Ga naar de inhoud

Advies 2020/04

Advies nr. 2020/04 van de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap (NHRPH) over het systeem van parkeercontrole door ‘scancars’ en de lage-emissiezone (LEZ), uitgebracht op 20/03/2020 na raadpleging van de leden per e-mail op 17/03/2020.

Advies op initiatief van de NHRPH.

1. ONDERWERP

De gebruiksvoorwaarden voor de Europese parkeerkaart voor personen met een handicap veranderen door gewestelijke en lokale regelgeving: het betreft de regelgeving inzake de scanwagen voor parkeercontrole (scancar) en de lage-emissiezone (LEZ).

2. ANALYSE

De scancar is een wagen met een camera op het dak waarmee de politie geparkeerde wagens systematisch kan controleren. De nummerplaten worden gescand om na te gaan of chauffeurs betaald hebben om te parkeren of eventueel gratis mogen parkeren.

Ter herinnering: in België is het de DG Personen met een handicap (DG HAN) van de FOD Sociale Zekerheid die de Europese parkeerkaart voor personen met een handicap onder bepaalde voorwaarden uitreikt. Met die kaart kan de houder in België parkeren op een voorbehouden parkeerplaats voor personen met een handicap (blauw verkeersbord E9a – “P”). Rijdt de kaarthouder in zijn eigen of een ander voertuig (mee), dan moet hij de parkeerkaart bij het parkeren op het dashboard van dat voertuig leggen. De kaart is persoonlijk. De voorwaarden voor de erkenning (DG HAN) en het gebruik van de kaart (Wegcode) zijn een federale bevoegdheid.
In sommige steden en gemeenten kan gratis worden geparkeerd met de kaart (lokale bevoegdheid).

De scancar wordt in verschillende gemeenten in België ingezet:

  • Brussels Hoofdstedelijk Gewest: in de meeste Brusselse gemeenten beheert parking.brussels het parkeren. Op de website van het parkeeragentschap parking.brussels staat welke gemeenten dit controlesysteem gebruiken. Personen met een Europese parkeerkaart voor personen met een handicap mogen gratis en voor onbepaalde tijd parkeren in alle blauwe zones (gebruik van de schijf en de bewonerskaart) en betalende zones. De Brusselse gemeenten die niet worden beheerd door dit agentschap, hebben een eigen gemeentelijk parkeerreglement. Voor deze gemeentes moet de website worden geraadpleegd of contact worden opgenomen met het gemeentebestuur.
  • Waals Gewest: de scancar wordt hier geleidelijk aan ingezet in enkele steden, waaronder Charleroi en Luik. In Luik mogen bezitters van een parkeerkaart voor personen met een handicap gratis parkeren op deze parkeerplaatsen, ongeacht of zij in Luik wonen of niet. Zij kunnen deze mogelijkheid aanvragen via een onlineformulier (E-loket) of op afspraak bij de gemeentelijke sociale dienst van Luik. Het gratis parkeren wordt beperkt tot twee voertuigen per parkeerkaart. In Charleroi duikt de scancar al sinds mei 2017 in het straatbeeld op. Het gebruikte voertuig moet worden geregistreerd op de website van de RCA (Régie communale autonome), die het parkeren binnen de stad beheert. Er wordt dan een vrijstelling van 3 of 5 jaar toegekend om gratis te mogen parkeren op alle parkeerplaatsen op de openbare weg.
  • Vlaams Gewest: enkel in Knokke-Heist wordt de scancar ingezet. Het agentschap Optimal Parking Control beheert de parkeercontroles in verschillende Vlaamse gemeenten. De NHRPH kent die gebruiksvoorwaarden voor de parkeerplaatsen evenwel niet.

De LEZ (Low Emission Zone of lage-emissiezone) is een maatregel die de meest vervuilende voertuigen weert in het betrokken gebied. De LEZ geldt elke dag van de week, 24 uur op 24.

Dit systeem is sinds 1 januari 2018 van kracht in het hele Brussels Hoofdstedelijk Gewest (19 gemeenten).
Voor voertuigen van personen met een handicap is een afwijking mogelijk: het betreft voertuigen die specifiek zijn aangepast voor het vervoer van personen met een handicap en waarvan de nummerplaathouder – of een persoon die op hetzelfde adres als de nummerplaathouder is ingeschreven – ook de houder van de parkeerkaart voor personen met een handicap is. Beide voorwaarden moeten dus zijn vervuld: houder van de kaart (of gezinslid) zijn EN een aangepast voertuig hebben. Heeft de persoon wel een parkeerkaart voor personen met een handicap, maar geen aangepast voertuig, dan is een afwijking niet mogelijk.  
Een aangepast voertuig is uitgerust met een geïntegreerd systeem om de persoon voor wie dergelijke aanpassing nodig is, te helpen instappen.
Afwijkingen zijn 3 jaar geldig en worden niet automatisch toegekend. De persoon met een handicap moet de afwijking opnieuw aanvragen.
Bovendien wordt een boete opgelegd indien de betrokkene vergeet of niet weet dat hij een afwijking moet aanvragen.

In het Vlaams Gewest werd deze maatregel tot nu toe enkel in Antwerpen en Gent ingevoerd.
Er zijn uitzonderingen voor personen met een handicap, op voorwaarde dat zij een voertuig hebben dat is aangepast aan hun handicap.

Voertuigen die worden gebruikt door of voor personen met een handicap, mogen rondrijden in de LEZ indien ze voldoen aan ten minste een van volgende voorwaarden:

  • de eigenaar van het voertuig of een persoon die op hetzelfde adres is ingeschreven als de persoon met een handicap, heeft recht op een verhoogde tegemoetkoming voor geneeskundige verzorging en beschikt over een parkeerkaart voor personen met een handicap;
  • het voertuig is aangepast aan het vervoer van personen met een handicap en beschikt over een erkenning van de bevoegde instantie; de eigenaar of een persoon die op hetzelfde adres is ingeschreven, bezit een parkeerkaart voor personen met een handicap;
  • het voertuig is aangepast aan het vervoer van personen met een handicap en wordt gebruikt voor diensten voor aangepast vervoer;
  • het voertuig is uitgerust met een rolstoellift.

De voorwaarden om in aanmerking te komen voor een afwijking staan op de website van de betrokken stad (website van Antwerpen en Gent) of zijn verkrijgbaar bij het onthaal van het gemeentebestuur.

Sinds 1 januari 2020 kunnen Waalse gemeenten voorstellen om permanent of tijdelijk een of meer lage-emissiezones op hun grondgebied in te voeren. In een tweede fase, vanaf 1 januari 2023, zullen er beperkingen op het hele Waalse grondgebied van kracht worden. Alle informatie komt op de website www.walloniebassesemissions.be/fr/ te staan. De website wordt nog uitgewerkt. De NHRPH heeft nog geen informatie over mogelijke afwijkingen.

3. ADVIES

A. Wat de regelgeving voor de scancar betreft, geeft de NHRPH een volledig negatief advies :

  • De verplichte registratie van een of twee nummerplaten is in strijd met de federale regelgeving die bepaalt dat de kaart niet gelinkt is aan een voertuig maar aan de gebruiker ervan. De NHRPH haalt de werkwijze in de gemeente Knokke-Heist als goede praktijk aan. Daar mogen meerdere nummerplaten worden geregistreerd, zonder enige beperking qua aantal. Deze registratie gebeurt bovendien onmiddellijk bij de betaalautomaat op straat. Een voorafgaande formaliteit via (de site van) de gemeentelijke administratie is niet nodig.

  • De gemeentelijke reglementeringen wijken sterk van elkaar af en werden opgesteld zonder kennis van de federale reglementering. Zo ontstaan in de praktijk bijkomende gebruiksvoorwaarden voor de kaart. Bovendien leiden ze tot discriminatie tussen personen met en personen zonder wagen: veel personen met een handicap die in het bezit zijn van een parkeerkaart, hebben niet noodzakelijk zelf een wagen, maar zijn afhankelijk van derden.

  • De vele gemeentelijke reglementeringen brengen de bewegingsvrijheid van het individu in gevaar. Iedere verplaatsing vereist een andere voorbereiding naargelang de gemeente.

  • Zelfs in Brussel hebben de 19 gemeenten geen uniform reglement (raadpleging van de website, registratie ter plaatse, voorafgaandelijk bezoek aan het loket van de administratie). Iemand die op eenzelfde dag naar zijn dokter in Elsene, de apotheek in Sint-Gillis en de winkel in Anderlecht wil gaan, moet drie andere registratiemethodes doorlopen in drie gemeenten. Hij kan voor deze drie verplaatsingen ook afhankelijk zijn van – bijvoorbeeld - zijn dochter en twee buren, met andere woorden drie verschillende voertuigen. Door de gemeentelijke reglementeringen worden een of twee van deze drie trajecten niet mogelijk.

  • Overigens is het voor personen met een handicap niet evident te weten of zij met hun kaart al dan niet gratis mogen parkeren in de blauwe zone en op de voorbehouden plaatsen.

  • Bovendien zijn er in sommige steden parkeerplaatsen waar de wagen maximaal 30 minuten geparkeerd mag staan om kort inkopen in het stadscentrum te doen. Een rolstoelgebruiker die alleen met de wagen komt, moet – in 30 minuten – uit zijn wagen komen, zijn boodschappen doen, naar zijn wagen terugkeren en zijn rolstoel opnieuw inladen. Dit is bijna onmogelijk.

  • Hoe wordt de toegang tot informatie voor personen met een handicap van buiten de stad verzekerd (toerisme, incidentele bezoekers, ...)? De NHRPH herinnert eraan dat het een Europese parkeerkaart is: er kan niet worden verwacht dat Europese burgers die bijvoorbeeld in België op vakantie zijn, zich registreren op elke site van de steden die zij in België bezoeken.

  • In 2015 bracht de NHRPH advies 2015/20 uit over het parkeerbeleid voor personen met een handicap. De NHRPH wees toen reeds op de verschillen tussen de Gewesten wat betreft het concrete gebruik van de kaart en betreurde dat de regels voor parkeren met een kaart verschillen van gemeente tot gemeente.

  • De NHRPH is verheugd over het recente vonnis van de vrederechter van het eerste kanton van Charleroi, nl. dat de reglementering van de RCA (Régie communale autonome) voor personen met een handicap in strijd is met de verplichtingen van het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (UNCRPD).

  • Niet alle personen met een handicap hebben toegang tot het internet.

  • De NHRPH wenst uniformiteit in het gebruik van de kaart: idealiter zouden houders van een parkeerkaart in alle gemeentes en steden gratis en onbeperkt moeten kunnen parkeren in de blauwe zones en op de voorbehouden plaatsen.

  • De NHRPH herhaalt zijn wens van een interministeriële conferentie (IMC) om overeenstemming tussen de verschillende deelgebieden te bereiken en van de invoering van een systeem dat coherent, transparant en eenvoudig is voor de doelgroep.

  • De NHRPH herinnert eraan dat het vroegere Rijksfonds voor sociale reclassering van de mindervaliden (RSRM) o.a. als opdracht had om een lijst bij te houden van alle uitzonderingen op het principe van gratis parkeren voor personen met een handicap. Personen met een handicap werden hiervan op de hoogte gebracht. De parkeerkaart voor personen met een handicap is een federale bevoegdheid gebleven; het is de federale overheid die verantwoordelijk is voor de reglementering.

  • Tot slot herinnert de NHRPH aan de toepassing Handi2Park die onder de vorige regering werd ingevoerd (advies 2018/19). Met deze toepassing kan de geldigheid van een parkeerkaart voor personen met een handicap worden geraadpleegd. De gemeenten beschikken dus reeds over een nauwkeurig en eenvoudig instrument om de parkeerkaarten te controleren.

B. Wat de LEZ’s betreft, geeft de NHRPH een gematigd advies.

  • Het bestrijden van luchtvervuiling en het verbeteren van de luchtkwaliteit is een grote uitdaging, waar de NHRPH volledig achter staat. Deze strijd mag evenwel niet ten koste gaan van de sociale inclusie van alle burgers.

  • Veel personen met een handicap leven onder de armoedegrens. Wie een voertuig heeft, kan het zich vaak niet veroorloven met dezelfde frequentie van voertuig te veranderen als wie het beter heeft. Bovendien is hun voertuig vaak ook het enige middel om onafhankelijk te zijn, omdat het openbaar vervoer niet toegankelijk genoeg is. Derhalve volstaat het hoegenaamd niet om de afwijkingen te beperken tot eigenaars van voertuigen die speciaal aan hun handicap zijn aangepast.

  • In Brussel zullen personen met een handicap zich online moeten registreren om te mogen rondrijden in een LEZ.

  • De NHRPH herhaalt dat niet alle personen met een handicap toegang hebben tot internet. De administratie moet voor iedereen toegankelijk zijn.

  • De NHRPH vraagt dat afwijkingen automatisch worden toegekend op basis van de gegevens van de federale overheid. De geldigheidsduur van de afwijking zou ook moeten zijn gebaseerd op de duur van de erkenning van de handicap door de federale overheid.

  • De NHRPH wenst dat een afwijking wordt overwogen voor personen met een handicap die een tegemoetkoming ontvangen en een parkeerkaart voor personen met een handicap bezitten. Deze personen hebben het immers zeer moeilijk. Er zou ook kunnen worden overwogen deze afwijking uit te breiden op basis van het RVV-statuut.

  • De NHRPH herinnert aan de dringende noodzaak om al het openbaar vervoer fysiek en financieel toegankelijk te maken voor iedereen en voor personen met een handicap en met een beperkte mobiliteit in het bijzonder. Bij de MIVB (Maatschappij voor intercommunaal vervoer in Brussel) bestaat er bijvoorbeeld een TaxiBus, maar deze is om verschillende redenen geen bevredigend alternatief: alleen personen met een handicap die erkend zijn door de FOD Sociale Zekerheid, mogen er gebruik van maken; de TaxiBus moet ten laatste de werkdag vóór de verplaatsing telefonisch (betalend nummer lokaal tarief 02) of via een formulier op de website www.mivb.be worden gereserveerd; de dienst werkt niet op zon- en feestdagen, ...

  • De NHRPH herhaalt hier zijn wens voor een interministeriële conferentie (IMC) om overeenstemming tussen de verschillende deelgebieden te bereiken en een coherent en rechtvaardig systeem te integreren dat voor iedereen eenvoudig in gebruik is.

  • En tot slot: onlangs werd in een verslag van de auditeur bij de Raad van State geoordeeld dat sommige bepalingen van de lage-emissiezone in strijd zijn met het grondwettelijke gelijkheidsbeginsel. Waarom worden bepaalde vervuilende vrachtwagens toegestaan, maar privévoertuigen niet?

4. BEZORGD

  • Voor opvolging aan mevrouw Nathalie Muylle, Minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Armoedebestrijding, Gelijke Kansen en Personen met een beperking;
  • Voor opvolging aan mevrouw Sophie Wilmès, Eerste Minister;
  • Voor opvolging aan de Vereniging van Steden en Gemeenten
  • Voor opvolging aan de heer François Bellot, Minister van Mobiliteit;
  • Ter informatie aan de heer Pieter De Crem, Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met Buitenlandse Handel;
  • Ter informatie aan de gewestelijke adviesraden;
  • Ter informatie aan de heer André Gubbels, Directeur-generaal (DG Personen met een handicap);
  • Ter informatie aan Unia;
  • Ter informatie aan het UNCRPD-coördinatiemechanisme.