Ga naar de inhoud

Advies 2023/04

 

Advies nr. 2023/04 van de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap (NHRPH) over het rijbewijs met punten, besproken op de plenaire vergadering van 20/02/2023 en uitgebracht tijdens de plenaire zitting van 20/02/2023.

Advies op initiatief van de NHRPH.

 

1. ADVIES BESTEMD

  • Voor opvolging aan de heer Georges Gilkinet, Vice-Eersteminister en Minister van Mobiliteit
  • Voor opvolging aan de heer Mathieu Michel, Staatssecretaris voor Digitalisering, belast met Administratieve Vereenvoudiging, Privacy en Regie der gebouwen
  • Voor opvolging aan mevrouw Karine Lalieux, Minister van Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, belast met Personen met een handicap, Armoedebestrijding en Beliris
  • Voor opvolging aan de heer Vincent Van Quickenborne, Vice-Eersteminister en Minister van Justitie en Noordzee
  • Voor opvolging aan mevrouw Annelies Verlinden, Minister van Binnenlandse Zaken, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing
  • Ter informatie aan de heer Alexander De Croo, Eerste Minister
  • Ter informatie aan Unia
  • Ter informatie aan het UNCRPD-coördinatiemechanisme
  • Ter informatie aan de federale ombudsman
 

2. ONDERWERP

De federale regering bereidt de invoering van een rijbewijs met punten voor, waarbij bepaalde overtredingen strafpunten opleveren. Vanaf een bepaalde grens zal het rijbewijs worden ingetrokken.

 

3. ANALYSE

Het idee van het rijbewijs met punten is niet nieuw. In 1990 werd het rijbewijs met punten onder Minister van Verkeerswezen Jean-Luc Dehaene in de verkeerswet ingeschreven, maar die wet bleef dode letter. Het idee werd in 2020 weer opgevist in het Regeerakkoord van de federale regering:
Een studie over de rol van het rijbewijs met punten in vergelijking met andere landen en over het gebruik van radarverklikkers zal worden uitgevoerd. De regering maakt werk van een structurele aanpak van hardnekkige recidive, ook voor overtredingen die doorgaans afgehandeld worden met een onmiddellijke inning. De wet betreffende het rijbewijs met punten vormt hiervoor de basis

In de meeste Europese landen bestaat er al een rijbewijs met punten. Na een studie van het mobiliteitsinstituut Vias naar de beste praktijken in het buitenland hebben de Ministers van Mobiliteit, Justitie en Binnenlandse Zaken een akkoord bereikt over de krijtlijnen voor het rijbewijs. Deze aanpak past binnen de regeringsdoelstelling om het aantal verkeersslachtoffers te verminderen. In een vergadering met het kabinet-Gilkinet vernam de NHRPH dat de regering hoopt nog deze legislatuur een wet over het rijbewijs met punten te laten goedkeuren.

Het principe: iedereen begint met nul punten. Voor een aantal verkeersovertredingen, in het bijzonder min of meer ernstige overtredingen die de verkeersveiligheid in gevaar brengen, worden punten toegekend. Vanaf 12 punten verliest de persoon zijn rijbewijs. De persoon kan een traject volgen om punten te laten schrappen. De lijst met overtredingen die strafpunten opleveren ligt nog niet vast, maar alcohol- en druggebruik in het verkeer, vluchtmisdrijf enz. zullen op de lijst staan. De politierechtbank zal de strafpunten toekennen.

 

4. ADVIES

  • Voldoende controles:

De NHRPH wijst erop dat het succes van de wet staat of valt met de kans dat de overtreder wordt betrapt. Als de pakkans laag is, kunnen hardleerse overtreders gevaarlijk blijven rijden zonder er zelf veel gevolgen van te ondervinden. Bij weinig controle duurt het immers wel even voor de 12 strafpunten bereikt zijn. Om een positieve impact op de verkeersveiligheid te hebben, moet het rijbewijs met punten vergezeld gaan van voldoende controles, zodat hardleerse overtreders de negatieve gevolgen voelen: verlies van rijbewijs of de dreiging ervan.

  • Onrechtmatig parkeren op plaatsen voorbehouden voor personen met handicap:

De NHRPH dringt eropaan dat ook parkeerovertredingen gelinkt aan parkeerplaatsen die voorbehouden zijn voor personen met een handicap op de lijst van verkeersovertredingen komen die aanleiding geven tot strafpunten op het rijbewijs.

Deze overtredingen worden nu reeds aanzien als een onrechtstreeks gevaar en de wet bestempelt die dan ook reeds als een tweedegraads overtredingen. Het is belangrijk om deze overtredingen niet over het hoofd te zien bij het bepalen van de lijst van overtredingen die aanleiding geven tot strafpunten, want dit is wel degelijk een kwestie van verkeersveiligheid!

De voorbehouden parkeerplaatsen zijn immers vaak speciaal aangepast aan de noden van de personen met een handicap. Ze bieden personen met een handicap de kans veilig in en uit te stappen en hun eventuele hulpmiddelen (rolstoel, protheses, witte stok, assistentiehond, …) in of uit te laden, wat doorgaans meer tijd en moeite kost dan bij personen zonder handicap.

Vaak zijn voorbehouden parkeerplaatsen breder en langer dan gewone parkeerplaatsen om personen met een handicap de mogelijkheid te bieden de (elektrische) rolstoel langs achteren in en uit de auto te laden, al dan niet automatisch.

De voorbehouden parkeerplaatsen zijn vaak in de directe omgeving van de bestemming: een hospitaal, een station, een warenhuis, overheidsdiensten, scholen, … Wanneer de persoon met een handicap geen nabijgelegen parkeerplaats vindt, moet hij een langer en soms gevaarlijker traject afleggen, terwijl hij al een beperktere mobiliteit heeft dan andere personen. Bovendien zijn lange verplaatsingen voor een persoon met een handicap om gezondheidsredenen vaak niet wenselijk of zelfs maar toegestaan.

  • Problemen met scan cars:

De NHRPH vraagt nadrukkelijk en dringend een oplossing voor de vele onterecht uitgeschreven parkeerboetes aan personen met een handicap. Momenteel scannen scan car immers niet de parkeerkaart voor personen met een handicap, maar de nummerplaat (zie advies 2022-19). Die vergissingen mogen uiteraard niet tot strafpunten leiden. De onterechte boetes schrikken nu al vrijwilligers af die personen met een handicap vervoeren. Als die vrijwilligers niet alleen boetes, maar ook nog strafpunten riskeren, is de kans groot dat ze verzaken aan vrijwilligerswerk.

  • Rechtsonzekerheid omtrent de parkeerregels:

De NHRPH wijst op de inconsistenties in de federale Wegcode en de verschillende gemeentelijke interpretaties die eruit voortvloeien. Zo stelt art. 27.4.1.§4 Wegcode dat de beperkingen van de parkeertijd in de blauwe zone niet gelden voor de voertuigen die gebruikt worden door personen met een handicap wanneer die de parkeerkaart gebruiken. De voorafgaande paragraaf (§3) bepaalt dat daar waar er parkeermeters of parkeerautomaten staan de regels gelden die op de toestellen zijn vermeld, m.a.w. de regels van de gemeente in kwestie.

De NHRPH is van mening dat §4 m.b.t. de parkeerkaart van personen met een handicap moeten worden geïnterpreteerd als een uitzondering op §3 inzake de mogelijkheid van gemeentelijke retributies. Evenwel is de interpretatie voorlopig nog dat gemeentelijke regels voorrang krijgen, waardoor er van de zogenaamde onbeperkte duur van het parkeren lokaal niet veel overblijft.

Hier ligt rechtsonzekerheid op de loer! De NHRPH herhaalt daarom zijn oproep om de parkeerregels – een gemeentelijke bevoegdheid – zo veel mogelijk te uniformiseren. In die context is de NHRPH voorstander van gratis parkeren zonder beperking in de tijd voor personen met een handicap bij gebruik van de parkeerkaart voor personen met een handicap (zie advies 2015-20).

  • Digitale portefeuille

Tot slot vraagt de NHRPH aandacht voor de Europese digitale portefeuille die op komst is. Die Digitale portefeuille zal ook het digitale rijbewijs bevatten. De NHRPH vraagt dat de Digitale portefeuille toegankelijk is voor personen met een handicap. Aangezien niet alle digitale diensten, middelen en kanalen toegankelijk zijn voor personen met een handicap, vindt de NHRPH het belangrijk dat de keuze voor de Digitale portefeuille een vrije individuele keuze is, een keuze die bovendien omkeerbaar moet zijn. Voor de NHRPH moet er dus steeds een niet-digitaal, toegankelijk alternatief zijn, want de digitale kloof is voor veel personen met een handicap een feit. Op de brief van de NHRPH van 21/12/2022 antwoordde de heer Mathieu Michel, Staatssecretaris voor Digitalisering, belast met Administratieve Vereenvoudiging, Privacy en Regie der gebouwen, dat het gebruik van de Digitale portefeuille op vrijwillige basis zal gebeuren en dat er geen plannen zijn om de Digitale portefeuille te verplichten (brief van 20/02/2023). De NHRPH vraagt om te worden betrokken bij de ontwikkeling en implementatie van de Digitale portefeuille.