Advies 2023/22
Advies nr. 2023/22 van de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap (NHRPH) over het voorontwerp van wet ter versterking van het federale handicapbeleid, uitgebracht tijdens de plenaire vergadering van 18 september 2023.
Advies uitgebracht op verzoek van mevrouw Karine Lalieux, Minister van Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, belast met Personen met een Handicap, Armoedebestrijding en Beliris, in haar e-mail van 20 augustus 2023.
1. ADVIES BESTEMD
- Voor opvolging aan mevrouw Eliane Tillieux, Voorzitster van de Kamer van Volksvertegenwoordigers
- Voor opvolging aan de heer Alexander De Croo, Eerste Minister
- Voor opvolging aan mevrouw Karine Lalieux, Minister van Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, belast met Personen met een Handicap, Armoedebestrijding en Beliris
- Voor opvolging aan de heer Joachim Lommelen, Adviseur bij de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid (Directie-generaal Beleidscoördinatie en Internationale Relaties)
- Ter informatie aan Unia
- Ter informatie aan het UNCRPD-coördinatiemechanisme
- Ter informatie aan de federale ombudsman
2. ONDERWERP
Een voorontwerp van wet ter versterking van het federale handicapbeleid werd de NHRPH voorgelegd.
3. ANALYSE
A. Memorie van toelichting
De Minister belast met personen met een handicap herinnert aan de context die de basis van haar voorstel vormt: de verantwoordelijkheid van de federale Staat om op te treden die voortvloeit uit de bekrachtiging van het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap, uit artikel 22ter van de Grondwet en uit de veralgemening van de handistreaming. De Minister herinnert ook aan het Federaal Plan Handicap 2021-2024, dat deze transversale aanpak heeft geconcretiseerd.
De Minister verduidelijkt ook dat het met dit wetsontwerp haar doel is “om de gestructureerde en gecoördineerde aanpak van de handicapdimensie doorheen de federale beleidsdomeinen door middel van een Federaal plan handicap in de wet te verankeren (…) om voor elke legislatuur de te bereiken doelstellingen en de verwachte veranderingen in de samenleving vast te leggen.
Het Federaal plan handicap beschrijft de maatregelen die elke minister en staatssecretaris op federaal niveau zal nemen om het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap uit te voeren en om de doelstelling van de inclusie van personen met een handicap en de integratie in alle domeinen van het federale beleid te bereiken. Hiervoor voorziet het minstens in werkgebieden die gebaseerd zijn op de inhoud van het regeerakkoord en de algemene beleidsverklaring van de betrokken ministers en staatssecretarissen.”
Het ontwerp benadrukt ook de noodzaak om de maatregelen te evalueren en voorziet in een regelmatige rapportage aan de Kamer van Volksvertegenwoordigers.
De Minister wijst er ook op dat in het ontwerp wordt gewezen op de noodzaak van een voortdurende raadpleging van het maatschappelijk middenveld en de deelname ervan aan het creëren en het evalueren van het plan.
B. Toelichting bij de artikelen
- Het doel van artikel 2 is om de termen te definiëren die in deze wet gebruikt worden en om - niet exhaustief - de actoren op te sommen die actief betrokken zijn bij het proces van het aannemen en uitvoeren van het Federaal Plan Handicap.
Het plan heeft als doel de behoeften van alle personen met een handicap in aanmerking te nemen, in de zin van artikel 1 van het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap.
- Artikel 3 legt de wettelijke verplichting vast om een Federaal Plan Handicap aan te nemen, bepaalt de goedkeuringsprocedure en beschrijft de doelstellingen en inhoud ervan. Voorheen was de federale regering niet wettelijk verplicht om een dergelijk plan aan te nemen. Het doel van artikel 3 is om deze lacune op te vullen. Er wordt een deadline vastgesteld voor de goedkeuring van het Plan, om ervoor te zorgen dat de doelstellingen van het Plan effectief en binnen een redelijke termijn worden geïmplementeerd (twaalf maanden volgend op de installatie van een regering, volgend op de volledige hernieuwing van de Kamer van Volksvertegenwoordigers).
Het plan voorziet minstens in werkgebieden die gebaseerd zijn op de inhoud van het regeerakkoord en de algemene beleidsverklaring van de betrokken ministers en staatssecretarissen.
Dit plan bevat:
-
- indicatieve doelstellingen voor acties die moeten worden ondernomen voordat het plan afloopt;
- tussentijdse doelstellingen die moeten worden bereikt voordat het plan afloopt;
- het toezichtsmechanisme dat is ingesteld om het plan te monitoren.
- Artikel 4 bepaalt dat de Koning het Federaal Plan Handicap vastlegt bij besluit dat besproken wordt door de Ministerraad, na raadpleging van de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap, het Federaal Netwerk Handicap en het onafhankelijk mechanisme. Het Federaal Plan Handicap wordt gezamenlijk opgesteld door de ministers en staatssecretarissen, die de maatregelen bepalen die in hun bevoegdheidsdomeinen moeten worden genomen.
- Artikel 5 bepaalt de geldigheidsduur van het Federaal Plan Handicap (duur van de legislatuur, vanaf de datum waarop het plan wordt goedgekeurd door de Ministerraad tot de datum waarop het volgende plan wordt goedgekeurd onder een nieuwe legislatuur).
- Artikel 6 voorziet in het proces om de effectieve uitvoering van het Plan te garanderen. De bepaling benadrukt de verantwoordelijkheid van alle regeringsleden voor de juiste uitvoering van het Plan.
- Artikel 7 voorziet in een presentatie van de definitieve versie van het Plan aan de organen die betrokken zijn bij de voorbereiding ervan of belang hebben bij de uitvoering ervan. Een van deze organen is de NHRPH.
- Artikel 8 bepaalt welke organen verantwoordelijk zijn voor de opvolging. Het beschrijft ook hun taken en het monitoringproces. Deze bepaling benadrukt de belangrijke rol van het Federaal Netwerk Handicap. Het benadrukt de verantwoordelijkheid van alle ministers en administraties in het federale handicapbeleid.
- Artikel 9 voorziet in een tussentijdse evaluatie van de implementatie van het Plan en bepaalt welke instanties verantwoordelijk zijn voor deze evaluatie. Deze evaluatie wordt met name ter advies voorgelegd aan de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap en het onafhankelijk mechanisme. Het artikel beschrijft de te volgen procedures voor de evaluatie.
- Artikel 10 voorziet in een eindevaluatie van de implementatie van het Plan, en bepaalt welke instanties verantwoordelijk zijn voor deze evaluatie. Deze evaluatie wordt met name ter advies voorgelegd aan de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap en het onafhankelijk mechanisme. Het artikel beschrijft de te volgen procedures voor de evaluatie.
4. ADVIES
A. Vanuit het oogpunt van de relevantie van het voorontwerp
De NHRPH verheugt zich over dit voorstel. In het verleden heeft de NHRPH herhaaldelijk aangedrongen op de invoering van een echt Handicapplan om te voldoen aan de bepalingen van het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (UNCRPD). Zo werd er in 2015 een ontwerpnota aan de Ministerraad met de titel “Actieplan Handicap” voorgelegd aan de NHRPH. Voor de NHRPH leek de nota aan de Ministerraad veel meer op een methodologische nota dan op een actieplan (zie advies 2015-19).
De NHRPH benadrukt dat het Actieplan Handicap, dat in 2021 door de federale regering werd aangenomen, al meer in overeenstemming was met de vereisten van de UNCRPD, aangezien het voorzag in een handistreaming-aanpak, een planning, duidelijke doelstellingen (hoofdlijnen) en min of meer ambitieuze concrete acties. Er is werkelijk onvoldoende inclusie op het terrein en planning is de enige manier om visie en actie met elkaar te verbinden.
Het voorontwerp van wet is een stap in deze richting en moet ervoor zorgen dat een echt Actieplan Handicap permanent wordt aangenomen.
⇒ De NHRPH vraagt dus dat het voorontwerp van wet wordt aangenomen door de regering en vervolgens door de Kamer van Volksvertegenwoordigers, en dit nog tijdens deze legislatuur.
⇒ De NHRPH wijst erop dat de wil om een dergelijk Plan te verplichten de participatieve democratie kan versterken. Het is belangrijk dat burgers met een handicap een duidelijk en concreet zicht hebben op de politieke prioriteiten en acties die werden vastgelegd met de officiële structuren die personen met een handicap vertegenwoordigen.
B. Wat betreft de inhoud van het voorontwerp van wet
Het voorontwerp (artikel 3) verduidelijkt dat het plan minstens in werkgebieden die gebaseerd zijn op de inhoud van het regeerakkoord en de algemene beleidsverklaring van de betrokken ministers en staatssecretarissen voorziet. De NHRPH herinnert eraan dat de federale Staat zich door de bekrachtiging van de UNCRPD en het aannemen van artikel 22ter van de Grondwet resoluut heeft verbonden tot een inclusieve benadering van personen met een handicap, zoals ook duidelijk vermeld staat in de memorie van toelichting van het voorontwerp van wet. Gesteld dat een regering of een van haar leden deze prioriteit niet formuleerde bij de vorming van de regering – of in zijn/haar algemene beleidsnota –, zou die toch verplicht zijn om het Federaal Plan Handicap – of een inclusief beleid binnen zijn of haar bevoegdheden – toe te passen en uit te voeren, in overeenstemming met de vereisten van de UNCRPD en de Grondwet.
⇒ De NHRPH eist dat toekomstige regeerakkoorden en algemene beleidsverklaringen altijd bepalingen bevatten ten behoeve van de rechten van personen met een handicap.
⇒ De NHRPH vraagt dat het voorontwerp van wet verduidelijkt dat er systematisch een Federaal Plan Handicap moet worden opgesteld in overeenstemming met de UNCRPD-vereisten en de Grondwet, zelfs als de regeringsverklaring of de beleidsnota’s van de regeringsleden deze kwestie niet behandelen.
Het voorontwerp voorziet erin dat het plan binnen de 12 maanden zal worden opgesteld en bij koninklijk besluit zal worden goedgekeurd, na advies van de NHRPH. In een dergelijk scenario komt de tussenkomst van de NHRPH te laat. De tekst van de artikelen 3 en 4 beantwoordt niet aan de bedoeling die in de memorie van toelichting is geformuleerd. Zoals het nu vermeld staat in het koninklijk besluit tot oprichting van de NHRPH zijn de adviezen van de NHRPH trouwens niet bindend.
⇒ De NHRPH vraagt dus dat het voorontwerp van wet verduidelijkt dat de NHRPH van bij het begin bij het opstellen van het Plan moet worden betrokken en op een duurzame en gestructureerde wijze moet worden betrokken bij de denkoefening en de besluitvorming. Dit neemt echter niet weg dat de NHRPH een definitief advies zal uitbrengen over alle richtlijnen en maatregelen van het Plan.
⇒ De NHRPH herinnert aan zijn verzoek om zijn werkwijze dringend te herzien, zodat hij zijn adviserende rol doeltreffender kan vervullen (advies 2023-19).
Het voorontwerp verduidelijkt evenmin hoe het overleg tijdens de uitvoering van het Plan zal verlopen. In het kader van de opvolging van het Plan Handicap 2021-2024 heeft de NHRPH eind 2022 in zijn tussentijds verslag opgemerkt dat hij over slechts 60 van de 145 genomen maatregelen werd geraadpleegd (advies 2022-29).
⇒ De NHRPH vraagt dat het voorontwerp van wet verduidelijkt dat ieder regeringslid de NHRPH moet raadplegen, zodat die een goed doordacht advies kan uitbrengen dat nuttig is in het kader van het lopende proces en door de politici in overweging wordt genomen. Het is niet de bedoeling om aan het eind van het politieke traject van een maatregel pro forma een advies aan de NHRPH te vragen dat sowieso niet in aanmerking zal worden genomen. Op die manier verliest de NHRPH onnodig tijd en wordt schade toegebracht aan de politieke geloofwaardigheid!
Het voorontwerp van wet benadrukt dat de genderdimensie geïntegreerd is.
⇒ De NHRPH vraagt dat ook de andere dimensies worden toegevoegd (leeftijd, afkomst, enz.).
De NHRPH heeft tijdens deze legislatuur het ontwerp en de uitvoering van het Federaal Plan Handicap 2021-2024 met aandacht gevolgd. De NHRPH heeft met name twee belangrijke adviezen uitgebracht waarin de tekortkomingen aan bod kwamen: het eerste over het ontwerp van het plan (advies 2021-25) en het tweede over de uitvoering ervan (advies 2022-29).
⇒ De NHRPH vraagt dat er met deze 2 adviezen rekening wordt gehouden om de inhoud en de reikwijdte van dit voorontwerp van wet te verfijnen.