Ga naar de inhoud

Advies 2023/06

 

Advies nr. 2023/06 van de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap (NHRPH) over een voorstel van resolutie over een vrijstelling van het boordtarief voor de treinreizigers die opstappen in een station zonder bemand loket, uitgebracht tijdens de plenaire zitting van 20/02/2023.

Advies op vraag van de Commissie voor Mobiliteit, Overheidsbedrijven en Federale Instellingen van de Kamer van Volksvertegenwoordigers (e-mail van 27/01/2023).

 

1. ADVIES BESTEMD

  • Voor opvolging aan de heer Jean-Marc Delizée, Voorzitter van de Commissie voor Mobiliteit, Overheidsbedrijven en Federale Instellingen van de Kamer van Volksvertegenwoordigers en mede-indiener van het voorstel van resolutie
  • Voor opvolging aan mevrouw Chanelle Bonaventure en mevrouw Laurence Zanchetta, leden van de Commissie voor Mobiliteit, Overheidsbedrijven en Federale Instellingen van de Kamer van Volksvertegenwoordigers en mede-indieners van het voorstel van resolutie
  • Voor opvolging aan de heer Georges Gilkinet, Vice-Eersteminister en Minister van Mobiliteit
  • Voor opvolging aan mevrouw Karine Lalieux, Minister van Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, belast met Personen met een handicap, Armoedebestrijding en Beliris
  • Voor opvolging aan mevrouw Sophie Dutordoir, ceo van de NMBS
  • Ter informatie aan Unia
  • Ter informatie aan het UNCRPD-coördinatiemechanisme
  • Ter informatie aan de federale ombudsman
 

2. ONDERWERP

Sinds 1 februari 2015 is elke treinreiziger die in België aan boord van een NMBS-trein een ticket koopt een “boordtarief” verschuldigd van zeven euro boven op de kostprijs van het ticket. De maatregel was bedoeld om fraude te bestrijden. De toeslag van zeven euro bovenop de ticketprijs moest de reizigers ontraden zonder geldig vervoerbewijs op de trein te stappen.

De NHRPH vernam ondertussen in de pers dat dat bedrag op 01/02/2023 werd verhoogd naar 9 euro.

 

3. ANALYSE

Vandaag hebben veel stations geen loket meer en moeten reizigers hun ticket aankopen aan een automaat in het station of op het perron. Maar waar geen loket is, is soms evenmin een spoorwegbeambte te bespeuren.

Hoewel de NMBS werk maakt van toegankelijke ticketautomaten, blijven ze voor bepaalde personen moeilijk te gebruiken.

De NHRPH heeft al in 2015 het advies 2015-21 uitgebracht over het boordtarief, zoals het voorstel van resolutie ook aanhaalt:

Maar al in 2015 benadrukte de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap (NHRPH) dat het boordtarief discriminerend was voor die categorieën van mensen: “Voor de personen in kwestie is het boordtarief een stap achteruit op het vlak van mobiliteit en participatie aan het maatschappelijk leven. Ook mensen met een ernstige handicap moeten de kans hebben zo zelfstandig mogelijk te leven en te reizen, waar nodig met assistentie en redelijke aanpassingen.”

De NHRPH heeft ook nog in latere adviezen over de NMBS naar de problemen rond het boordtarief verwezen, zoals advies 2015-30 over de beheerscontracten en advies 2017-19 over verstandelijke handicap.

Het boordtarief opleggen aan PMH is niet in overeenstemming met de EU-wetgeving. In overweging 10 van de Verordening (EG) nr. 1371/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende de rechten en verplichtingen van reizigers in het treinverkeer staat: “Gehandicapte personen en personen met beperkte mobiliteit moeten zonder extra kosten hun vervoerbewijs in de trein kunnen kopen.” Artikel 19 van dezelfde Verordening bepaalt: “Boekingen en vervoerbewijzen worden gehandicapte personen en personen met beperkte mobiliteit aangeboden zonder extra kosten.”

De Verordening (EU) Nr. 1300/2014 van de Commissie van 18 november 2014 betreffende de technische specificatie inzake interoperabiliteit betreffende de toegankelijkheid van het spoorwegsysteem in de Unie voor gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit (PBM) zegt het volgende:

“— Voor de kaartverkoop met ticketautomaten op onbemande stopplaatsen moeten bedrijfsvoorschriften worden opgesteld en toegepast (zie punt 4.2.1.8). In dit geval moeten voor visueel gehandicapten te allen tijde alternatieve middelen voor de aanschaf van een vervoersbewijs beschikbaar zijn (in de trein of op het station van aankomst bijvoorbeeld).” Voor de NHRPH moet dit worden uitgebreid tot alle personen met een handicap die niet goed overweg kunnen met ticketautomaten op onbemande stopplaatsen.

Het voorstel van resolutie wees er tevens op dat ook Unia bezwaren had geuit tegen het boordtarief in een artikel van 09/02/2015:
“Unia wees erop dat het boordtarief niet in overeenstemming is met het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap en de antidiscriminatiewet van 10 mei 2007 enerzijds, noch met de Europese verordeningen betreffende de rechten en verplichtingen van reizigers in het treinverkeer en de toegankelijkheid van het spoorwegsysteem voor personen met een handicap en personen met beperkte mobiliteit, anderzijds.”

Het voorstel van resolutie haalt ook terecht de factor van de digitale kwetsbaarheid aan.

Volgens de Barometer Digitale Inclusie die de Koning Boudewijnstichting op 2 september 2022 heeft gepubliceerd, was (in 2021) “46 % van de mensen tussen 16 en 74 jaar digitaal kwetsbaar: 39 % beschikte over geringe digitale vaardigheden (tegenover 32 % in 2019) en 7 % maakte geen gebruik van het internet (tegenover 8 % in 2019).” Bovendien blijkt uit dat onderzoek dat het aantal mensen met beperkte digitale vaardigheden in het hele land aan het toenemen is. Die stijging zou zich vooral voordoen bij mensen met een laag inkomen, laaggeschoolden en werkzoekenden.

Met de versnelling van de digitalisering van de laatste jaren - des te meer tijdens de COVID-19-pandemie – wordt de digitale kloof alleen maar breder. Het probleem van het boordtarief is daarmee nog nijpender geworden. Ondanks inspanningen van de NMBS zullen onlineverkoop van tickets en ticketautomaten voor een deel van de bevolking ontoegankelijk blijven, in het bijzonder voor een significant deel van de mensen met een handicap.

 

4. ADVIES

  • De NHRPH waardeert het initiatief van de indieners van het voorstel van resolutie om de problematiek van het boordtarief opnieuw onder de aandacht te brengen. De NHRPH hoopt dat er na al die jaren een toegankelijke oplossing voor het probleem van het boordtarief wordt gevonden.
  • Hoewel de NHRPH zich kan vinden in de analyse van het probleem zoals die uit het voorstel van resolutie naar voren komt, is de NHRPH het niet eens met het finale verzoek van het voorstel van resolutie: “Derhalve verzoeken de indieners van dit voorstel van resolutie om werk te maken van een vrijstelling van het boordtarief voor al wie in een station zonder loket opstapt en de treinbegeleider er vóór het vertrek van de trein van verwittigt een treinticket aan boord te willen kopen.”
    De NHRPH vreest dat het verwittigen van de treinbegeleider vooraf opnieuw tot discussies gaat leiden op de trein met mensen die al dan niet oprecht op het perron aangaven aan de treinbegeleider – die soms erg ver weg staat en andere taken te vervullen heeft – dat ze hun treinticket aan boord willen kopen. Bovendien is het voor een persoon met een handicap niet altijd haalbaar om vlot en tijdig in de buurt te komen van een treinbegeleider om een signaal te geven.
  • De NHRPH is ervan overtuigd dat de passagier meer gebaat is met een toegankelijk spoorverkeer en assistentie dan met een procedure die berust op de goodwill van treinbegeleider en passagier. Behalve toegankelijke automaten is er immers ook menselijke aanwezigheid en assistentie nodig: bemande loketten, personeelsleden die assistentie en informatie kunnen verlenen, begeleiding van personen met een beperkte mobiliteit – ook zonder voorafgaandelijke aanvraag -, ... Voor de meeste personen met een handicap gaat er niets boven sociaal contact en interactie.
  • Aangezien een perfect toegankelijk spoorverkeer nog niet voor morgen is, vraagt de NHRPH voorlopig een andere oplossing. Zelf is de NHRPH een voorstander van een kaart die personen met een handicap kan vrijstellen van het betalen van de meerkosten van het boordtarief, zoals al vermeld in het advies 2015-21. De NHRPH stelt voor om de European Disability Card (EDC) hiervoor te gebruiken. Deze kaart heeft het grote voordeel dat die al beschikbaar is en in meerdere EU-landen wordt erkend. Alle erkende personen met een handicap kunnen deze kaart aanvragen. Let wel: het aanvaarden van de EDC-kaart voor de vrijstelling van het boordtarief mag in geen geval een excuus zijn voor de NMBS of de overheid om personen met een handicap hun recht op menselijke assistentie te ontzeggen!
    De NHRPH wenst dat personen op vertoon van hun persoonlijke EDC-kaart aan boord van de trein hun ticket kunnen kopen zonder toeslag, ook zonder vooraf op het perron aan te geven aan de treinbegeleider dat ze nog geen vervoerbewijs hebben.
    In artikel 57 “Assistentie aan PBM”, paragraaf 5 van het nieuwe openbaredienstcontract 2023-2032 van de NMBS wordt trouwens al rekening gehouden met deze mogelijkheid: “NMBS kan personen met een handicap vrijstellen van de boordtoeslag op vertoon van de 'European Disability Card'. Deze mogelijkheid hangt af van de resultaten van het proefproject dat in 8 landen van de Europese Unie wordt uitgevoerd (bij de inwerkingtreding van dit Contract) en van het daaruit voortvloeiende voorstel van de Europese Commissie (in principe eind 2023) om de internationale erkenning van deze kaart vast te stellen, met name op basis van gemeenschappelijke uitgifteprincipes.”
  • De NHRPH verwijst verder naar de argumenten van zijn eerdere advies 2015-21.
  • De NHRPH verwacht van de NMBS dat ze voor al haar diensten ook niet-digitale alternatieven voorziet.
  • De NHRPH merkt op dat in het voorstel van resolutie de uitdrukking “mentale beperking” wordt gebruikt. De NHRPH stelt voor om die te vervangen door de uitdrukking “verstandelijke handicap”.
  • Tot slot vernam de NHRPH in de pers dat treinbegeleiders binnenkort geen cash meer zullen aannemen in de trein. De NHRPH verzet zich hier met klem tegen. Cash is en blijft een valabel betaalmiddel. Digitaal kwetsbare mensen hebben vaak geen andere mogelijkheden dan betalen met cash. Sommigen, zoals personen die onder financieel bewind staan, beschikken zelfs niet over betaalkaarten. Zij krijgen een beperkte hoeveelheid baar geld ter beschikking voor dagelijkse uitgaven. Indien cash niet meer wordt aanvaard op de trein, kunnen deze mensen geen ticket meer kopen op de trein! Kwetsbare mensen dreigen zo twee keer het slachtoffer te worden van de boordtariefregeling van de NMBS. Daarom vraagt de NHRPH dat personen met een handicap – zo nodig op vertoon van een kaart – ook met cash mogen betalen op de trein, zeker wanneer er geen bemand loket open is in het station van vertrek.
  • De NHRPH wenst op de hoogte te blijven van de evolutie van dit dossier.