Advies 2025/16
Het secretariaat van de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap (NHRPH) kampt momenteel met een aanzienlijk personeelstekort.
Het directiecomité van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid heeft op 9 mei jongstleden beslist dat er geen vervanging komt voor medewerkers die niet langer voor het secretariaat werken.
Dit maakt het voor de NHRPH erg moeilijk om zijn opdracht als adviesorgaan naar behoren uit te voeren. Concreet betekent dit dat de NHRPH de voorziene termijnen voor het afleveren van zijn adviezen noodgedwongen moet verlengen.
Advies nr. 2025/16 van de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap (NHRPH) over het voorontwerp van wet tot wijziging van de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap, wat betreft de wettelijke pensioenleeftijd en over het koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 mei 2003 betreffende de procedure voor de behandeling van de dossiers inzake tegemoetkomingen aan personen met een handicap, wat betreft de wettelijke pensioenleeftijd, overeenkomstig artikel 4, § 2, van het koninklijk besluit van 9 juli 1981 tot oprichting van een Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap.
Advies besproken tijdens de plenaire vergadering van 19/05/2025 en uitgebracht op 03/06/2025 na raadpleging van de leden van de NHRPH per e-mail van 27/05/2025 wegens de op 12/05/2025 door mevrouw Julie Clément gevraagde dringendheid.
Advies uitgebracht op verzoek van mevrouw Julie Clément in haar e-mail van 12/05/2025.
1. ADVIES BESTEMD
- Voor opvolging aan mevrouw Julie Clément, Directrice-generaal van de DG Personen met een handicap
- Voor opvolging aan de heer Rob Beenders, minister van Consumentenbescherming, Sociale Fraudebestrijding, Personen met een handicap en Gelijke Kansen
- Ter informatie aan de heer Bart De Wever, eerste minister
- Ter informatie aan Unia
- Ter informatie aan het UNCRPD-coördinatiemechanisme
- Ter informatie aan de federale ombudsman
2. ONDERWERP
Het ontwerp heeft tot doel het leeftijdscriterium, dat momenteel is vastgesteld op 65 jaar, aan te passen aan de “wettelijke pensioenleeftijd”.
3. ANALYSE
A. Een wetswijziging is noodzakelijk om te anticiperen op iedere latere verandering van de effectieve pensioenleeftijd.
B. Een wijziging van het KB van 2003 is noodzakelijk om personen die tussen 65 en 66 jaar oud zullen zijn in staat te stellen een aanvraag in te dienen voor personen met een handicap (inkomensvervangende tegemoetkoming / integratietegemoetkoming (IVT/IT)), en dit binnen de 3 maanden na de bekendmaking van het besluit tot wijziging in het Belgisch Staatsblad voor toegang tot het stelsel van de tegemoetkomingen
De voorziene datum van inwerkingtreding - voorlopig 01.01.2025 - is fictief (artikel 14, § 2) en zal worden herzien en vastgelegd voor het bepalen van de termijn van 3 maanden die zal aanvatten na de bekendmaking van het besluit tot wijziging in het Belgisch Staatsblad.
Deze wijziging zal ook gevolgen hebben op de reglementering inzake de tegemoetkomingen voor hulp aan bejaarden, waarvoor de deelgebieden bevoegd zijn; laatstgenoemden moeten erop toezien dat hun wetgeving wordt aangepast (anti-cumulatieregel).
4. ADVIES
A. Wat het dringend verzoek betreft
Op een dag na kwam dit dringend verzoek op hetzelfde moment als de aankondiging dat er binnen de FOD Sociale Zekerheid budgettair geen enkele aanwerving voor het gemeenschappelijk secretariaat van de NHRPH en het Belgian Disability Forum (BDF) mogelijk was.
De NHRPH wijst erop dat de situatie bij het secretariaat zeer moeilijk is wegens een zwaar onderbezet team: twee Nederlandstalige functies werden niet vervangen en een Franstalige werknemer is sinds meer dan 5 jaar langdurig ziek zonder dat het mogelijk is deze persoon te vervangen. Hoewel de NHRPH begrijpt dat de administratie en de minister van Personen met een handicap prioriteiten en een strak tijdschema hebben, is het ook noodzakelijk dat de NHRPH de nodige middelen krijgt om volgens verwachting te functioneren. In dit geval heeft de weigering van de administratie enkel betrekking op de vervanging van de personen die vertrekken en niet op de versterking van het team van het secretariaat.
De NHRPH herinnert overigens eraan dat het raadplegen van de NHRPH verplicht is voor alle wijzigingen die betrekking hebben op de reglementering inzake tegemoetkomingen (wet van 27 februari 1987 en uitvoeringsbesluiten), maar ook dat zijn advies noodzakelijk en onontbeerlijk is om een echt beleid inzake handistreaming te voeren.
Deze prioriteit wordt herhaald in het regeerakkoord, in de verklaring van de minister van Personen met een handicap (zie Beleidsverklaring pagina 13: De Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap (NHRPH) speelt hier als federale adviesraad een sleutelrol. Ik zal in overleg met de NHRPH bekijken hoe hun werking en impact kan worden versterkt zodat de stem van personen met een handicap steeds wordt gehoord, en zie ook Beleidsnota pagina 9: De Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap (NHRPH) is als federale adviesraad dan ook een cruciale partner bij het ontwikkelen van het federale beleid. In overleg met de Raad zal ik een voorstel doen tot versterking van de werking van de Raad, in overeenstemming met de aanbevelingen van het VN-comité inzake de rechten van personen met een handicap aan ons land), maar ook in het Charter voor de waarden van de FOD Sociale Zekerheid en in de operationele doelstellingen van de DG Personen met een handicap.
⇒ De NHRPH vraagt dat deze intentieverklaringen vergezeld worden van voldoende en concrete middelen op het vlak van toegewijd personeel voor de werking van het secretariaat.
⇒ De NHRPH vraagt dat een dringende oplossing wordt gezocht voor de correcte werking van het secretariaat en dat de werknemers die het secretariaat hebben verlaten op zijn minst zo snel mogelijk worden vervangen.
B. Wat het principe van de wijziging van de teksten betreft
De NHRPH ondersteunt deze wijziging die het mogelijk maakt de toekenning van een IVT/IT in overeenstemming te brengen met het einde van de beroepsloopbaan.
Tegelijkertijd zal de verlenging van de toekenning van de IVT/IT compensaties in andere sectoren met zich meebrengen, maar ook misschien cumulaties (andere dan die van de tegemoetkomingen IVT/IT en tegemoetkoming hulp aan bejaarden (THAB)). Werd deze factor in aanmerking genomen? Zal dit geen averechtse effecten of onverschuldigde bedragen genereren?
⇒ De NHPRH wenst de bevestiging dat op deze hervorming werd geanticipeerd en dat het noodzakelijke overleg met de deelgebieden om ieder vorm van cumulatie te voorkomen wel degelijk heeft plaatsgehad.
⇒ Mocht dit niet het geval zijn, dan zullen bepaalde personen - volgens de regio waar ze wonen - een keuze zouden moeten maken tussen de toekenning van de THAB en die van de IVT/IT. In dat geval moet de DG HAN dan ook tijdig duidelijk communiceren over de meest gunstige optie.
⇒ De NHRPH benadrukt dat personen met een handicap in geen geval het slachtoffer mogen worden van deze hervorming.
⇒ De NHRPH pleit voor een brede informatiecampagne, nog voordat de hervorming van kracht wordt. Zonder afbreuk te doen aan de beslissingsbevoegheid van de wetgever en de Koning zou de hervorming op zijn minst eerst moeten worden aangekondigd in de sector van de handicap, de zorg en de begeleiding van ouderen; bestaande brochures, webinars, apps (https://mybenefits.fgov.be/burger/home) zullen ook moeten worden aangepast. De NHRPH vraagt dat de lessen die zijn getrokken uit eerdere hervormingen in aanmerking worden genomen.
C. Wat de draagwijdte van de hervorming betreft
De aangenomen tekst mag geen aanleiding geven tot een herziening van de medische toestand van de persoon, tenzij deze laatste zelf om een herziening van zijn of haar medische toestand heeft gevraagd.
D. Wat de overgangsperiode betreft
De NHRPH is van mening dat de periode van 3 maanden die is voorzien voor personen die tussen 65 en 66 jaar oud zullen zijn op het moment van de inwerkingtreding van de tekst duidelijk veel te kort is. Het verzamelen van informatie en de nodige gegevens en stukken om een dossier aan te leggen, neemt vaak verschillende maanden in beslag (cf. de enorme wachttijden voor een medisch onderzoek).
⇒ De NHRPH vraagt om deze termijn tot ten minste 6 maanden te
⇒ Het is ook absoluut noodzakelijk dat de bekendmaking van de wet en van het KB in het Belgisch Staatsblad gelijktijdig gebeurt.
E. Wat de haalbaarheid van de hervorming betreft
Wat zal de impact van deze maatregel op het federaal budget zijn?
Wat zal de impact op de DG Personen met een handicap zijn en met name op haar vermogen om de nieuwe aanvragen en telefoonoproepen te verwerken?
F. Wat de noodzakelijke communicatie betreft
De periode van 3 maanden die is voorzien voor de personen die tussen 65 en 66 jaar oud zullen zijn op het moment van de inwerkingtreding van de teksten is op dit vlak uiteraard ook veel te kort. Daarbij komt nog het feit dat heel wat personen zich ondertussen gericht zullen hebben tot met name de agentschappen in de deelgebieden.
⇒ De NHRPH vraagt een ruime informatiecampagne, nog voordat de hervorming effectief is. Zonder afbreuk te doen aan de beslissingsbevoegdheid van de wetgever en de Koning zou de hervorming op zijn minst eerst moeten worden aangekondigd in de sector van de handicap, de zorg en de begeleiding van ouderen; bestaande brochures, webinars, apps (https://mybenefits.fgov.be/burger/home) zullen ook moeten worden aangepast. De NHRPH vraagt dat de lessen die getrokken zijn uit eerdere hervormingen in aanmerking worden genomen.
⇒ Deze communicatie moet gebeuren in overleg met de agentschappen in de deelgebieden, maar ook met de OCMW’s, zodat niemand in een onzekere situatie terechtkomt of rechten verliest. Idealiter wordt al vanaf nu contact opgenomen met de sector van de handicap, de zorg, de begeleiding en de ouderen om op een doeltreffende manier de communicatie voor te bereiden.
⇒ Zullen de personen duidelijk in kennis worden gesteld van de voor hen meest gunstige situatie? De informatie moet duidelijk en volledig zijn, beschikbaar in FALC (gemakkelijk te lezen en te begrijpen taal) en in gebarentaal. Deze informatie moet ook te vinden zijn op andere plaatsen dan de website van de DG Personen met een handicap.