Advies 2022/23
Advies nr. 2022/23 van de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap (NHRPH) betreffende de “blauwdruk voor een bredere fiscale hervorming”, uitgebracht tijdens de plenaire vergadering van 17 oktober 2022.
Advies uitgebracht op verzoek van de heer Vincent Van Peteghem, Vice-eersteminister en Minister van Financiën, belast met de Coördinatie van de fraudebestrijding en de Nationale Loterij, door middel van zijn brief van 20 juli 2022.
1. ADVIES BESTEMD
- Voor opvolging aan de heer Vincent Van Peteghem, Vice-eerste minister en Minister van Financiën, belast met de Coördinatie van de fraudebestrijding en de Nationale Loterij
- Ter informatie aan mevrouw Karine Lalieux, Minister van Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, belast met Personen met een handicap, Armoedebestrijding en Beliris
- Ter informatie aan Unia
- Ter informatie aan het UNCRPD-coördinatiemechanisme
- Ter informatie aan de federale ombudsman
2. ONDERWERP
De Minister van Financiën heeft een “blauwdruk voor een bredere fiscale hervorming” gepubliceerd.
3. ANALYSE
Volgens de brief van de Minister aan de NHRPH legt de blauwdruk voor een bredere fiscale hervorming radicale keuzes vast voor maatregelen die het vertrouwen in ons fiscaal stelsel zullen herstellen. Een fiscaal stelsel dat niet verlamt, maar kansen biedt voor economische groei en sociale vooruitgang. Een fiscaal stelsel dat de hoeksteen is van onze samenleving en onze economie.
De onderstaande punten zijn titels uit de blauwdruk. De opgenomen titels zijn die welke gevolgen kunnen hebben voor personen met een handicap.
A. ACTIVITEITS- EN VERVANGINGSINKOMSTEN
We verhogen de belastingvrije som
We verlagen de belastingtarieven en hervormen de belastingschijven
We schrappen de Bijzondere Bijdrage Sociale Zekerheid
We breiden de werkbonus uit en verminderen de promotieval
We bieden mensen die naast hun job bijklussen duidelijkheid
We schrappen 1 op 4 codes op de belastingbrief
We maken een einde aan de uitholling van het loonbegrip
We behandelen cheques zoals loon
We zien strenger toe op het inbrengen en terugbetalen van kosten
We zorgen voor een betere afstemming van de bedrijfsvoorheffing
We doven het huwelijksquotiënt uit
We kiezen voor een gelijke toeslag op de belastingvrije som voor elk kind
We ondersteunen gezinnen fiscaal in de opvoeding van kinderen. Wie vandaag een kind fiscaal ten laste heeft, heeft recht op een toeslag op de belastingvrije som. Vandaag verschilt dat bedrag per kind fiscaal ten laste. We brengen de toeslag voor elk kind op gelijke hoogte. Kinderen met een handicap en kinderen in kwetsbare gezinnen verdienen onze bijzondere aandacht. We werken drempels voor de toekenning van hun voordelen weg. We geven een extra toeslag op de belastingvrije som aan werkelijk alleenstaande ouders.
We ondersteunen werkende ouders
We halen onderhoudsuitkeringen uit ons fiscaal stelsel
We vuren de tewerkstelling aan
B. VERMOGENSINKOMSTEN
We verlagen de roerende voorheffing naar 25%
We bieden iedereen een belastingvrij bedrag voor inkomsten uit vermogen
We behandelen alle vermogensinkomsten op eenzelfde manier
We beschermen de eigen woning
We werken met werkelijke huurinkomsten
We bieden iedereen toegang tot een fiscaal voordelig aanvullend pensioen
We stimuleren investeringen in woningen
C. CONSUMPTIE
We voeren een ecobelastingkrediet in voor kwetsbare gezinnen
We hervormen de energiefactuur
We harmoniseren de verlaagde btw-tarieven en behouden het normale btw-tarief
We heffen geen btw op groenten, fruit, medische verzorging en openbaar vervoer
We ondersteunen duurzame mobiliteitskeuzes
We kiezen voluit voor een zero-emissie bedrijfswagenpark
4. ADVIES
Allereerst zou de NHRPH willen verwijzen naar zijn advies 2021-27, waarin een aantal vaststellingen en verwachtingen werden geformuleerd.
De NHRPH herinnert eraan dat België in 2009 het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap heeft bekrachtigd. Hieruit volgt dat 3 fundamentele overwegingen ten grondslag moeten liggen aan de visie en de concrete maatregelen van de fiscale hervorming:
- ondersteunen van de waardigheid van het leven van de persoon met een handicap
- eerbiedigen van zijn autonomie, zijn levenskeuze en keuze van woonplaats
- versterken van zijn deelname aan de samenleving op alle gebieden
De NHRPH vindt deze bezorgdheden niet terug in de in de blauwdruk voorgestelde maatregelen.
De Minister van Financiën zegt het volgende: “Vandaag loont het voor veel mensen onvoldoende om een job of een promotie te aanvaarden. De krapte op de arbeidsmarkt is historisch hoog. Ondernemingen vinden moeilijk geschikt personeel. Onze lasten op arbeid moeten naar omlaag, zodat meer mensen de arbeidsmarkt betreden. Wie werkt, moet worden vergoed in centen. Werken moet meer lonen en het verschil met niet-werken moet groter worden. Tegelijk moeten we ervoor zorgen dat meer werken fiscaal niet wordt ontmoedigd.”
De NHRPH herinnert eraan dat heel wat personen met een handicap (PMH) niet werken wegens hun handicap en de weinig inclusieve arbeidsmarkt. Anderen hebben bovendien een onregelmatig en soms kort professioneel parcours. Hiervoor kiezen zij niet zelf: zij betreden de arbeidsmarkt later (vaak door een gebrek aan opleiding of door vooroordelen), onderbreken dit parcours soms vaak en verlaten de arbeidsmarkt vroeger, vaak om gezondheidsredenen of onvoldoende aangepaste werkposten.
Een aanzienlijk aantal personen met een handicap die in België wonen, beschikt niet over een voldoende hoog inkomen om een bevredigende levensstandaard te bereiken. De inkomensvervangende tegemoetkoming (IVT) voor een alleenstaande ligt ongeveer 20% onder de armoedegrens en bijna 40% onder het gewaarborgd minimumloon:
- IVT: 1072,64 euro (op 01/01/2022);
- armoedegrens: 1.287 euro (idem);
- gewaarborgd gemiddeld minimuminkomen: 1.625,72 euro (idem)
40% van de personen die een tegemoetkoming voor personen met een handicap in België ontvangen, leeft feitelijk onder de armoedegrens en moet zichzelf veel ontzeggen, met inbegrip van de elementairste behoeften (voeding, huisvesting, verzorging, …). Zie synthese van de studie “Handilab”: Sociaal-economische positie van personen met een handicap en analyse van de effectiviteit van tegemoetkomingen aan personen met een handicap, Leuven, 2012, p.18.
De vaststelling wordt nog bemoeilijkt door het feit dat leven met een handicap voor de persoon in kwestie extra kosten met zich meebrengt (grotendeels te wijten een aan ontoegankelijke omgeving). Het hoofd bieden aan de kosten van het dagelijks leven heeft een grotere impact op het budget van een persoon met een handicap dan op dat van een persoon zonder handicap. Bovendien hebben PMH vaak een lager inkomen, of het nu gaat om een tegemoetkoming of een salaris.
De NHRPH herinnert ook eraan dat heel wat personen met een handicap niet belastingplichtig zijn (zij hebben een laag inkomen en ontvangen vaak tegemoetkomingen die niet onderworpen zijn aan de belasting). Dientengevolge kunnen zij niet genieten van belastingverminderingen waarmee zij een deel van de uitgave kunnen “recupereren” (bijvoorbeeld voor dienstencheques). De verhoging van de belastingsom, de hervorming van de belastingschijven, … belangen hen dus niet aan, terwijl hun onzekere situatie ondertussen groot is en hun koopkracht steeds verder afneemt, gelet op de voortdurend stijgende prijzen van diensten en basisgoederen.
De blauwdruk benadrukt ook het volgende: “We kiezen voor een gelijke toeslag op de belastingvrije som voor elk kind.
We ondersteunen gezinnen fiscaal in de opvoeding van kinderen. Wie vandaag een kind fiscaal ten laste heeft, heeft recht op een toeslag op de belastingvrije som. Vandaag verschilt dat bedrag per kind fiscaal ten laste. We brengen de toeslag voor elk kind op gelijke hoogte. Kinderen met een handicap en kinderen in kwetsbare gezinnen verdienen onze bijzondere aandacht. We werken drempels voor de toekenning van hun voordelen weg. We geven een extra toeslag op de belastingvrije som aan werkelijk alleenstaande ouders.”
De NHRPH herinnert eraan dat ouders van kinderen met een handicap met zeer zware investering worden geconfronteerd:
- de omgeving is niet toegankelijk;
- aangepaste diensten zijn niet of nauwelijks beschikbaar;
- een van beide ouders offert vaak zijn/haar loopbaan op;
- de alleenstaande ouder heeft geen andere keuze dan zich volledig te wijden aan de zorg voor zijn/haar kind met een handicap en heeft geen mogelijkheid om tijd te investeren in zijn/haar loopbaan;
- over het algemeen worden mantelzorgers van personen met een handicap ertoe gedwongen hun werktijd gedurende meerdere jaren te verminderen. Mantelzorgers worden ook hard getroffen door onzekerheid gedurende de tijd dat zij helpen, maar ook op lange termijn, wanneer zij de pensioengerechtigde leeftijd bereiken.
Om deze redenen vraagt de NHRPH de invoering van een fiscale vrijstelling of een belastingvermindering voor mantelzorgers, zodat de extra financiële kosten in verband met de niet-toegankelijke en niet-inclusieve omgeven (niet-aangepaste collectieve diensten, niet-toegankelijk vervoer, enz.) worden gecompenseerd. Deze vrijstelling zou bijvoorbeeld kunnen worden toegepast op het gebruik van een wagen om personen met een handicap te vervoeren.
Het is ook nodig de ondersteuning te versterken, vooral voor eenoudergezinnen met een kind met een handicap. Er moet worden voorzien in de aftrekbaarheid van de kosten voor kinderopvang van personen met een handicap, ongeacht de leeftijd van de persoon. De NHRPH is overigens van mening dat het bedrag van de tegemoetkoming die wordt toegekend voor een loopbaanonderbreking te laag is (851,59 euro per maand voor een voltijdse onderbreking). Alleenstaande ouders, alleenstaande adoptieouders, alleenstaande mantelzorgers, ouders met een handicap of ouders van kinderen met een handicap hebben over het algemeen een laag inkomen. Personen met weinig of geen spaargeld kunnen ook geen mantelzorgverlof of verlof voor medische bijstand aanvragen. Voor de lage en gemiddelde inkomens is een uitbetaling van het volledige salaris een voorwaarde om de maatregel te gebruiken (zie advies 2021-21).
De NHRPH vraagt een fiscale aftrekbaarheid voor de kosten voor het thuis bijstaan van personen met een handicap (maaltijden aan huis, huishoudhulp, ziekenoppas, oppas voor zieke kinderen, klusjes, …). Ook moeten er compenserende maatregelen voor de personen met een bescheiden inkomen worden voorzien, zodat zij daadwerkelijk toegang krijgen tot bijstand thuis. De NHRPH wenst dat de vrijstelling, die thans is voorzien voor de opvang van senioren – niveaus 1 en 2 –, wordt uitgebreid naar de opvang van personen met een handicap, ongeacht hun leeftijd of hun band van verwantschap.
De NHRPH herinnert eraan dat de erkenning van de handicap nog steeds beperkt is tot de leeftijd van 65 jaar voor het verkrijgen van fiscale verminderingen: een persoon die niet werd erkend als persoon met een handicap vóór de leeftijd van 65 jaar zal geen recht hebben op deze verminderingen. Deze beperking heeft geen bestaansreden meer.
De NHRPH is van oordeel dat de belastbaarheid van de vergoeding voor inhaalrust in verband met handicap of ziekte moet worden afgeschaft. Dit moet het mogelijk maken diegenen te helpen die dit het meest nodig hebben.
De beoogde hervorming voorziet ook in het beschermen van de eigen woning. De NHRPH herinnert eraan dat personen met een handicap vaak geen eigenaar zijn van hun woning. Personen met een handicap wonen ook vaak in energieverslindende woningen (lagere huur). Kan de fiscale hervorming de renovatie van woningen die worden bewoond door huurders ondersteunen? Er zou kunnen worden voorzien in hogere fiscale stimulansen voor eigenaars-verhuurders. De NHRPH benadrukt ook in het algemeen de noodzaak om duurzame en toegankelijke huisvesting te ondersteunen. In alle studies wordt eraan herinnerd dat het thuis houden van personen met een handicap collectief de minst dure oplossing is, zolang de afhankelijkheid niet te groot is. Het is belangrijk dat elke investering om de persoon met een handicap thuis te houden, in het kader van een nieuwbouw of een verbouwing van gebouwen voor particulier gebruik, fiscaal aftrekbaar is.
Het gedeelte over de btw is bijzonder belangrijk voor personen met een handicap. De hervorming voorziet in de afschaffing van de tarieven van 6% en 12% en de invoering van één enkel tarief van 9%. Voor een aantal producten voor personen met een handicap geldt evenwel een btw-tarief van 6%, bijvoorbeeld voor orthopedische hulpmiddelen en rolstoelen voor personen met en handicap. Dit is ook het geval bij de aankoop van een wagen voor een persoon met een handicap (voor bepaalde soorten handicap), evenals van onderdelen, uitrustingen en accessoires voor deze voertuigen. Terwijl de 6% btw die op de aankoop van een wagen is betaald, kan worden terugbetaald, geldt dit niet voor onderdelen, aangepaste uitrustingen en accessoires. Door het btw-tarief van 6% naar 9% te verhogen, zullen personen met een handicap koopkracht verliezen.
De hervorming voorziet ook in een verlaging tot 0% van het btw-tarief voor groenten en fruit, geneesmiddelen, luiers en andere producten voor intieme hygiëne en door de overheid georganiseerd en gesubsidieerd personenvervoer. De NHRPH heeft meer bedenkingen bij een beleid van verlaging van de btw-tarieven ten opzichte van de bestaande tarieven. Een lager btw-tarief betekent immers niet automatisch een lagere aankoopprijs voor de consument. Tegelijkertijd moet de onbillijkheid van de btw (lineariteit ongeacht het inkomen) worden tegengegaan. De eerste bekommernis moet zijn de koopkracht te ondersteunen van diegenen die het het meest nodig hebben. Zou het niet beter zijn de huidige tarieven te behouden, maar ervoor te zorgen dat het product voor bepaalde categorieën gebruikers gratis is?
De NHRPH is van mening dat energie als een basisproduct moet worden beschouwd. Op lange termijn (na de huidige voorziene periode van 6%) mag de btw op energie maximaal 9% bedragen. Het is een basisbehoefte, zeker voor personen met een handicap en ouderen die zich moeilijk kunnen verplaatsen en die soms “grote” elektriciteitsverbruikers zijn.
De hervorming voorziet ook in het ondersteunen van duurzame mobiliteit. De NHRPH dringt erop aan dat de vervoersmiddelen ook fiscaal worden ondersteund, op voorwaarde dat zij voor iedereen toegankelijk zijn.
Over het algemeen herinnert de NHRPH eraan dat de maatregelen die bij de hervorming zullen worden genomen steeds een analyse vanuit het oogpunt van personen met een handicap moeten bevatten. De manier van invullen van de belastingaangifte zelf zou al toegankelijker moeten zijn. De papieren versie is zeer verwarrend en onduidelijk; er wordt vaak verwezen naar informatie op het internet. Zelfs op het internet kunnen personen die digitaal geletterd zijn nauwelijks nog hun eigen belastingaangifte invullen. De digitale kloof en de leesbaarheid worden volledig genegeerd.
De NHRPH wijst ten slotte op de averechtse gevolgen die de maatregelen kunnen hebben, rekening houdend met de verdeling van de bevoegdheden in België.