Advies 2025/27
Het secretariaat van de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap (NHRPH) kampt momenteel met een aanzienlijk personeelstekort.
Het directiecomité van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid heeft op 9 mei jongstleden beslist dat er geen vervanging komt voor medewerkers die niet langer voor het secretariaat werken.
Dit maakt het voor de NHRPH erg moeilijk om zijn opdracht als adviesorgaan naar behoren uit te voeren. Concreet betekent dit dat de NHRPH de voorziene termijnen voor het afleveren van zijn adviezen noodgedwongen moet verlengen.
Advies nr. 2025/27 van de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap (NHRPH) over de programmawet van 18 juli 2025 (“zomerakkoord”) van de regering–De Wever.
Uitgebracht tijdens de plenaire zitting van 15/09/2025.
Advies op eigen initiatief van de NHRPH.
1. ADVIES BESTEMD
- Voor opvolging aan de heer Rob Beenders, minister van Consumentenbescherming, Sociale Fraudebestrijding, Personen met een handicap en Gelijke Kansen;
- Ter informatie aan de heer Frank Vandenbroucke, Vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Armoedebestrijding;
- Ter informatie aan de heer Bart De Wever, eerste minister;
- Ter informatie aan de voltallige regering-De Wever;
- Ter informatie aan Unia;
- Ter informatie aan het UNCRPD-coördinatiemechanisme;
- Ter informatie aan de federale ombudsman.
2. ONDERWERP
“Zomerakkoord 2025” van de federale regering : de federale regering heeft meerdere hervormingen genomen in de programmawet van 18 JULI 2025 :ze hebben een rechtstreekse invloed op de personen met een handicap en hun familie.
3. ANALYSE
Het Zomerakkoord 2025 werd tussen de federale regeringspartijen bereikt, als onderdeel van de uitvoering van het regeerakkoord van 31 januari 2025. Het doel van dit akkoord is om — binnen enkele maanden — een stevig pakket van sociaaleconomische hervormingen te realiseren rond drie centrale pijlers:
- Werken aantrekkelijker maken (via hogere netto-inkomens);
- Een flexibelere arbeidsmarkt;
- Een betaalbare, duurzame sociale zekerheid en dito pensioenstelsel.
In het regeerakkoord 2025 staat te lezen dat het Belgische begrotingstekort verminderd moet worden en structurele hervormingen (pensioenen, belastingen, uitgavenbeperkingen) nodig zijn om de toename ervan te keren. Met dit zomerakkoord wil de federale regering tegemoet komen aan die ambitie.
Helaas moet de NHRPH het volgende vaststellen:
- De NHRPH is niet om advies gevraagd bij het tot stand komen van deze programmawet van 559 pagina’s.
- Artikel 4.3 van het UNCRPD verplicht nochtans de Staten die Partij zijn om personen met een handicap en hun organisaties te betrekken bij beleid en wetgeving en wel zo via vroege betrokkenheid in het beleidsproces, structurele dialoog (geen eenmalige consultatie), toegankelijke formats en communicatie en via het betrekken van representatieve organisaties volgens het Niets Over Ons Zonder Ons-principe.
- Het is aan de uitvoerende macht erop toe te zien dat de naleving van Artikel 22ter van de Gecoördineerde Grondwet gegarandeerd wordt, met andere woorden dat dit wordt geïntegreerd in het zomerakkoord.
- Er wordt helaas met geen enkel woord over handicap gerept. België heeft nochtans zowel internationale, Europese als nationale verplichtingen ten aanzien van personen met een handicap. Deze verplichtingen zijn juridisch bindend en vormen de basis voor beleid, wetgeving en maatschappelijke inclusie. België werd ook reeds meerdere keren op de vingers getikt door het VN-comité inzake de rechten van personen met een handicap wegens tekortkomingen wegens het ontbreken van een uniform beleid (door bevoegdheidsversnippering tussen het federale niveau en de gemeenschappen en gewesten), trage implementatie van toegankelijkheid en van redelijke aanpassingen, en instellingszorg in plaats van inclusie in de gemeenschap.
Hoewel personen met een handicap niet expliciet worden vermeld, heeft deze programmawet wél impact op hen via fiscale, sociale en administratieve bepalingen.
4. ADVIES
A. Raadpleging
De NHRPH eist betrokken te worden bij het opstellen van de wetteksten die voortvloeien uit het zomerakkoord zoals artikel 4.3 van het UNCRPD gebiedt.
De NHRPH wenst al nu zich uit te drukken over een paar items.
B. Inzake tewerkstelling
- De vereenvoudiging van tewerkstellingsmaatregelen en versoepeling van de cumulatie tussen loon en tegemoetkomingen kunnen de toegang tot werk voor personen met een handicap verbeteren.
Echter, er zijn geen specifieke maatregelen om ouders of familieleden van een persoon met een handicap op de arbeidsmarkt te houden.
Nochtans stond in het Regeerakkoord van 2025 duidelijk gestipuleerd:
“We verlagen de drempel naar een job door te voorzien in een eenvoudige en voorspelbare cumulregeling voor inkomsten uit arbeid en versterken zo ook de ondersteuning om de uitstroom of terugkeer naar werk te bevorderen.
Dit geldt in het bijzonder voor personen met een handicap gerechtigd op een IVT. We ontwikkelen een getrapt systeem, rekening houdend met een verhoogde werkhervatting en dus hogere arbeidsinkomsten. Er wordt rekening gehouden met alle (beroeps- of vervangings-) inkomsten van de begunstigden, ook met inkomsten uit roerende en onroerende goederen. Om de opstap naar werk te stimuleren, wordt voor personen met een handicap een bepaald bedrag van het arbeidsinkomen vrijgesteld. We verbeteren de cumulregeling voor IT met uitkeringen na tewerkstelling zodat een periode van tewerkstelling niet leidt tot verlies van de IT”.
-
- Het wordt dringend tijd om maatregelen uit te werken voor personen met een handicap, maar er is niets bepaald in het zomerakkoord. Is de inclusie van personen met een handicap (en dan vooral de hervorming van de wet van 27.02.1987) geen prioriteit?
- Ongeveer 9% van de 15 – 64-jarigen heeft een handicap en van hen werkt momenteel ongeveer 23 %. Op ongeveer 6 miljoen 15 – 64-jarigen in België zijn dat circa 540.000 personen met een handicap, waarvan plus minus 124.000 personen werken[1].
-
- De NHRPH vraagt dringend alle arbeidsvallen weg te werken zodat alle vormen van werken lonen en meetellen voor de opbouw van sociale rechten.
- De overheid moet het goede voorbeeld geven met een quotum van minimum 3% in de federale overheidsdiensten dat effectief gerespecteerd wordt. 3% is dan nog heel laag.
- De overheid dient te sensibiliseren, positieve acties te faciliteren, redelijke aanpassingen op het werk te verplichten onder de vorm van flexibele uurroosters, telewerken en begeleiding van bij aanwerving tot aan het pensioen.
- De overheid dient een one-stop-shop te creëren waar alle mogelijke incentives raadpleegbaar zijn zowel voor de werknemer als de werkgever.
- Bij werkverlies moeten de tegemoetkomingen (wet van 27 februari 1987) direct weer beschikbaar zijn om geen inkomensimpasse te creëren voor de persoon met een handicap en zijn gezin.
- Werkgevers hebben vooroordelen en dit probleem moet op dit niveau worden aangepakt. Er moet een nationale campagne worden gevoerd rond de vertegenwoordiging, opleiding en tewerkstelling van personen met een handicap.
- De kwestie van het quotum voor tewerkstelling in de privésector moet op de agenda worden gezet: zonder taboes en met het expliciete doel om de tewerkstellingsgraad te verhogen.
- Het statuut van de mantelzorger moet worden versterkt en gepaard gaan met een echte opbouw van sociale rechten. Zie hiervoor ook de positienota mantelzorg van de NHRPH.
- Handicap verdwijnt niet met de leeftijd: vooral de ouders moeten kunnen rekenen op een waardig en toereikend verlofpakket zolang ze kinderen of verwante met een handicap ten laste hebben.
Alle adviezen van de NHRPH inzake tewerkstelling van personen met een handicap vindt u hier: Tewerkstelling - Nationale Hoge Raad Personen met een Handicap.
- Verontrustende passages in het zomerakkoord:
-
- “Het waarborgen van het recht op sociale zekerheid ontzegt de wetgever niet de bevoegdheid om een beleid te voeren en te oordelen over hoe dat recht op de meest adequate wijze in de toekomst moet worden gewaarborgd (Grodwethof 20 juli 2023, 112/2023, B.5.4; F. LAMBINET, “Mise en œuvre du principe de standstill dans le droit de l’assurance chômage: quelques observations en marge de l’arrêt rendu par la Cour de cassation le 5 mars 2018”, Chr. D.S. 2020, liv. 3-4-5, blz. 102). Het komt dan ook aan de wetgever toe om te oordelen in hoeverre het opportuun is maatregelen te nemen met het oog op besparingen inzake sociale zekerheid (GwH 30 november 2017, 135/2017, B.19)”.
-
- “Het voorliggende wetsontwerp beoogt om het regeerakkoord van 31 januari 2025 uit te voeren door het stelsel van de werkloosheidsuitkeringen fundamenteel te hervormen tot een ware verzekering”.
-
- “De beperking van het recht op werkloosheidsuitkeringen gaat gepaard met compenserende maatregelen zoals een verhoging van de financiering van de OCMW’s en een versterking van de tewerkstellingskansen in de sociale economie, om de bescherming van kwetsbare groepen te waarborgen”.
-
- “De overheid zal inzetten op de maatwerkbedrijven”.
Deze passages in de programmawet verontrusten de NHRPH ten zeerste.
-
- Niet iedereen met een handicap in staat om te werken of om aan het werk te blijven. Ze worden de toegang tot hun sociale rechten ontzegd indien ze niet aan het vereiste aantal werkdagen toekomen.
-
- Dit is een bijkomende drempel voor personen met een handicap die toch willen proberen om de arbeidsmarkt te betreden. Indien zij hierin niet slagen wegens onder meer de ontoegankelijkheid van de openbare ruimte, de werkplek (tekort aan redelijke aanpassingen en flexibiliteit) en het openbaar vervoer, vallen zij terug op een leefloon zonder afgeleide rechten die ze voorheen misschien wel hadden toen ze een tegemoetkoming genoten.
-
- Niet alle gemeenten beschikken over voldoende middelen of expertise om aangepaste compensatie via OCMW of sociale economie te bieden aan personen met een handicap.
-
- Werkloosheidsuitkeringen zijn rechten, OCMW-steun is voorwaardelijk en variabel van gemeente tot gemeente. Dit verlaagt de rechtszekerheid voor personen met een handicap.
-
- De toegang tot maatwerkbedrijven moet in de eerste plaats voorbehouden zijn aan kandidaten met een handicap die niet op de reguliere arbeidsmarkt terechtkunnen. Als iedereen met een werkbeperking toegang krijgt tot werk in een maatwerkbedrijf, bestaat het risico dat mensen met een handicap buiten de boot vallen.
-
- De sector kan een massale toestroom van werknemers niet aan: de markt voor aangepaste werkbedrijven is momenteel beperkt wat betreft activiteiten. Bovendien besteden maar weinig werkgevers werk uit naar de maatwerksector.
-
- Maatwerk kan geen doel op zich worden maar moet dienen als springplank naar regulier werk.
-
- Elke werknemer met een handicap moet kunnen rekenen op aangepaste begeleiding.
- Het is voorzien dat de annualisering van de arbeidstijd zou toelaten om in bepaalde periodes meer en in andere periodes minder te werken, op voorwaarde dat de gemiddelde arbeidsduur op jaarbasis wordt gerespecteerd.
-
- Personen met een handicap hebben vaak een onregelmatig parcours wegens zorgtrajecten, behandelingen, onderzoeken, ziekenhuisopnames enzovoort. Het is dus van essentieel belang dat gedurende periodes van onderbreking (heel vaak gepaard gaande met stijgende medische kosten) de persoon met een handicap kan terugvallen op uitkeringen en tegemoetkomingen.
C. Inzake inkomen
- De inkomensvervangende (IVT) en integratietegemoetkomingen (IT) worden aangepast en verhoogd maar concreet wordt de indexeringsperiode voor sociale uitkeringen verlengd van één tot drie maanden…
-
- De NHRPH eist opheldering hieromtrent. Eenmalige actie of nieuwe algemene regel voor de toekomst?
- De NHRPH vraagt nogmaals om de tegemoetkomingen op te trekken tot aan de Europese armoedegrens.
- De NHRPH eist opheldering hieromtrent. Eenmalige actie of nieuwe algemene regel voor de toekomst?
D. Inzake zorg
- Er is steeds maar weer sprake van digitalisering van dossiers.
-
- De NHRPH vraagt met aandrang dat er steeds een persoonlijke begeleiding is voor personen met een handicap en dat de vrijgekomen middelen door digitalisering ten goede komen aan extra zorg voor de persoon met een handicap.
-
- Ook dringend : de uitbreiding en de versterking van het zorgaanbod voor personen met een handicap ; meer toegang tot algemene zorg en uitbreiding van aangepaste zorg om werk en zorg compatibel te maken.
- “De indexeringsperiode voor wedden van de ambtenaren wordt verlengd van twee tot drie maanden.
Uitzondering: federale publieke sectoren gezondheidszorg. Zonder een dergelijke afwijking zou de maatregel een ongelijkheid in behandeling creëren, namelijk een verhoging van de termijn van indexering van de lonen en wedden, tussen de werknemers in de openbare gezondheidszorg en de werknemers in de private gezondheidszorg.
Onder “federale publieke sectoren gezondheidszorg” wordt verstaan: de openbare instellingen die onderworpen zijn aan de wet op de ziekenhuizen, met uitzondering van de categorale ziekenhuizen, de psychiatrische verzorgingstehuizen en de initiatieven voor beschut wonen. Ook inbegrepen zijn de openbare diensten voor thuisverpleging en de openbare wijkgezondheidscentra”.
-
- De NHRPH vraagt De CSNPH vraagt om opheldering over het verschil in behandeling tussen zorgverleners en hulpverleners. Is dit geen discriminatie op basis van de doelgroep van patiënten?
E. Inzake toegankelijkheid
- Toegankelijkheid wordt algemeen erkend als belangrijk, maar er zijn geen concrete maatregelen of normen opgenomen in het zomerakkoord.
- Nochtans zijn er verschillende mogelijkheden om dit aan te pakken: fiscale voordelen voor initiatieven van beschut wonen, kangoeroewonen, aangepast wonen, quota opleggen in de privésector voor de aanwerving van personen met een handicap etc.
-
- De NHRPH vraagt een planning voor algemene toegankelijkheid op gelijke voet met personen zonder handicap zoals artikel 22ter van de Grondwet verordent (inclusie). Zonder toegankelijke openbare ruimtes, toegankelijke diensten, toegankelijk openbaar vervoer is er geen deelname aan de maatschappij mogelijk, laat staan gaan werken.
- “Met het afbouwen van de als een knelpunt ervaren complexiteit worden bovendien substantiële efficiëntiewinsten verwacht bij de instellingen belast met de uitvoering en daaruit volgend een betere dienstverlening aan de sociaal verzekerde beoogd, inzonderheid op het vlak van digitalisering en automatisering”.
-
- De NHRPH vraagt extra aandacht voor de toegankelijkheid van openbare diensten. De trend is om fysieke loketten af te schaffen (zie NMBS, bpost…), zonder ook maar één garantie van toegang voor wie digitaal niet mee kan.
- Er moet steeds alternatieven voor digitalisering worden aangeboden.
- Easy to read (FALC/facile à lire et écrire) en gebarentaal moeten steeds ter ondersteuning aanwezig zijn bij communicatie die eveneens verplicht toegankelijk moet zijn.
Conclusie
- De NHRPH blijft op zijn honger zitten. De programmawet en het zomerakkoord worden voorgesteld als een win-win voor iedereen: de overheid bespaart, de werkende wordt meer beloond, maar over personen met een handicap wordt er niet gesproken…
-
- De NHRPH vraagt nogmaals met aandrang om handistreaming doorheen het beleid!
- Het VN-Comité bekritiseerd België omdat 1. Participatie van de PMH vaak niet of te laat gebeurt; 2. Betrokkenheid symbolisch of oppervlakkig is.
-
- De aanbevelingen van het UNCRPD en van de experten moeten nu toegepast worden.
-
- Artikel 22ter van de Grondwet moet ook toegepast worden en de maatregelen die de rechten en de inclusie van de personen met een handicap bevorderen, moeten dringend worden genomen.
-
- een concrete en structurele samenwerking met de NHRPH te systematiseren voor alle regelgevingen die gaan worden beslist n.a.v. het zomerakkoord maar ook om concreet en structureel de andere luiken van het regeerakkoord uit te werken.