Ga naar de inhoud

Advies 2023/12

 

Advies nr. 2023/12 van de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap (NHRPH) over de verschillende kaarten voor personen met een handicap in het openbaar vervoer, besproken tijdens de plenaire zitting van 15/05/2023 en goedgekeurd na consultatie per e-mail op 30/06/2023.

Advies op initiatief van de NHRPH.

 

1. ADVIES BESTEMD

  • Voor opvolging aan de heer Georges Gilkinet, Vice-eersteminister en Minister van Mobiliteit
  • Voor opvolging aan mevrouw Karine Lalieux, Minister van Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, belast met Personen met een handicap, Armoedebestrijding en Beliris
  • Voor opvolging aan mevrouw Julie Clémént van de DG Personen met een handicap
  • Ter informatie aan de heer Frank Vandenbroucke, Vice-eersteminister en Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
  • Ter informatie aan Unia
  • Ter informatie aan het UNCRPD-coördinatiemechanisme
  • Ter informatie aan de federale ombudsman
 

2. ONDERWERP

Voor personen met een handicap bestaan er meerdere kaarten voor een vlottere of goedkopere toegang tot het openbaar vervoer, zoals de Nationale verminderingskaart, de Kaart Kosteloze Begeleider, de Kaart Verhoogde Tegemoetkoming enz. Deze kaarten hebben niet allemaal dezelfde geldigheidsduur. Ook de verschillende formaten en het hoge aantal kaarten kunnen problemen geven, bijvoorbeeld bij het bewaren in de portefeuille.

 

3. ANALYSE

A. Kaarten voor het openbaar vervoer

Er bestaan in België een aantal kaarten die personen met een handicap kunnen gebruiken in het openbaar vervoer, elk met een eigen functie en voorwaarden. Hieronder een overzicht van de belangrijkste.

  1. De Nationale Verminderingskaart voor het openbaar vervoer
    De Nationale Verminderingskaart wordt uitgereikt door de Directie-generaal Personen met een handicap van de FOD Sociale Zekerheid. Met deze kaart reis je gratis met de bus, metro en tram (gewone verbindingen) van de drie regionale vervoermaatschappijen: MIVB, TEC en De Lijn. Ook de trein (NMBS) is gratis zolang je binnen België en in 2e klasse reist. Je hebt recht op een nationale verminderingskaart voor het openbaar vervoer als je blind of slechtziend bent (blijvende visuele handicap van minstens 90%). De kaart is persoonlijk en in principe levenslang geldig, tenzij je erkenning tijdelijk is. Voorlopig is dit een kaart zonder chip (10,5 cm x 7,4 cm).

  2. De Kaart Kosteloze Begeleider
    Met de Kaart Kosteloze Begeleider reist je begeleider gratis mee in dezelfde klasse. De kaart kan gebruikt worden voor een traject tussen twee Belgische stations of stopplaatsen (NBMS) en is ook geldig op de regionale vervoersnetten van de MIVB, TEC en De Lijn.

    De kaart wordt uitgereikt door de NMBS. De NMBS bepaalt hoe lang de kaart geldig is, met een maximumduur van 5 jaar.

    De Kaart Kosteloze Begeleider is enkel voor reizigers die aan ten minste een van onderstaande criteria voldoen:

    • Een vermindering van zelfredzaamheid met ten minste 12 punten volgens de handleiding voor de evaluatie van de graad van zelfredzaamheid
    • Een vermindering van zelfredzaamheid met ten minste 6 punten voor jongeren onder 21 jaar
    • Een blijvende invaliditeit of arbeidsongeschiktheid van minstens 80%
    • Een blijvende invaliditeit rechtstreeks toe te schrijven aan de onderste ledematen die ten minste 50% bedraagt
    • Een volledige verlamming of amputatie van de bovenste ledematen
    • Een integratietegemoetkoming categorie III of hoger
    • Totale – of 90% - blindheid

    De kaart staat op naam van de persoon met een handicap, en dus NIET op naam van de begeleider. Op die manier kan de persoon zelf steeds de begeleider kiezen.

    De kaart is vrij groot (9 cm x 11 cm): de moederkaart is een plastic mapje – voor het valideringsbiljet -, voorzien van een pasfoto.

  3. Kaart Verhoogde Tegemoetkoming
    Met de Kaart Verhoogde Tegemoetkoming krijgen reizigers met een beperkt beroepsinkomen of een verhoogde tegemoetkoming in de terugbetaling van gezondheidszorg korting op de trein. De levenspartner en de personen ten laste hebben ook recht op de kortingkaart.

    De kaart wordt uitgereikt door de NMBS en geeft recht op 50% korting bij aankoop van biljetten in 2de klas op het Belgische spoorwegnet. De kaart is niet geldig voor andere vormen van openbaar vervoer.

    Ook De Lijn aanvaardt deze kaart. Met de kaart kun je tegen verminderd tarief (56 euro) een jaarabonnement kopen: BUZZY Pazz (voor personen jonger dan 25 jaar) of een Omnipas (voor personen ouder dan 25 jaar). Het abonnement wordt op naam uitgereikt en wordt gratis afgeleverd. Je abonnement is geldig op alle bussen, belbussen, trams en de kusttram van De Lijn, behalve op de Limburgse snellijnen. Je kunt de kaart ook via De Lijn verkrijgen.

    De kaart heeft een geldigheid van 1 jaar (5 jaar als je 65 jaar of ouder bent). De kaart is persoonlijk en niet overdraagbaar. De kaart is vrij groot (9 cm x 11 cm): de moederkaart is een plastic mapje – voor het valideringsbiljet –, voorzien van een pasfoto.

  4. Voorrangskaart voor een Zitplaats
    De Voorrangskaart voor een Zitplaats geeft je garantie op een zitplaats in de trein zonder extra kosten. Deze kaart kan worden aangevraagd bij de NMBS op vertoon van een doktersattest dat verklaart dat je niet lang rechtop mag staan, wat hiervan de medische oorzaken zijn en voor welke periode. De kaart heeft een beperkte geldigheidsperiode van maximaal 5 jaar. De kaart bestaat uit een geplastificeerde kaart (zonder chip) met de foto van de rechthebbende en een papieren valideringsticket.

B. De MoBIB-kaart

De MoBIB-kaart is een chipkaart op naam die vervoerbewijzen of abonnementen van de vier maatschappijen voor openbaar vervoer in België combineert: NMBS, De Lijn, Tec en MIVB. De kaart zelf heeft een geldigheid van meerdere jaren, maar voor de abonnementen op de kaart gelden de voorwaarden van de aanbieders. De verschillende abonnementen hebben dus niet noodzakelijk dezelfde geldigheidsduur.

De kaart biedt de mogelijkheid om de verschillende vervoersbewijzen op hetzelfde moment te verlengen. Echter, personen met een visuele handicap kunnen hun gratis abonnement enkel verlengen aan een loket (MIVB Brussel). Hun verminderingskaart voor openbaar vervoer vermeldt nochtans geen einddatum.

C. European Disability Card

Met de European Disability Card (EDC) kan de drager tonen dat hij of zij erkend is als persoon met een handicap, ook als die handicap onzichtbaar is. De kaart wordt in België uitgegeven door de DG Personen met een handicap en de regionale agentschappen. Ze heeft het formaat van een bankkaart, maar dan zonder chip. De kaart geeft recht op voordelen in sport, cultuur en vrije tijd, zoals korting op een inkomticket voor een museum of voorrang bij de toegang tot attracties in een pretpark. Je kunt de kaart niet alleen in België, maar ook in Cyprus, Estland, Finland, Italië, Malta, Slovenië en Roemenië gebruiken. Waarschijnlijk volgen weldra nog EU-landen.

Ook bij het openbaar vervoer wordt de EDC steeds vaker erkend. De Lijn bijvoorbeeld erkent de EDC als een middel waarmee je aan de chauffeur of controleur het signaal kan geven dat je een reiziger met een handicap bent. De chauffeur of controleur herkent de kaart en zal er in het contact met jou rekening mee houden. Voorlopig heeft de EDC nog geen functie als verminderingskaart in het openbaar vervoer in België.

Steeds meer partners bieden op vertoon van de EDC voordelen aan personen met een handicap aan. De partner beslist zelf welke voordelen.

D. De identiteitskaart

De identiteitskaart is per definitie persoonlijk. De fysieke identiteitskaart heeft een chip. Die chip kan als sleutel dienen tot andere toepassingen, al dan niet beveiligd met een code. Zo kan de reiziger bij het online aankopen van een vervoersbewijs ervoor kiezen het vervoersbewijs op de identiteitskaart te plaatsen. In principe heeft de persoon zijn of haar identiteitskaart altijd bij zich. De treinbegeleider heeft enkel toegang tot de zichtbare identiteitsgegevens op de kaart en het vervoersbewijs op de chip. Eventueel zouden ook de andere kaarten en abonnementen veilig op de identiteitskaart kunnen worden geladen.

E. Veel kaarten

Alle hierboven vermelde kaarten hebben hun reden van bestaan. Het is alleen jammer dat ze niet altijd vlot herkenbaar zijn voor sommige personen met een handicap, ook omdat mensen nog tal van andere – vaak gelijkende - kaarten hebben: bankkaarten, de Europese parkeerkaart voor personen met een handicap, kredietkaarten, lidkaarten, kortingkaarten van winkels, toegangsbadges enz. Een portefeuille wordt al snel te klein voor al die kaarten. Sommige kaarten zijn zelfs te groot voor de portefeuille.

Bovendien krijgt de persoon niet altijd een waarschuwing wanneer de geldigheid van de kaart eindigt. Mensen komen soms pas bij een controle te weten dat een van de kaarten niet meer geldig, wat hun vaak een boete oplevert.

Voor personen met een visuele, fysieke, verstandelijke, … handicap is het niet altijd eenvoudig om snel de juiste kaart te vinden, want ze lijken soms op elkaar. Blinde en slechtziende personen kunnen baat hebben bij vermeldingen in braille, verschillende kaartformaten of een inkeping in de kaart.

 

4. ADVIES

A. Wat betreft het aantal kaarten

  1. De NHRPH is van mening dat de vermelde kaarten voor personen met een handicap allemaal hun nut hebben.

    ⇒ Om de problemen met de grote formaten, het grote aantal fysieke kaarten en de mogelijke verwarring - in het bijzonder voor personen met een visuele handicap - te beperken, stelt de NHRPH voor om te onderzoeken of een aantal van die kaarten kunnen worden geïntegreerd in een enkele kaart met chip. De NHRPH denkt dan aan de Nationale Verminderingskaart, de kaart Kosteloze begeleider, de kaart Verhoogde tegemoetkoming en de Voorrangskaart voor een zitplaats.

    ⇒ Indien sommige kaarten niet kunnen worden geïntegreerd, dan moeten ze duidelijk herkenbaar zijn, bijvoorbeeld via een vermelding in braille, een ander formaat of een specifieke markering of inkeping.

    ⇒ De NHRPH meent dat de MoBIB-kaart een goede optie is voor een geïntegreerde kaart en verkiest deze boven de identiteitskaart. De MoBIB-kaart heeft een handig bankkaartformaat en een chip en integreert nu al abonnementen van NMBS, De Lijn, Tec en MIVB en wordt dus al erkend in het hele land. Het is dan wel essentieel dat de betrokken instanties de benodigde – en enkel de benodigde - informatie op de kaart kunnen lezen.

  2. De NHRPH benadrukt dat een fysieke kaart nodig blijft voor veel personen met een handicap die moeite hebben met digitale toepassingen, omdat die niet integraal toegankelijk zijn.

  3. Hoewel de Europese parkeerkaart voor personen met een handicap minder relevant is in de context van dit advies, benadrukt de NHRPH dat die een aparte fysieke kaart moet blijven. Die moet bij gebruik immers achter de voorruit van de geparkeerde auto worden achtergelaten.

B. Wat betreft de geldigheidsduur

  1. De NHRPH is van mening dat de kaarten en hun geldigheid zo veel mogelijk op elkaar moeten worden afgestemd, met als uitgangspunt de duur van de erkenning als persoon met een handicap. Bijvoorbeeld: als de Nationale verminderingskaart van onbepaalde duur is, dan kan de kaart Kosteloze begeleider dat ook zijn.

    ⇒ De verschillende kaarten hebben bij voorkeur dezelfde geldigheidsduur met dezelfde begin- en einddatum.

  2. Als de geldigheidsduur beperkt is, dan moet de persoon er tijdig van op de hoogte worden gebracht dat de kaart gaat vervallen. Zo kan de persoon tijdig het nodige doen.

  3. Idealiter worden de gegevens van de kaarthouder geregeld automatisch geactualiseerd, bijvoorbeeld via de Kruispuntbank, zodat de MoBIB-kaart geldig blijft zonder interventie van de persoon.

  4. Indien de tussenkomst van de klant vereist is, dan moet de procedure toegankelijk en klantvriendelijk zijn en via meerdere kanalen kunnen gebeuren: een toegankelijke onlinetoepassing, via telefoon, aflevering aan huis, …

  5. Als de verschillende kaarten dezelfde begin- en einddatum hebben, moet het mogelijk zijn om die allemaal in één keer te verlengen, zowel voor de verschillende abonnementen als voor de verschillende kaarten voor personen met een handicap. De MoBIB-kaart laat dit al toe voor de vervoersbewijzen van trein, tram, bus en metro. Hiervoor zou de persoon al zijn aanvragen in één keer moeten doen, wat niet evident is. Ook voor personen met een visuele handicap moet dit vlot mogelijk zijn. Momenteel moeten zij zich nog naar een MIVB-loket begeven voor de verminderingskaart openbaar vervoer.

    ⇒ Als de aanvraagformulieren voor tegemoetkomingen ook vragen rond het aanvragen van de verschillende kaarten zouden bevatten, zou dat een stap in de goede richting zijn.

C. Voor niet-Belgen

  1. Personen met een handicap uit een ander EU-land moeten op vertoon van de EDC ook toegang krijgen tot de in België aangeboden vervoersfaciliteiten voor personen met een handicap. Omgekeerd moet dat ook gelden voor Belgische personen met een handicap die een ander EU-land bezoeken.

    ⇒ De overheden en vervoersmaatschappijen moeten hiertoe de nodige nationale, interregionale en internationale afspraken maken.

  2. Ook personen met een handicap die een niet-EU-nationaliteit hebben, moeten in België toegang hebben tot de aangeboden vervoersfaciliteiten voor personen met een handicap in België.

    ⇒ De overheden en vervoersmaatschappijen moeten hiertoe de nodige nationale, interregionale en internationale afspraken maken.

D. Wat betreft de NHRPH

  1. De NHRPH wil betrokken worden bij de onderhandelingen over de verdere uitwerking van de MoBIB-kaart.

  2. In België is er sprake van het uitbreiden van de EDC naar het domein van het vervoer. De NHRPH wenst bij de onderhandelingen te worden betrokken.