Advies 2021/25
Advies nr. 2021/25 van de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap (NHRPH) betreffende het Federaal Actieplan Handicap van Minister Karine Lalieux, uitgebracht op 28/06/2021 na raadpleging van de leden van de NHRPH per e-mail van 26/06/2021 wegens de door mevrouw Lalieux gevraagde urgentie.
Advies uitgebracht op verzoek van mevrouw Karine Lalieux, Minister van Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, belast met Personen met een handicap, Armoedebestrijding en Beliris in haar brief van 24/06/2021 om 20 uur.
1. ONDERWERP
Om de handistreaming en de uitvoering van de rechten van personen met een handicap (PMH) op federaal niveau te waarborgen, heeft de Minister belast met personen met een handicap een federaal plan handicap opgesteld (hierna “plan” genoemd).
Wegens de omvang van de tekst en om het lezen te vergemakkelijken, zal het deel “advies”, bij wijze van uitzondering, voorafgaan aan het deel “analyse”.
2. ADVIES
De NHRPH heeft bij hoogdringendheid kennisgenomen van dit plan en moest binnen de 72 uur na de kennisgeving een advies uitbrengen, wat grotendeels samenviel met het weekend. De NHRPH betreurt deze situatie. De NHRPH had het op prijs gesteld zijn opdracht te kunnen vervullen door zijn standpunten te staven met de talrijke adviezen die hij op alle behandelde vakgebieden heeft uitgebracht, aangezien het plan de volledige regeerperiode beslaat. De NHRPH zal dus een globaal, niet-gedetailleerd advies uitbrengen. Uiteraard zijn alle thematische adviezen beschikbaar op zijn website: http://ph.belgium.be/nl/adviezen.html.
Over de noodzaak van het plan
- De NHRPH vindt het ontwerp van plan een goed signaal. Er is een daadkrachtig beleid met prioriteiten, concrete acties, budgetten en planning nodig voor empowerment en sociale inclusie van personen met een handicap. Bepaalde verwachtingen van de NHRPH werden niet of slechts zeer gedeeltelijk ingelost. De NHRPH hoopt dat er nog andere maatregelen mogelijk zijn in de loop van de regeerperiode. Temeer omdat het werk dat wordt aangevat andere, nog niet genoemde behoeften aan het licht kan brengen. Wijzigingen kunnen nodig zijn. Misschien moet de reglementering worden aangepast. Het zou jammer zijn dat dit een belemmering vormt voor grondig werk.
- De NHRPH herinnert eraan dat het nu essentieel en dringend nodig is om handistreaming in concrete beleidslijnen en acties om te zetten: COVID-19 heeft een aantal gewoonten grondig door elkaar geschud (toegenomen digitalisering in een aantal domeinen), de uitdagingen groter gemaakt (toegang tot mobiliteit, werk, zorg, ...) en de reeds bestaande kloof inzake toegang tot rechten, goederen en diensten nog vergroot. Het plan heeft de verdienste zo veel mogelijk van deze uitdagingen te willen aangaan.
- Naast politieke acties zullen ook de administraties (die veel minder ter sprake komen in het plan) moeten worden gemobiliseerd. Federale regeringen zijn ‘onstabiele structuren’; het plan wordt ook bedreigd door een eventuele val van de regering of plotse dwingende prioriteiten. De NHPRH vraagt het plan vast te leggen in een ‘moderniseringswet’, een ‘handicapwet’, die meer ‘garanties’ biedt dat het plan wordt voortgezet, ongeacht wat er gebeurt. De NHRPH dringt erop aan deze reglementering ten minste op de belangrijke beginselen te baseren. Evenzo moet een aantal handistreamingpijlers (toegankelijkheid van alle diensten voor iedereen, easy read en redelijke aanpassingen, 3 %-quota, strijd tegen non take-up, ...) uitdrukkelijk worden opgenomen in alle overheidsdiensten- of bestuursovereenkomsten met overheidsdiensten en diensten van algemeen nut.
- Het is van essentieel belang dat het federale handicapnetwerk doeltreffend functioneert: de handicapaanspreekpunten van de administraties en kabinetten moeten worden opgeleid in handistreaming, luisteren naar de verwachtingen van personen met een handicap en een echt initiatiefrecht hebben. Een concrete coördinatie tussen het handicapaanspreekpunt en de administratieve of politieke autoriteit is noodzakelijk.
Over de inhoud en draagwijdte van het plan
- Het plan is beknopt opgevat en vermeldt verbintenissen en hoofdmaatregelen, maar concretisering of planning ontbreken. De NHRPH verwacht dat de concrete verbintenissen en maatregelen al in september 2021 aan de NHRPH worden voorgesteld.
- Bepaalde voorstellen blijven beperkt tot vage verbintenissen (verbeteren, analyseren, de haalbaarheid evalueren, ... zijn vage begrippen omdat ze intrinsiek geen kader, termijn, procedure, ... inhouden), wat niet bevredigend is.
- De NHRPH verwacht dat elke maatregel gepaard gaat met een regelmatige, concrete en meetbare planning en evaluatie (de NHRPH beveelt de SMART-methode aan). De beoogde verbintenissen en maatregelen zullen dus echt wel in perspectief moeten worden geplaatst en geconcretiseerd ten opzichte van de verwachtingen van de NHRPH. De NHRPH vraagt een procedure waarbij hij betrokken wordt om zijn advies te geven voor elke oriënterings- of uitvoeringsfase.
- Er moet ingezet worden op redelijke aanpassingen bij de openbare diensten. De NHRPH vraagt dat alle overheidsdiensten worden gescreend en de toegankelijkheid van hun dienstverlening wordt geanalyseerd. Een plan voor verbetering op korte/lange termijn moet worden opgesteld en tussentijdse voortgangsverslagen moeten worden opgelegd.
- Mevrouw Lalieux had herhaaldelijk bevestigd dat de Interministeriële Conferentie (IMC) Handicap zou worden heropgestart om de acties en maatregelen van het federale handicapplan voort te zetten met de betrokkenheid en deelname van de deelgebieden. De NHRPH is verbaasd dat de IMC Handicap niet wordt vermeld in het plan.
- De NHRPH zou het bijzonder interessant vinden na te denken over een eventuele integratie van de regeling voor tegemoetkomingen voor personen met een handicap (wet 1987) in de socialezekerheidsregeling.
- De NHRPH zou graag hebben dat er structureel en systematisch een zeer concreet verband wordt gelegd met andere bestaande en toekomstige plannen, zodat het handistreamingbeginsel volledig kan worden verwezenlijkt. De NHRPH denkt in het bijzonder aan het herstelplan, het plan voor duurzame ontwikkeling en het armoedebestrijdingsplan.
- In de Franse versie van het plan worden verschillende termen voor PSH gebruikt. Dit moet worden geharmoniseerd: het zijn personnes en situation de handicap en zeker geen personnes souffrantes de handicap of porteuses de handicap.
Over de deelname van de NHRPH aan de opvolging van dit plan
De NHRPH vestigt de aandacht op volgende passage in het punt Betrokkenheid van personen met een handicap op bladzijde 5 van het plan:
Personen met een handicap, als ervaringsdeskundigen, zijn het best geplaatst om advies te geven over de impact van beleidsmaatregelen op hun leven. Om ervoor te zorgen dat hun participatie effectief is, is de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap (NHRPH) bevoegd voor het onderzoeken van alle materies op federaal niveau die een invloed hebben op personen met een handicap. Hij kan hierover op vraag of op eigen initiatief advies geven.
De NHRPH vindt dat het kader voor de betrokkenheid van de personen met een handicap bij de besluitvormingsprocessen nauwkeuriger en correcter moet worden vastgelegd. De zin Personen met een handicap, als ervaringsdeskundigen, zijn het best geplaatst om advies te geven over de impact van beleidsmaatregelen op hun leven is dubbelzinnig. De NHRPH beveelt volgende formulering aan: Personen met een handicap, in hun hoedanigheid van ervaringsdeskundige, of de organisaties die personen met een handicap vertegenwoordigen, zijn het best in staat om uit te stijgen boven specifieke handicaps en advies te geven dat rekening houdt met de uiteenlopende behoeften en verwachtingen. De NHRPH verwijst naar de positienota Participatie.
De NHRPH verwacht ook meer informatie over de procedures voor overleg met de NHRPH. De NHRPH herinnert eraan dat zijn leden hoofdzakelijk actieve pijlers van organisaties, werkenden, … zijn. Het ondersteunend secretariaat is onderbemand. Indien de NHRPH door alle administraties en kabinetten wordt geïnterpelleerd, zullen er veel vragen om advies zijn, sommige ervan dringend. De NHRPH vraagt nogmaals om een secretariaat met voldoende personeel om de uitdagingen aan te gaan en aan de verwachtingen te voldoen.
Over een aantal concrete maatregelen
De NHRPH wenst reeds de aandacht te vestigen op de integratie van bepaalde fundamentele uitdagingen. Volgende opsomming is niet uitputtend.
- Inzake toegankelijkheid en mobiliteit
- Van bij het begin van de COVID-19-gezondheidscrisis had de NHRPH de federale regering gewezen op het belang van toegankelijke informatie voor personen met een handicap. Toegankelijke informatie is echt een transversale vereiste voor alle departementen en kabinetten. In wezen gaat het erom de burgers een betere toegang hun rechten te geven en het aantal geschillen, terugvorderingen van onverschuldigd betaalde bedragen, ... te verminderen.
- De NHRPH verheugt er zich over dat bij het bijwerken van de noodplannen rekening werd gehouden met de behoeften van personen met een handicap. De NHRPH wijst op drie grote aandachtspunten: toegang tot nooddiensten, federale gebouwen – met inbegrip van bestaande en nieuwe gevangenissen – en toegankelijkheid van nooduitgangen in tunnels: momenteel voldoen deze laatste helemaal niet aan de toegangsnormen voor personen met een handicap.
- De NHRPH hamert erop dat ook rekening moet worden gehouden met wie geen toegang tot digitalisering heeft. Dienstverlening wordt steeds meer gedigitaliseerd. Er gaapt een echte digitale kloof in de Belgische bevolking. De mogelijkheid om bijvoorbeeld via een bibliotheek toegang te krijgen tot een computer mag niet als een afdoende oplossing worden beschouwd.
- Het stemt de NHRPH tevreden dat alle persconferenties van de federale regering voortaan in gebarentaal worden vertaald. Zo sluit België zich aan bij de vele landen die dit inclusieve communicatiemodel toepassen. Voorts vraagt de NHRPH dat politieke debatten tijdens verkiezingsperiodes ook in gebarentaal worden vertaald, dat deze persconferenties en politieke debatten ook worden ondertiteld en dat visuele informatie (video, foto's, instructies, ...) van een audiodescriptie worden voorzien.
- Een ander leesformaat, dat door de COVID-19-crisis onmisbaar is gebleken, is easy read. Er is een transversale begroting nodig voor de werkingskosten van alle federale departementen en kabinetten om deze communicatiewijze te systematiseren en te bestendigen. Easy read is nuttig voor de hele bevolking omdat zowel de rechten als de plichten van iedere burger begrijpelijk worden verwoord. Er moet voldoende budget komen voor opleidingen en het nalezen van teksten in easy read.
- De NHRPH herinnert er ook aan dat de mobiele sites en applicaties van de overheidsdiensten volledig toegankelijk moeten zijn overeenkomstig de richtlijn inzake de toegankelijkheid van de websites. Dit is momenteel niet het geval. Er worden nieuwe websites en apps ontwikkeld die niet toegankelijk zijn (cf. BOSA-verslagen over het toezicht op websites).
- België is de European Accessibility Act (EAA) aan het uitvoeren. De federale coördinatoren (FOD Economie) hebben negatief geantwoord op de vraag van de NHRPH om te worden betrokken bij de voorbereiding van de verschillende aspecten van de uitvoering van de EAA. Dit staat haaks op het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap, dat België in 2009 heeft aangenomen.
- Het is verdedigbaar dat er een planning komt voor het toegankelijk maken van de vele federale openbare gebouwen, maar op termijn moeten alle openbare gebouwen toegankelijk worden!
- Ook erkent de NHRPH dat het nuttig is dat toegankelijkheidsadviseurs worden opgeleid door expertisebureaus inzake toegankelijkheid. De toegankelijkheid van deze gebouwen daarentegen moet worden gevalideerd door de expertisebureaus inzake toegankelijkheid (zoals CAWaB en Inter), en dat vanaf het ontwerpstadium. Alle middelen om de communicatie voor allen te waarborgen, met name op het vlak van gebarentaal en redelijke aanpassingen, moeten worden ingezet. De NHRPH zal erover waken dat de belofte van een inclusieve overheidsdienst wordt ingelost en dat de bevoegde administraties een kadaster en planning opstellen.
- De NHRPH hoopt dat de nodige middelen voor vertolking in gebarentaal worden voorzien, zodat dove en slechthorende personen zoals alle burgers toegang krijgen tot alle overheidsdiensten, ziekenhuizen, diensten voor arbeidsbemiddeling, postkantoren, informatieloketten, ... Hier is echt vraag naar vanuit het middenveld. En om het met de woorden van de regering zelf te zeggen, “om niemand in de kou te laten staan”, moet ook rekening worden gehouden met blinde en slechtziende personen die specifieke hulpmiddelen nodig hebben om zich te verplaatsen.
- Wat de uitbreiding van de European Disability Card naar andere domeinen betreft, is de NHRPH verbaasd over de titel in het Frans – carte européenne d’invalidité- : gaat het wel degelijk over de European Disability Card?
- De NHRPH vraagt hoe de procedure voor de toekenning van parkeerkaarten zal worden verbeterd en op basis van welke criteria.
- In zijn advies 2020/04 heeft de NHRPH zich uitgesproken over ScanCars. ScanCars zijn een typisch voorbeeld van de ongewilde effecten van digitalisering: veel personen met een handicap krijgen een boete, hoewel zij hun parkeerkaart correct gebruiken. De NHRPH verwacht een snelle oplossing, waarbij de rechten van de – Belgische én Europese – houders van een parkeerkaart worden nageleefd.
- De NHRPH herinnert aan zijn twijfels en vragen bij een eventuele wijziging van de wegcode om collectief vervoer van personen met een handicap gebruik te laten maken van busstroken (advies 2021/13). De NHRPH vreest dat de busstroken ook snel verzadigd zullen zijn. Er moet een structurele oplossing komen voor het collectief vervoer van personen met een handicap.
- De NHRPH hamert al jaren op het multidimensionale aspect van toegankelijkheid bij bpost: hij vraagt dat de bestuursovereenkomst 2022 - 2030 waarover momenteel wordt onderhandeld, toegankelijkheidscriteria bevat, evenals de verplichting om een disability manager aan te stellen en de verplichting te voorzien in zowel alternatieven voor digitalisering als in toegankelijke postpunten. De NHRPH vraagt ook geregeld te worden geraadpleegd, en dat vanaf het uitwerken van toegankelijkheidsmaatregelen.
- Bij de NMBS moet toegankelijkheid een pijler van de bestuursovereenkomst worden, net zoals veiligheid of stiptheid. Toegankelijke treinen en perrons zorgen overigens voor vlottere en veiligere verplaatsingen. Er moeten extra begrotingsmiddelen worden vrijgemaakt voor toegankelijkheid. Het argument dat het netwerk oud is en toegankelijkheid bemoeilijkt, is niet langer aanvaardbaar: het Nederlandse en Zwitserse netwerk werden toegankelijk gemaakt omdat de politieke wil er was en er middelen werden vrijgemaakt. De NHRPH betreurt overigens dat er zelfs in de nieuwe regelingen voor reizigers met een handicap nog steeds tekortkomingen en extra kosten zijn. Zo is de reservatie van de kust-Express, het nieuwe treinaanbod naar de kust, alleen online mogelijk (http://ph.belgium.be/nl/nieuws-amp-pers/25-06-2021-sommige-treinen-zijn-niet-toegankelijk-voor-personen-met-een-handicap.html).
- De NHRPH heeft vernomen dat voor de universele bankdiensten besprekingen met de banksector aan de gang zijn, maar de NHRPH wordt er niet bij betrokken. De NHRPH stelt ook vast dat andere grootschalige acties worden gestart zonder enige vorm van overleg met de handicapsector. Zo zullen 1.400 boekhandels vanaf 2022 bankdiensten kunnen aanbieden. Dit is op zich geen slecht idee, maar deze verkooppunten moeten op zijn minst toegankelijk zijn voor personen met een handicap. Heeft iemand daaraan gedacht? Ter herinnering: boekhandelaars zijn over het algemeen zelfstandige ondernemers of franchisenemer – en soms ook postpunten – die, om zo veel mogelijk mensen te bereiken (wat een goede insteek is!), openbare diensten of diensten van openbaar nut aanbieden, maar tegelijk ontsnappen aan de reglementeringen inzake toegankelijkheid van openbare gebouwen!
- De overheid wil de administratieve lasten met 30 % verminderen door in te zetten op digitalisering van dienstverlening. De NHRPH is ook voorstander van vereenvoudiging, maar dringt erop aan dat de openbare dienstverlening tegelijkertijd op fysiek en menselijk vlak toegankelijker wordt. De COVID-19-crisis heeft het belang onderstreept van duidelijke communicatie en menselijke begeleiding. De non take-up is nog nooit zo hoog geweest; mensen vallen uit de boot en geraken niet meer in het stelsel van sociale zekerheid en sociale bijstand (cf. studies van het Observatorium voor gezondheid in Brussel)! De Staat moet het goede voorbeeld geven.
- Voor de toegankelijkheid van ziekenhuizen vestigt de NHRPH de aandacht op zijn positienota Toegankelijkheid van ziekenhuizen en positienota Gezondheidszorg.
- Lage-emissiezones (LEZ’s): de NHRPH vraagt een uniforme reglementering en toepassing van de lage-emissiezone voor personen met een handicap, met integratie van het begrip redelijke aanpassingen, op basis van het beginsel dat persoonlijk vervoer een ‘recht’ moet zijn binnen de grenzen van de financiële middelen van personen met een handicap (bijvoorbeeld door uitzonderingen op de emissienormen toe te staan) of door het aanbieden van een betaalbaar alternatief (voor hen toegankelijk en niet duurder dan het gewoon openbaar vervoer).
- De NHRPH is van mening dat in het algemeen bij elk toegankelijkheidsproject rekening moet worden gehouden met de aanbevelingen en vragen van personen met een handicap en de technische aanbevelingen van expertisebureaus inzake toegankelijkheid zoals CAWaB en Inter.
- De NHRPH vindt dat de informatie over het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap in de drie landstalen beschikbaar moet zijn.
- Inzake gezondheidszorg en sociale bescherming
- De NHRPH stelt tevreden vast dat het onthaal van dove personen in de zorgstructuren beter wordt en dat gebarentaal mogelijk zal zijn. De NHRPH dringt ook aan op specifieke maatregelen voor slechthorende personen: eliminatie van storend lawaai, kwaliteitsvolle verlichting, liplezen, ondertiteling, ... Voorts herinnert de NHRPH eraan dat ook blinde en slechtziende personen begeleiding nodig hebben bij hun verplaatsingen.
- Er wordt overwogen de specifieke drempels voor toegang tot de gezondheidszorg voor personen met een handicap te bestuderen. een analyse is nuttig, maar moet worden gevolgd door prioriteiten en planning. De NHPRH vraagt meer uitleg.
- De NHRPH herinnert eraan dat kinderen met een laag IQ en alzheimerpatiënten die logopedie nodig hebben, geen recht hebben op terugbetaling in de verplichte verzekering. Ook de nomenclatuur moet worden herzien, omdat de huidige terugbetalingen niet meer overeenstemmen met de realiteit van het leven. Van de kinderen met een verstandelijke handicap krijgen enkel kinderen met een bepaald IQ logopedie terugbetaald indien zij naar een revalidatiecentrum gaan. Bij de ziekte van Alzheimer wordt logopedie helemaal niet terugbetaald.
- Verpleegkundige handelingen komen niet aan bod in het plan. De huidige protocollen moeten worden herzien om zorgkwaliteit en levenskeuze op elkaar af te stemmen. Er moet worden voldaan aan de noden van personen met een handicap in hun leefomgeving, welke dat dan ook moge zijn, en aan de noden van hun gezinnen, die soms als het ware gegijzeld worden door de zorgnood van hun familielid. De veiligheid van verpleegkundige zorg mag evenwel niet in het gedrang komen.
- De NHRPH is verheugd dat de Minister van Volksgezondheid overweegt art. 100 en de vroegere toestand te herbekijken. De NHRPH vestigt alvast de aandacht op de capaciteiten en mogelijkheden van de personen met een handicap, zoals bepaald in het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap.
- De NHRPH wenst zo snel mogelijk te worden betrokken bij de denkoefeningen over de hervorming van de wet betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke.
- De NHRPH herinnert aan de rol van de mantelzorgers (waarvan het belang nog meer bleek tijdens de COVID-19-crisis!). De NHRPH verdedigt de verlenging van het mantelzorgverlof tot zes maanden. De recente verlenging tot drie maanden is een eerste stap, maar volstaat niet gezien de realiteit van de levenssituaties. De NHRPH verdedigt ook het idee van een ‘jaarlijkse vakantiepot’ voor onvoorziene omstandigheden als gevolg van de medische situatie en de afhankelijkheid van de geholpen persoon (advies 2021-14).
- Personen met een ongeneeslijke en onomkeerbare handicap moeten doorgaans bij elk verzoek tot vernieuwing van hun mobiliteitshulpmiddel geactualiseerde medische documenten indienen en specialisten raadplegen. Deze omslachtige procedure is onaanvaardbaar.
- Op het vlak van de inkomensvervangende en integratietegemoetkomingen (IVT/IT) voor personen met een handicap + DG Personen met een handicap (DG HAN): de NHRPH is uiteraard ingenomen met alle aangekondigde maatregelen, maar heeft toch enkele opmerkingen:
- De maatregel inzake de prijs van de liefde is van kracht sinds 1 januari 2021. De NHRPH heeft indertijd het advies 2020/23 geformuleerd en volgt de uitvoering van de maatregel op.
- Voor de prijs van de arbeid dringt de NHRPH nogmaals aan op een billijke verdeling van de vrijstellingen tussen werkende personen met een handicap en personen met een handicap die een vervangingsinkomen (werkloosheid, arbeidsongeschiktheid en pensioen) ontvangen. De NHRPH herhaalt nogmaals zijn oude vraag om de IT los te koppelen van het inkomen en herinnert aan zijn voorstel om te voorzien in een forfaitair en variabel deel voor de IT: zo zouden de afgeleide rechten kunnen behouden blijven wanneer het inkomen stijgt. Deze maatregel zou een echte stimulans zijn om te beginnen werken.
- De NHRPH is zeer verheugd dat wordt overwogen het laatste inkomen te gebruiken bij de aanvraag van een tegemoetkoming.
- Voor de IVT moet de vrijstelling voor de vervangingsinkomens worden verhoogd.
- De gezinscategorie moet worden herzien (van A naar B alleenstaand) voor personen in pleeggezinnen of geplaatste personen.
- De NHRPH dringt erop aan de erkenning van de handicap verder te actualiseren, met name door multidisciplinaire evaluaties in te voeren. Er werd reeds werk gemaakt van de medische evaluatie, ... > dit actualiseren en zeker niet opnieuw vanaf nul beginnen.
- Mentale aandoeningen moeten in de vragenlijst worden opgenomen.
- De NHRPH herinnert eraan dat de doelstelling van activering voor de arbeidsmarkt niet mag interfereren met de beoordeling van de handicap of de rechten ervan. Al te vaak worden personen met een ernstige arbeidsbeperking niet voor twee derden arbeidsongeschikt erkend, omdat zij aangepast werk hebben of (misschien?) nog kunnen vinden. Dit wordt altijd ingegeven door de gedachte dat men niemand wil ontmoedigen aan de slag te gaan of te blijven. Erkenning zou dan de werkloosheidsval zijn! Zodoende zijn deze personen onderbeschermd omdat zij geen toegang tot afgeleide rechten hebben.
- BELMOD-project: de NHRPH vraagt zich af hoe potentieel gerechtigden van de IVT/IT automatisch zullen worden geïdentificeerd.
- Hervorming van de wet van 1987: de NHRPH vraagt al jaren om een herziening van deze wet. Het betreft de genoemde maatregelen 7, 8, 9, 12, ... maar gaat ook verder. De tegemoetkomingsregeling is een kluwen geworden en de sector vraagt duidelijkheid. Het stelsel moet volledig worden herschreven. De NHRPH beseft dat dit tijd vraagt, maar dringt erop aan de nodige tijd te besteden aan de betrokkenheid en denkoefening van het maatschappelijk middenveld, zodat het een uitgewerkt en weloverwogen advies kan uitbrengen. Bovendien houdt de NHRPH zich hiermee bezig (in het najaar van 2021 buigt een werkgroep zich hierover).
- Afgeleide rechten: de NHRPH hoopt dat de reglementering over het sociaal tarief wordt geactualiseerd en vraagt de bevoegde ministers om een duidelijke planning van alle in het plan aangekondigde maatregelen. De potentieel gerechtigden blijven al veel te lang op hun honger. Er moet dringend een oplossing komen voor de financiële uitdagingen van de toenemende digitalisering van goederen en diensten waarmee personen met een laag inkomen te maken krijgen.
- Over de DG HAN
- Multidisciplinaire evaluaties: de NHRPH vraagt een duidelijke planning van de acties om de erkenningsprocedure te moderniseren, zoals aangekondigd in het plan.
- De NHRPH vraagt ook een tijdschema voor de uitwerking van het toekomstige actieplan van de DG HAN. De NHRPH legt sterk de nadruk op de effectieve uitvoering van de projecten, de afstemming ervan op de verwachtingen van de burgers en de integratie ervan in de nieuwe informaticatool TRIA.
- De NHRPH verwacht dat de nieuwe informaticatool TRIA gepaard zal gaan met een duidelijk communicatiebeleid met de personen met een handicap en de andere stakeholders die de personen met een handicap helpen hun aanvraag in te dienen.
- De NHRPH rekent ook continu op gedetailleerde statistieken. Verschillende studies hebben aangetoond dat de non take-up zeer hoog is in de IVT/IT-regeling: de NHRPH vindt dat dringend moet worden onderzocht waarom zo veel personen met een handicap hun aanvraagprocedure niet volledig doorlopen.
- De NHRPH herhaalt zijn verzoek om alle personeelsleden van de DG HAN van meet af aan bij de denkoefeningen te betrekken.
- De NHRPH vraagt ook dat bij elke hervorming wordt gewaarborgd dat de rechten van elke burger op voet van gelijkheid worden geëvalueerd.
- De NHRPH herinnert ook aan het belang van de behandeling van de aanvragen en dossiers (op dit moment is er een zeer grote voorraad te behandelen dossiers). De NHRPH vindt dit niet terug in het plan.
- Inzake werkgelegenheid
- De NHRPH kan zich vinden in de in het plan genoemde obstakels, maar merkt er nog een op: het in aanmerking nemen van het huidige inkomen voor de berekening van de tegemoetkomingen voor personen met een handicap. Heel wat personen met een handicap durven niet te werken omdat dit een impact kan hebben op hun tegemoetkoming. Hiermee moet dus rekening worden gehouden bij het uitwerken van de simulatietool waarmee de fiscale gevolgen van de cumulatie van de tegemoetkoming met inkomsten uit arbeid op voorhand kunnen worden berekend.
- De NHRPH dringt ook aan op de uitvoering van het koninklijk besluit van 11 februari 2019 tot bepaling van de voorwaarden inzake positieve acties. Dit was een zeer positief signaal van de beleidsmakers, maar jammer genoeg gaan de werkgevers niet unaniem akkoord met de toepassing van deze wet (tot nu toe vier vragen van ondernemingen). De NHRPH vraagt dat deze reglementering op de voorgrond wordt gebracht en dat de beleidsmakers er alles aan doen om deze toe te passen en te evalueren.
- Het tewerkstellingsquotum van 3 % voor personen met een handicap wordt bijlange na niet gehaald in het federaal openbaar ambt. De NHRPH gaat akkoord met de verplichting tot tewerkstelling van personen met een handicap in de beheerscontracten van alle overheidsbedrijven en spoort alle ministers aan deze verplichting concreet vorm te geven in de federale overheidsdiensten waarvoor zij bevoegd zijn. Het is de hoogste tijd voor een krachtig beleid, want de trend blijft zeer negatief.
- Het idee om werk te creëren via stages is aantrekkelijk, maar volledige tewerkstelling voor personen met een handicap moet altijd het doel blijven!
- Er moet meer ingezet worden op uitbesteding aan maatwerkbedrijven, maar dan wel bovenop de doelstelling om 3 % van de personen met een handicap te werk te stellen.
- In alle administraties benadrukt de NHRPH de noodzaak om dagelijkse begeleiding te organiseren en het isolement van personen met een handicap te bestrijden. De NHRPH beveelt meer bepaald de oprichting aan van een assistentiepool voor de begeleiding van personen met een handicap die zich niet zelfstandig kunnen verplaatsen.
- De aangekondigde medefinanciering voor redelijke aanpassingen moet een terugkerend karakter hebben; werkgevers en personen met een handicap moeten zonder belemmering redelijke aanpassingen aan hun werkplek kunnen vragen.
- Voor de maatregel back to work (terug naar het werk) vraagt de NHRPH begeleiding en middelen. De werkgevers moeten worden geresponsabiliseerd en aangemoedigd in het re-integratieproces, maar ook de procedurele stappen om op de arbeidsmarkt terug te keren (het ziekenfonds) moeten worden vereenvoudigd.
- Voor de uitvoering van een richtlijn over het evenwicht tussen werk en privé verwijst de NHRPH ook naar de rol van mantelzorgers die willen of niet anders kunnen dan werken. Veel mantelzorgers zijn werknemers met een gemiddeld of bescheiden inkomen. De vergoeding voor dit verlof is vaak lager dan hun loon en in de praktijk gebeurt het vaak dat wie het het hardst nodig heeft (zoals alleenstaande ouders), er geen recht op heeft.
- Meer fundamenteel vraagt de NHRPH verder na te denken over de vermindering van de collectieve arbeidsduur, omdat dit alle werknemers en mantelzorgers aangaat.
- De NHPRH is ingenomen met de maatregel om het statuut van zelfstandige in bijberoep te combineren met een tegemoetkoming voor personen met een handicap. De NHRPH wijst erop dat een uitkeringsgerechtigde persoon met een handicap momenteel niet mag starten met een zelfstandige nevenactiviteit of activiteit als kunstenaar.
- De NHRPH vraagt ook dat de omscholings- en beroepsopleidingsovereenkomsten van personen met een handicap weer worden onderworpen aan de sociale zekerheid, in overleg met de deelgebieden.
- Inzake herstel en consumptie
- In zijn advies 2021/09 heeft de NHRPH reeds zijn bevindingen en bezorgdheden geuit naar aanleiding van het Plan voor herstel en veerkracht (PHV), dat de Europese Commissie onlangs heeft ingediend en goedgekeurd. Bovendien werd de NHRPH nauwelijks betrokken bij het opstellen van het PHV. Hij herhaalt dat voor de inclusie van personen met een handicap noodzakelijkerwijs budget op het terrein nodig zal zijn om de omgeving toegankelijk te maken, de digitale kloof te verkleinen en niemand uit te sluiten.
- Met betrekking tot de ontwikkeling van een uniek loket voor burgers voor vragen in verband met consumentenzaken vraagt de NHRPH zich af hoe dit in de praktijk zal worden uitgevoerd? Is het een gecentraliseerd loket? Of een netwerk van bestaande diensten die ‘met elkaar zouden overleggen’? Het unieke contactpunt voor vragen in verband met consumentenzaken mag niet gewoon een informatiepunt zijn, zoals dit bij de meeste loketten reeds het geval is. Een echt loket moet naar de burger luisteren en rekening houden met de opgemerkte problemen en deze aan het juiste adres doorgeven. Indien nodig moet het loket de burgers ook actief doorverwijzen naar de ombudsmannen, omdat zij deze vaak niet kennen.
- Hoe ziet de betrokkenheid van de NHRPH concreet eruit bij het ‘onderzoeken hoe de NHRPH meer en beter betrokken kan worden bij consumentenzaken en de bescherming van kwetsbare consumenten’?
- De NHRPH merkt op dat het volstrekt ontoereikend en zelfs discriminerend is de uitbreiding van het recht om vergeten te worden in verzekeringsmaterie voor te behouden voor diabetici.
- Inzake fiscaliteit en justitie
- De NHRPH vraagt welke oplossing de beleidsmakers in gedachten hebben voor het probleem van de ‘dubbele aanrekening van kinderen met een handicap’.
- De NHRPH vindt dat de handicapdimensie systematisch moet worden onderzocht in de budgettaire opvolging van de dienstverlening aan de bevolking. Veel personen met een handicap hebben ook zeer weinig bestaansmiddelen (enkel sociale tegemoetkomingen) en hebben technische, personele en financiële aanpassingen nodig om bijvoorbeeld toegang tot justitie te krijgen.
- De NHRPH kijkt ernaar uit mee te werken aan de hervorming van de bescherming van geesteszieken en de opheffing van de vrijheidsberovende maatregelen voor personen met een handicap.
- Met betrekking tot het kader voor activiteiten van de professionele bewindvoerders merkt de NHRPH op dat het begrip ‘redelijke kosten’ relatief is. Meer fundamenteel is de NHRPH de wet van 2013 inzake rechtsbekwaamheid aan het evalueren met een aantal deskundigen (gezinnen en verenigingen, vrederechters, ...). Er staat een ontmoeting met het kabinet Justitie gepland en de NHRPH hoopt met het kabinet te kunnen voortwerken aan de gewenste hervormingen waarop de personen met een handicap en hun gezinnen wachten.
- Inzake institutionele hervorming en democratische vernieuwing
- De NHRPH verwerpt categorisch het idee om personen met een handicap hun stemrecht te ontnemen wegens hun handicap. Burgers met een handicap zijn geen tweederangsburgers. Zij moeten hun mening en verwachtingen kunnen uiten en toegang hebben tot de beleidsprogramma's, in easy read.
- De NHRPH eist dat het stemproces toegankelijk is voor personen met een handicap, in het bijzonder blinden en slechtzienden: toegankelijkheid van de stemcomputer of stembiljetten, en onderzoek of stemmen op afstand via computer mogelijk is voor personen met een handicap (of voor alle burgers?).
- Om een representatieve deelname van personen met een handicap aan de burgerconsultatie te waarborgen, mag de toegankelijkheid voor doven/slechthorenden niet uit het oog worden verloren.
- De NHRPH is verbaasd dat de zevende staatshervorming niet in het plan wordt genoemd. Hij is niet naïef en eist vanaf het begin te worden betrokken bij de denkoefening over de reorganisatie en de overdrachten.
- Inzake gegevensmonitoring
- De NHRPH vraagt meer informatie over het project Improving Equality Data Collection in Belgium
3. ANALYSE
De NHRPH had mevrouw Lalieux op 20 april 2021 aanbevelingen voor het toekomstig federaal plan handicap bezorgd (kolom 1). In kolom 2, met een perspectief, staan de verschillende maatregelen die door de bevoegde ministers worden overwogen:
Federale bevoegdheidsdomeinen – noden en verwachtingen van de NHRPH |
Acties van de federale regering + actoren |
Verzamelen van Statistieken |
|
Uitgaan van de noden en niet meer van de pathologieën |
126. Verlengen van het project “Improving Equality Data Collection in Belgium” om het uit te breiden met andere criteria van discriminatie, waaronder handicap. 127. Oprichten van een task force ter identificatie van de noden en mogelijkheden voor de verzameling van gegevens en statistieken met betrekking tot personen met een handicap (met aandacht voor andere criteria zoals geslacht, leeftijd, enz.). 128. Ontwikkeling van statistieken over de omvang en aard van in- en uitstroom van IVT- en IT-gerechtigden. 129. Bijzondere aandacht voor intersectionaliteit, in het bijzonder wat betreft leeftijd en geslacht, in de statistiekproductie inzake IVT en IT en cijfermatige analyses (vb. "Cijfers in de kijker") van de FOD Sociale Zekerheid. |
Er zijn momenteel verschillende schalen en erkenningen mogelijk. Eenzelfde persoon heeft meerdere beoordelingen naargelang de plaatsen van erkenning. Met behoud van de specificiteit van de verschillende bijstandsregelingen zou meer uniformiteit en samenwerking de lasten voor personen met een handicap kunnen verlichten, de administratieve efficiëntie en duidelijkheid kunnen verbeteren, het beleid en de gegevensverzameling transparanter kunnen maken, en ook de onderbenutting van de rechten door PMH kunnen verminderen. |
|
De noden van PMH integreren - De NHRPH systematisch daarbij betrekken |
|
1. Vaststelling van de werkprocedure voor de betrokkenheid PMH vanaf het begin van het project |
117. Garanderen van de representatieve deelname van personen met een handicap aan de voorziene burgerconsultatie.
|
Toegang hebben tot middelen om fatsoenlijk te kunnen leven |
|
De IVT optrekken tot ten minste de armoedegrens 1. Een fatsoenlijk inkomen voor de personen die wegens hun handicap niet voltijds kunnen werken. 2. Boven de armoedegrens! Voor heel wat personen gaat het niet om een tijdelijk vangnet, maar om de enige bron van inkomsten. |
17. Modernisering van de erkenningsprocedure van handicap door het ontwikkelen en toepassen van multidisciplinaire evaluaties teneinde met alle types handicap rekening te houden. 7. Revaluatie van de inkomensvervangende tegemoetkoming aan personen met een handicap tot aan de armoedegrens. 15. Evolueren naar de automatische identificatie van potentieel gerechtigden van IT/IVT- tegemoetkomingen (BELMOD-onderzoek). 12. Hervorming van het tarief van 18% IT vermindering voor personen in een collectieve woonvoorziening. |
Vlaanderen: DG HAN keuze IVT/IT of BKB (decumul) Kiezen voor de beste keuze volgens de PMH: BKB en BOB versus IVT/IT, door tijd te geven om de gevolgen van deze keuze af te wegen, op basis van een advies en een algemeen beeld van de situatie. |
|
De IT niet langer in aanmerking nemen voor de berekening van het leefloon en andere door het OCMW erkende steun Motivatie: Dit geldt ook voor de BKB. De huidige teksten zijn helemaal niet duidelijk. Er mag geen ruimte zijn voor interpretatie |
|
Herzien wet 1987 Op administratief vlak en op het vlak van de medische evaluatie |
16. Evaluatie van de wet van 1987 en formuleren van pistes ter hervorming om deze in overeenstemming met de moderne visie op handicap te brengen. |
Administratieve prioriteiten: - Meer transparantie en billijkheid in de statuten. De nieuwe vormen van huisvesting moeten hun plaats vinden in de toepassing van sociale rechten op een eerlijke manier. De benadering van het begrip inkomen moet zoveel mogelijk worden aangepast en geautomatiseerd en op geactualiseerde wijze worden vastgesteld. - De woonsituatie (samenwonen, alleen wonen, verwantschap) moet worden aangepast aan de nieuwe vormen van huisvesting. En de bepaling van deze situatie moet eenvormig gebeuren, zonder enige ruimte voor interpretatie door de steden en gemeenten. Op dit moment worden nieuwe vormen van huisvesting vaak verschillend gedefinieerd, afhankelijk van de gemeente of stad waarin men woont. Dit leidt tot onderbescherming (en soms het tegenovergestelde, maar beide zijn oneerlijk). - Referentiejaar van de inkomens - Ontkoppeling tussen informatica en inkomens - Mogelijkheid van een geleidelijke terugkeer naar het werk, waarbij de uitkering niet volledig verloren gaat. Personen enige zekerheid geven, wanneer zij de stap naar de arbeidsmarkt willen zetten. (cf. RIZIV-reglementering: 20 % van de tegemoetkoming wordt behouden) |
13. Aanpassing van de wet van 1987, en de wet van 2001 betreffende de Inkomensgarantie Ouderen, aan de nieuwe woonvormen. 18. Opstellen van een nieuw actieplan van DG HAN ter verbetering van de dienstverlening voor de burgers: inclusieve communicatie met de rechthebbende wordt ontwikkeld: de intake procedure bij aanvraag erkenningen wordt hervormd. Er wordt onderzoek gevoerd naar hoe de dienstverlening toegankelijk kunnen maken voor diverse doelgroepen. Informatiestromen tussen de verschillende regionale antennes, OCMW’s en gemeentes worden geoptimaliseerd opdat een harmonisatie van de beslissingen en een gelijkwaardige behandeling van de aanvragen gegarandeerd wordt. De tijd die nodig is voor de behandeling van de aanvragen monitoren en verkorten en streven naar de strategische doelstelling om het aantal geschillen te verminderen. 19. Garanderen van een inclusieve en heldere communicatie met de burgers en rechthebbenden door DG HAN. 20. Verbeteren van de samenwerking tussen DG HAN en de gemeentebesturen, teneinde drempels tot dienstverlening weg te werken. 22. In kaart brengen van de specifieke hindernissen voor niet-Belgische inwoners met een handicap. 8. Afschaffen van de “prijs van de liefde” door het loskoppelen van de hoogte van het inkomen van de personen met een handicap en hun partners voor de integratietegemoetkoming. 37. Hervorming van de berekening van de integratietegemoetkoming door een hogere vrijstelling voor arbeidsinkomen en het versterken van het vangnet bij verlies van werk. 40. Ontwikkeling van een simulatietool zodat personen met een invaliditeitsuitkering die deeltijds het werk hervatten op voorhand kunnen berekenen wat de fiscale gevolgen van de cumulatie van uitkering en arbeidsinkomen zijn. 67. Onderzoek naar de mogelijkheid om de huidige leeftijdsgrens van 65 jaar voor de erkenning als persoon met een handicap op fiscaal vlak te vervangen 68. Zoeken naar een wettelijke oplossing voor het probleem van de dubbele aanrekening van kinderen met een handicap (hanteren van een minder restrictieve definitie van “handicap” voor deze belastingvermindering). Bijkomende maatregel Timing Regeringslid Administratie 69. De Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap zal geraadpleegd worden in functie van de voorbereiding van de bredere fiscale hervorming en het onderzoek naar de aanpassing van de fiscaliteit aan “moderne samenlevingsvormen”. |
De koopkracht van niet-belastingplichtige PMH versterken |
|
In aanmerking nemen van de noden van PMH in het armoedeplan |
26. Integratie van de handicap in het Plan Armoedebestrijding. |
Vorige staat - Artikel 100 §1 van de wet betreffende de verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, als kantelpunt tussen de sociale dekking en de sociale bijstand |
|
De toegang tot de afgeleide rechten verhogen om |
|
De factuur van PMH met een laag inkomen te verminderen |
70. Er wordt onderzocht of de terugbetaling van 6% btw bij de aankoop van een auto voor bepaalde personen met een handicap versneld, of direct bij aankoop, kan. |
Deelnemen aan het maatschappelijk leven -> een sociaal tarief voor internet en Smartphone creëren |
23. Verbeteren en actualiseren van de bestaande sociale tarieven: telefonie, gas en elektriciteit. Karine Lalieux, Minister belast met Personen met een handicap - Tinne Van der Straeten, Minister van Energie |
Meer werkgelegenheid van goede kwaliteit |
|
Verantwoordelijkheid creëren bij de werkgevers – back-to-work |
39. Verbeteren van het Terug-Naar-Werk-proces van uitkeringsgerechtigde personen in het werknemersstelsel van de ziekteverzekering via de uitwerking van de Terug-Naar-Werk-coördinatie. |
Er moet ook worden voorzien in een quotum van PMH in privéondernemingen (en/of een beroep worden gedaan op BWA’s). Invoering van een progressief quotum met compensatie in een fonds voor opleiding, indien het quotum niet wordt bereikt.
|
|
Verplicht maken van redelijke aanpassingen en positieve acties op de werkplek In het beste geval, mits het gebouw een bouwvergunning heeft en voldoet aan de GSV-toegankelijkheidsvereisten, is enkel de voordeur van de werkplek en de eventuele toegang tot de receptie toegankelijk. Alles zal afhangen van de interpretatie die aan het “publiek” wordt gegeven (zie hieronder). Parallel hiermee vermeldt de code inzake welzijn op het werk weliswaar de aanwezigheid van een aangepast toilet, maar legt geen beperkingen op ten aanzien van de toegankelijkheid van de lokalen. Hoe kunnen we dan de werkgelegenheid voor PMH bevorderen als gebouwen niet of slechts beperkt toegankelijk zijn? En dit geldt ook voor de overheidsdiensten, die een quotum moeten naleven in termen van tewerkstelling van PMH. De behoeften van PMH zouden moeten worden geïntegreerd in wetteksten zoals de Code over het welzijn op het werk.
|
48. Het gebruik van redelijke aanpassingen in de werkomgeving van de federale overheid vergemakkelijken: |
De toegang tot werk vergemakkelijken (inwerken op fysieke, digitale omgeving, enz.) Vervoer dat ook financieel toegankelijk is
|
49. Sensibiliseren van de federale overheidsadministraties, mandaathouders en HR-ambtenaren over het recht op redelijke aanpassingen en het aanmoedigen van het nemen van initiatieven die een inclusieve werkomgeving bevorderen. |
De quota bij de overheid naleven |
46. De Begeleidingscommissie voor de aanwerving van personen met een handicap in het federaal openbaar ambt zal een meer proactieve rol opnemen in het uitwerken van voorstellen om de doelstelling van minimaal 3% tewerkstelling te halen. |
Stages en tewerkstellingsformules voor PMH integreren in de sociale zekerheid |
47. Om de mogelijkheden om personen met een handicap te rekruteren in het federaal openbaar ambt te verbeteren. |
Een quotum van PMH zou ook moeten worden voorzien bij de federale politie en het leger (met aangepaste posten) |
53. Employer Branding, waarbij de federale overheid zich profileert als een inclusieve werkgever en personen met een handicap aangemoedigd worden om te solliciteren. 54. Bevordering van de re-integratie van arbeidsongeschikte militairen. 55. Militairen die definitief als ongeschikt voor dienst als militair verklaard worden, een functie binnen het civiel personeel van defensie toe te kennen. 56. Sensibiliseren rond beeldvorming bij de rekrutering van gemeenschapswachten. Bekijken met de opleidingscentra voor gemeenschapswachten wat eventueel zou kunnen verbeterd worden opdat alle functionaliteiten en voorzieningen aanwezig zijn zodat personen met een handicap eveneens in staat zijn om een vormingsattest te behalen. |
Thans kan iemand die enkel een tegemoetkoming voor personen met een handicap ontvangt (geen inkomsten uit werkloosheid, ziekenfonds, …) niet als zelfstandige in bijberoep beginnen. Hij moet dus zelfstandige in hoofdberoep zijn, waardoor hij zeer hoge sociale bijdragen moet betalen. |
59. Nagaan op welke manier het opstarten van een zelfstandige activiteit vereenvoudigd kan worden, met name via een vermindering van de financiële voorwaarden voor toegang tot het sociaal statuut der zelfstandigen voor deze specifieke doelgroep ; of via de combinatie van een statuut van zelfstandige in bijberoep met tegemoetkomingen voor personen met een handicap. 2021-XXXX Maatregel Timing Regeringslid Administratie 61. Onderzoek naar de mogelijkheden tot een betere begeleiding aan personen met een handicap bij het zoeken naar werk binnen een versterkt re-integratiebeleid op maat van de arbeidsongeschikte zelfstandige. |
Rechtsbekwaamheid en toegang tot de rechter |
|
De uitvoering van de wet van 2013 op de rechtsbescherming evalueren |
101. Introduceren van een kader voor activiteiten van professionele bewindvoerder 102. Evaluatie van de wet inzake voorlopige bewindvoering: rekening houden met problematiek gesignaleerd door organisaties die personen met een handicap vertegenwoordigen. 103. Digitalisering van de procedure van bewindvoering: |
Stemrecht |
113. Garanderen van gratis vervoer van en naar het kieslokaal als redelijke aanpassing voor personen met een handicap. 114. Wijziging van het systeem van de volmachten om het systeem te versterken zodat misbruik voorkomen wordt. 115. Sensibiliseren van burgers, politieke partijen en media over de participatie van personen met een handicap aan het kiesproces en het belang van het aanbieden van verkiezingsprogramma’s en berichtgeving in toegankelijke formaten. |
Begeleiding van de vrederechters |
|
Toegang tot gebouwen en procedures |
105. Digitaal beschikbaar maken van het register voor beëdigde vertalers en tolken voor het publiek en werken aan een stijging van het aantal tolken gebarentaal. 106. “Fluistersets” in de rechtbanken worden beschikbaar gemaakt. 107. Digitale aangiftes bij politiediensten voor personen met beperkte mobiliteit worden mogelijk gemaakt en gepromoot. 108. Bevorderen van de bekendheid van de European Disability Card bij politiediensten. |
Internering in een gevangenisomgeving |
|
Een betere samenwerking en een betere uitwisseling tussen de instellingen bij dewelke een klacht kan worden ingediend wegens discriminatie teneinde niet te kunnen kiezen welk element het zwaarst weegt in een geval van gekruiste discriminatie, bijvoorbeeld, handicap = Unia, vrouw = instituut voor gelijkheid tussen mannen en vrouwen |
119. Evaluatie van federale antidiscriminatiewetten met aandacht voor: 120. Verbetering van de antidiscriminatietesten en de monitoring van deze. 121. Aandacht voor de meervoudige discriminatie van vrouwen en meisjes met een handicap, in de voorziene evaluatie van de gelijkheids- en mensenrechtenorganen, waaronder Unia. |
De toegang tot geneeskundige verzorging verbeteren en afstemmen op de levenskwaliteit |
|
Cartografie van de behoeften
|
3. In overleg met de deelstaten worden de bijzondere drempels voor de toegang tot gezondheidszorg voor personen met een handicap die zich situeren op de grens van de bevoegdheidsverdeling inzake volksgezondheid en welzijn in kaart gebracht (Bv. nomenclatuur voor logopedie en kine gelinkt aan revalidatiecentra). |
Het aanbod van algemene diensten vergroten |
|
De toegang tot ziekenhuizen versterken |
5. Het verzekeren van toegang van personen met een handicap tot ziekteverzekering en ziekenfondsen op gelijke voet met anderen: aanpak van de problematiek van voorafbestaande toestanden. |
Voor de gezinnen en mantelzorgers, enorme respijtbehoeften in de thuiszorg |
|
Opleiding van het personeel en informatie |
|
Zo lang mogelijk thuis blijven wonen -> beantwoorden aan de specifieke behoeften van PMH en gezinnen – een screening van de behoeften doen |
6. Hervorming van de wet van 26 juni 1990 “betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke” met respect voor de rechten van de patiënt met een handicap. |
Te strenge nomenclatuur (kine en logopedie) in verband met zorgtrajecten in revalidatiecentra; niet aangepast aan de situaties van het gezinsleven, zonder nog te spreken van het feit dat revalidatiecentra, scholen, dagcentra, … soms zeer ver weg zijn.
|
|
Protocol verpleegkundige handelingen – het verbod van bepaalde verpleegkundige zorg door mantelzorgers of niet-professionele personen opheffen (criterium van de levenskwaliteit) |
|
Rietjes voor eenmalig gebruik |
|
Verzorging is ook financieel ontoegankelijk voor heel wat PMH: kiezen tussen zich verwarmen/eten/zich verzorgen (zie studies van verenigingen)
|
|
Regeerakkoord: interfederaal plan chronische ziekten -> uitbreiden tot PMH |
|
Ondersteuning van PMH en gezinnen |
|
De erkenning van het werk van mantelzorgers op het vlak van sociale rechten verhogen |
|
Universele toegankelijkheid – Rechten van de consumenten – bescherming van PMH
|
|
Definitie van een voor het publiek toegankelijke plaats In de gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen (onder andere wetteksten) zijn de voorschriften van toepassing op de “voor het publiek toegankelijke plaatsen”, “openbare of voor het publiek toegankelijke voorzieningen” … In geen enkele van deze teksten kan evenwel een definitie van dit “publiek” worden teruggevonden. Daaruit vloeit voort dat iedere lezer het begrip zelf interpreteert. Deze mogelijkheid tot interpretatie heeft zware gevolgen. Onder andere: De analyse van het naleven van de wettelijke voorschriften inzake toegankelijkheid van ganse of een gedeelte van de gebouwen tijdens het onderzoek van de stedenbouwkundige vergunning wordt al dan niet uitgevoerd volgens de aan het begrip “publiek” gegeven interpretatie (aangezien het toepassingsgebied van deze teksten niet altijd een antwoord biedt); De impact op de afwezigheid van toegankelijkheid in de meeste werkplaatsen; … In Zwitserland, bijvoorbeeld, definieert de LHand (federale wet inzake de gelijkheid voor PMH) deze “openbare ruimten – voor het publiek toegankelijke ruimten…” waarbij het op die manier iedere mogelijkheid tot interpretatie schrapt. Het al dan niet bindende karakter van het toegankelijk maken van de infrastructuren lijkt bijgevolg duidelijk. Het aanbrengen van dergelijke verduidelijking in onze wetteksten zou een grote hulp zijn bij het toegankelijk maken van de bebouwde omgeving. |
27. Ervoor zorgen dat de specifieke noden van personen met een handicap geïntegreerd worden in het alomvattend moderniseringsplan om de kwaliteit van de dienstverlening van de overheid te verbeteren: garanderen en verbeteren van een toegankelijk onthaal en toegankelijke informatie voor personen met een handicap. 29. Bijzondere aandacht voor inclusieve dienstverlening bij de overheidsdiensten met rechtstreeks contact met de burger. Onder meer door aanvraag redelijke aanpassingen mogelijk te maken en daarvoor de nodige interne middelen voorzien.
|
Brandveiligheid in de gebouwen In België zijn de federale overheden, de gemeenschappen, de gewesten en zelfs de gemeentebesturen om verschillende redenen verantwoordelijk voor brandpreventie of -bescherming. Thans worden de behoeften van PMH niet in aanmerking genomen in de geldende wetteksten. De voor het publiek open gebouwen, gebouwd na 1975 (verschijnen van de eerste federale wet inzake toegankelijkheid van gebouwen waarvoor een stedenbouwkundige vergunning moest worden aangevraagd), zouden toegankelijk moeten zijn. De wetgeving inzake brandveiligheid in de gebouwen heeft dus geen criterium ingevoegd om meer bepaald de veiligheid van PMH in de gebouwen te waarborgen. Het volgende kan evenwel worden vastgesteld: Zelfs indien, sinds 1975, de gebouwen waarvoor een stedenbouwkundige vergunning moest worden aangevraagd toegankelijk moeten zijn, vormt dit geen realiteit; De thans geldende gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen (waarvan de voorschriften inzake toegankelijkheid van PMH niet zijn geharmoniseerd terwijl de behoeften van PMH identiek zijn) nemen de behoeften van personen in een rolstoel essentieel in aanmerking en niet de behoeften van personen met sensoriële, cognitieve, … beperkingen. De veiligheid van PMH in een gebouw mag enkel berusten op de voorschriften van de gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen. De behoeften van PMH moeten dringend worden geïntegreerd in de verschillende reglementaire en normatieve teksten inzake brandveiligheid in de gebouwen.
|
76. Opstellen van een inventaris van de toegankelijkheid van de federale gebouwen met daaruit voortvloeiend een plan van aanpak van de meest urgente noden. 77. Promoten van het gebruik van de toegankelijkheidsgids die werd opgesteld door de Regie der gebouwen door alle federale administraties. 78. Formele aanduiding van referentiepersonen binnen de Regie, en hun opleiding als “adviseur toegankelijkheid”. 79. Digitalisering van de diagnosefiche voor toegankelijkheid van gebouwen, en het sluiten van een openbare aanbesteding voor de uitvoering van een diagnose op basis van deze fiche. 80. Beroep doen op ervaringsexperten om de toegankelijkheid van de inrichting van federale overheidsgebouwen te evalueren. 81. De toegankelijkheid van de federale overheidsdiensten wordt online omschreven zodat burgers niet met onverwachte hindernissen geconfronteerd worden op het moment van hun bezoek. 82. Actieplan ter verbetering van de toegankelijkheid van federale musea en culturele instellingen (o.a. de Munt, Bozar). 83. Buitenlandse posten: evaluatie van de toegankelijkheid van de ambassades en de residenties. 84. Verzekeren dat de toekomstige kazernes toegankelijk zijn en aanpassingen voorzien in alle bestaande kazernes waar dit nodig is. |
Algemeen zouden de behoeften van PMH systematisch moeten worden opgenomen in de algemene preventieprincipes (werven…). Dit is thans absoluut niet het geval. |
|
Toegang tot de bebouwde en niet-bebouwde, openbare en privé- omgeving van openbaar nut: |
|
Uitvoering EAA |
85. Omzetting van de “European Accessibility Act” naar Belgische wetgeving en het betrekken van de vertegenwoordigende organisaties van personen met een handicap bij dit proces. |
Privédiensten van algemeen belang: Bpost, Proximus, banken, COMEOS |
57. De quota van 3% tewerkstelling wordt opgenomen in de beheerscontracten van de publieke ondernemingen. 58. Evaluatie van de maatregelen die zijn genomen voor de tewerkstelling van personen met een handicap of personen die hun normale functie binnen de Belgische spoorwegen niet meer kunnen uitoefenen en onderzoeken hoe de tewerkstellingsgraad kan worden verbeterd om richting 3% te gaan. 62. Garanderen van de toegankelijkheid van basisbankdiensten voor personen met een handicap. 63. In overleg met de financiële sector (o.a. Febelfin) worden afspraken gemaakt over de toegankelijkheid, waaronder de nabijheid van het banken- en bankautomatennetwerk. 87. Zoeken naar een oplossing om de universele toegankelijkheid van de draagbare betaalterminals die alleen een touchpad hebben te verzekeren. |
Uitvoeren richtlijn web |
|
Universele conceptie = standaard. Maakt deel uit van het architectuuronderwijs en vormt een voorafgaande voorwaarde voor de constructie/renovatie van nieuwe gebouwen. |
|
Mobiliteit |
|
Vervoer PMH moet toegankelijk zijn, fysiek en/of financieel Ofwel zien wij erop toe dat het openbaar vervoer zo toegankelijk mogelijk wordt dankzij redelijke aanpassingen, en/of wordt aangevuld met financiële maatregelen voor de personen voor wie enkel individueel vervoer mogelijk is (naar het voorbeeld van de diensten voor aangepast vervoer in Vlaanderen, hoewel dit ook nog in heel wat opzichten moet worden verbeterd). Zolang dit niet het geval is, moeten wij, op bepaalde domeinen, vertrouwen op de verantwoordelijkheid van de diensten om hun diensten toegankelijk te maken voor personen met beperkte mobiliteit. Voorbeeld: toegankelijkheid van gespecialiseerde diensten (terugbetaling van het individueel transport met een compensatie/aanvaardbare prijs), naar het voorbeeld van de organisatie van de COVID-vaccinaties. |
89. Verbeteren van de toegankelijkheid van treinen en stations 92. Aanbieden van een zorgvuldige opleiding van het personeel over de omgang met reizigers met beperkte mobiliteit, inclusief treinbegeleiders. |
NMBS – Toegankelijke treinen De NHRPH betrekken bij het opstellen van het nieuwe openbare dienstcontract |
Zie voormelde maatregel 89 90. Het opnemen van doelstellingen voor de realisatie van toegankelijkheid voor reizigers met beperkte mobiliteit in het dienstcontract met NMBS en het performantiecontract met Infrabel. 91. Verbeteren van het systeem van assistentie aan reizigers met beperkte mobiliteit: |
NMBS – Afschaffing reservatietermijnen |
93. Versterking van de systemen die passagiers met een handicap in staat stellen een ticket te kopen: website, app, toegankelijke ticketautomaten, aanwezigheid van een steward. |
Intermodaliteit |
|
EDC
|
94. Het gebruik van de European Disability Card binnen het openbaar vervoer zal onderzocht worden. Georges Gilkinet, Minister van Mobiliteit - Karine Lalieux, Minister belast met Personen met een handicap - FOD Mobiliteit - FOD Sociale Zekerheid 122. Verder uitrollen van de European Disability Card als instrument voor de toegang tot cultuur en vrije tijdsbesteding in binnen- en buitenland – en promotie van het maximaal gebruik ervan bij de federale culturele en wetenschappelijke instellingen. Bijkomende maatregelen Timing Regeringslid Administratie 123. Uitwerken van sportinitiatieven voor militairen en veteranen met een handicap. |
Scan Cars, lage-emissiezones en kilometerheffing |
98. Hervorming van het systeem van parkeerkaarten |
|
99. Wijziging van de wegcode om het gebruik van busstroken en speciale oversteekplaatsen voor het collectief vervoer van personen met een handicap mogelijk te maken. |
De toegang tot informatie vergemakkelijken – strijden tegen de non take-up |
|
Toegankelijke websites |
86. Alle publieke websites en applicaties dienen toegankelijk te zijn conform de meest recente EN301549-standaarden. Daartoe voorzien we: |
Fysieke omgeving van het gebouw en van de omgeving toegankelijk voor alle PMH (ongeacht welke deficiëntie ze hebben) |
|
“Makkelijk te lezen en te begrijpen” systematiseren |
32. Veralgemenen van het gebruik van easy-to-read versies van belangrijke documenten voor de burger. |
De vertaling in gebarentaal voorzien |
30. We zetten een netwerk van ervaringsdeskundigen handicap (NHRPH denkt dat het over de gebarentolken gaat) op om de federale administraties te ondersteunen.
|
De grenzen van alles wat digitaal is – in de overheidsdiensten voldoende personeel voorzien om de personen op te zoeken die door de mazen van de socialezekerheids- en socialebeschermingsregelingen zijn geglipt
|
64. Ontwikkeling van een “uniek loket” voor burgers voor vragen in verband met consumentenzaken, dat “hybride-digitaal” is. 65. De betrokkenheid van de NHRPH bij consumentenzaken en de bescherming van kwetsbare consumenten verbeteren/versterken. 66. Evaluatie van de uitbreiding van het recht om vergeten te worden voor personen met een handicap in verzekeringsmaterie in lijn met die van bepaalde types van diabetes. |
Herstelplan en Green deal |
|
De herstelmaatregelen (PVH) en de maatregelen op het vlak van de bestrijding van de klimaatopwarming moeten PMH ook ten goede komen |
35. Integreren van de handicapdimensie in projecten van het Belgisch plan voor herstel en veerkracht en het federaal relance- en transitieplan. Thomas Dermine, Staatssecretaris voor Relance en Strategische Investering |
|
72. Betrekken van de NHRPH bij de uitwerking van klimaat- en milieubeleid, teneinde een rechtvaardige transitie voor personen met een handicap te waarborgen. 73. Integratie van handicap in het federaal plan voor duurzame ontwikkeling 2021-2025. |
Ondersteunen van de werkzaamheden van PMH-verenigingen en onderzoekswerk |
|
Schenkingen aan erkende verenigingen zouden, net als in Frankrijk, in aanmerking moeten komen voor een vrijstelling van 66 % (bij ons slechts 40 %) en dit voor schenkingen aan verenigingen en ook in het kader van onderzoek |
|
Institutionele hervormingen 2024 |
|
Betrokkenheid van de NHRPH om de handistreaming van de behoeften van PMH te waarborgen |
131. Uitbreiden van de betrokkenheid van de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap in het beleidsproces. |
Een aantal andere verbintenissen en maatregelen worden ook voorzien, met name:
- Bevordering van de sociale economie, waartoe ook de tewerkstelling van personen met een handicap behoort, in het actieplan “federaal beleid inzake overheidsopdrachten”.
- Bevordering van de re-integratie van militairen met een handicap op de arbeidsmarkt.
- De NHRPH betrekken bij de uitwerking van klimaat- en milieubeleid om te zorgen voor een rechtvaardige overgang voor personen met een handicap.
- Een passende opleiding verstrekken voor personeel dat omgaat met passagiers met beperkte mobiliteit, met inbegrip van het boordpersoneel. Zorgen voor een vaste prijs voor papieren en digitale tickets wanneer een persoon met een handicap een ticket koopt.
- Evaluatie van de haalbaarheid en de relevantie van een bewustmakingscampagne voor spoorweggebruikers zoals de campagne ‘Wat als u in de situatie van... zat’.
- Aandacht voor de handicap in het kader van het actieplan tegen huiselijk geweld.
- De toegankelijkheid van opvangcentra en opvangcentra voor seksueel geweld voor personen met een handicap beoordelen en waarborgen.
- Benadrukken van de meervoudige discriminatie waarmee vrouwen en meisjes met een handicap worden geconfronteerd door instanties voor gelijkheid en mensenrechten, waaronder Unia.
- Ervoor zorgen dat personen met een handicap voor voren worden gebracht in acties ter bevordering van het imago van België in het buitenland.
Sommige verzoeken van de NHRPH bleven daarentegen onbeantwoord (kolom 2 leeg).
4. ADVIES BESTEMD
- Voor opvolging aan mevrouw Karine Lalieux, Minister van Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, belast met Personen met een handicap, Armoedebestrijding en Beliris
- Ter informatie aan de heer Alexander De Croo, Eerste Minister
- Ter informatie aan alle federale ministers en staatssecretarissen
- Ter informatie aan Unia
- Ter informatie aan het UNCRPD-coördinatiemechanisme
- Ter informatie aan de federale ombudsman