Ga naar de inhoud

Advies 2023/13

 

Advies nr. 2023/13 van de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap (NHRPH) over de risico’s in het verkeer voor personen met een handicap, uitgebracht tijdens de plenaire zitting van 19/06/2023.

Advies op initiatief van de NHRPH.

 

1. ADVIES BESTEMD

  • Voor opvolging aan de heer Georges Gilkinet, Vice-eersteminister en Minister van Mobiliteit
  • Ter informatie aan mevrouw Karine Lalieux, Minister van Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, belast met Personen met een handicap, Armoedebestrijding en Beliris
  • Ter informatie aan de heer Alexander De Croo, Eerste minister
  • Ter informatie aan Unia
  • Ter informatie aan het UNCRPD-coördinatiemechanisme
  • Ter informatie aan de federale ombudsman
  • Ter informatie aan de Ministers-presidenten van de deelgebieden
  • Ter informatie aan de Ministers van de deelgebieden die bevoegd zijn voor mobiliteit
 

2. ONDERWERP

Personen met een handicap zijn kwetsbaarder dan andere mensen in het verkeer. Bij het aanpassen van de wegcode en het bestraffen van overtredingen moet er dan ook rekening worden gehouden met de noden en wensen van de personen met een handicap (PMH). VIAS, het kennisinstituut ter verbetering van de verkeersveiligheid, mobiliteit, veiligheid en gezondheid, lanceerde begin 2023 een enquête met de vraag welke verkeersovertredingen het risico op een dodelijk ongeval ernstig verhoogden en in welke mate. De NHRPH besloot een advies op te stellen met zijn eigen bevindingen over de (on)veiligheid van personen met een handicap in het verkeer en de mogelijke oplossingen.

 

3. ANALYSE

Personen met een handicap lopen meer risico op een ernstig ongeval veroorzaakt door anderen dan andere weggebruikers. Enkele voorbeelden:

  • Personen met een beperkte mobiliteit zijn soms minder snel en mobiel. Bovendien is de omgeving vaak niet aangepast aan hun noden, zodat ze veel obstakels ontmoeten.
  • Blinde personen kunnen het gevaar niet altijd inschatten en horen auto’s niet altijd naderen, zeker nu met de elektrische wagens die veel stiller zijn.
  • Dove personen horen auto’s en andere voertuigen niet naderen.
  • Personen met een verstandelijke handicap hebben moeite met het interpreteren van complexe situaties.

Het verkeer wordt trouwens steeds drukker en is onvoldoende toegankelijk, wat de mobiliteit van PMH niet ten goede komt.

A. Verkeersovertredingen van anderen die PMH in gevaar brengen

VIAS, het kennisinstituut ter verbetering van de verkeersveiligheid, mobiliteit, veiligheid en gezondheid, lanceerde begin 2023 een enquête met de vraag welke verkeersovertredingen het risico op een dodelijk ongeval ernstig verhoogden en in welke mate:

1: Licht verhoogd
2: Matig verhoogd
3: Middelmatig verhoogd
4: Sterk verhoogd
5: Extreem verhoogd

De NHRPH heeft die enquête ingevuld vanuit het standpunt van de personen met een handicap. (Uiteraard wil dit helemaal niet zeggen dat de NHRPH de onvermelde overtredingen goedkeurt of ongevaarlijk vindt.) Dit waren de bevindingen:

  1. Opsomming volgens artikel in de wetgeving:
    • 4,1 Niet gehoorzamen aan de bevelen van een bevoegde persoon - 5
    • 4,2 Een stopbevel van een bevoegde persoon niet opvolgen - 5
    • 4,4 Niet verplaatsen van een geparkeerd voertuig indien men er door een bevoegd persoon toe aangemaand wordt - 4
    • 7,3 Het verkeer hinderen of onveilig maken door voorwerpen op de openbare weg - 5
    • 7,3 Het verkeer hinderen of onveilig maken (voorwerpen op de openbare weg) door een e-step op de trottoir of het fietspad achter te laten - 5
    • 8,2 Buiten de openbare wegen waar het toegelaten is ((woon-)erven, voorbehouden wegen, ...), op een e-step rijden zonder de leeftijd van 16 jaar te hebben bereikt - 2
    • 8,3 Zijn voertuig niet voortdurend onder controle houden - 5
    • 8,4 Gebruik van een toestel met een scherm dat niet aan het voertuig is bevestigd - 4
    • 9,2 Links van een middenberm rijden - 4
    • 9,7 Op de pechstrook rijden - 3
    • 10,2 Niet gebruiken van het stoplicht om aan te geven dat u langzamer wilt gaan rijden - 2
    • 10,3 Niet vertragen in aanwezigheid van dieren - 5
    • 10,4 Aanzetten tot of uitlokken van overdreven snelheid - 5
    • 12,1 Voorrang van spoorvoertuigen niet respecteren - 5
    • 12,2 Niet dubbel voorzichtig zijn op kruispunten - 4
    • 12,3 Voorrang aan rechts, voorrang afstaan en STOP-bord niet respecteren - 5
    • 12,4 Geen voorrang verlenen tijdens een manoeuvre - 5
    • 12,5 Wanneer men de voorrang moest verlenen, doorrijden wanneer er gevaar is voor een ongeval… - 5
    • 16,3 Niet inhalen langs links - 5
    • 16,6 Zijn plaats rechts niet terug innemen na het inhalen - 3
    • 17,1 Inhalen bij slechte zichtbaarheid - 4
    • 17,2 Inhalen op de kruispunten waar de voorrang van rechts geldt - 5
    • 17,2 Inhalen wanneer de in te halen bestuurder voor een oversteekplaats voor voetgangers of fietsers of bromfietsers stopt - 5
    • 17,2 Inhalen bij het naderen van een heuveltop of in een bocht - 5
    • 19,2 Zich niet naar rechts begeven om rechts af te slaan - 4
    • 20,3 Een gesloten spooroverweg te betreden - 5
    • 24 Stilstaan of parkeren op een voetpad, fietspad, voetgangers- of fietsersoversteekplaats - 5
    • 25,1 Parkeren op de rijbaan op plaatsen die de doorgang van spoorvoertuigen, voetgangers, fietsers en andere voertuigen belemmeren. - 5
    • 25,1 Parkeren op een parkeerplaats voor personen met een handicap - 3
    • 29 van 1 tot 10 km/u te snel rijden binnen de bebouwde kom (woonerf en erf, zone 30, fietsstraat, voorbehouden wegen en bebouwde kom) - 3
    • 29 van 11 tot 20 km/u te snel rijden binnen de bebouwde kom (woonerf en erf, zone 30, fietsstraat, voorbehouden wegen en bebouwde kom) - 4
    • 29 van 21 tot 30 km/u te snel rijden binnen de bebouwde kom (woonerf en erf, zone 30, fietsstraat, voorbehouden wegen en bebouwde kom) - 5
    • 29 >30 km/u te snel rijden binnen de bebouwde kom (woonerf en erf, zone 30, fietsstraat, voorbehouden wegen en bebouwde kom) - 5
    • 29 van 1 tot 10 km/u te snel rijden buiten de bebouwde kom (autosnelwegen, wegen buiten de bebouwde kom) - 3
    • 29 van 11 tot 20 km/u te snel rijden buiten de bebouwde kom (autosnelwegen, wegen buiten de bebouwde kom) - 4
    • 29 van 21 tot 30 km/u te snel rijden buiten de bebouwde kom (autosnelwegen, wegen buiten de bebouwde kom) - 5
    • 29 van 31 tot 40 km/u te snel rijden buiten de bebouwde kom (autosnelwegen, wegen buiten de bebouwde kom) - 5
    • 29 > 40 km/u te snel rijden buiten de bebouwde kom (autosnelwegen, wegen buiten de bebouwde kom) - 5
    • 30 Rijden zonder rijbewijs of zonder de beperkingen van het rijbewijs in acht te nemen - 3
    • 30 Rijden zonder rijbewijs na een onmiddellijke intrekking ervan - 3
    • 30,1 Het dimlicht of grootlicht niet inschakelen bij een zicht van minder dan 200 m - 5
    • 33 Een vluchtmisdrijf begaan - 5
    • 34 Alcohol tussen 0,2g/l en 0,5g/l voor professionele bestuurders - 5
    • 34 Alcohol tussen 0,5g/l en 0,8g/l - 5
    • 34 Alcohol > 0,8g/l - 5
    • 35 Dronkenschap (alcohol, drugs of medicijnen) - 5
    • 37 Het ertoe aanzetten van een beschonken persoon om een voertuig te besturen of het toevertrouwen van een voertuig aan die persoon - 5
    • 40,1 Het in gevaar brengen van voetgangers op een trottoir of een gedeelte van een openbare weg - 5
    • 40,3 De snelheid niet matigen wanneer u naast een bus rijdt die passagiers in- of uitlaadt - 5
    • 40,3 Voetgangers het trottoir of de berm niet laten bereiken bij een halte van het openbaar vervoer - 5
    • 40,4 Een voetganger niet toelaten zijn oversteekbeweging te beëindigen op een al of niet lichtengeregelde oversteekplaats - 5
    • 40,4 Een voetgangersoversteekplaats niet naderen met een matige snelheid en geen voorrang geven aan de voetganger - 5
    • 41,1 Een groep voetgangers doorbreken - 5
    • 44,2 Een passagier vervoeren op een e-step - 3
    • 45,1 Niet beveiligen van de lading (vastzetten, zichtbaarheid, stouwen, overlopen, ...) - 3
    • 61 Door een oranje licht rijden - 4
    • 61,1 Door een rood licht rijden - 5
    • 67,3 Verkeersbord B1 (voorrang verlenen) niet respecteren - 5
    • 67,3 Verkeersbord B5 (stop) niet respecteren - 5
    • 10.1.1 Zijn snelheid niet regelen zoals vereist wegens de aanwezigheid van andere weggebruikers, in 't bijzonder de meest kwetsbaren - 5
    • 10.1.1 Zijn snelheid niet regelen zoals vereist wegens de weeromstandigheden - 5
    • 10.1.1 Zijn snelheid niet regelen zoals vereist wegens de plaatsgesteldheid, haar belemmering, de verkeersdichtheid, het zicht, de staat van de weg, de staat en de lading van zijn voertuig - 5
    • 10.1.2 Geen voldoende veiligheidsafstand houden tussen zijn voertuig en zijn voorligger - 5
    • 10.1.3 Niet kunnen stoppen vóór een hindernis die kan worden voorzien - 5
    • 12.4bis Geen voorrang verlenen aan voetgangers en fietsers op voetpad of fietspad - 5
    • 15.3 en 16.5 Het in gevaar brengen van weggebruikers op de bedding tijdens het kruisen - 5
    • 19.2 en 19.3 Noodzakelijke voorzorgsmaatregelen niet nemen voor links afslaan - 3
    • 22bis Voetgangers in gevaar brengen in woonerf en erf - 5
    • 22octies Rijden op een weg die is voorbehouden aan landbouwvoertuigen, voetgangers, fietsers, ruiters en speed pedelecs - 5
    • 22quinquies Rijden op een weg die is voorbehouden aan voetgangers, fietsers, ruiters en speed pedelecs - 5
    • 22quinquies et octies Voetgangers in gevaar brengen op voorbehouden wegen - 5
    • 22septies Voetgangers in gevaar brengen in speelstraten - 5
    • 22sexies Voetgangers in gevaar brengen in voetgangerszones - 5
    • 37bis Het besturen van een voertuig onder invloed van drugs, het aanzetten tot het rijden met of het toevertrouwen van een voertuig aan een persoon die onder invloed van drugs verkeert - 5
    • 39bis Niet vertragen of niet stoppen in de buurt van een schoolbus die passagiers ophaalt of afzet - 5
    • 40bis De instructies niet opvolgen van een gemachtigde opzichter die een groep voetgangers laat oversteken - 5
    • 68.3 Niet respecteren verkeersbord C1 (verboden richting) - 5
    • 70,2,2,1 Een e-step parkeren op een openbare weg waar het parkeren verboden is (d.m.v. een verkeersbord) - 5

B. Gevaarlijke situaties voor PMH

  1. Ontbreken van zebrapaden in zone 30
    Gemeentebesturen besluiten soms om de zebrapaden in een zone 30 te verwijderen. Ze gaan ervan uit dat die daar overbodig zijn. Dat klopt niet. Blinde en slechtziende personen voelen zich veel veiliger als ze via een zebrapad kunnen oversteken:

    • Geleidehonden worden geleerd om over te steken via het zebrapad.
    • Bij een zebrapad weet de overstekende persoon dat er zich in principe geen obstakel (paal, geparkeerde auto,…) aan de overzijde bevindt.

  2. Shared spaces
    In ‘shared spaces’ (gedeelde ruimtes) gebruiken verschillende categorieën van weggebruikers dezelfde ruimte – bijvoorbeeld een plein – zonder specifieke plaatsaanduiding per categorie van weggebruiker, dus zonder de klassieke indeling met rijbaan, fietspad en trottoir. Voor PMH houdt dat veel risico’s in. De NHRPH bracht in 2022 advies 2022-15 uit over de shared spaces.

  3. Smalle fietspaden en trottoirs
    Pedelecs (en soms e-bikes) die hun snelheid niet aanpassen op een (te) smal fietspad betekenen een gevaar: pedelecs kunnen meer dan 25km/u rijden; op fietspaden is dat op zich al een overtreding. Tegenliggers (PMH, vaak met een bredere fiets of rolstoel) die trager rijden dragen het grootste risico als ze bij het kruisen door de tegenligger worden geraakt.
    Trottoirs moeten worden gecontroleerd op doorgang voor een rolstoel, kinderkoets, persoon met blindengeleidehond, … Als de trottoirs te smal zijn, kunnen voetgangers elkaar niet veilig kruisen.

  4. Te weinig beschikbare parkeerplaatsen voor PMH
    Parkeerplaatsen voor PMH zijn vaak aangepast aan de noden van PMH: groter, langer (voor uitladen rolstoelen, krukken enz.), dichtbij belangrijke bestemmingen (hospitaal, winkels,...). Bovendien zijn ze schaars. Als een PMH geen voorbehouden plaats vindt, dan moet die elders een parkeerplaats zoeken, verder weg van zijn bestemming, met een verhoogd risico tot gevolg.
    Daarom beschouwt de NHRPH het innemen van een parkeerplaats voor PMH zonder er recht op te hebben ook als een overtreding die anderen in gevaar kan brengen.

  5. Slechte signalisatie
    Op veel plaatsen op de openbare weg is de situatie niet duidelijk. Soms ontbreekt signalisatie volledig; in andere gevallen is er een onoverzichtelijke wildgroei aan verkeersborden.
    Het gebeurt ook vaak, zeker bij tijdelijke situaties zoals omleidingen en werken, dat de signalisatie niet is volgehouden. Dat kan chauffeurs verwarren en fouten en risico’s uitlokken.

  6. Elektrische wagens
    Elektrische wagens zijn bijna geruisloos, waardoor blinde en slechtziende personen die niet horen naderen, waardoor ze ten onrechte kunnen denken dat ze veilig kunnen oversteken. Ook blindengeleidehonden kunnen op zicht alleen niet goed de snelheid van een naderende wagen inschatten.

C. Obstakels

  1. Vaste en losse obstakels op het trottoir en elders
    Voor personen met een handicap – in het bijzonder personen met een visuele handicap, personen die slecht ter been zijn en rolstoelgebruikers – zijn obstakels op het trottoir en elders een groot probleem. Blinde personen kunnen met de witte stok niet alles waarnemen, bijvoorbeeld overhangende brievenbussen of verkeersborden. Obstakels die het trottoir blokkeren zijn een probleem voor rolstoelgebruikers e.a.

  2. Onbeheerde (elektrische) voertuigen zoals fietsen en steps
    Onbeheerde voertuigen kunnen de doorgang belemmeren, vooral op trottoirs. De laatste jaren zijn in de steden de rondslingerende elektrische steps een probleem.

  3. Laadpalen en -kabels voor elektrische wagens
    Nu steeds meer wagens elektrisch zijn, worden overal laadpalen geïnstalleerd. Dat wordt niet altijd doordacht gedaan. De laadpalen mogen geen hinderpalen worden. Als de kabels van de laadpaal naar de wagen de doorgang versperren, kunnen mensen struikelen, in het bijzonder de mensen met een visuele handicap.

 

4. ADVIES

A. Inzake de verkeersovertredingen door anderen die PMH in gevaar brengen

  1. Verkeersovertredingen die mensen in gevaar brengen zijn doorgaans nog gevaarlijker voor PMH.
    De NHRPH vraagt dat deze overtredingen ernstig worden genomen.
    ⇒ Sensibilisering van het publiek – en zeker van de overtreders – is nodig. Belangrijk is om vroeg te sensibiliseren, op school en zeker tijdens de rijopleiding voor het behalen van het rijbewijs.
    ⇒ Bestraffing is nodig, zeker bij recidive. In dit kader verwijst de NHRPH naar zijn advies 2023-04 over het rijbewijs met punten.
    ⇒ Overleg tussen de verschillende bestuursniveaus is nodig.

  2. De NHRPH vraagt in het bijzonder aandacht voor overtredingen inzake het ongeoorloofd parkeren op parkeerplaatsen die voorbehouden zijn voor PMH. De NHRPH verwijst hierbij ook naar zijn advies 2023-09.

B. Inzake de gevaarlijke situaties voor PMH

  1. De NHRPH bracht in 2021 een advies uit over de verkeersveiligheid. Daarin was er o.a. aandacht voor de zebrapaden in zone 30.
    De NHRPH vraagt om gevolg te geven aan het advies 2021-39 van de NHRPH over het verbeteren van de verkeersveiligheid.

  2. De NHRPH bracht in 2022 advies 2022-15 uit over de shared spaces.
    ⇒ De NHRPH vraagt om gevolg te geven aan advies 2022-15.

  3. Fietspaden en trottoirs zijn vaak smal, zeker wanneer ze bestemd zijn voor tweerichtingsverkeer. Veiligere en bredere fietspaden zijn nodig.
    ⇒ Overleg tussen de verschillende bestuursniveaus is nodig.

  4. Er is een tekort aan beschikbare geschikte parkeerplaatsen voor personen met een handicap.
    ⇒ De NHRPH verwijsthierbij naar zijn advies 2023-09.

  5. De signalisatie (verkeersborden, lijnen, …) is vaak niet duidelijk.
    ⇒ Hier is een taak weggelegd voor de instanties die bevoegd zijn voor de verschillende wegen. Overleg tussen de verschillende wegbeheerders is noodzakelijk voor harmonisering en uniformiteit.

  6. Elektrische wagens naderen bijna geruisloos en zijn daardoor een gevaar voor blinde en slechtziende personen.
    ⇒ De NHRPH vraagt een oplossing voor de stille elektrische wagens. Naar verluidt hebben elektrische wagens nu al een geluidsfunctie, maar weinigen kennen of gebruiken die.

C. Inzake de obstakels

  1. Vaste en losse obstakels op het trottoir en elders zijn een gevaar voor PMH en anderen.
    De NHRPH vraagt sensibilisering (vanaf de school en de rijopleiding), reglementering, controle en zo nodig bestraffing. 

  2. Onbeheerde (elektrische) voertuigen zoals fietsen en steps zijn een gevaar voor PMH en anderen.
    De NHRPH vraagt sensibilisering, reglementering, controle en zo nodig bestraffing.

  3. Laadpalen en -kabels voor elektrische wagens zijn een gevaar voor PMH en anderen. Bovendien zullen er in de toekomst alleen maar bijkomen.
    Er is dringend een heldere reglementering nodig over de plaatsing van laadpalen voor het opladen van elektrische wagens. De laadpalen moeten niet enkel toegankelijk zijn voor PMH; ze mogen ook geen gevaar/obstakel vormen voor PMH.

D. Inzake de aanpassingen voor PMH

Zonder exhaustief te willen zijn haalt de NHRPH een aantal goede praktijken aan die voor een grotere verkeersveiligheid voor PMH kunnen zorgen:

  • Rateltikkers bij verkeerslichten
  • Auto’s met sonoor signaal
  • Geleidelijnen
  • Drempelloze en obstakelloze trajecten
  • Goede zichtbaarheid garanderen
  • Goede registratie en opvolging van ongevallen met PMH
  • Sensibilisering van het publiek
  • Universal design en een inclusieve reglementering
  • Een beter overleg tussen de verschillende bestuursniveaus: het federale niveau, de deelgebieden en de gemeentes.