Ga naar de inhoud

Advies 2022/31

Advies nr. 2022/31 van de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap (NHRPH) over de toegang van begunstigden van de inkomensvervangende tegemoetkoming tot de regeling voor zelfstandigen in bijberoep, uitgebracht in plenaire vergadering op 19/12/2022.

Advies uitgebracht op verzoek van de heer David Clarinval, Minister van Middenstand, Zelfstandigen, KMO’s en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing, bij brief van 2 december 2022.

1. ADVIES BESTEMD

  • Voor opvolging aan de heer David Clarinval, Minister van Middenstand, Zelfstandigen, KMO’s en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing
  • Voor opvolging aan mevrouw Karine Lalieux, Minister van Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, belast met Personen met een handicap, Armoedebestrijding en Beliris
  • Ter info aan Unia
  • Ter info aan het UNCRPD-coördinatiemechanisme
  • Ter info aan de Federale Ombudsman

2. ONDERWERP

De Minister van Middenstand, Zelfstandigen, KMO’s en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing wil het ondernemerschap van personen met een handicap ondersteunen, met name door specifiek voor deze groep de financiële drempels voor toegang tot het sociaal statuut van de zelfstandigen te verlagen.

Een vertegenwoordiger van het kabinet van de Minister heeft de maatregel voorgelegd aan de NHRPH tijdens de plenaire vergadering van 19 december 2022.

3. ANALYSE

Volgens de aan de NHRPH gerichte adviesaanvraag worden voor personen met een handicap die een inkomensvervangende tegemoetkoming (IVT) ontvangen, de drempels om zelfstandige in bijberoep te worden, opgeheven zonder dat dit gevolgen heeft voor hun sociale rechten op korte en lange termijn.

De voorwaarden voor de toekenning van tegemoetkomingen voor personen met een handicap sluiten de combinatie ervan met inkomsten uit arbeid niet uit. Zolang de inkomensgrenzen niet worden overschreden, kan de betrokkene (een deel van) deze financiële tegemoetkomingen blijven ontvangen terwijl hij of zij werkt.

In de praktijk stuiten mensen met een inkomensvervangende tegemoetkoming echter op financiële belemmeringen wanneer zij deze tegemoetkoming willen combineren met het uitoefenen van een zelfstandige activiteit. Dit is vooral het geval wanneer het om een kleine zelfstandige activiteit gaat die slechts beperkte inkomsten oplevert. In veel gevallen gaan deze mensen er financieel op achteruit door de sociale bijdragen die zij moeten betalen.

Volgens de huidige bijdrageregeling in het sociaal statuut van de zelfstandigen zijn personen die een inkomensvervangende tegemoetkoming ontvangen en een zelfstandige activiteit beginnen of deze (uitsluitend) uitoefenen, verplicht hun socialezekerheidsbijdragen als zelfstandige in hoofdberoep te betalen. Het gaat om een tarief van 20,5% op inkomsten tot € 63.297,86 en 14,16% op inkomsten tussen € 63.297,86 en € 93.281,02. Dit betekent ook een minimumbedrag van 751,25 euro per kwartaal, ongeacht de omvang van de zelfstandige activiteit of de inkomsten die daaruit voortvloeien.

Voor de eerste vier kwartalen als zelfstandige kan men als “primostarter” een vermindering van € 387,95 per kwartaal aanvragen.

Over het algemeen kunnen de betrokken personen het statuut van zelfstandige in bijberoep niet aanvragen.

Het ontwerp van koninklijk besluit verruimt het toepassingsgebied van artikel 37 zodat ook personen die een inkomensvervangende tegemoetkoming ontvangen ervan kunnen genieten. Bijgevolg kunnen deze personen, die slechts een laag inkomen als zelfstandige ontvangen (minder dan 7.678,69C), worden gelijkgesteld met zelfstandigen in bijberoep en zullen zij lagere socialezekerheidsbijdragen betalen.

Jaarlijks netto belastbaar inkomen

Socialezekerheidsbijdragen

< 1.621,72 €

1.621,72€<7.678,69 €

20,5%

 

Min: 83,11 €/T

 

Max : 393,53 €/T

7.569,70€<63.297,86 €

20,5%

 

Min: 751,25 €/T

63.297,86€<93.281,02 €

14,16%

>93.281,02 €

Max 4.305,42 €/T


4. ADVIES

De NHRPH is de maatregel bijzonder genegen. De NHRPH is ervan overtuigd dat deze maatregel de begunstigden van de IVT kan helpen om met meer vertrouwen een zelfstandige activiteit aan te vatten. Een aantal aspecten moet echter nog worden verduidelijkt.

De NHRPH heeft ook geleerd dat inkomsten uit een zelfstandige activiteit gecombineerd kunnen worden met de IVT (maatregel 063 van het Actieplan Handicap). De NHRPH vraagt zich echter af hoelang deze cumulatie mogelijk zal zijn. De regelgeving inzake tegemoetkomingen voor personen met een handicap moet hiervoor worden gewijzigd. De NHRPH wacht in dit verband op de adviesaanvraag van de Minister belast met Personen met een handicap.

De NHRPH merkt ook op dat deze maatregel alleen bestemd zou zijn voor begunstigden van de IVT en niet voor begunstigden van een invaliditeitsuitkering. De NHRPH weet dat de begunstigden van een invaliditeitsuitkering ook toegang hebben tot het statuut van zelfstandige in bijberoep, als "voormalige werknemer". De NHRPH vraagt zich echter af of de toegangsvoorwaarden en het bedrag van de te betalen bijdragen identiek zijn. Zo niet, bestaat er dan geen risico van discriminatie tussen twee categorieën van personen die in dezelfde levenssituatie verkeren?

De NHRPH vraagt ook om zorgvuldige communicatie: toekomstige zelfstandigen moeten begrijpen dat in geval van een stijging van hun inkomsten uit een zelfstandige activiteit, hun socialezekerheidsbijdragen ook kunnen stijgen. Zij hebben nood aan de precieze en geïndexeerde cijfers. Het is ook van essentieel belang eraan te herinneren dat de status van zelfstandige in bijberoep geen recht geeft op een pensioen. Ook moet volledige informatie worden verstrekt over de toegang tot afgeleide rechten. De informatiecampagne van de FOD Economie moet over al deze aspecten nauwkeurig en duidelijk zijn.