Ga naar de inhoud

Advies 2025/11

 

Het secretariaat van de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap (NHRPH) kampt momenteel met een aanzienlijk personeelstekort.

Het directiecomité van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid heeft op 9 mei jongstleden beslist dat er geen vervanging komt voor medewerkers die niet langer voor het secretariaat werken.

Dit maakt het voor de NHRPH erg moeilijk om zijn opdracht als adviesorgaan naar behoren uit te voeren. Concreet betekent dit dat de NHRPH de voorziene termijnen voor het afleveren van zijn adviezen noodgedwongen moet verlengen.

 

Advies nr. 2025/11 van de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap (NHRPH) over de presentatie van het actieplan tegen de non-take-up (NTU) door de consultants belast met de door de DG Personen met een handicap (DG HAN) bestelde studie.  

Advies besproken tijdens de plenaire vergadering van 14/04/2025 en goedgekeurd per e-mail op 23/04/2025.

Advies uitgebracht op initiatief van de NHRPH.

 

1. ADVIES BESTEMD

  • Voor opvolging aan de heer Rob Beenders, minister van Consumentenbescherming, Sociale Fraudebestrijding, Personen met een handicap en Gelijke Kansen
  • Voor opvolging aan het Studiebegeleidingscomité, de heer Peter Samyn, mevrouw Julie Clément, mevrouw Esther Mulkers, mevrouw Véronique Bocken, de heer Joachim Lommelen, de heer Pablo Calvo Gil, mevrouw Stéphanie Jacquet, de heer Edouard Jacquin, mevrouw Valérie Weber, de heer Nico Meulebrouck, mevrouw Natascha Van Mechelen en de heer Arne Depoortere
  • Voor opvolging aan mevrouw Julie Clément, Directrice-generaal van de DG Personen met een handicap (DG HAN)
  • Ter informatie aan mevrouw Julie Syenave, de heer Stéphane Le Grand en de heer David Van Dieren van de consultancyfirma Antares Consulting, belast met de studie
  • Ter informatie aan Unia
  • Ter informatie aan het UNCRPD-coördinatiemechanisme
  • Ter informatie aan de federale ombudsman
 

2. ONDERWERP

Op 26 maart 2025 heeft de vergadering voor het afsluiten van de door de DG HAN bestelde studie over het niet-toekennen van rechten of de non-take-up plaatsgehad. Voor deze gelegenheid hebben de consultants van Antares, belast met de studie, het uiteindelijke actieplan voorgesteld dat het resultaat is van de denkoefening die sinds juli 2024 werd gehouden.

 

3. ANALYSE

A. Specifieke doelstellingen van de studie

De studie telt vijf specifieke doelstellingen:

  1. overeenkomen van een definitie van de NTU of het niet-toekennen van rechten in de handicapcontext;
  2. inventariseren van de reeds door de DG HAN genomen initiatieven om de NTU terug te dringen;
  3. in kaart brengen van de interacties van personen met een handicap met de ondersteunende systemen om de voornaamste obstakels die de NTU verergeren te identificeren;
  4. gerichte acties voorstellen om de NTU terug te dringen;
  5. een methode ontwikkelen om de impact van de acties van de DG HAN tegen de NTU te beoordelen.

B. De stappen van de studie

De studie omvatte verschillende fasen tussen juli 2024 en maart 2025:

  1. Een literatuuronderzoek om de NTU te definiëren en de oorzaken ervan af te bakenen en een benchmarking van goede praktijken inzake de strijd tegen het niet-toekennen van rechten.
  2. Een aantal ontmoetingen op het terrein met interne en externe actoren van de DG HAN.
  3. Een gebruikersenquête.

Op basis hiervan werd een synthese van de situatie ‘As is’ opgemaakt, werden de voornaamste factoren van de NTU geïdentificeerd en werden 11 mogelijke oplossingspistes bedacht, waaronder een dertigtal acties in totaal.

  1. Twee werkvergaderingen, in januari 2025, met de teams van de DG HAN en de NHRPH, teneinde de voorgestelde acties te bespreken.
  2. Een impactanalyse, uitgevoerd door de deelnemers van de werkvergaderingen van januari 2025.
  3. Een haalbaarheidsanalyse, uitgevoerd door het topmanagement van de DG HAN op basis van economische, technische, organisatorische, sociale en culturele, politieke criteria en de beschikbare middelen (begin maart 2025).
  4. Opstellen van een plan dat bestaat uit de acties die zijn gekozen op grond van de dubbele impact- en haalbaarheidsanalyse, te realiseren tussen 2025 en 2027.

De NHRPH heeft de verschillende stappen van de studie gevolgd. Hij heeft een eerste advies 2024-17 gepubliceerd toen de resultaten van de enquête bij de gebruikers nog niet gekend waren. De NHRPH heeft ook deelgenomen aan de impactanalyse en heeft zijn beoordeling toegelicht in een begeleidende brief.

Dit advies gaat over het eindresultaat van de studie, namelijk het door de consultants voorgestelde actieplan om te strijden tegen het niet-toekennen van rechten in het kader van de door de DG HAN aangeboden diensten.

 

4. ADVIES

Vaststellingen

A. Wat de prioritering van de acties betreft

Op basis van zowel het literatuuronderzoek, de enquête bij de gebruikers als de ontmoetingen op het terrein kwamen enkele belangrijke factoren van de NTU naar voren. Deze factoren werden vervolgens gebruikt om 11 projecten voor te stellen, die in totaal 38 acties omvatten om het fenomeen van niet-toekennen van rechten tegen te gaan. Deze 38 acties werden vervolgens onderworpen aan een impact- en haalbaarheidsanalyse. De combinatie van de resultaten van deze beide analyses heeft geleid tot een score voor elk van de voorgestelde acties. Deze scores werden gebruikt als criteria voor het prioriteren van de acties:

    • Acties met een grote impact en een hoge haalbaarheid werden geïdentificeerd als prioriteit 1.
    • Acties met een grote impact die dicht bij de haalbaarheidsmediaan liggen evenals acties met een hoge haalbaarheid die dicht bij de impactmediaan zitten werden ondergebracht in prioriteit 2.
    • Acties met een grote impact en lagere haalbaarheid, enerzijds, en acties met een minder grote impact en grote haalbaarheid, anderzijds, werden geklasseerd in prioriteit 3.
    • Acties met een lage impact en een lage haalbaarheid zijn prioriteit 4

De NHRPH vindt het jammer dat enkel prioriteiten 1 en 2 werden geïntegreerd in het actieplan 2025-2027. Prioriteiten 3 en 4 “kunnen toch worden opgenomen in het driejarenplan of later in een planning op langere termijn, zoals beslist door DG HAN” (verslag van de eindpresentatie van 26/3/2025, p. 30).

Voor het overige merkt de NHRPH verrast heel wat incoherenties op in de methodologische behandeling van de prioritering van de acties (voor het leesgemak: download hier de Excel-tabel):

    • Van de 38 acties die voorgelegd werden voor de impactanalyse krijgen slechts 34 acties een score en een prioritering.
    • De 4 acties die ontbreken in de grafiek met de scores (acties 2.1, 2.4, 3.2 en 5.4) zijn niet dezelfde als de acties die ontbreken in de prioritering(acties 2.3, 2.4, 3.6 en 5.6).
    • Drie van de acties die “verdwenen” zijn uit de grafiek met scores komen terug in prioriteit 1 (acties 2.1, 5.5) en 2 (actie 3.2).
    • Acties 3, 3.6 en 5.6, met prioritaire score, staan niet meer in de lijst met prioriteiten.
    • Sommige acties die als prioriteit zijn opgelijst, komen niet voor in het actieplan: dat is het geval voor de acties 2.1 en 5.4 (prioriteit 1) en 3.2 (prioriteit 2).
    • 8 acties veranderen van nummer naarmate de fasen vorderen. Dit heeft tot gevolg dat de grafiek van de scores, die niet de titel van iedere actie bevat, onleesbaar wordt, aangezien men niet meer weet naar welke actie de nummering verwijst.
    • In totaal zijn er 14 acties waarvan de evaluatie en de prioritering volledig onbegrijpelijk en ondoorzichtig zijn, wat neerkomt op meer dan een derde van het totale aantal acties.

B. Wat de coherentie van het actieplan met de resultaten van de gebruikersenquête betreft

De Nederlandstalige en Franstalige versies van de gebruikersenquête werd verspreid tussen 12 september en 18 oktober 2024, en de Duitstalige versie tussen 27 september en 18 oktober 2024, voornamelijk in digitaal formaat. Het doel van de enquête was om de NTU-rechthebbenden te identificeren, de oorzaken van NTU voor iedere dienst van de DG HAN op te sporen en ervaringen van rechthebbenden te verzamelen teneinde de dienstverlening te verbeteren.

Hierna volgen de belangrijkste resultaten van de enquête:

    • Personen met een verstandelijke handicap worden meer getroffen door de NTU dan de andere respondenten die de vragenlijst hebben ingevuld.
    • De NTU-typologieën verschillen sterk in functie van de provincie waar de rechthebbenden wonen, en dus van het centrum voor de erkenning.
    • Ongeacht het soort handicap dat werd onderzocht, merkt één vierde van de respondenten op dat ze administratieve problemen hadden ondervonden, namelijk: “ik wist niet dat ik recht had op deze dienstverlening”, “ik heb problemen ondervonden om de informatie die ik nodig had te vinden”, “ik heb problemen ondervonden om de website van de DG HAN/My Handicap te gebruiken”, “de informatie was niet toegankelijk (geen documenten in braille, gebarentaal, audioformaat, vereenvoudigde taal, enz)”.
    • Voor de 4 door de DG HAN voorgestelde diensten (erkenning van de handicap, integratietegemoetkoming, inkomensvervangende tegemoetkoming en parkeerkaart) brengen de gebruikers dezelfde obstakels naar voren: “ik wist niet dat ik recht had op deze dienstverlening”, “ik vond de stappen te moeilijk of ontmoedigend”, “ik heb problemen ondervonden om de nodige informatie te vinden”.
    • Ongeacht de dienst van de DG HAN, verklaart nagenoeg 10% van de respondenten onvoldoende ondersteuning te hebben gehad bij het invullen van de formulieren en het voltooien van de vereiste stappen.
    • In het vrije veld waarin de respondenten voorstellen voor verbeteringen aan de DG HAN konden formuleren, stonden de volgende suggesties:
      • Een betere verspreiding van de informatie, door middel van doelgerichte campagnes, brochures en een proactieve communicatie
      • Eén enkel aanspreekpunt om menselijke begeleiding te bieden en te voorkomen dat rechthebbenden zich in de steek gelaten voelen
      • De compatibiliteit van de websites met schermlezers voor visuele handicaps
      • Het invoeren van telefoniesystemen die zijn aangepast aan visuele en auditieve handicaps
      • Visuele ondersteuning, in gebarentaal en in FALC (gemakkelijk te lezen en te begrijpen)
      • Begeleiding op maat

De NHRPH is verbaasd dat de hierboven opgesomde verzoeken weinig weerklank vinden in het actieplan, hoewel de enquête tot doel had de oorzaken van het niet-opnemen van rechten op te sporen en de dienstverlening van de DG HAN te verbeteren. De NHRPH stelt vast dat verschillende acties die beantwoorden aan de door de gebruikers geformuleerde behoeften in de prioriteitengroepen 3 en 4 werden ingedeeld en dus niet in het actieplan zijn opgenomen:

    • Het bewustmaken van externe belanghebbenden (actie 2.1) is een doeltreffende manier om de competenties inzake eerstelijnsrechten te vergroten en bijgevolg de kwaliteit van de informatie die potentiële rechthebbenden van deze belanghebbenden ontvangen, te verbeteren. Het is tevens een manier om de kwaliteit van de door de eerste lijn ingevulde formulieren te verhogen en het aantal onvolledige of ongeldige aanvragen te verminderen. De tijd die hier door de DG HAN wordt gewonnen, zou op een nuttige manier opnieuw kunnen worden ingezet voor begeleiding op maat van rechthebbenden en zo beantwoorden aan de grote vraag naar ondersteuning die sterk naar voren kwam uit de enquête bij de gebruikers. Deze actie maakt bovendien deel uit van de acties uit prioriteitengroep 1 die om onverklaarbare redenen niet in het actieplan staan.
    • Het bewustmaken, aan het einde van hun opleiding, van toekomstige beroepsbeoefenaars die mogelijk in contact komen met potentiële rechthebbenden (actie 3.6 opgenomen in de lijst na 3.5) zou eveneens bijdragen tot een betere kennis van deze toekomstige beroepsbeoefenaars op het vlak van rechten. Dit zou op zijn beurt de kwaliteit verbeteren van de informatie die zij zullen verspreiden wanneer zij met hun doelgroepen in contact komen.
    • Eén aanspreekpunt (actie 5.3) is een expliciete vraag van de gebruikers (zie hierboven). Het biedt een antwoord op het gebrek aan persoonlijke menselijke begeleiding bij de te zetten stappen, wat in de enquête naar voren kwam als een van de belangrijkste obstakels voor toegang tot rechten.
    • Het lokale contact met moeilijk te bereiken doelgroepen (actie 5.4) is een van de weinige van de 38 voorgestelde acties die daadwerkelijk de primaire en totale NTU tracht aan te pakken, aangezien deze actie zich richt op het dichter bij elkaar brengen van de DG HAN en de doelgroepen die daarvan verwijderd zijn. Deze actie identificeert uitdrukkelijk psychiatrische patiënten en daklozen, waaronder zich personen met een verstandelijke handicap bevinden, een groep die volgens de gebruikersenquête sterk getroffen wordt door de NTU. Het is des te betreurenswaardiger dat deze actie, die deelt uitmaakt van prioriteitengroep 1, niet is opgenomen in het actieplan 2025-2027. Betekent dit dat de prioriteit wordt uitgesteld tot na 2027? Niets in het verslag wijst daarop. En zelfs als dat zo zou zijn, dan zou deze actie veel te laat komen.
    • Nauwe begeleiding voor rechthebbenden (actie 5.6 opgenomen in de lijst na 5.5) speelt rechtstreeks in op de vraag van de rechthebbenden, en in het bijzonder van personen met een verstandelijke handicap die aan de enquête hebben deelgenomen.
    • Alternatieve informatiemedia (actie 6.1) vormen een concreet antwoord op de behoeften die in de enquête werden geformuleerd door personen met verschillende soorten handicaps, namelijk de nood aan toegankelijke informatiedragers: papier, braille, audiovisueel formaat, gebarentaal, duidelijke taal (FALC). Deze actie zou de DG HAN bovendien in overeenstemming brengen met artikel 21 van het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap, waarin het volgende wordt verduidelijkt: “de Staten die Partij zijn verschaffen personen met een handicap voor het publiek bedoelde informatie (…) in toegankelijke vormen en technologieën, geschikt voor de verschillende soorten handicaps”.
    • Het proactief identificeren van rechthebbenden (actie 7.1) is een beslissende actie in de strijd tegen het gebrek aan kennis van hun rechten door de rechthebbenden, een belangrijke factor van de NTU volgens de enquête. Door dit gebrek aan kennis blijven rechthebbenden vaak inactief, simpelweg omdat ze niet weten waarop ze recht hebben.
    • Door My Handicap toegankelijk te maken voor andere externe actoren (actie 10.3) kunnen de personele middelen en de door de respondenten van de enquête gevraagde ondersteuning worden verhoogd, met name om hen te begeleiden bij hun stappen en het invullen van de formulieren. Volgens de NHRPH vereist deze actie evenwel dat de nieuwe partners over de nodige kennis beschikken om hun rol te kunnen vervullen en is ze afhankelijk van de voorafgaande uitvoering van actie 3.4 (later omgedoopt tot 3.3).

Ten slotte stelt de NHRPH verwonderd vast dat het actieplan geen enkele actie bevat om de impact van de digitale kloof te beperken: project 6, dat hieraan moest worden gewijd, is niet – zelfs niet gedeeltelijk – in het actieplan 2025-2027 opgenomen. Nochtans zijn de digitalisering en de digitale kloof een belangrijke factor voor het niet-toekennen van rechten, zoals zowel het literatuuronderzoek van de door de DG HAN besteld studie als de positienota van 2022 van de NHRPH over de gevolgen van de digitalisering aangeven. De positienota verwijst onder andere naar een studie van de Koning Boudewijnstichting waaruit blijkt dat 40% van de Belgen het risico loopt om in een situatie van digitale uitsluiting terecht te komen en 32% over zwakke digitale vaardigheden beschikt.

De resultaten van de gebruikersenquête lijken af te wijken van de cijfers van de Koning Boudewijnstichting, aangezien volgens de enquête slechts 7% van de respondenten problemen heeft met de toegang tot technologie. Deze afwijking is evenwel slechts schijn en is te wijten aan een interpretatiebias van de resultaten van de enquête. De respondenten konden immers maximaal 4 problemen aanvinken die konden leiden tot NTU-situaties. Voor de verwerking van de statistische gegevens werden deze verschillende problemen gehergroepeerd in “families”:

    • de familie “Toegang tot technologie” bevat slechts één item: ‘ik heb geen internet’;
    • het item ‘ik heb problemen ondervonden om de website van de DG HAN te gebruiken’ werd ondergebracht in de familie “Toegang tot informatie”;
    • het item ‘ik heb problemen om MyHandicap te gebruiken’ maakt ook deel uit van de familie “Toegang tot informatie”.

De 7% respondenten van de enquête die problemen hebben met toegang tot technologie zijn dus uitsluitend personen die geen internet hebben. Dit cijfer ligt overigens hoger dan dat van de laatste barometer van de digitale inclusie van de Koning Boudewijnstichting, die schat dat 5% van de Belgische bevolking geen toegang tot internet heeft. Dit toont aan dat het doelpubliek van de DG HAN meer risico loopt dan de gemiddelde Belg. Om het percentage van de bevolking dat risico loopt op digitale uitsluiting vervolgens te bepalen, moeten de personen met zwakke digitale vaardigheden worden opgeteld bij de personen zonder internettoegang. Deze minderheidsgroep van de bevolking, die wel over internet beschikt, maar problemen ondervindt met het gebruik van online tools, komt zeer duidelijk naar voren in de enquête bij de respondenten die het volgende hebben aangevinkt: ‘ik heb problemen ondervonden om de website van de DG HAN te gebruiken’ en ‘ik heb problemen om MyHandicap te gebruiken’. Zij zijn evenwel niet ondergebracht in de familie “toegang tot technologie”, maar in de familie “toegang tot informatie”. En de “toegang tot informatie” is nu net een van de voornaamste NTU-factoren die uit de enquête naar voren komt. Daarnaast komt de digitale kloof expliciet terug in de enquête door middel van open vragen:

    • Onder de problemen die lijden tot de NTU noemen de respondenten spontaan de beperkte toegang tot digitale tools.
    • In de voorstellen tot verbetering die vrij door de respondenten werden geformuleerd, staan de toegankelijkheid tot digitale tools en de verbetering van het online platform.

Aan deze belangrijke bevinding uit de enquête bij de gebruikers werd jammer genoeg geen gevolg gegeven, aangezien het actieplan 2025-2027 geen enkele van de voorgestelde acties om te strijden tegen de digitale kloof heeft opgenomen. 

C. Wat het vorige door de NHRPH uitgebrachte advies betreft

De NHRPH herinnert aan het advies 2024-17 dat hij halverwege de door de DG HAN bestelde NTU-studie heeft gepubliceerd en betreurt dat de voorgestelde verbeteringen niet in aanmerking werden genomen bij de impact- en haalbaarheidsanalyse. De voorstellen van de NHRPH hadden het actieplan kunnen verrijken en/of alternatieven kunnen bieden voor bepaalde acties die geacht werden wel effect te hebben, maar te tijdrovend te zijn.

De NHRPH heeft onder andere de volgende acties naar voren geschoven:

    • Gebruikers zo volledig en nauwkeurig mogelijke informatie geven over de mogelijkheden om in beroep te gaan.
    • Leesbare informatie bieden, in “duidelijke taal”, en “gemakkelijk te lezen en te begrijpen” taal (FALC), in braille, in gebarentaal, met ondertiteling van audiovisuele media.
    • Gerichte informatie verschaffen over de levensfase waarin de persoon zich bevindt: welke rechten heeft een kind met een handicap op het vlak van school? vrije tijd? vervoer? impact van de overgang tussen verschillende uitkeringen en statuten? enz.
    • Zorgen voor een transparante communicatie met betrekking tot reeds ontvangen en nog te ontvangen bedragen.
    • De fysieke toegankelijkheid
    • Een intern controlesysteem bij de DG HAN opzetten om te voorkomen dat dossiers waarin de toestand ongewijzigd of zelfs verslechterd is, worden onderworpen aan aanzienlijk verlies van punten, in sommige gevallen tot 3 punten of meer.
    • Organiseren van een korte tevredenheidsenquête na de raadplegingen teneinde slechte ervaringen te onderzoeken, eventuele disfuncties op te sporen en vervolgens de nodige aanpassingen te doen. Deze praktijk zou, bij uitbreiding, kunnen worden toegepast op de hele front office van de DG HAN.
    • Krachtige algoritmen voor de verwerking van persoonlijke dossiers gebruiken, met een systematische monitoring om de correcte werking ervan te meten en de nodige aanpassingen door te voeren zodra anomalieën in de verwerking worden vastgesteld. Daartoe zouden afgewezen dossiers, evenals de gegevens die tot deze afwijzing hebben geleid, moeten worden bewaard.
    • Verzamelen van precieze cijfergegevens waarmee de doeltreffendheid van het sociaal beleid, met name op het vlak van de NTU, kan worden gemeten.
    • Behouden van bemande loketten en menselijke aanspreekpunten om een directe, persoonlijke ondersteuning te bieden.
    • Oprichten van unieke loketten of contactpunten.
    • Aanmoedigen van thuisbezoeken door maatschappelijk werkers om een holistisch beeld te krijgen van de behoeften van de persoon met een handicap.
    • Naleven van de Europese richtlijn inzake webtoegankelijkheid, die de organisaties van de overheidssector oplegt de Europese norm EN 301 549 toe te passen op hun websites en online tools, en met name de principes van waarneembaarheid, bedienbaarheid, begrijpelijkheid en robuustheid.
    • Inclusieve en toegankelijke invoering van tools die zijn gebaseerd op artificiële intelligentie met specifieke aandacht voor de bias, onbedoelde discriminaties en de ondoorzichtigheid van beslissingen die betwistingen bemoeilijken.

D. Wat de coherentie van het actieplan met de doelstellingen van de studie betreft

De NHRPH stelt vast dat de doelstellingen van de studie – in het bijzonder inzicht krijgen in de oorzaken van NTU en gerichte acties voorstellen – slechts gedeeltelijk zijn verwezenlijkt. De NHRPH wijst als bewijs hiervan op het ontbreken van acties ter bestrijding van de digitale kloof en op het ontbreken van enig antwoord op verschillende behoeften die de gebruikers in de tijdens het najaar van 2024 gehouden enquête hebben geformuleerd.

De NHRPH betreurt het dat bij het opstellen van het actieplan werd gekozen voor een hoofdzakelijk mathematische methodologie, gebaseerd op scores. De NHRPH betreurt dat deze methodologie helemaal niet gepaard is gegaan met een kwalitatieve benadering op basis van inhoud en doelstellingen. Dit zou het mogelijk hebben gemaakt om acties met hoge haalbaarheid en lage impact te laten vallen ten behoeve van acties met inderdaad lage haalbaarheid maar hoge impact om te strijden tegen het niet-toekennen van rechten. De strijd tegen de digitale kloof is daarvan een overduidelijk voorbeeld.

Concrete wensen

De NHRPH vraagt het volgende:

    • Dat de volgende acties in het plan 2025-2027 worden opgenomen:
      • de acties met een prioriteit 1: 2.1 (Bewustmaking externe belanghebbenden) en 5.4 (Lokaal contact met moeilijk bereikbaar publiek).
      • acties bestemd voor het strijden tegen de digitale kloof, op zijn minst actie 6.1 (Alternatieve informatiemedia), aangezien dit een behoefte is die werd aangetoond door de gebruikersenquête en een recht dat is vastgelegd door het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap.
    • Dat de acties 3.6 (Opleiding voor beroepsbeoefenaar aan het einde van de studie), 5.3 (Eén aanspreekpunt), 5.6 (Nauwe ondersteuning voor rechthebbenden), 7.1 (Proactief identificeren rechthebbenden) en 10.3 (Toegang tot MyHandicap Professional voor andere externe actoren) behouden blijven voor het plan 2025-2027 of ten minste als onderdeel van een plan na 2027. Omdat ze deel uitmaken van de expliciete verzoeken in de gebruikersenquête en/of omdat ze het mogelijk maken om de gepersonaliseerde, menselijke eerstelijnsondersteuning te verhogen.
    • Dat de medewerkers van de DG HAN die verantwoordelijk zijn voor het aanpakken van de NTU ook voor deze doelstelling worden beoordeeld op basis van zeer duidelijke indicatoren. Dit voorstel werd geformuleerd door de Nederlandstalige groep tijdens de werksessies in januari 2025.

Ten slotte vraagt de NHRPH om bij de uitvoering van de acties uit het actieplan 2025-2027 bepaalde aandachtspunten in aanmerking te nemen:

    • Voor het hercontacteren van afhakers (actie 1.2) is het de bedoeling om dit proces op langere termijn te automatiseren, “met behulp van de digitale instrumenten van DG HAN door de geëxtraheerde lijst van afhakers in TETRA in te voeren en de verzending van een standaardbrief naar de rechthebbende te automatiseren” (actieplan, p. 19). Deze automatisering beantwoordt niet aan de behoefte aan gepersonaliseerde opvolging van de rechthebbenden, noch aan de uitdagingen van de digitale kloof indien deze brieven digitaal zouden worden verzonden.
    • Wat het begrijpelijker maken van het beoordelingsproces voor de rechthebbenden betreft (actie 2.3 die in het actieplan 2.2 is geworden), is het de bedoeling om toelichtingen op te nemen op de website en de schermen van de centra voor de erkenning van de handicap. De NHRPH benadrukt dat de digitalisering niet de oplossing kan zijn om de communicatie tussen de DG HAN en haar rechthebbenden te versterken, gelet op de digitale kloof die een groot aantal van hen treft, meer dan het Belgische gemiddelde.
    • De permanente beschikbaarheid van webinars op de website van de DG HAN (actie 3.3 die in het actieplan 3.2 is geworden) is volgens de NHRPH geen goede manier om informatie te verspreiden. Ze zijn zeer tijdrovend voor personen op zoek naar informatie (de webinars moeten volledig worden bekeken) en het bijwerken ervan – wat nodig is in het geval van een wijziging in de wetgeving – is omslachtig, omdat ze dan volledig moeten worden vervangen.
    • De verduidelijking van de rollen van elke instelling en elke partner voor een betere samenwerking met de DG HAN (actie 10.3) veronderstelt dat de externe partners de nodige middelen krijgen om de hun toegewezen rollen te vervullen. Als er nieuwe middelen beschikbaar moeten worden gesteld, moeten die ten goede komen aan de DG HAN en aan de taken die haar door de reglementering zijn toegekend.
    • Het delen van informatie en gegevens van rechthebbenden tussen instellingen (actie 10.4) vereist de invoering van waarborgen om de privacy te garanderen en te beschermen.

De NHRPH benadrukt het belang van deze studie inzake de strijd tegen de NTU. De gebruikersenquête bracht reële en realistische verwachtingen aan het licht, die nu om administratieve en politieke antwoorden vragen. In dit stadium van de denkoefening is het belangrijk om de nodige verbeteringen concreet door te voeren. Een indrukwekkend aantal personen heeft aan de enquête deelgenomen (meer dan 3.000); dit is ongezien en onthult de omvang van de verwachtingen van personen met een handicap en hun hoop dat er oplossingen komen om hun toegang tot rechten te verbeteren. Al deze respondenten wachten op concrete feedback waaruit blijkt dat ze gehoord zijn.

Vanuit het oogpunt van de NHRPH vormt deze studie een ongezien precedent. Het geeft een nauwkeurig beeld van het fenomeen van het niet-toekennen van rechten. Met dit project heeft de FOD Sociale Zekerheid een maatschappelijke kwestie onder de aandacht gebracht die personen met een handicap, en meer in het algemeen alle burgers, rechtstreeks aanbelangt. Het tot een goed einde brengen van deze oefening, door de nodige verbeteringen aan te brengen in de dienstverlening van de DG HAN, zou een bron van hoop moeten zijn voor personen met een handicap en een bron van inspiratie voor alle overheidsdiensten.

De twee werksessies in januari 2025 hebben ook een constructieve, “actiegerichte” denkoefening zonder taboe op gang gebracht. Deze dynamiek vormt een basis van onschatbare waarde waarop kan worden voortgebouwd. Te betreuren valt evenwel dat slechts een klein deel van de acties aan bod kon komen omdat er te weinig tijd werd uitgetrokken voor deze cruciale besprekingen.

De NHRPH betreurt daarom des te meer de slechte kwaliteit van het eindverslag over het actieplan. Gelet op het belang van de sociale en menselijke uitdagingen die met het niet-toekennen van rechten gepaard gaat, dringt de NHRPH echter toch aan op de uitvoering van de aanbevelingen van de studie, onder voorbehoud van de opmerkingen in deel D van dit advies. De NHRPH hoopt dat deze uitvoering van doeltreffende maatregelen tegemoet zal komen aan de behoeften en verwachtingen van personen met een handicap. Het is ook in deze geest dat de NHRPH vraagt om de huidige prioritering opnieuw te bekijken in het licht van de uitdagingen van de NTU (zie punt B).

Dit advies wordt uitgebracht op basis van de documenten die op 01/04/2024 per e-mail zijn ontvangen, dus onder voorbehoud van eventuele andere documenten of correcties die later aan de NHRPH worden toegezonden en die tot gevolg hebben dat de inhoud van het eindverslag en/of het actieplan wordt gewijzigd.