armoede.

039
Wegwerken van de obstakels tot arbeidsmarktparticipatie van IVT-gerechtigden.

Voor de begroting 2022-2023 zijn twee kennisgevingen gepland:

  • Ondersteunen van de ondernemingszin bij personen met een handicap, met name door de financiële grensbedragen voor toegang tot het sociaal statuut van zelfstandigen specifiek voor deze groep te verminderen.
  • Invoeren van een nieuw stelsel voor cumulatie van de inkomsten uit arbeid voor de langdurig werkzoekenden, begunstigden van het leefloon en begunstigden van de IVT.

De NHRPH heeft het advies uitgebracht (2022-31) over de eerste maatregel tijdens de plenaire vergadering van 19 december 2022 (nog niet gepubliceerd) en wacht op het verzoek om advies over de tweede maatregel.

040
Onderzoek naar de mogelijkheid van ontwikkeling van een simulatietool zodat personen met een inkomensvervangende tegemoetkoming of integratietegemoetkoming op voorhand kunnen berekenen wat de gevolgen zijn van de cumulatie van uitkering en arbeidsinkomen.

Naast de effectieve gevolgen van bestaande regelgeving is ook onzekerheid over de concrete gevolgen van cumulatie arbeidsinkomen en uitkering een belangrijke hindernis voor gerechtigden op een inkomensvervangende tegemoetkoming of integratietegemoetkoming. Daarom werd de mogelijkheid van ontwikkeling van een simulatietool onderzocht door de FOD Sociale Zekerheid en Smals. Op basis hiervan werd een prototype van rekeninstrument “cumul arbeidsinkomen – IT/IVT” ontwikkeld dat verder verfijnd werd aan de hand van drie gebruikersgroepen georganiseerd met als deelnemers personen met een handicap, personen in arbeidsongeschiktheid en medewerkers van de christelijke mutualiteit, Forem, GTB, Krasswerk, KVG, RIZIV en VDAB. De publicatie van dit rekeninstrument is voorzien voor begin 2023.

Gaat het om het rekeninstrument Belmod? Indien dat zo is, dan werd het project reeds aan de NHRPH voorgesteld die zijn bezorgdheid heeft geuit aan de betrokken ministers. Over het nut van dit instrument is de NHRPH uiteraard wel degelijk positief, voor zover het een persoon in arbeidsongeschiktheid of die uitkeringen ontvangt (wet van 27 februari 1987), toelaat precieze en zekere informatie te bekomen over de financiële gevolgen van een re-integratie op het werk.

Dit instrument moet evenwel ontworpen worden in een meer globale context en parallel met een fundamenteel werk voor een duurzaam en inclusief tewerkstellingsbeleid voor personen met een handicap die hun arbeidsgeschiktheid verliezen (ziekenfonds of DG Personen met een handicap) in de privésector en bij de overheid, en moet de drempels voor de werkgelegenheid en werkloosheidsvallen, de kwestie van artikel 100, enz. wegnemen.

041
Toezien op de implementatie van het KB van 11/02/2019 tot bepaling van de voorwaarden inzake positieve acties.

De NHRPH herinnert eraan dat de tewerkstellingsgraad van PMH in België veel lager is dan het Europees gemiddelde. De bewustmaking heeft haar grenzen bereikt. Het gaat erom de werkgevers te responsabiliseren en hen er via positieve acties toe te brengen de aanwerving voor PMH open te stellen.

042
Verbeteren van het Terug-Naar-Werk-proces van uitkeringsgerechtigde personen in het werknemersstelsel van de ziekteverzekering via de uitwerking van de terug-Naar-Werk-coördinatie.

De NHRPH werd niet geraadpleegd. Hij heeft op eigen initiatief advies 2021-31 uitgebracht.  

De NHRPH herinnert eraan dat het begeleiden van een PMH om opnieuw aan het werk te gaan bijkomende middelen vereist, met name personele middelen. De NHRPH wil de bevestiging krijgen dat PMH een aangepaste begeleiding krijgen die rekening houdt met hun behoeften.

043
Ontwikkeling van een simulatietool zodat personen met een invaliditeitsuitkering die deeltijds het werk hervatten op voorhand kunnen berekenen wat de fiscale gevolgen van de cumulatie van uitkering en arbeidsinkomen zijn.

Gaat het om het Belmod-project? Zo ja, zie fiche 040.

044
In overleg met de deelstaten, en met respect voor de bevoegdheidsverdeling, promoten van het gebruik van de module E-DIV van UNIA, ter sensibilisering over het recht op redelijke aanpassingen.

Dit dossier betreft vooral Unia. De NHRPH zou de voortgang van dit dossier willen kennen.

045
Bijzondere aandacht voor de noden van personen met een handicap bij de implementatie van de Work-life balance richtlijn.

De regering besteedt bijzondere aandacht aan de behoeften van personen met een handicap bij de omzetting en uitvoering van de richtlijn over het evenwicht tussen beroeps- en privéleven. De minister van Werk vroeg hierover het advies van de NHRPH. Het ontwerp van wet tot gedeeltelijke omzetting van de richtlijn werd ingediend in het parlement. Het ontwerp van wet tot gedeeltelijke omzetting van de Richtlijn Work-Life-Balance regelt ook een aantal andere aspecten op het vlak van de verloven: in het bijzonder creëren van een nieuw zorgverlof in geval van weigering van toekenning (artikelen 7 en 30) en het recht om flexibele werkregelingen aan te vragen (Hoofdstuk 6).  

Om hieraan tegemoet te komen, werd een verlenging van het mantelzorgverlof goedgekeurd. Sinds 1 september 2021 zullen erkende mantelzorgers per zorgbehoevende persoon 3 maanden mantelzorgverlof kunnen opnemen in plaats van 1 maand. In geval van gedeeltelijke onderbreking wordt dat 6 maanden in plaats van 2 maanden.

Het mantelzorgverlof werd verlengd van 1 maand naar 3 maanden. Dit maakt het voor de mantelzorger mogelijk om zijn professionele en familiale leven beter op elkaar af te stemmen indien hij voor een bepaalde naaste wil zorgen. Middels dit verlof, kan de mantelzorger de uitvoering van zijn arbeidsovereenkomst schorsen of zijn prestaties verminderen om zorg te dragen voor of ondersteuning te bieden aan een persoon die, omwille van zijn gevorderde leeftijd, zijn gezondheidstoestand of zijn handicap kwetsbaar en zorgbehoevend is.

Artikel 6.2 van de richtlijn bepaalt dat de lidstaten zorgverlof kunnen toekennen aan de hand van een andere referentieperiode dan een jaar, per persoon die zorg of steun nodig heeft, of per gebeurtenis. De NHRPH is van mening dat de Belgische Staat in zijn wetgeving inzake verlof voor mantelzorg moet voorzien in de mogelijkheid om dit verlof per gebeurtenis aan te vragen. De mantelzorger heeft immers niet altijd een lange periode nodig om de zorgbehoevende persoon te verzorgen.
(…)
De NHRPH is van mening dat het bedrag van de uitkering toegekend voor een loopbaanonderbreking te laag is.
(…)
De NHRPH herinnert eraan dat heel wat personen, ouders of mantelzorgers, niet gebonden zijn door een arbeidsovereenkomst en dus geen toegang hebben tot dit betaald verlof. Deze personen en deze gezinnen hebben ook begeleiding nodig. Zie verder in advies 2021-14.

046
Mantelzorgverlof.

De mogelijkheid voor 5 dagen verlof is van kracht sinds 1 september 2021. De NHRPH zou graag willen weten of andere ontwikkelingen zijn voorzien. In zijn advies 2021-21 behandelde de NHRPH een aantal dringende en belangrijke verwachtingen voor de huidige mantelzorgers.

047
Bijzondere aandacht voor de noden van personen met een handicap bij de uitwerking van de aanpassing van de re-integratieregeling.

De noden van personen met een handicap werden meegenomen in de uitwerking van de aanpassing van de re-integratieregeling. De codex over het welzijn op het werk werd aangepast met een versterking van het echt op redelijke aanpassingen in de re-integratie trajecten 2.0.

De NHRPH merkt op dat er zeer weinig wordt verwezen naar redelijke aanpassingen.
(…)
Zo’n aanpak is te simplistisch. De NHRPH wijst erop dat een persoon met een blijvende en onomkeerbare fysieke, zintuiglijke of verstandelijke handicap of chronische ziekte uiteraard helemaal niet op dezelfde manier weer aan het werk kan worden gezet als een werknemer die op het ogenblik van de integratiebeoordeling grotendeels weer zelfredzaam is. Meer in advies 2022-10.

048
Vanaf 2022, voorzien van een hoofdstuk over de uitvoering van de maatregelen in het kader van handistreaming in alle bestuursovereenkomsten van de federale administraties (eg toegankelijkheid van alle diensten voor iedereen, strijden tegen non-take-up, het gebruik van FALC en redelijke aanpassingen, % tewerkstelling van personen met een handicap, enz.). Een actieplan dient hieromtrent uitgewerkt te worden. Dit wordt vervolgens ter advies voorgelegd aan de BCAPH.

De NHRPH juicht deze structurele en transversale maatregel toe en vraagt te worden geraadpleegd over de handistreamingsprioriteiten die zullen worden opgelegd in de bestuursovereenkomsten, maar ook over de indicatoren, de middelen en het tijdschema die zullen worden bepaald. Verschillende FOD’s profileren zich in de inclusieve waarden, maar in de praktijk zijn de administraties onvoldoende toegankelijk, houden ze te weinig rekening met de behoeften van PMH enz.

049
De Begeleidingscommissie voor de aanwerving van personen met een handicap in het federaal openbaar ambt (BCAPH) zal een meer proactieve en adviserende rol opnemen in het uitwerken van voorstellen om de dienstelling van minimaal 3% tewerkstelling te halen.

Om het BCAPH een meer proactieve en adviserende rol te kunnen laten opnemen voor het behalen van de 3% tewerkstellingsnorm, vereist een versterking van het secretariaat van de Begeleidingscommissie. De rekruteringen hiervoor zijn lopende. In januari 2022 kon het BCAPH advies en sturing geven aan het federale “Terug naar werk”-beleid, over de re-integratie bij ziekte of ongeval en de tewerkstelling van personen met een handicap. 

De NHRPH is van oordeel dat het BCAPH moet evolueren naar een adviesraad, waarnaar politici luisteren. Die zouden systematisch de redenen moeten toelichten waarom zij een advies niet (kunnen) volgen.

050
Om de mogelijkheden om personen met een handicap te rekruteren in het federaal openbaar ambt te verbeteren:

  1. Analyse en hervorming van het koninklijk besluit van 6 oktober 2005 om bijvoorbeeld nieuwe vormen van tewerkstelling, waaronder stages, mogelijk te maken.
  2. Toezien op de correcte toepassing van de voorrangsregeling voor de aanwerving van geslaagde kandidaten met een handicap.
  3. Evaluatie van de aanwervingsprocedures bij SELOR voor personen met een handicap.

Voor de NHRPH moeten de federale administraties dringend voldoen aan de opgelegde quota. De Staat moet het goede voorbeeld geven!

Zie in de pers: Emploi des personnes handicapées : les administrations ne respectent pas les quotas imposés - rtbf.be – “In de administraties van de federale Staat bereikt enkel de FOD Werkgelegenheid en de Kruispuntbank het quotum van 3%. En de situatie is nog verslechterd.” Erger nog, het jaarverslag van het BCAPH 2021vermeldt slechts 1 administratie: de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. https://fedweb.belgium.be/sites/default/files/downloads/annual%20report%20BCAPH%20CARPH%202021_NL.pdf

051
Het gebruik van redelijke aanpassingen in de werkomgeving van de federale overheid vergemakkelijken.

  1. (Uitzonderlijke) financiering ter ondersteuning van werkgevers en federale werknemers met een handicap om telewerkstations in te richten.
  2. (Co-)financiering van diversiteitsprojecten die traditionele aanpassingen van de werkplek of bewustmakings- of coaching initiatieven in verband met het thema handicap mogelijk maken.

De NHRPH werd voor maatregel a. geraadpleegd: advies 2021-07. De NHRPH was in november 2022 van oordeel dat de maatregel onvoldoende ambitieus is: de antidiscriminatiewet bepaalt sinds 15 jaar dat het ontbreken van redelijke aanpassingen gelijk staat aan discriminatie: er zou geen sprake meer moeten zijn van aanmoedigen, maar van verplicht maken! De NHRPH vraagt om te worden geraadpleegd.

052

Sensibiliseren van de federale overheidsadministraties, inclusief mandaathouders en HR-ambtenaren over het recht op redelijke aanpassingen en het aanmoedigen van het nemen van initiatieven die een inclusieve werkomgeving bevorderen.

  1. De expertise bij FOD BOSA-diversiteit inzake redelijke aanpassingen op de werkvloer, re-integratie, subsidies, externe ondersteuning, etc. zal actief ter beschikking worden gesteld voor de gehele federale administratie.
  2. In samenspraak met het netwerk diversiteit en het middenveld van personen met een handicap worden sensibiliseringsacties opgezet voor een werkomgeving die inclusief is voor de verschillende soorten handicap.
  3. Er wordt een gids inzake inclusieve (digitale) vergaderingen ter beschikking gesteld.

De NHRPH stelt vast dat het beleid inzake bewustmaking zijn grenzen bereikt. Niemand beweert gekant te zijn tegen het aanwerven van PMH, maar de aanwervingsprocedures blijven zwaar en weinig doeltreffend. Bovendien moet vooraf worden gewerkt aan de opleiding van studenten met een handicap.

De IMC Tewerkstelling zou dit aspect moeten agenderen.

Ten slotte werken verschillende PMH in onzekere kaders (stages die met name weinig bezoldigd worden en niet onderworpen zijn aan de sociale zekerheid) die niet tot een traditioneel contract leiden. In een periode waarin de arbeidsvormen sterk veranderen, vraagt de NHRPH ook een hervorming van de arbeidsvoorwaarden waaronder sommige PMH werken.

De NHRPH is van oordeel dat hij moet worden geraadpleegd.

053
Onderzoek naar hoe het aantal personen met een handicap tewerkgesteld bij de federale overheidsdiensten beter in kaart kan gebracht worden.

De FOD BOSA onderzoekt hoe het aantal personen met een handicap tewerkgesteld bij de federale overheidsdiensten beter in kaart kan gebracht worden in samenhang met de hervorming van het KB BCAPH van 6 oktober 2005 (zie hierboven) dat de monitoring van deze cijfers bepaalt. FOD BOSA verzamelt de cijfers over personen met een handicap die in de federale overheidsinstellingen tewerkgesteld zijn. Deze verzameling is onderworpen aan de GDPR-richtlijnen en vereist de voorafgaande en individuele toestemming van de betrokken personen. De op deze basis uitgevoerde inventarisatie is niet representatief voor de werkelijkheid. Er wordt onderzocht hoe verschillende gegevensbronnen, die een handicap aantonen, ingezet kunnen worden om representatieve cijfers te bekomen, waar mogelijk geautomatiseerd.

De NHRPH vraagt te worden geïnformeerd over de methode en de resultaten.

De NHRPH herinnert eraan dat het van essentieel belang is dat de benadering van de handicap wordt overlegd met de NHRPH, in overeenstemming met de bepalingen van de UNCRPD.

054
Onderzoek naar hoe de vergoeding woon-werk verkeer aangepast kan worden aan de specifieke noden van personen met een handicap.

De NHRPH vraagt zeer snel te worden geraadpleegd.

055

Promoten van sociale economie, waaronder de tewerkstelling van personen met een handicap, binnen het actieplan “federaal aankoopbeleid”.
Bosa adviseert en ondersteunt de vragende klanten die in het bijzonder de sociale economie willen raken. Thans geen behoefte geïdentificeerd of geformuleerd.

Tussen 2014 en 2017 heeft de NHRPH verschillende adviezen uitgebracht over de noodzaak om sociale clausules te voorzien ter bevordering van de tewerkstelling van PMH in de overheidsopdrachten. Er gebeurt niets en de federale aankopers lijken geen instructie te hebben of passen ze in ieder geval niet toe.

Bepaalde diensten moeten systematisch worden uitbesteed aan sociale-economiebedrijven, ongeacht de omvang van de overheidsopdracht.

De NHRPH vraagt dringend een ontmoeting met de Minister.

056
Employer Branding, waarbij de federale overheid zich profileert als een inclusieve werkgever en personen met een handicap aangemoedigd worden om te solliciteren.
2021: bijwerking van de website selor.be om te evolueren naar een aantrekkelijker en inclusiever concept.
2022: lancering van een nieuwe website met nieuwe getuigenissen, met name van personen met een handicap.

057
Bevordering van de re-integratie van arbeidsongeschikte militairen.

058
Militairen die definitief als ongeschikt voor dienst als militair verklaard worden.

059
Sensibiliseren rond beeldvorming bij de rekrutering van gemeenschapswachten.

PMH zijn vaak gedesoriënteerd en eenzaam in een weinig toegankelijke omgeving. Gemeenschapswachten spelen een rol van “facilitator”. De NHRPH vraagt een ontmoeting met de Minister.

060
Ontwikkeling van een actieplan om de verhoging van de tewerkstelling van personen met een handicap richting 3% na te streven in de beheerscontracten of strategische plannen van bpost en Proximus en de Nationale Loterij.

Het quotum van 3% moet worden toegepast in zoveel mogelijk federale structuren, met inbegrip van de privédiensten van algemeen belang (bv.: banken, post, telecombedrijven, …). De NHRPH is vragende partij voor een ontmoeting.

061
Evaluatie van de maatregelen die zijn genomen voor de tewerkstelling van personen met een handicap of personen die hun normale functie binnen de Belgische spoorwegen niet meer kunnen uitoefenen en onderzoeken hoe de tewerkstellingsgraad kan worden verbeterd om richting 3% te gaan. De specifieke veiligheidscontext binnen de Belgische spoorwegen en de gevolgen voor de werkgelegenheid dienen in de beoordeling te worden betrokken.

Idem.

062
Opstellen van een actieplan binnen Skeyes, met maatregelen om de tewerkstelling van personen met een handicap te verbeteren om dichter bij 3% te gaan.

Idem.

063
Nagaan op welke manier het opstarten van een zelfstandige activiteit vereenvoudigd kan worden, met name via een vermindering van de financiële voorwaarden voor toegang tot het sociaal statuut der zelfstandigen voor personen met een handicap; of via de combinatie van een statuut van zelfstandige in bijberoep met tegemoetkomingen voor personen met een handicap.

Op vraag van de Minister bevoegd voor Personen met een handicap en de Minister van Zelfstandigen wordt onderzocht hoe het opstarten van een zelfstandige activiteit vereenvoudigd kan worden voor personen met een handicap. Concreet gaat het over het toegankelijk maken van het statuut zelfstandigen in bijberoep voor IVT-gerechtigden, die op dit moment enkel de mogelijkheid hebben om zich als zelfstandige in hoofdberoep te installeren. Dit brengt hoge instapkosten met zich mee. Naast een aanpassing binnen het sociaal statuut der zelfstandigen wordt ook een aanpassing van de cumulregels tussen de tegemoetkomingen voor personen met een handicap en inkomen uit een zelfstandige activiteit onderzocht, zodat het opnemen of opstarten van een tewerkstelling steeds loont.

De NHRPH werd niet geïnformeerd over het feit dat hierover workshops werden georganiseerd. Hij betreurt dit ten zeerste, aangezien de NHRPH al lang vragende partij is voor de mogelijkheid van cumulatie. De NHRPH heeft ondertussen een ontwerp van KB ontvangen waarover een advies werd uitgebracht (genomen tijdens de plenaire vergadering van 19.12.2022, maar nog niet gepubliceerd).

064
Opzetten van een informatiecampagne over het sociaal statuut van zelfstandigen met een handicap en de ondernemingsgeest bij deze doelgroep.+ Lanceren van een overheidsopdracht met het oog op het ondersteunen van projecten die ondernemerschap van personen met een handicap bevoordelen. Te bepalen op basis van de conclusies van de workshops van de FOD Sociale Zekerheid over dit thema.

065
Onderzoek naar de mogelijkheden tot een betere begeleiding van personen met een handicap bij het zoeken naar werk in het kader van een versterkt re-integratiebeleid op maat van de arbeidsongeschikte zelfstandige.

066
Garanderen van de toegankelijkheid van bankdiensten voor personen met een handicap.

De NHRPH heeft advies 2020-26 en advies 2021-30 uitgebracht; hij heeft ook meegewerkt met FEBELFIN aan de werkzaamheden voor het opstellen van een brochure ter verbetering van het onthaal van PMH en de toegankelijkheid van de diensten voor iedereen (brochure aangekondigd voor 2023).

De NHRPH keurt het initiatief om de geldautomaten te beperken totaal af. De NHRPH maakt zich grote zorgen om de digitale kloof die nog groter dreigt te worden in België.

De vier grote banken waarborgen dat 95% van de Belgische bevolking toegang tot een automaat zou hebben binnen een maximale straal van 5 km. 5 km betekent reeds een lange afstand. De afstanden lijken overigens in vogelvlucht te zijn genomen! De criteria die in aanmerking worden genomen voor de selectie van een plaats kunnen ook in vraag worden gesteld, aangezien sommige dorpen over geen enkele terminal beschikken. De NHRPH herinnert eraan dat een groot aantal personen met een handicap niet over een eigen vervoersmiddel beschikt; zij zijn afhankelijk van het openbaar vervoer (dat lang niet altijd toegankelijk is!) of van de hulp van een derde persoon om cash geld af te halen. Sommige burgers beschikken, als inkomen, enkel over prepaid kaarten aan de hand waarvan zij cash geld enkel per opeenvolgende schijven kunnen afhalen: dat is het geval voor bepaalde begunstigden van de OCMW’s en voor bepaalde personen die onder bewindvoering (goederen en persoon) zijn geplaatst. De NHRPH dringt erop aan dat de Regering tussenkomt om een financiële toegankelijkheid voor iedereen te waarborgen.

Zie ook persartikel: https://www.rtbf.be/article/suppression-des-distributeurs-de-cash-dans-le-centre-de-rixensart-les-autorites-communales-denoncent-une-politique-du-fait-accompli-11090004.

067
Het maken van afspraken, in overleg met de financiële sector (o.a. Febelfin) over de toegankelijkheid, waaronder de nabijheid van het banken- en bankautomatennetwerk.

Idem.

068
Ontwikkelen van een “uniek loket” voor burgers voor vragen in verband met consumentenzaken, dat “hybride-digitaal” is.

Het uniek loket moet voor iedereen toegankelijk zijn, met inbegrip van personen met een handicap, en rekening houdend met alle soorten handicap.

De NHRPH vraagt om op de hoogte te worden gehouden van de recentste ontwikkelingen van het project.

069
Onderzoeken hoe de NHRPH betrokken kan worden bij consumentenzaken en de bescherming van kwetsbare consumenten.

De NHRPH heeft hierover geen nieuws gekregen en vraagt een ontmoeting met de Minister.

070
Evaluatie van de uitbreiding van het recht om vergeten te worden voor personen met een handicap in verzekeringsmaterie (bv. bepaalde types van diabetes, …).

Over de uitbreiding van het recht om vergeten te worden in verzekeringsmaterie heeft de NHRPH een advies 2021-25 uitgebracht. De NHRPH merkt op dat het volstrekt ontoereikend en zelfs discriminerend is om het recht om vergeten te worden enkel voor te behouden voor diabetici.

071 tot 075

De NHRPH stelt vast dat in het ontwerp van tussentijds verslag hierover niets staat en betreurt dat.

071
Onderzoek naar de mogelijkheid om de huidige leeftijdsgrens van 65 jaar voor de erkenning als persoon met een handicap op fiscaal vlak te vervangen.

De NHRPH herinnert eraan dat de erkenning van de handicap voor het verkrijgen van fiscale verminderingen beperkt is tot de leeftijd van 65 jaar: een persoon die niet als persoon met een handicap werd erkend vóór de leeftijd van 65 jaar zal geen recht hebben op deze verminderingen. Deze beperking heeft geen bestaansreden meer en is totaal discriminerend (zie advies 2022-23).

072
Zoeken naar een wettelijke oplossing voor het probleem van de dubbele aanrekening van kinderen met een handicap inzake de belastingvrije som (hanteren van een minder restrictieve definitie van “handicap” voor deze belastingvermindering).

Waarover gaat het? Momenteel wordt een kind met een handicap voor twee personen ten laste geteld. De NHRPH vraagt om snel te worden geraadpleegd.

073
De NHRPH zal geraadpleegd worden in functie van de voorbereiding van de bredere fiscale hervorming en het onderzoek naar de aanpassing van de fiscaliteit aan “moderne samenlevingsvormen”.

074
Er wordt onderzocht of de terugbetaling van 6% btw bij aankoop van een auto voor bepaalde personen met een handicap versneld, of direct bij de aankoop, mogelijk is.
Terwijl de 6% btw die op de aankoop van een voertuig wordt betaald, kan worden terugbetaald, geldt dit niet voor onderdelen, aangepaste uitrustingen en accessoires.  Er zou een procedure voor terugbetaling van de btw voor deze goederen moeten worden overwogen.
De verenigingen die personen met een handicap vertegenwoordigen, met name de NHRPH, moeten vanaf het begin bij de besluitvorming betrokken worden.

De NHRPH herinnert eraan dat terwijl de op de aankoop van het voertuig betaalde btw van 6% kan worden terugbetaald, dit niet het geval is voor onderdelen, aangepaste uitrustingen en accessoires. Er moet een procedure komen voor de terugbetaling van de btw voor deze goederen.

075
Er wordt onderzocht of, zonder een verzwaring van de bestaande procedures, handicap kan toegevoegd worden aan de bestaande inclusieve opvolging van de begroting (gender, etc.).

De verenigingen die personen met een handicap vertegenwoordigen, met name de NHRPH, moeten vanaf het begin worden betrokken bij de besluitvorming. De NHRPH is van oordeel dat de Kafka-test geen inclusie van de behoeften van de betrokken groepen garandeert. De NHRPH vraagt dat de denkoefening zo snel mogelijk begint. Het gaat om een win-win-operatie voor PMH en politici.

076
Betrekken van de NHRPH bij de uitwerking van klimaat- en milieubeleid, teneinde een rechtvaardige transitie voor mensen met een handicap te waarborgen.

De NHRPH staat ter beschikking van de Minister.

077
Integratie van handicap in het federaal plan voor duurzame ontwikkeling 2021-2025.

Het principe “leave no one behind” werd gehanteerd bij de opmaak van het voorontwerp van het Federaal plan voor Duurzame Ontwikkeling (FPDO), met bijzondere aandacht voor kwetsbare groepen, waaronder mensen met een handicap. In dit verband werden een aantal maatregelen opgenomen. De NHRPH werd geconsulteerd tijdens de opmaak van het plan. Bovendien werden bij de openbare raadpleging over het voorontwerp van het FPDO een aantal kwetsbare doelgroepen geïdentificeerd en heeft de Minister van Duurzame Ontwikkeling hen naar hun mening over het voorontwerp gevraagd. Er werd zoveel mogelijk rekening gehouden met de ontvangen inbreng.

Zie advies 2021-16. De NHRPH vraagt dat het BDF volwaardig lid wordt van de beslissingsorganen van het FRDO.

078
Sensibilisering over de gevolgen van klimaatverandering en de milieucrisis voor mensen met een handicap en ondersteuning van onderzoek en analyse in dit gebied.

De NHRPH vraagt zich af wat de inhoud van het project is.

079
Bevorderen van de toegang tot informatie over het klimaat-, milieu- en duurzame ontwikkelingsbeleid van de regering voor personen met een handicap.

Het Federaal instituut voor duurzame ontwikkeling hecht bijzondere aandacht aan de toegankelijkheid van publicaties rond duurzame ontwikkeling. Zo is het Federaal Plan voor Duurzame Ontwikkeling een document dat hoofdzakelijk van administratieve aard is. Aangezien het echter een door de overheid goedgekeurd plan is en indirect veel doelgroepen betreft, werd er via WABLIEFT een beknopte brochure en een brochure waarin de van easy-to-read beginselen worden toegepast, gepubliceerd. Deze documenten zijn beschikbaar op de website. Gezien het politieke belang van de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties, werd bovendien besloten om een voor iedereen toegankelijke papieren versie te drukken, die telefonisch of via de website gratis besteld kan worden.

De NHRPH en de instellingen gespecialiseerd in toegankelijkheid (CAWaB, Inter) moeten worden geraadpleegd.

080
Opstellen van een inventaris van de toegankelijkheid van de federale gebouwen met daaruit voortvloeiend een plan van aanpak van de meest urgente noden.

De NHRPH moet ook worden geraadpleegd, niet over de technische aspecten, maar over de hoofdlijnen, onder andere het meerjarenplan van de Regie der Gebouwen.

081
Promoten van het gebruik van de toegankelijkheidsgids die werd opgesteld door de Regie der gebouwen door alle federale administraties.  
In het kader van de renovatie van bestaande gebouwen: het integreren van de meest relevante en actuele aanbevelingen voor de toegankelijkheid van de gebouwen op basis van de aanbevelingen in de diagnosefiche, door zich in een eerste fase te richten op enkele proefgebouwen (vast te stellen prioriteit; identificatie van de aanbevelingen en uitvoering van de werkzaamheden).
In het kader van de bouw van nieuwe gebouwen: het integreren van de aanbevelingen voor de toegankelijkheid van gebouwen op basis van de door de Regie der gebouwen opgestelde gids.

De NHRPH verheugt zich erover dat de gids die tot nog toe intern werd gebruikt: https://www.regiedergebouwen.be/nl/content/diversiteit-toegankelijkheid van toepassing wordt op de hele federale administratie. Dit was niets te vroeg, aangezien de gids reeds meer dan 7 jaar bestaat… De NHRPH vraagt ook dat regelmatig een evaluatie wordt uitgevoerd.

082
Formele aanduiding van referentiepersonen binnen de Regie, die dankzij een adequate opleiding kunnen functioneren als “adviseurs inzake toegankelijkheid”.

Deze maatregel is essentieel voor de NHRPH, aangezien hij in het verlengde ligt van de commentaar van fiche 081.

083
Digitalisering van een diagnosefiche voor de toegankelijkheid van gebouwen, en het sluiten van een overheidsopdracht voor de uitvoering van een diagnose op basis van deze fiche.

De NHRPH wijst op het voorbeeldige werk van de projectleider, de heer Jean-Marc Helson. Andere medewerkers hebben daar ongetwijfeld ook verdienste aan. De NHRPH vraagt dat middelen worden vrijgemaakt om hun aanpak uit te breiden tot de hele overheid.

084
Beroep doen op ervaringsdeskundigen en gespecialiseerde organisaties in toegankelijkheid om de toegankelijkheid van de inrichting van federale overheidsgebouwen te evalueren.
Wij hebben een beroep gedaan op de firma INTER (2018) om een audit inzake toegankelijkheid van onze gebouwen uit te voeren.  Op basis van de resultaten van deze audit hebben wij reeds acties in bepaalde gebouwen ondernomen. Wij integreren de tijdens de renovatiewerken geformuleerde opmerkingen zoals het geval was in Luik, Hasselt en Turnhout.  Wij hebben ze ook geïntegreerd in de voorontwerpen van renovatie van Charleroi, Brugge en Kortrijk.

De NHRPH heeft geen verzoek om advies ontvangen en de termijn is niet gekend.

085
De toegankelijkheid van de federale overheidsdiensten wordt online omschreven zodat burgers niet met onverwachte hindernissen geconfronteerd worden op het moment van hun bezoek.

De NHRPH heeft geen verzoek om advies ontvangen en de termijn is niet gekend.

086
Actieplan ter verbetering van de toegankelijkheid van federale musea en culturele instellingen (o.a. de Munt, Bozar, …).
BOZAR: Overeenkomstig haar maatschappelijk doel maakt de vereniging het Paleis voor Schone Kunsten toegankelijk voor alle socio-professionele categorieën van de bevolking en biedt zij met name aanzienlijke prijsverminderingen voor de volgende categorieën van personen: werklozen, personen die sociale bijstandsuitkeringen ontvangen (leefloon, inkomensgarantie voor ouderen en tegemoetkomingen voor personen met een handicap), personen die de verhoogde verzekeringstegemoetkoming ontvangen bedoeld in artikel 37, § 19, van de op 14 juli 1994 gecoördineerde wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, en jongeren. Daarnaast worden bijzondere acties ondernomen voor specifieke doelgroepen, met name via bevoorrechte overeenkomsten en partnerschappen die voorkeurs- en verlaagde tarieven mogelijk maken (art. 27, wijkhuizen, enz.). Ten slotte heeft Bozar hulpmiddelen ontwikkeld om dove bezoekers toegang te geven tot rondleidingen in gebarentaal, en blinde en/of slechtziende bezoekers om zowel van de voorstellingen als van de tentoonstellingen te genieten. Rondleidingen op maat zijn ook mogelijk, afhankelijk van het specifieke publiek. Momenteel wordt gewerkt aan een project met museumvoorschriften, gericht op een specifiek publiek met betrekking tot geestelijke gezondheid. Bozar ontwikkelt ook digitale instrumenten om culturele en artistieke inhoud toegankelijker te maken via zijn website en de verschillende digitale platforms waarover de instelling beschikt.

De NHRPH neemt aan dat deze maatregel gelinkt is aan het meerjarenplan inzake de toegankelijkheid van de gebouwen van overheidsdiensten.

087
Buitenlandse posten: evaluatie van de toegankelijkheid van de ambassades en de residenties.

088
Verzekeren dat de toekomstige kazernes toegankelijk zijn en aanpassingen voorzien zijn in alle bestaande kazernes waar dit nodig is.

089
Omzetting van de “European Accessibility Act” naar Belgische wetgeving en het betrekken van de vertegenwoordigende organisaties van personen met een handicap bij dit proces.

De NHRPH herinnert eraan dat in zijn General Comment N° 2 (2014) over toegankelijkheid, het VN-Comité inzake de rechten van personen met een handicap het niet eens is met het begrip onevenredige last van toegankelijkheid. Het VN-Comité merkt het volgende op: "de verplichting om toegankelijkheid te implementeren is onvoorwaardelijk”.

In andere EU-wetgeving inzake de interne markt is dergelijke vrijstelling niet gebruikelijk.

Daarom moet België bij de omzetting dit artikel volledig schrappen of zeer zorgvuldig en nauwkeurig de gronden omschrijven waarop vrijstellingen kunnen worden verleend, overeenkomstig bijlage VI van de Richtlijn.

De NHRPH wijst op twee openingen: de eerste uitgedacht (zie advies 2022-27) maar niet bevestigd – door Minister De Sutter inzake bepaalde bevoegdheden van het BIPT (internetleveranciers) en de tweede in het kader van de elektronische kieskantoren (materiaal toegankelijk voor de verkiezingen van 2030 en volgende). De Minister van Economie heeft zich er ook toe verbonden van alle ondernemingen een gemotiveerd dossier voor de vrijstelling van het toegankelijk maken te eisen en jaarlijks lijsten op te stellen van de ondernemingen die dergelijke vrijstelling hebben aangevraagd.

De NHRPH wijst sterk op de enorme uitdaging van deze omzetting (met name in advies 2022-04, maar ook in andere adviezen): ze zal enkel geslaagd zijn indien de toegankelijkheid van de betrokken goederen en diensten ook voor PMH wordt gewaarborgd. De digitalisering is een beweging die niet meer zal stoppen: het is de verantwoordelijkheid van de politiek om die bevoegdheid niet volledig aan de ondernemerswereld over te laten of om op zijn minst laatstgenoemde ertoe te dwingen de behoeften van alle burgers in aanmerking te nemen. Naast de voorziene sancties heeft de NHRPH Minister Lalieux ook gevraagd een begeleidingsorgaan te creëren voor de ondernemers dat gespecialiseerd is in toegankelijkheid.

090
Alle publieke websites en applicaties dienen toegankelijk te zijn conform de meest recente EN301549 standaarden. Daartoe voorzien we:

  • Controle van mobiele toepassingen van federale overheidsinstanties, met als doel deze toegankelijker te maken.
  • Gunning van een overheidsopdracht voor ondersteuning in de materie van digitale toegankelijkheid zodat de websites en mobiele applicaties van federale, regionale en lokale overheden toegankelijker gemaakt worden.
  • Sensibilisering van de federale actoren die betrokken zijn bij e-toegankelijkheid (bv. E-toegankelijkheidsevenement).

De NHRPH vraagt ten minste om de toepassing van de W3C-norm en de FALC-taal.

De NHRPH herinnert ook aan zijn positienota over de digitale kloof.

091
Zoeken naar een oplossing om de universele toegankelijkheid van de draagbare betaalterminals die alleen een touchpad hebben te verzekeren.

De NHRPH herinnert aan zijn advies 2022-18. Zie ook de overwegingen die voorafgaan over de digitale projecten.

De draagbare terminals zonder touchpad ZIJN NIET TOEGANKELIJK voor een aantal gebruikers: dit hulpmiddel is een stap achteruit en maakt heel wat consumenten afhankelijk en kwetsbaar.

Er moet steeds een niet-digitaal alternatief worden voorzien.

092
Nagaan in welke mate de Belgische brandnormering en -wetgeving moet worden aangevuld om de evacuatie van personen met een handicap te vergemakkelijken.

De NHRPH herinnert eraan dat het noodzakelijk is alle behoeften in verband met de verscheidenheid van handicaps op te nemen. De NHRPH vraagt een dringende ontmoeting om de hindernissen en verwachtingen van PMH te verduidelijken.

093
Verbeteren van de huidige situatie inzake toegankelijkheid.

  1. Raadpleging van gespecialiseerde organisaties zoals de NHRPH en CAWaB, Inter vzw, Vlaams Expertisecentrum Toegankelijkheid, voorzien in de dienst- en performantiecontracten van NMBS en Infrabel.
  2. De toegankelijkheid van stations en haltes verbeteren en versnellen.
  3. Verhoging van het aantal autonome stations die de volgende 5 criteria respecteren:
    • toegang tot platforms op een autonome manier mogelijk
    • perron op 76 cm
    • podotactiele geleidelijnen
    • toegankelijke/bruikbare kaartjesautomaten voor personen met beperkte mobiliteit
    • gereserveerde parkeerplaatsen
  4. Ervoor zorgen dat nieuwe investeringen in rollend materieel en infrastructuur voldoen aan de relevante toegankelijkheidsnormen.

Op het moment van deze tussentijdse rapportering zijn de beheerscontracten met NMBS en Infrabel nog in onderhandeling. In het huidige contractvoorstel, is een duidelijk traject voor de toegankelijkheid van de stations opgenomen. De doelstelling hiervan is om het toegankelijk maken van het spoornetwerk te versnellen en het percentage passagiers dat van deze verbeteringen profiteert aanzienlijk te verhogen. In de beheerscontracten wordt een transversale benadering van toegankelijkheid gehanteerd. Voor het rollend materieel en infrastructuur gaan de huidige bepalingen verder dan naleving van de toegankelijkheidsnormen van EU verordening 1300/2014 (TSI-PRM). Ook wat betreft reservatietermijnen voor reizigers met een beperkte mobiliteit, worden er stappen in de goede richting gezet. Verschillende stations zullen kortere reservatietermijnen en flexibelere reisregelingen hebben. Organisaties met expertise rond toegankelijkheid werden geconsulteerd over de bepalingen in de voorgestelde beheersovereenkomsten. Verder wordt het gebruik van de EDC-kaart (European Disability Card) besproken in het kader van de onderhandelingen met de NMBS.

Zie de talrijke adviezen van de NHRPH ter zake.

094
Het opnemen van doelstellingen voor de realisatie van toegankelijkheid voor reizigers met beperkte mobiliteit in het openbare dienstcontract met NMBS en het performantiecontract met Infrabel.

De NHRPH heeft vernomen dat de openbaredienstcontract NMBS en de performantiecontract Infrabel momenteel worden afgerond: welke maatregelen zijn voorzien om de toegankelijkheid te verbeteren? De NHRPH herinnert aan zijn advies 2022-24

Ondertussen publicatie: https://mobilit.belgium.be/nl/spoor/beheerscontracten/contracten

095
Verbeteren van het systeem van assistentie aan reizigers met beperkte mobiliteit, afhankelijk van de beschikbare middelen:

  1. Versoepeling van (reservatie)termijnen
  2. Uitbreiding van het assistentieaanbod
  3. Voorzien van assistentie in het geval van werken en omleidingen
  4. Verbeteren van mogelijkheden en procedures om assistentie te reserveren.

De NHRPH heeft heel wat adviezen uitgebracht die kunnen worden geraadpleegd op zijn website https://ph.belgium.be/nl/

Ter herinnering: er bestaat een Werkgroep NMBS-NHRPH die om de 3 maanden samenkomt. Verder is de NHRPH steeds beschikbaar voor medewerking. De NHRPH herinnert er ook aan dat dringend een Disability Manager bij Infrabel zou moeten worden aangesteld.

096
Aanbieden van een zorgvuldige opleiding aan het personeel, inclusief treinbegeleiders, over de omgang met reizigers met beperkte mobiliteit.

Zie bestaande adviezen.

097
Versterking van de systemen die passagiers met een handicap in staat stellen een ticket te kopen: website, app, toegankelijke ticketautomaten, aanwezigheid van een steward.

Voor de NRHPH is het verdwijnen van het personeel in de stations echt problematisch, aangezien er nog steeds personen met een handicap zijn die zich niet kunnen verplaatsen zonder hulp en begeleiding.

098
Het gebruik van de European Disability Card binnen het openbaar treinvervoer zal onderzocht worden.

De NHRPH is aangenaam verrast en verwijst naar zijn advies 2015-21.

099
Ervoor zorgen dat de aankoop van tickets zoveel mogelijk kan gebeuren via een eventuele menselijke tussenkomst als dat nodig is voor reizigers met een handicap en dat zonder een toeslag.

De NHRPH zou de bevestiging willen hebben dat het dus mogelijk zal zijn om de Helpdesk rechtstreeks te bereiken, waarna die kan helpen en zelfs de controle kan overnemen van de ticketautomaat. Mogelijkheid om aan te kopen in de trein bij de begeleider, zonder toeslag van ‘boordtarief’?

100
Een enquête ontwikkelen en organiseren in samenwerking met betrokken belanghebbenden om statistieken en gegevens te verkrijgen over problemen ondervonden tijdens het reizen, en de impact ervan op de keuze van vervoerswijze.
De enquête werd uitgevoerd en maakt het mogelijk becijferde informatie te hebben over de problemen die Belgen ondervinden tijdens hun verplaatsingen. Op basis van de enquête houden de geplande maatregelen beter rekening met de beleving van personen met een handicap.

De NHRPH wil weten wat er met de resultaten van de enquête zal gebeuren en wenst op de hoogte te worden gehouden.

101
De haalbaarheid en relevantie nagaan van een bewustmakingscampagne voor spoorweggebruikers, zoals een campagne “Wat als je in de situatie was van …”.

102

Hervorming van het systeem van parkeerkaarten.

  1. Verbeteringen in de procedure van toekenning van parkeerkaarten voor alle doelgroepen.
  2. Systematisch nieuwe parkeerkaarten met een QR code uitgeven.
  3. Uitwerken van een technische oplossing voor het ScanCars probleem in samenwerking met de gewesten, en lokale besturen.
  4. Betere dienstverlening aan leden van de internationale diplomatieke gemeenschap met een handicap.

Wat betreft de parkeerkaarten, worden alle nieuwe parkeerkaarten uitgegeven met een QR-code en is er een werkgroep actief om een oplossing uit werken voor het ScanCars probleem. Het verbeteringstraject voor de toekenning van parkeerkaarten moet nog opgestart worden. Om de dienstverlening aan leden van de internationale diplomatieke gemeenschap met een handicap te verbeteren, overweegt/bekijkt FOD BuZa of een veld/melding kan toegevoegd/geïntegreerd worden in het e-Protocol dat momenteel in ontwikkeling is en vanaf januari 2024 volledig operationeel zou zijn. In de tussentijd kunnen diplomatieke zendingen in België de informatie over hun personeelsleden met een fysieke beperking steeds vrijwillig meedelen aan de Directie Protocol van de FOD Buitenlandse Zaken, die de informatie toevoegen aan het dossier van de betrokken persoon.

Wat betreft het systeem voor het afleveren van de parkeerkaarten vraagt de NHRPH hoe de toekenningsprocedure zal worden verbeterd en op basis van welke criteria.

De NHRPH dringt erop aan dat snel een oplossing wordt gevonden voor het probleem met de Scancars. De NHRPH is van oordeel dat het correcte gebruik van de parkeerkaart moet volstaan. Er moeten geen bijkomende (digitale) acties worden opgenomen.  Zie advies 2022-19.

103
Wijziging van de wegcode om het gebruik van busstroken en speciale oversteekplaatsen door voertuigen voor het collectief vervoer van personen met een handicap mogelijk te maken.

Zie advies 2021-13. In dit advies werden meerdere vragen gesteld, maar de NHRPH heeft geen antwoorden ontvangen.

104
Beliris: Afsluiten van een contract voor analyse van projecten vanuit het oogpunt van toegankelijkheid voor iedereen, en opstelling van een interne auditstrategie voor deze projecten, alsook een systematische evaluatie van projecten voor de herinrichting van de openbare ruimte door de commissie voor actieve modi opgericht binnen Brussel-Mobiliteit (Brussels Hoofdstedelijk Gewest).

De NHRPH wenst de principiële conclusies en aanbevelingen zonder omwegen te ontvangen. Kunnen die op grotere schaal worden toegepast (op het niveau van alle overheidsgebouwen en privégebouwen van algemeen belang)?

105
Introduceren van een kader voor activiteiten van professionele bewindvoerders.

  1. Met betrekking tot kwaliteit van diensten: humaan beheer. Opleggen van vereiste opleiding / introductie van deontologie.
  2. Met betrekking tot tarificatie van diensten: kosten zijn voorzienbaar en redelijk.
  3. Oprichten van een orgaan dat controleert en bemiddelt bij professionele bewindvoering.

Zie advies 2022-21.

De NHRPH dringt aan op de opleiding van professionele bewindvoerders. Over deze maatregel wordt al verschillende jaren gesproken; de gezinnen wachten er al lang op. De NHRPH vraagt de Minister om dit dossier prioritair te behandelen.

De NHRPH is in het bijzonder voorstander van het idee dat indien de inkomsten van de beschermde persoon niet volstaan om de bezoldiging te betalen, de gemeenschap haar verantwoordelijkheid moet nemen en dit moet compenseren. De NHRPH spreekt zich niet uit over het beste middel om deze maatregel te financieren.

106
Evaluatie van de wet inzake voorlopige bewindvoering: rekening houden met problematiek gesignaleerd door organisaties die personen met een handicap vertegenwoordigen en hun vraag om vanuit de griffies een ondersteuning te bieden aan familiale bewindvoerders.

De NHRPH heeft een globaal advies 2022-14 opgesteld over de bewindvoering voor goederen en de persoon. Er moet rekening worden gehouden met dit advies voor het evalueren van de wet.

De NHRPH betreurt het dat het geen enkele feedback heeft gekregen van de Minister over de verwachtingen van de gezinnen in een dossier dat het dagdagelijkse leven van duizenden personen met een handicap en hun naasten betreft.

107
Digitalisering van de procedure van bewindvoering: Alle informatie en communicatie op één plaats, toegang voor alle partijen. Verminderde werklast voor de vrederechter, zodat deze tijd heeft voor menselijke aspecten.

Een centraal digitaal register voor bewindvoering is operationeel sinds juni 2021. In het centraal register voor de bescherming van personen (CRBP) kunnen alle bevoegde betrokken partijen de documenten van administratieve dossiers raadplegen en indienen. Zo kunnen burgers en personen met een handicap gemakkelijker een dossier beheren, ofwel op de eigen computer thuis of via een kiosk-PC die in iedere griffie geïnstalleerd werd.

In zijn advies 2022-14 somt de NHRPH de verschillende problemen op die de gebruikers van het Centraal register ondervinden, met name:

  • De praktijk verschilt zeer sterk van de ene vrederechter tot de andere;
  • De communicatiecampagne werd slecht uitgevoerd: het CRBP werd opgezet zonder enige betrokkenheid van organisaties van personen met een handicap. Organisaties werden na de invoering van het CRBP amper geïnformeerd. Zij krijgen geen medewerking van het kabinet/administratie Justitie om hun achterban te informeren en te ondersteunen bij het gebruik van het CRBP.
  • Het CRBP is moeilijk te gebruiken: de digitale kloof wordt vergroot. Men heeft kunnen vaststellen dat sommige familiale bewindvoerders afzien van hun mandaat en de aanstelling van een professionele bewindvoerder vragen. Meerdere vrederechters raden familiale bewindvoerders die niet mee zijn met de digitale ontwikkelingen aan om zich te laten vervangen door een professionele bewindvoerder.
  • Sommige vredegerechten eisen dat familiale bewindvoerders via het digitale platform gaan, wat evenwel niet wettelijk is. Dit is een voorbeeld – maar niet het enige - van de verschillen die de NHRPH vaststelt tussen vredegerechten;
  • De NHRPH wil de zekerheid dat de bescherming van de gegevens wordt gewaarborgd.

Deze problemen zijn aanzienlijk; voor heel wat gezinnen is het de mogelijkheid zelf om de functie van bewindvoerder in te vullen die in vraag wordt gesteld.

De NHRPH heeft meermaals om een ontmoeting met de Minister verzocht, maar al deze verzoeken zijn tot op heden zonder gevolg gebleven.

108
Digitaal beschikbaar maken van het register voor beëdigde vertalers en tolken voor het publiek en werken aan een stijging van het aantal tolken gebarentaal.

Voor de toegankelijke informatie van gerechtsprocedures, spelen tolken een belangrijke rol. Na een project in samenwerking met de Beheerraad Vlaamse Gebarentaal Tolken (BVGT), is er een verhoging van 3 naar 7 tolken voor de Vlaamse gebarentaal in het register voor beëdigde vertalers en tolken. Het register is digitaal beschikbaar op het adres https://justsearch.just.fgov.be/national-registry-search/translator. Een gelijkaardig project is gepland voor tolken voor de Frans-Belgische Gebarentaal.          

De NHRPH verheugt zich over het toenemend – maar nog steeds ontoereikend - aantal Vlaamse gebarentolken en hoopt dat dit ook vlug het geval zal zijn voor de Frans-Belgische gebarentaal.

Aangezien het om een gedeelde bevoegdheid met de deelgebieden gaat, wenst de NHRPH te weten hoever het staat met het overleg.

109
"Fluistersets" in de rechtbanken worden beschikbaar gemaakt.

Voor de toegankelijke informatie van gerechtsprocedures, spelen tolken een belangrijke rol. Na een project in samenwerking met de Beheerraad Vlaamse Gebarentaal Tolken (BVGT), is er een verhoging van 3 naar 7 tolken voor de Vlaamse gebarentaal in het register voor beëdigde vertalers en tolken. Het register is digitaal beschikbaar op het adres https://justsearch.just.fgov.be/national-registry-search/translator. Een gelijkaardig project is gepland voor tolken voor de Frans-Belgische Gebarentaal.

Er is voorlopig nog geen openbare aanbesteding uitgeschreven voor de aankoop van tolkenkoffers (fluistersets). In de tussentijd kunnen fluistersets wel gehuurd worden. Justitie, in samenwerking met het College van hoven en rechtbanken, informeerde alle rechtbanken en hoven van beroep dat fluistersets gehuurd kunnen worden in het kader van grote meerdaagse processen en in assisenzaken.

De NHRPH wenst meer informatie.

110
Door digitale aangiftes te promoten, bevorderen we de toegang tot politiediensten voor personen met beperkte mobiliteit.

De mogelijkheid om over te gaan tot digitale aangiftes kan een goede zaak zijn voor personen die problemen ondervinden om zich te verplaatsen. Maar dit mag in geen geval de mogelijkheid vervangen om aangiftes op het politiekantoor te doen. De NHRPH vreest voor de digitale kloof.

Zie ook de positienota over de digitale kloof.

111
Bevorderen van de bekendheid van de European Disability Card bij alle hulpdiensten.

De NHRPH herinnert aan zijn advies 2022-12.

Het is belangrijk dat het doel van de EDC en de vraag van de gebruikers zorgvuldig worden afgewogen: de EDC is een erkenning van de handicap met het oog op een vlottere toegang tot goederen en diensten (meer informatie op de website van het BDF dat de aanzet tot de EDC gaf). De NHRPH herinnert eraan dat de EDC geen informatie bevat over iemands gezondheidstoestand. Een bewuste keuze, om stigmatisering te voorkomen. De EDC geeft ook geen informatie over de persoon met een handicap noch over zijn behoeften. Wenst de betrokkene “zijn situatie en behoeften toe te lichten”, dan staat hem dit vrij of hij kan desgewenst andere informatie tonen die hij bij zich heeft. De EDC dient hier niet voor.

Maar de NHRPH heeft uiteraard geen enkel bezwaar tegen de sensibilisering van de urgentiediensten voor de verschillende soorten handicap, wel in integendeel!

112
Investering in de zorgéquipes voor personen met een handicap in het penitentiair systeem.

Gedetineerden met een handicap, meer specifiek geïnterneerden of mensen met een psychische of mentale kwetsbaarheid in de gevangenis, moeten dezelfde gezondheidszorg kunnen genieten als in de vrije samenleving. Hiervoor deed de regering een belangrijk investering in de zorgéquipes. Met een vernieuwd regime op de vleugels waar geïnterneerden verblijven en de aanwerving van extra zorgverleners de gevangenissen van Merksplas en Paifve om tot een correct zorgomkadering te komen (volgens de verhouding 0,33 VTE per geïnterneerde). Ook in de andere gevangenissen worden de zorgéquipes versterkt met extra zorgverleners. Het is een aandachtspunt om deze personeelskaders opgevuld te behouden.

Zie de positienota “Internering” van de NHRPH.

113
Bijzondere aandacht voor handicap binnen het actieplan ter bestrijding van alle vormen van gendergerelateerd geweld.

Het nieuw Nationaal Actieplan ter bestrijding van gendergerelateerd geweld (NAP) 2021-2025 (https://igvm-iefh.belgium.be/sites/default/files/downloads/20211125-nap-2021-2025-clean-nl.pdf), dat eind 2021 werd aangenomen door de regering, heeft aandacht voor de specifieke situaties van personen met een handicap. De maatregelen in het plan zijn gericht op preventie en bescherming van alle slachtoffers, ongeacht hun geslacht, leeftijd, afkomst, seksuele geaardheid, handicap, godsdienstige of levensbeschouwelijke overtuiging etc. Het plan beantwoordt aan internationale overeenkomsten en aanbevelingen. In de artikelen 25, 40, 43, 106, 107 en 113 van het plan gaat specifieke aandacht naar vrouwen en meisjes met een handicap. Het plan zal tegen 2025 samen met het maatschappelijk middenveld worden beoordeeld.

De NHRPH wenst meer informatie hierover.

114
Toegankelijkheid steunpunten seksueel geweld.

De NHRPH staat volledig achter het standpunt van het BDF, dat eraan herinnert dat, in het kader van de toepassing van CEDAW in België, de toegankelijkheid van steunpunten voor vrouwen met een handicap een prioriteit is.

115
Diagnose van de toegankelijkheid van de kiesprocessen teneinde verbeteringen voor de verkiezingen van 2024 voor te stellen.

Stemmen, zich verkiesbaar stellen, of de aanwijzing als bijzitter in een

stembureau zijn activiteiten die personen met een handicap in staat stellen deze politieke rechten daadwerkelijk uit te oefenen. Het laat hen bovendien actief participeren in de samenleving en, zelfs indirect, een invloed uitoefenen op beslissingen die hen kunnen aanbelangen.

In de praktijk blijven evenwel belemmeringen voor de daadwerkelijke uitoefening van deze rechten bestaan. Deze houden meer bepaald verband met de veelheid aan overheidsniveaus (gemeenteraads-, provinciale, regionale, gemeenschaps-, federale en Europese verkiezingen) en met het gebrek aan harmonisatie van de teksten, procedures en instrumenten op dat vlak. In de positienota “Deelname aan het politieke leven (verkiezingen)” zet de NHRPH de aandachtspunten tijdens het verkiezingsproces op een rijtje, alsook de aandachtspunten gerangschikt volgens de verschillende fasen van de verkiezingscyclus, namelijk de pre-electorale, de electorale en de postelectorale periode.

116
Garanderen van gratis vervoer van en naar het kieslokaal als redelijke aanpassing voor personen met een handicap.

In het kader van de verkiezingen in mei 2024, worden verschillende maatregelen gepland en voorbereid door Minister van Binnenlandse Zaken en de FOD Binnenlandse Zaken. Zo is er 65 000 euro begroot voor 2024 voor het voorzien van gratis vervoer van en naar het kieslokaal, als redelijke aanpassing voor personen met een handicap. In 2023 zullen contacten worden gelegd met gespecialiseerde vervoersbedrijven om deze operatie uit te voeren tijdens de verkiezingen van 2024.

Verder zullen er in de tweede helft van 2023 aanbevelingen en instructies opgemaakt worden rond a) de diagnose van de toegankelijkheid van de kiesprocessen, b) sensibilisering rond de participatie van personen met een handicap aan kiesprocessen en het belang van toegankelijke informatie en berichtgeving, c) wijziging van het systeem van gerechtelijke vervolging ter versterking van de controle van volmachten in het kader van verkiezingen en ter bestrijding van misbruik. Voor het laatste punt zal het ontwerp van koninklijk besluit in de tweede helft van 2023 ter goedkeuring worden voorgelegd. Om de schorsing van de uitoefening van het kiesrecht bij beschermde personen tot een minimum te beperken, werd een voorstel tot wetswijziging opgemaakt. De representatieve verenigingen van personen met een handicap en de vrederechters werden hiervoor geraadpleegd. Het wetsontwerp werd goedkeuring door de Ministerraad op 8 juli 2022 en is op het momenteel in behandeling bij de Raad van State.

Na de verkiezingen zal een enquête opgemaakt worden, in samenwerking met de representatieve verenigingen (CAWaB, Unia, NHRPH, Inter), om de verschillende maatregelen in het kader van de verkiezingen 2024 te evalueren.

Er bestaan lokale initiatieven, bijvoorbeeld: http://electionslocales.wallonie.be/electeur/transport-accessibilite.

Het is van fundamenteel belang om deze mogelijkheid te systematiseren.

117
Wijziging van het systeem van gerechtelijke vervolging ter versterking van de controle van volmachten en ter bestrijding van misbruik.
Wijziging van het koninklijk besluit tot vaststelling van het model van het volmachtformulier.

De NHRPH verkiest een betere toegankelijkheid voor PMH boven volmachten.

118
Sensibiliseren van burgers, politieke partijen en media over de participatie van personen met een handicap aan het kiesproces en over het belang van het aanbieden van verkiezingsprogramma’s en berichtgeving in toegankelijke vormen.

Zie de talrijke adviezen van de NHRPH.

119
Onderzoek naar hoe de schorsing van de uitoefening van het kiesrecht bij beschermde personen tot het minimum beperkt kan worden.

Er is een wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat de bekwaamheid van de beschermde persoon betreft ingediend om de politieke rechten bedoeld in artikel 8, tweede lid, van de Grondwet uit te oefenen. Het stemrecht is een burgerrecht, net als het recht op vrij verkeer, integriteit, enz. Rechters zouden personen met een handicap nooit het stemrecht mogen ontzeggen (tenzij zij door een rechtbank worden veroordeeld, wat geldt voor iedere burger). Rechterlijke beschermingsmaatregelen worden in de eerste plaats genomen om de persoon met een handicap te beschermen. Sommige personen zijn mogelijk niet in staat de handeling die ze stellen te begrijpen. Betekent dit dat zij door hun stem een gevaar voor zichzelf zijn? Ter vergelijking, zie hieronder de handelingen met betrekking tot de persoon waarover de rechter uitspraak moet doen. Het doel is dus niet om personen te verbieden te stemmen, maar wel om de uitoefening van dit recht te vergemakkelijken. Zo moet iedere burger de nodige informatie krijgen om zijn stemrecht correct te kunnen uitoefenen, in een taal die voor hem of haar toegankelijk is (bijvoorbeeld politieke programma's in gemakkelijk te lezen en te begrijpen taal, in gebarentaal, in braille).

Nu de raadplegingsfase is afgerond, wil de NHRPH graag weten welke hervormingen de Minister overweegt.

Alle informatie over het standpunt van de NHRPH kan worden geraadpleegd in advies 2022-14.

120
Garanderen van de representatieve deelname van personen met een handicap aan de voorziene burgerconsultatie. We zullen de mogelijkheid onderzoeken voor het ontwikkelen van audioteksten voor het platform om personen met een visuele handicap in staat te stellen de vragen en contextuele elementen te horen. Het zal mogelijk zijn om met de gewenste hulp op papier aan het online platform deel te nemen.

Met de burgerbevraging over de toekomst van België werden burgers, het middenveld, de academische wereld, scholen, experten én lokale besturen om hun mening, ideeën en aanbevelingen gevraagd over de Belgische staatstructuur en vernieuwingen van de democratische spelregels. Verschillende acties werden ondernomen om ook personen met een handicap en hun vertegenwoordigende organisaties toe te laten hieraan deel te nemen:

  • Er werd op toegezien dat de website van de burgerbevraging “Een land voor de toekomst” opgesteld werd conform de toegankelijkheidsnormen. Alle video’s op het platform werden ondertiteld in de 3 landstalen.
  • Het was mogelijk om telefonisch een papieren versie aan te vragen, en de antwoorden op papier aan de FOD BOSA te bezorgen. In totaal werden er 137 papieren formulieren telefonisch aangevraagd bij het callcenter van de FOD BOSA.
  • Er werd in de communicatiecampagne expliciet ingezet op het betrekken van verschillende doelgroepen. Zo werden ook gespecialiseerde organisaties die mensen met een handicap vertegenwoordigen geïnformeerd van dit participatieve initiatief. Van de 14.515 mensen die deelnamen, reageerden er 59 namens een organisatie die zij vertegenwoordigen. Er is momenteel geen uitsplitsing naar soort organisatie.

De NHRPH stelt vast dat de website geen informatie geeft over de mogelijkheid om deel te nemen “met de papieren versie”. Integendeel, de website verduidelijkt wel dat voor deelname een online inschrijving vereist is:

Kan ik deelnemen als ik niet geregistreerd ben op het platform?

Wanneer je niet geregistreerd bent op het platform kan je deelnemen aan face-to-face events en je kan voorstellen en reacties lezen. Reageren en voorstellen formuleren kan alleen wanneer je geregistreerd bent.

De NHRPH vreest dat heel wat PMH, maar ook burgers, niet hebben deelgenomen aan de online opiniepeilingen en ook nooit zullen kunnen deelnemen.

121
Het verzekeren van de betrokkenheid van de vertegenwoordigende organisaties van personen met een handicap bij de voorbereiding van institutionele hervormingen.
In het kader van de uitvoering van het door de federale regering ontwikkelde online platform zullen we verenigingen die personen met een handicap vertegenwoordigen, uitnodigen om input en adviezen te geven over de modernisering van de staatsstructuur.

De NHRPH stelt vast dat de participatiegraad niet erg hoog ligt. Werd er voldoende ruchtbaarheid aan gegeven? Waren de vragen begrijpelijk? De NHRPH had gevraagd dat de FOD Sociale zekerheid informatiesessies zou organiseren en informatiemateriaal ter beschikking zou stellen van personen met een verstandelijke handicap. De NHRPH had de FOD ook geïnterpelleerd over de digitale toegankelijkheid van de enquête, over de toegankelijkheid van de enquête op papier en over de toegankelijkheid van de informatie zelf. Zonder enige gepaste feedback van de FOD.

122
Evaluatie van federale antidiscriminatiewetten, met betrekking tot de specifieke aanbevelingen over de kwestie van handicap vanuit de Commissie voor de evaluatie van deze wetten.
De evaluatiecommissie van de federale wetgeving ter bestrijding van discriminatie heeft de federale wetgeving geëvalueerd, met name vanuit het oogpunt handicap, en heeft in juni 2022 haar eindverslag gepubliceerd.
De door de commissie geformuleerde aanbevelingen in het verslag werden geanalyseerd, in het bijzonder wat betreft de kwestie van de handicap. Er werd besloten dat deze aanbevelingen geen wijziging van de antidiscriminatiewetten vereisen.
Zij betreffen immers de wijziging van artikel 150 van de Grondwet (dat thans herzien wordt) evenals de publicatie van statistische gegevens over de tewerkstelling van overheidspersoneel, de tewerkstellingsgraad van werknemers met een handicap bij de overheid en het opstellen van een interfederaal plan ter bestrijding van discriminatie tegen personen met een handicap. Deze maatregelen vallen hoofdzakelijk onder de bevoegdheid van de overheid en de sociale zekerheid.

De evaluatiecommissie van de federale wetgeving ter bestrijding van discriminatie heeft de federale antidiscriminatiewetten geëvalueerd, in het bijzonder vanuit het oogpunt handicap, en heeft in juni 2022 haar eindverslag gepubliceerd:  https://igvm-iefh.belgium.be/nl/nieuws/eindverslag_van_de_commissie_voor_de_evaluatie_van_de_federale_antidiscriminatiewetten.

De aanbevelingen werden geanalyseerd en vereisen geen wijziging van de federale antidiscriminatiewetten op het vlak van handicap. Andere aanbevelingen rond handicap (wijziging van artikel 150 van de Grondwet, actie voor de 3% tewerkstelling bij de federale overheidsinstellingen, statistische gegevens overheidspersoneel, interfederaal plan ter bestrijding van discriminatie  tegen personen met een handicap) vallen voornamelijk onder de bevoegdheid van de FOD BOSA en de FOD Sociale Zekerheid en worden opgenomen via andere maatregel van dit actieplan of andere acties van de regering.

De NHRPH is verbaasd dat de analyse van een verslag wordt voorgesteld als een actiefiche. Dat is weinig ambitieus. Welke verandering wordt er gegenereerd in het leven van PMH en hun gezinnen?

123
Verbetering van de discriminatietoetsen en het uitvoeren van een academische monitoring van diversiteit en discriminatie op sectorniveau.

De NHRPH heeft geen opmerkingen over dit punt. Algemeen gesproken – en los van de kwestie van het nut van deze toets – wil de NHRPH vooral weten welke lessen hieruit worden getrokken op het vlak van het aanwerven van PMH in de privésector.

124
Aandacht voor de meervoudige discriminatie van vrouwen meisjes met een handicap, in de voorziene evaluatie van de gelijkheids- en mensenrechtenorganen, waaronder Unia.

De NHRPH is van oordeel dat deze maatregel enkel mikt op een aankondigingseffect: "Meervoudige discriminatie naar voren brengen" En nadien?

125
Verder uitrollen van de European Disability Card als instrument voor de toegang tot cultuur en vrijetijdsbesteding in binnen- en buitenland en promotie van het maximaal gebruik ervan bij de federale culturele en wetenschappelijke instellingen.

De European Disability Card (EDC-kaart) is een kaart die personen met een erkenning bij de FOD Sociale Zekerheid, DG Personen met een handicap of de regionale handicapagentschappen kan aanvragen die dient om de toegang tot cultuur en vrijetijdsbesteding te vergemakkelijken in België en de andere deelnemende Europese landen.

Voor de beheer van het project werd op initiatief van Minister voor Personen met een handicap, een werkgroep EDC opgericht met de deelgebieden binnen de Interministeriële conferentie handicap. Verder wordt de EDC-website, volledig hernieuwd en zal deze aan de hoogste normen van toegankelijkheid voldoen. De vernieuwde website wordt samen met een brede informatiecampagne gelanceerd eind 2022. De doelstelling hiervan is om zowel het aantal deelnemende partnerorganisaties, de doelgroep en het gebruik van de kaart uit te breiden.

De EDC-kaart wordt ook erkend bij de instellingen die afhangen van de federale overheid. De kaart is momenteel van kracht in alle zes Federale Wetenschappelijke Instellingen alsook het War Heritage Institute (WHI). Deze zijn opgenomen als partners op de website van de EDC-kaart en Federale Wetenschappelijke Instellingen vermelden het voordeel ook op hun website of bij de ingang. Binnen Defensie werd interne gecommuniceerd aan het personeel over EDC-kaart en zijn voordelen.

Meer informatie in advies 2022-12.

Volgens de NHRPH is het beperkte succes van de EDC niet zozeer te wijten aan de communicatiestrategie, maar vooral aan het gebrek aan erkenning door de openbare en privésector. Het grootste probleem is dat te weinig dienstverleners diensten op maat van personen met een handicap aanbieden, waardoor deze hun recht op ontspanning, opleiding, verplaatsing, … in de praktijk gewoonweg niet kunnen laten gelden. De diensten richten zich maar al te vaak uitsluitend op bepaalde groepen (vooral rolstoelgebruikers). Overigens vragen personen met een handicap en hun gezinnen niet in de eerste plaats een tariefvermindering, maar vooral concrete toegang tot goederen of diensten. Een tariefvermindering maakt goederen of diensten uiteraard niet fysiek toegankelijker! De toegankelijkheid van een dienst moet algemeen worden opgevat en beantwoorden aan de behoeften van alle personen met een handicap, ongeacht het type van handicap. De positienota "Toegankelijkheid en mobiliteit" van de NHRPH bevat de belangrijkste aandachtspunten. De NHRPH herinnert ook aan het belang van diensten te ontwikkelen in overleg met de bureaus voor toegankelijkheid (meer informatie op de websites van CAWaB en Inter). Een beperkt aantal goed toegankelijke domeinen is beter dan halfslachtige maatregelen op een groot aantal plaatsen.

De NHRPH neemt akte van de nieuwe website EDC die is aangekondigd voor 02/12/2022. De NHRPH verwacht dat de maatregelen die de erkenning en het gebruik van de kaart zullen versterken aan de NHRPH zullen worden voorgesteld.

126
Uitwerken van sportinitiatieven voor militairen en veteranen met een handicap.

De NHRPH kan zich niet uit spreken over het nut en de effecten van deze maatregel die hem overigens niet werd voorgesteld.

127
Ontwikkeling en implementatie van een inclusiviteits- en diversiteitsstrategie binnen Bozar.

De NHRPH heeft geen enkele kennis van deze projecten die hem overigens nooit werden voorgesteld.

128
Bevorderen van de toegang voor personen met een handicap tot voorstellingen van de Munt en het Nationaal Orkest van België.

De NHRPH heeft geen zicht op deze projecten.

129
Verlengen van het project “Improving Equality Data Collection in Belgium” om het uit te breiden met andere criteria van discriminatie, waaronder handicap.

Project beheerd binnen Unia.

130
Oprichten van een task force ter identificatie van de noden en mogelijkheden voor de verzameling van gegevens en statistieken met betrekking tot personen met een handicap (met aandacht voor andere criteria zoals geslacht, leeftijd, etc.).

De NHRPH is van oordeel dat de statistieken ook zouden moeten gaan over de behoeften en niet enkel over de aandoeningen.

De NHRPH vraagt om nauw betrokken te worden.

131
Ontwikkeling van statistieken over de omvang en aard van in- en uitstroom van IVT- en IT-gerechtigden.

Idem.

132
Bijzondere aandacht voor intersectionaliteit, in het bijzonder wat betreft leeftijd en geslacht, in de statistiekproductie inzake IVT en IT en cijfermatige analyses (vb. "Cijfers in de kijker") van de FOD Sociale Zekerheid.

Idem.

133
Opname van handicap binnen een hervorming van de RIA.
Een voorstel van actieplan voor de RIA werd opgesteld en werd toegelicht en besproken voor de eerste keer tijdens een informatief IKW op 01/07/2022. De doelstelling van dit actieplan is, onder andere, de impactanalyse correcter en dus kwalitatiever aan te vullen en dit door acties voor te stellen die op 4 assen werken (proces, inhoud, controle en beheer/bevordering).

De NHRPH verwacht dat het ontwerp hem wordt voorgesteld: het is een hervorming die op structureel vlak de implementering van de handistreaming zou kunnen versterken.

134
Uitbreiden van de betrokkenheid van de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap in het beleidsproces.

Idem.

135
Versterken van de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap.

Zie advies 2018-04.

Indien men de betrokkenheid van de NHRPH in het beleidsproces wil uitbreiden, is het noodzakelijk de nodige financiële en personele middelen te bieden.

136
Aanbieden van een kant-en-klare opleiding over vandalisme voor de leden van de beleidscellen en de administratieve contactpunten voor handicap.

De NHRPH heeft geen enkele informatie over het project.

137
Creatie van een anti-vandalisme toolbox met de artikelen van de CRPD die België moet volgen bij de implementatie van zijn beleid zodat het beleid inclusief is en de fundamentele rechten van personen met een handicap eerbiedigt.

Idem.

138
België ondersteunt de werking van het VN-Comité inzake de rechten van personen met een handicap en verleent haar medewerking aan de periodieke rapportage over de implementatie van het verdrag in België.

De NHRPH is verbaasd dat deze maatregel van jaren geleden wordt voorgesteld als een actiemaatregel voor het FPH 2020-2024.

139
Sensibilisering tot rekening houden met handicapvraagstukken binnen de verschillende takken van de Raad van de EU.

De NHRPH wenst feedback te krijgen over de manier waarop de FOD Buitenlandse Zaken deze sensibilisering gaat realiseren. 

140
Bij acties ter promotie van het imago van België in het buitenland zullen Belgische personen met een handicap meer in de verf gezet worden.  

De NHRPH heeft geen enkel zicht op deze acties. De NHRPH wil weten hoe en via welke berichten er aandacht zal worden geschonken aan PMH.

141
Er wordt rekening gehouden met de handicapdimensie in de voorbereiding van de missies van defensie (Cf. artikel 11 UNCRPD).

De NHRPH heeft geen enkel zicht op deze acties. De NHRPH wil weten welke handicapprioriteiten op het gebied van defensie worden bedoeld.

142
Er wordt rekening gehouden met rechten van personen met een handicap in de programma’s van de Belgische ontwikkelingssamenwerking.

De NHRPH heeft geen enkel zicht op deze acties. De NHRPH wil weten welke handicapprioriteiten op het gebied van de ontwikkelingssamenwerking worden bedoeld.

143
Zorgen voor een aangepaste beoordeling om de specifieke behoeften van asielzoekers met een handicap die in de opvangcentra en het aanmeldcentrum verblijven, snel en correct te kunnen vaststellen en opvolgen.

Niet van toepassing – Er is thans geen aparte registratie van de handicaps bij het Opvangnetwerk. We zullen onderzoeken hoe de registratie van handicap kan worden ingevoerd in Match-it en in een nieuwe toekomstige medische database. Dit zal gekoppeld worden aan het invoeren van een eenvoudige en gebruiksvriendelijke zoekmotor.

De NHRPH heeft geen enkel zicht op deze actie. Hij wil weten hoe de handicaps worden geregistreerd, op basis van welke criteria en hoe het staat met onzichtbare handicaps.

144
Bevordering van mobiliteit en aangepaste communicatie voor asielzoekers met een handicap die in opvangcentra wonen.

De NHRPH wil zicht hebben op wat al werd gerealiseerd.

145
In het geval van vrijwillige terugkeer, voorzien van bijstand bij re-integratie in het land van herkomst (hulp bij het zoeken naar werk, enz.).

De NHRPH wil zicht hebben op wat al werd gerealiseerd.