Advies 2025/31
Het secretariaat van de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap (NHRPH) kampt momenteel met een aanzienlijk personeelstekort.
Het directiecomité van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid heeft op 9 mei jongstleden beslist dat er geen vervanging komt voor medewerkers die niet langer voor het secretariaat werken.
Dit maakt het voor de NHRPH erg moeilijk om zijn opdracht als adviesorgaan naar behoren uit te voeren. Concreet betekent dit dat de NHRPH de voorziene termijnen voor het afleveren van zijn adviezen noodgedwongen moet verlengen.
Advies nr. 2025/31 van de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap (NHRPH) over de online bevraging van de DG HAN in het kader van de hervorming van de wet van 27 februari 1987.
Uitgebracht na e-mail raadpleging tussen 12.12 en 18.12.2025.
Advies op eigen initiatief van de NHRPH.
1. ADVIES BESTEMD
- Voor opvolging aan de heer Rob Beenders, minister van Consumentenbescherming, Sociale Fraudebestrijding, Personen met een handicap en Gelijke Kansen;
- Ter informatie aan de heer Frank Vandenbroucke, Vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Armoedebestrijding;
- Ter informatie aan de heer Bart De Wever, eerste minister;
- Ter informatie aan de voltallige regering De Wever;
- Ter informatie aan Unia;
- Ter informatie aan het UNCRPD-coördinatiemechanisme;
- Ter informatie aan de federale ombudsman.
2. ONDERWERP
De online bevraging die de DG HAN lanceerde in het kader van de geplande hervorming van de wet van 27 februari 1987 inzake tegemoetkomingen aan personen met een handicap.
3. ANALYSE
- Geen voorafgaand overleg met de NHRPH
Op maandagavond 03.11.2025 werd vanuit de DG HAN een mail verstuurd om te vragen of de NHRPH tegen de vrijdag erop (07.11) om 12u commentaar kon geven op het voorstel van de consultant.
De NHRPH heeft op 07.11 meerdere bedenkingen doorgegeven aan de DG HAN en aan het kabinet Beenders. De algemene boodschap was:
-
- deze enquête is niet rijp; wat is de visie van de hervorming?
- waarom zijn de personen met een handicap en hun familie niet bevraagd ?
- meerdere prioriteiten zijn niet voorgelegd alhoewel ze enorm van belang zijn.
De DG HAN heeft de ontvangst bevestigd van de brief van de NHRPH die op 7 november is gestuurd zonder verdere uitleg. De NHRPH kan echter helemaal niet nagaan in hoeverre haar aanbevelingen in aanmerking zijn genomen: de online enquête die op 10 november is gepubliceerd, weerspiegelt niet de bezorgdheid van de NHRPH. De NHRPH heeft ook geen uitleg gekregen over de redenen waarom haar bezorgdheid en verwachtingen niet in aanmerking zijn genomen. Het geeft de indruk dat de NHRPH “voor niets” heeft gewerkt.
Deze werkwijze is totaal in strijd met:
-
- artikel 4(3) van het UNCRPD: principe van structurele betrokkenheid van de NHRPH bij de processen van reflectie en besluitvorming;
- De wet van 27 februari 1987 voorziet in artikel 20 dat “De minister die bevoegd is voor de tegemoetkomingen voor personen met een handicap, moet het advies van de NHRPH vragen met betrekking tot elk ontwerp van koninklijk besluit ter uitvoering van de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap”.
- De enquête is niet bestemd voor de personen met een handicap en hun families
De eerste betrokkenen — personen met een handicap (PMH) en hun gezinnen — werden niet vanaf het begin betrokken (krijgen de enquête niet en worden niet uitgenodigd op de ateliers van 15 en 16 december), terwijl zij de primaire gebruikers van het systeem zijn ; alleen administraties en professionelen worden bevraagd en uitgenodigd.
Door de complexiteit van de enquêtevragen, het gebrek aan informatie over verschillende concepten in de enquête en het zeer strakke tijdschema kunnen de verenigingen die personen met een handicap vertegenwoordigen geen overleg plegen met hun leden. Dit is met name nodig bij bepaalde voorstellen die nog nooit eerder zijn besproken.
- Geen participatieve processtructuur want:
-
- de enquête laat niet toe om de visie van de gebruikers te reconstrueren. Er zijn veel aspecten die niet aan bod komen en er is geen manier waarop respondenten zorgen kunnen melden die niet in de vragen aan bod komen.
- de enquête mag niet gedeeld worden, wat de participatie volledig ondermijnt.
- De enquête vertrekt ook helemaal niet vanuit de gebruiker: geen toegankelijke taal (geen begeleidingsbrief voorzien, geen uitleg van de gebruikte concepten), geen enkele begeleiding voorzien bij het invullen.
- Er werd ook geen ontvangstdag georganiseerd om personen met een handicap die geen e-mailadres hebben, de kans te geven hun stem te laten horen en zo aan de enquête deel te nemen. Dit is een flagrant voorbeeld van het niet-uitoefenen van rechten voor personen die geen toegang hebben tot het internet.
- er is geen duidelijkheid over wat met de antwoorden gebeurt – scoring van antwoorden voor de professionelen komt niet per se overeen met die van de PMH.
- De enquête voldoet niet aan vorm- en inhoudvereisten
De inhoud van de enquête en de gestelde prioriteiten en vragen:
-
- vertrekken niet van de ervaring van personen met een handicap;
- zijn vaak tendentieus, reducerend of onduidelijk (zie terminologie hieronder);
- het overleg lijkt een gesloten proces;
- mist een grondige analyse van het huidige systeem;
- is niet ingebed in een globale visie op sociale bescherming;
- laat geen ruimte voor een integrale hervorming;
- Vragen met scores zijn makkelijk voor de verwerker van de enquête, niet voor de gebruiker. Nuances gaan verloren. Een gemiste kans bij een hervorming van dergelijke omvang.
- Problematische terminologie en logica
-
- De enquête vernoemt concepten zonder ze uit te leggen: hoe kan de persoon zich verhouden tot een concept zonder de inhoud en reikwijdte ervan te begrijpen? Bijvoorbeeld: “nieuwe beoordelingsschalen”, “overgangstoelage”, “sociale erkenning” ...
- Andere voorbeelden zijn: “begin van de zaak”, “versnellen van de behandeling indien volledig dossier”: deze formulering vertrekt vanuit een administratieve logica, niet vanuit gebruikersnoden. Betekent dit bijvoorbeeld dat onvolledige dossiers in de toekomst zullen worden geweigerd? Deze maatregel zou volledig in strijd zijn met de strijd tegen de non-take-up!
- Er wordt vaak over tegemoetkomingen gesproken zonder onderscheid te maken tussen de inkomensvervangende tegemoetkoming en de integratietegemoetkoming en soms worden er ook dingen door elkaar gehaald.
- Schalen kunnen verwarrend zijn bij cognitieve beperkingen of concentratieproblemen. Context en begeleiding zijn broodnodig als men wil spreken van een breed gedragen onderzoek.
- Er is veel sprake van het uitwisselen van gegevens. De NHRPH herinnert eraan dat de regelgeving specifieke en niet-overlappende doelstellingen nastreeft en dat de verstrekte gegevens moeten worden gebruikt en begrepen binnen een soms strikt kader; één enkel dossier om deuren te openen en sneller toegang te krijgen tot rechten, ja! maar niet om ongewenste effecten te veroorzaken. Concreet voorbeeld: iemand die door de VDAB naar een baan wordt begeleid, kan daarom nog steeds aanspraak maken op een IVT.
- Algemene filosofie van de hervorming
Welke visie? “Werk moet lonen”? Dit is niet de eerste prioriteit voor een persoon die de rest van zijn leven dagelijks geconfronteerd wordt met zijn ziekte of handicap. Prioriteit geven aan inclusie door werk is een belediging voor iedereen die nooit zal kunnen werken, het is ook een stigmatisering, terwijl toegang tot werk volledig buiten de wil van de persoon zelf ligt! We leven bovendien in een maatschappij die niet de minimale toegankelijkheid voor mogelijke participatie en inclusie biedt.
De eerste stap in de bevraging had moeten zijn: vragen aan de PMH zelf wat ze verwachten van de wet en hoe deze wet concreet kan helpen om de aanbevelingen van het UNCRPD concreet uit te werken.
- Het gehanteerde standstill-principe
-
- De NHRPH benadrukt nogmaals dat tijdens de hervorming geen afbreuk mag worden gedaan aan bestaande rechten en tegelijkertijd moet de hervorming leiden tot een hoger beschermingsniveau.
- De NHRPH benadrukt dat het uiteindelijke beschermingsniveau aanzienlijk hoger moet zijn, aangezien een grote meerderheid van de personen met een handicap in onwaardige omstandigheden leeft en te maken heeft met extra kosten als gevolg van een omgeving vol obstakels.
- De NHRPH benadrukt dat het uiteindelijke beschermingsniveau ten minste equivalent moet blijven en idealiter aanzienlijk hoger moet liggen: wat is anders het nut van een hervorming voor de PMH ?
- De persoon met een handicap moet over de autonomie beschikken om zelf te beslissen hoe hij zijn inkomen aanwendt (UNCRPD) . Het kan niet de bedoeling zijn dat de persoon met een handicap zijn kosten moet bewijzen.
- De tegemoetkomingen liggen ver onder de armoedegrens er is geen automatisch terugvallen op de IVT mogelijk na tewerkstelling en niet iedereen kan werken. De enquête laat voorkomen alsof je ofwel werkt ofwel bijstand verleend krijgt. Er wordt niet gesproken over oplossingen tussenin ofwel oplossingen op maat van elke persoon met een handicap.
- De NHRPH vraagt dat afgeleide rechten (bijv. fiscale en andere sociale rechten gekoppeld aan IT) niet verloren gaan door technische regels bij het berekenen van of kleine wijzigingen in het inkomen. Deze compensaties kunnen overigens ook nooit worden gelijkgesteld met financiële middelen.
- De hervorming kan niet slagen zonder bredere structurele maatregelen
De NHRPH benadrukt dat een hervorming van de wet 1987 nooit zal volstaan zolang de volgende domeinen niet mee evolueren:
-
- Onderwijs
Zonder inclusief onderwijs en kwalitatief gespecialiseerd onderwijs blijven jongeren later vastlopen in opleiding, werk en participatie.
-
- Werk en arbeidsmarkt
Vandaag de dag zijn er:
-
-
- geen verplichtingen voor werkgevers om PMH aan te werven;
- onvoldoende redelijke aanpassingen;
- discriminatie en vooroordelen;
- gebrek aan ondersteuning en begeleiding naar werk en op de werkvloer.
-
De IVT moet een stabiele veiligheidsbasis vormen – ook bij onderbroken of onzekere loopbanen.
-
- Grondrechten & autonomie
Personen met een handicap moeten zelf keuzes kunnen maken over wonen, mobiliteit, zorg, studie, werk.
Wanneer gezinnen niet over voldoende middelen beschikken, worden zij gedwongen richting residentiële voorzieningen of andere ongewenste opties.
De hervorming moet daarom vertrekken van en streven naar :
-
-
- autonomie;
- keuzevrijheid;
- bijstand in plaats van vertegenwoordiging;
- ondersteuning en inclusie in de samenleving in plaats van institutionalisering.
-
4. ADVIES
De NHRPH herhaalt dat een hervorming van deze wet dringend, noodzakelijk en onvermijdelijk is (zie advies 2025-13): het huidige stelsel is niet aangepast aan de realiteit van vandaag, druist in tegen de verplichtingen van de UNCRPD en houdt structureel armoede en uitsluiting in stand voor een grote groep personen met een handicap.
Een hervorming is dus zeer welkom, maar de manier waarop deze hervorming werd aangepakt, baart de NHRPH grote zorgen.
De NHRPH vraagt dat:
- De enquête wordt stopgezet of grondig herwerkt, met voorafgaand overleg met de NHRPH.
- Personen met een handicap en hun families vanaf het begin en doorheen het hele traject betrokken worden.
- De hervorming moet gebaseerd zijn op actuele cijfers en data en de spiegel zijn van de verwachtingen van de PMH en hun familie.
- De hervorming wordt ingebed in een globale visie op inclusie, armoedebestrijding en grondrechten. Naast de hervorming van de wet van 1987 moet er ook worden geïnvesteerd in andere domeinen, zoals redelijke aanpassingen, begeleiding naar en op de werkplek, verbetering van de toegankelijkheid van het openbaar vervoer, versterking van de thuiszorg voor en na het werk, enz. Het federale plan voor personen met een handicap, dat begin 2026 wordt verwacht, moet de nodige antwoorden bieden. De ICM Handicap moet zorgen voor de interfederale uitvoering ervan.
- Het uiteindelijke beschermingsniveau niet wordt verminderd, maar wordt verhoogd voor elke persoon met een handicap. De IVT moet minimaal de armoedegrens bereiken en worden geactiveerd tijdens elke periode van inactiviteit, ongeacht de reden. De IT moet rekening houden met de ontoegankelijkheid van onze omgeving en alle extra kosten die daarmee gepaard gaan op alle mogelijke vlakken van het leven.
- De doelstellingen van de hervorming worden herzien zodat de wet beantwoordt aan de doelstellingen van zelfstandig en inclusief leven. De strijd tegen armoede en NTU moet een absolute prioriteit zijn; de overheid moet over de nodige personele middelen en instrumenten beschikken om uitkeringsgerechtigden te identificeren en te begeleiden.
- De NHRPH op structurele wijze tijdens alle fasen van het denk-, uitwerkings- en evaluatieproces van de wet en de bijbehorende koninklijke besluiten betrokken wordt, met inbegrip van de evaluatie van de toegekende budgetten. Daartoe is het dringend noodzakelijk dat dat de NHRPH over voldoende en bekwaam personeel beschikt om dit proces in de komende maanden en jaren op te volgen.