Ga naar de inhoud

Advies 2021/27


Advies nr. 2021/27 van de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap (NHRPH) over het ontwerp van fiscale hervorming van de Minister van Financiën, uitgebracht tijdens de plenaire vergadering van 10/10/2021.

Advies uitgebracht op verzoek van de Minister van Financiën van 22 juli 2021.

1. ONDERWERP

De Minister van Financiën wil een fiscale hervorming op gang brengen.

2. ANALYSE  

De Minister van Financiën heeft begin juni 2021 een dialoog op gang gebracht over de fiscale hervorming die de Vivaldi-coalitie wil doorvoeren. Hij hield een gedachtewisseling met de commissie Financiën van de Kamer, waarin de meerderheids- en oppositiepartijen hun eerste lijnen hebben uitgetekend.

De aangekondigde ambitie is om “het belastingstelsel te moderniseren, vereenvoudigen en meer rechtvaardig en meer neutraal te maken” (regeerakkoord). Het aangekondigde tijdschema is om in 2022 een eerste ontwerp te hebben voor een visie die in 2030 volledig van toepassing zal zijn.

De werkzaamheden zullen betrekking hebben op drie gebieden: belasting op arbeid, belasting op vermogen en belasting op verbruik. 

De Hoge Raad van Financiën heeft hierover adviezen uitgebracht. Er zijn ook internationale aanbevelingen van de OESO en het IMF.

De Minister wil ook de verwachtingen van organisaties, verenigingen, belangengroepen en burgers horen.

Op 22 juli 2021 heeft Minister Van Peteghem een aantal verenigingen uit het maatschappelijk middenveld samengebracht die gezinnen, vrouwen, jongeren, ouderen, kansarmen en klimaatbeschermers vertegenwoordigen. De NHRPH was ook aanwezig.

3. ADVIES

De NHRPH wil in dit stadium aan een aantal vaststellingen herinneren. Ze zijn niet exhaustief:

  1. Heel wat personen met een handicap (PMH) werken niet of hebben een onregelmatig en soms kort professioneel parcours: zij betreden de arbeidsmarkt later – vaak door een gebrek aan opleiding of door vooroordelen – en verlaten die vroeger – vaak om gezondheidsredenen.
  2. Heel wat PMH zijn niet belastingplichtig
  3. Zij hebben lage inkomens (vaak tegemoetkomingen waarop geen socialezekerheidsbijdragen zijn verschuldigd).
  4. Zij zijn niet vaak de eigenaar van hun woonst.
  5. Alle sociale rechten zijn momenteel gekoppeld aan een statuut.
  6. Kinderen met een handicap vergen een zeer grote investering van de ouders. De omgeving is doorgaans niet toegankelijk en er zijn geen aangepaste diensten. Een van beide ouders offert vaak zijn of haar loopbaan op. De alleenstaande ouder heeft niet de mogelijkheid tijd te investeren in zijn of haar loopbaan. Over het algemeen zien mantelzorgers van PMH zich genoodzaakt hun arbeidstijd gedurende verschillende jaren te verminderen.
  7. De fiscale erkenning van de handicap is beperkt tot de leeftijd van 65 jaar. Ze is een voorwaarde voor de toegang tot de afgeleide rechten. Deze beperking heef geen reden van bestaan meer. Ook zijn er te weinig fiscale stimuli om de gezinnen aan te moedigen senioren en ouders te begeleiden.
  8. Samenwoonst wordt zwaar gepenaliseerd.
  9. Het btw-stelsel houdt geen rekening met de behoeften van PMH: de btw voor verzorging en hulp bedraagt momenteel 21%.

Deze vaststellingen wekken de volgende verwachtingen op. Het gaat om een eerste, niet-exhaustieve lijst:

  1. Een belastingaftrek voor PMH en mantelzorgers invoeren – de idee is om de extra financiële kosten die verband houden met de niet-toegankelijke en niet-inclusieve omgeving (niet-aangepaste collectieve diensten, niet-toegankelijk vervoer, enz.) te compenseren.
  2. De koopkracht verbeteren, ook door middel van de directe belastingen.
  3. Ook PMH die huurder zijn en/of die niet belastbaar zijn toegang geven tot het kader van de energiefiscaliteit.
  4. De toegang tot eigendom voor PMH verbeteren.
  5. De sociale rechten koppelen aan een inkomensniveau en niet langer aan een statuut: het komt vaak voor dat, bij gelijke sociale situaties en gelijke inkomens, sommige personen geen toegang hebben tot bepaalde rechten, omdat zij niet het statuut hebben dat hun er toegang toe verleent. De COVID-premie van 50 euro was bijvoorbeeld niet van toepassing op bepaalde steuntrekkers van sociale zekerheid, terwijl hun inkomen soms lager was dan dat van diegenen die deze premie wel ontvingen.
  6. De verhoogde aftrekbaarheid voor kinderen met een handicap behouden.
  7. Een fiscaal statuut voor mantelzorgers voorzien – de vrijstelling op de inkomens verhogen.
  8. De steun aan eenoudergezinnen met een kind met een handicap opvoeren.
  9. De aftrekbaarheid van de kosten voor opvang voor PMH, ongeacht de leeftijd, voorzien.
  10. Het afschaffen van de belastbaarheid van de vergoeding voor inhaalrust in verband met handicap of ziekte. Dit zou de mensen helpen die er het meest behoefte aan hebben.
  11. De huidige voorziene aftrek voor de opvang van ouderen uitbreiden tot alle familieleden – graad 1 en 2 –, ongeacht de leeftijd van het opgevangen familielid.
  12. De dubbele aftrek voorzien voor kinderen met een handicap uitbreiden tot de vervangingsinkomens.
  13. De fiscaliteit op de ongeschiktheid en invaliditeit harmoniseren. 
  14. Een grotere aftrekbaarheid van dienstencheques en schenkingen voor personen met een laag inkomen voorzien.
  15. Kapitaalinkomsten in aanmerking nemen voor de berekening van de IVT (wet van 27 februari 1987)
  16. De evoluerende en niet-vaste woonvormen integreren – samenwoonst niet bestraffen.
  17. De btw op zorguitrusting, technische hulpmiddelen en aanpassingen aan woningen verlagen tot 6%.
  18. De administratieve vereenvoudiging verbeteren via automatisering van rechten – bijvoorbeeld: niet langer een verzoek moeten doen om een vermindering te hebben op de onroerende voorheffing.
  19. Vrijwilligerswerk in verenigingen voor PMH ondersteunen.
  20. In het kader van duurzame ontwikkeling en de maatschappelijke doelstellingen: de voor iedereen toegankelijke transportmiddelen fiscaal aantrekkelijk maken.

Over het algemeen wil de NHRPH dat de maatregelen die worden genomen in het kader van de hervorming steeds terdege rekening houden met het standpunt van de PMH. De NHRPH waarschuwt ook met nadruk voor mogelijke averechtse gevolgen van de maatregelen als gevolg van de verdeling van de bevoegdheden in België.

4. ADVIES BESTEMD 

  • Voor opvolging aan de heer Vincent Van Peteghem, Minister van Financiën
  • Ter informatie aan mevrouw Karine Lalieux, Minister van Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, belast met Personen met een handicap, Armoedebestrijding en Beliris
  • Ter informatie aan de heer Alexander De Croo, Eerste Minister
  • Ter informatie aan Unia
  • Ter informatie aan het UNCRPD-coördinatiemechanisme
  • Ter informatie aan de federale ombudsman