Ga naar de inhoud

Advies 2020/24


Advies nr. 2020/24 van de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap (NHRPH) over het voorontwerp van wet tot verlenging van de tijdelijke premies toegekend aan de gerechtigden op bepaalde socialebijstandsuitkeringen in het kader van de maatregelen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19.

Advies op verzoek van de DG Personen met een handicap (DG HAN) per mail van 18/11/2020, uitgebracht op 20/11/2020 na raadpleging van de NHRPH-leden per e-mail van 19/11/2020 wegens de door de DG HAN gevraagde dringende behandeling.


1. ONDERWERP

Het voorontwerp van wet tot verlenging van de tijdelijke premies toegekend aan de gerechtigden op bepaalde socialebijstandsuitkeringen heeft tot doel een tijdelijke premie toe te kennen aan gerechtigden op bepaalde socialebijstandsuitkeringen, waaronder de inkomensvervangende tegemoetkoming (IVT) en/of integratietegemoetkoming (IT).


2. ANALYSE

De tijdelijke premie waarvan sprake is bedoeld om de negatieve gevolgen en bijkomende kosten op te vangen die de COVID-19-pandemie voor de meest kwetsbare categorieën veroorzaakt.

De premie werd oorspronkelijk toegekend van juli 2020 tot en met december 2020. Minister Karine Lalieux is van mening dat deze kwetsbare categorieën nog steeds extra ondersteuning nodig hebben, gelet op de heropleving van de epidemie en de strengere maatregelen door de overheid.

De federale regering heeft dus beslist de toekenning van deze tijdelijke premie van 50 euro te verlengen van 1 januari 2021 tot en met 31 maart 2021, in het kader van een breed sociaaleconomisch steunpakket dat zij op 6 november 2020 voorstelde.


3. ADVIES

De NHRPH staat volledig achter de voorgestelde maatregel: die is welkom, maar ruimschoots ontoereikend.

Het bedrag van de maandelijkse premie dekt geenszins de kosten voor de nieuwe leefsituatie van personen met een handicap en hun gezin.
De extra kosten als gevolg van de gezondheidscrisis zijn immers zeer hoog voor personen met een handicap. De lange en pijnlijke crisis heeft de gebruikelijke uitsluiting, waarvan zij bij de grootste slachtoffers zijn, nog verergerd.

Alle personen met een handicap, ongeacht waar ze wonen (thuis of in een gemeenschap), werden geconfronteerd met nieuwe extra kosten op het vlak van

  • zorg: De nomenclatuur van de zorg wordt soms bepaald door de plaats waar de zorg wordt verstrekt. Zo wordt logopedie of kinesitherapie minder of helemaal niet terugbetaald indien deze buiten een revalidatiecentrum plaatsvindt.
  • begeleiding: De traditionele begeleiding door vrijwilligers werd volledig opgeschort.
  • basisvoorzieningen: De voorwaarden voor toegang tot basisvoorzieningen zijn zodanig geregeld dat bepaalde minder mobiele personen met een verstandelijke of zintuiglijke handicap hun vertrouwen en gebruikelijke referentiepunten hebben verloren en zich niet meer zelfstandig kunnen verplaatsen. In veel supermarkten zijn de goedkoopste producten ook regelmatig uitgeput.
  • communicatie: De lockdown leidt tot een hogere telefoon- en internetfactuur.
  • vervoer: Vervoer door een vrijwilliger van een vereniging is uiteraard goedkoper dan vervoer door een privétaxi die is aangepast aan de behoeften van de persoon met een handicap.

Deze extra kosten komen uiteraard bovenop de kosten waarmee de meeste burgers nu te maken krijgen. De toegekende premie dekt dus enkel maskers, gel en een heel klein deel van de hierboven genoemde, niet-exhaustieve lijst van extra kosten.

De NHRPH had het logisch gevonden dat de doelgroep van de premie werd uitgebreid tot andere categorieën die ook te maken krijgen met minstens een deel van de opgesomde extra kosten:

  • ‘Onregelmatige werknemers’ met een handicap ontvangen het bedrag van het leefloon als arbeidsongeschiktheidsuitkering, maar werden vergeten bij de maatregel van 50 euro.
  • Wie vóór 1 maart 2020 ziek werd, had ook hogere kosten door COVID. Wie daarentegen na 1 maart 2020 ziek werd, krijgt een hogere uitkering (geplafonneerd basisloon + 10 %). Wie vóór 1 maart 2020 ziek werd, kreeg bovendien ook de premie van 50 euro niet.
    Zal deze verschillende behandeling naar gelang van het ogenblik waarop de persoon ziek werd, de gelijkheidstoets voor het Grondwettelijk Hof doorstaan?

De NHRPH herinnert aan de absolute noodzaak om de tegemoetkomingen voor personen met een handicap zo snel mogelijk op te trekken tot de armoedegrens. Dit zou de druk, ook psychologisch en mentaal, op de personen met een handicap al grotendeels verminderen. Dit geldt trouwens voor alle categorieën: alleenstaanden, gezinshoofden en samenwonenden met beperkte bestaansmiddelen.

Tot slot wil de NHRPH graag weten hoe de volgende aspecten zullen worden geïntegreerd in de uitvoering van de maatregel:

  1. De erkenning van de premie zal moeten worden afgestemd op de IVT, die sinds 1 augustus 2020 al vanaf 18-jarige leeftijd kan worden toegekend (terugwerkende kracht van de premie) (zie advies 2020-18). Ter herinnering: alle mogelijke uitkeringsgerechtigden die op 1 augustus 2020 minstens 18 jaar zijn, zullen vanaf 1 augustus 2020 terechtkomen in de regeling ‘IVT op 18-jarige leeftijd’. Het is dus logisch dat zij vanaf 1 augustus 2020 ook de maandelijkse premie van 50 euro ontvangen.
  2. Deze erkenning zal ook moeten worden afgestemd op de ‘prijs van de liefde’ en de ‘prijs van de arbeid’ vanaf 1 januari 2021.
  3. Zal er terugwerkende kracht zijn vanaf 1 juli 2020 voor de lopende aanvragen/beroepen?

De NHRPH wil graag bevestiging dat in deze drie hypothesen alle personen die in aanmerking kunnen komen voor een toekenning met terugwerkende kracht, ook de maandelijkse COVID-bedragen zullen ontvangen die in de regelgeving zijn voorzien, respectievelijk

  • van 1 augustus 2020 tot en met 31 maart 2021 voor wie in de regeling ‘IVT vanaf 18 jaar’ terechtkomt, voor personen met een lopende aanvraag en voor wie wacht op een uitspraak;
  • van 1 januari 2021 tot en met 31 maart 2021 voor de nieuwe uitkeringsgerechtigden op wie de wet van 1987 van toepassing is, door middel van de nieuwe maatregelen inzake ‘prijs van de liefde’ en ‘prijs van de arbeid’.


4. BEZORGD

  • Voor opvolging aan mevrouw Karine Lalieux, Minister belast met Personen met een beperking
  • Voor opvolging aan de heer Frank Vandenbroucke, Vice-eersteminister en Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
  • Voor opvolging aan de DG HAN ;
  • Ter informatie aan de heer Alexander De Croo, Eerste Minister
  • Ter informatie aan Unia
  • Ter informatie aan het UNCRPD-coördinatiemechanisme