Ga naar de inhoud

Advies 2021/20


Advies nr. 2021/20 van de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap (NHRPH) over de beperking van plastic rietjes voor eenmalig gebruik, uitgebracht tijdens de plenaire vergadering van 21/06/2021.

Advies uitgebracht op initiatief van de NHRPH.

1. ONDERWERP

Overeenkomstig artikel 5 van Richtlijn 2019/904 van 5 juni 2019 betreffende de vermindering van de effecten van bepaalde kunststofproducten op het milieu moeten de lidstaten het in de handel brengen van in deel B van de bijlage vermelde kunststofproducten voor eenmalig gebruik en van producten vervaardigd uit oxo-degradeerbare kunststoffen verbieden. Tot deze producten behoren rietjes, tenzij ze onder het toepassingsgebied van Richtlijn 90/385/EEG of Richtlijn 93/42/EEG vallen.

Een ontwerp van koninklijk besluit betreffende producten voor eenmalig gebruik en ter bevordering van herbruikbare producten teneinde richtlijn 2019/904 toe te passen, wordt momenteel besproken.

2. ANALYSE

De NHRPH heeft reeds een advies hierover uitgebracht in 2020 (zie advies 2020-19 van 21 september 2020). De NHRPH heeft ook verschillende ministers geïnterpelleerd door middel van een brief van 29 maart 2021.

Ingevolge deze brief heeft de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu informeel een ontwerp van koninklijk besluit betreffende producten voor eenmalig gebruik en ter bevordering van herbruikbare producten voorgelegd.

Artikel 5 van het ontwerp bepaalt het volgende:

Het is verboden de kunststofproducten voor eenmalig gebruik in bijlage 1 de eerste keer op de markt de brengen.

De producten 1°, 2° en 3° van Bijlage 1 mogen de eerste keer op de markt gebracht worden tot en met 30 september 2023.

Kunststofproducten voor eenmalig gebruik vermeld in bijlage 1 van het ontwerp van koninklijk besluit zijn met name:

4 ° Katoenen wattenstaafjes, tenzij die binnen het toepassingsgebied van het koninklijk besluit van 18 maart 1999 betreffende de medische hulpmiddelen en de Verordening (EU) 2017/745 van 5 april 2017 van het Europees Parlement en de Raad betreffende medische hulpmiddelen, tot wijziging van Richtlijn 2001/83/EG, Verordening (EG) nr. 178/2002 en Verordening (EG) nr. 1223/2009, en tot intrekking van Richtlijnen 90/385/EEG en 93/42/EEG van de Raad, vallen. De minister bevoegd voor het milieu kan, indien nodig, de voorwaarden bepalen voor het op de markt brengen van deze producten.

7° Rietjes, tenzij die binnen het toepassingsgebied van het Koninklijk besluit van 18 maart 1999 betreffende de medische hulpmiddelen en de Verordening (EU) 2017/745 van 5 april 2017 van het Europees Parlement en de Raad betreffende medische hulpmiddelen, tot wijziging van Richtlijn 2001/83/EG, Verordening (EG) nr. 178/2002 en Verordening (EG) nr. 1223/2009, en tot intrekking van Richtlijnen 90/385/EEG en 93/42/EEG van de Raad vallen. De minister bevoegd voor het milieu kan, indien nodig, de voorwaarden bepalen voor het op de markt brengen van deze producten.

3. ADVIES

De NHRPH herinnert eraan dat plastic rietjes voor eenmalig gebruik voor sommige personen met een handicap absoluut noodzakelijk zijn. Personen die verlamd zijn als gevolg van een neuromusculaire ziekte of last hebben van aanzienlijke onwillekeurige bewegingen en spierstijfheid als gevolg van een hersenverlamming zijn niet in staat hun bovenste ledematen te gebruiken en kunnen niet anders dan hun toevlucht nemen tot dit waardevolle hulpmiddel om hun enige mate van zelfredzaamheid te waarborgen.

Het niet kunnen verkrijgen van plastic rietjes voor eenmalig gebruik is zeer problematisch en kan ernstige gevolgen hebben voor de personen die ze nodig hebben. Deze personen kunnen de vervangingsmiddelen die op de markt beginnen te komen niet gebruiken om verschillende redenen:

  • Wat het vervangingsmateriaal betreft:
    • Metalen en bamboe rietjes zijn te hard en kunnen niet worden gebogen: zij kunnen aldus de mond verwonden, vooral bij personen met onwillekeurig bewegingen. Deze verwondingen kunnen zeer ernstige medische gevolgen hebben.
    • Kartonnen rietjes zijn te soepel, gaan te gemakkelijk stuk tussen de tanden of het tandvlees en kunnen niet worden gebruikt bij warme dranken. Ze veranderen de smaak van de drankjes. Bovendien kunnen ze niet worden gebogen.
  • Wat de hygiëne betreft:
    • Herbruikbare rietjes doen vrezen voor virussen en bacteriën (luchtwegen, herpes, schimmels, …).
    • Ze moeten zeer zorgvuldig worden gereinigd. De gebruiker moet hiervoor een beroep doen op anderen, wat de afhankelijkheid verhoogt.
    • Het lijkt erg moeilijk siliconen rietjes doeltreffend te reinigen.
    • Veel mensen die rietjes nodig hebben, beschikken niet over een vaatwasser.
  • Wat de kostprijs betreft:
    • Wie rietjes nodig heeft, heeft er veel nodig. Plastic rietjes zijn handig omdat ze zeer goedkoop zijn.
    • Iemand betalen om herbruikbare rietjes te reinigen heeft ook een prijskaartje, al is dit zeer moeilijk in te schatten.
    • De kosten voor het reinigen komen boven op de aankoop.

De NHRPH vestigt er ook de aandacht dat een totaalverbod problematisch kan zijn voor ziekenhuizen, verzorgingscentra en verblijfscentra voor personen met een handicap en/of ouderen.

Het verheugt de NHRPH dus dat plastic rietjes voor eenmalig gebruik niet zonder meer worden verboden. Volgens het ontwerp van koninklijk besluit bepaalt de Minister bevoegd voor het Leefmilieu de modaliteiten voor het op de markt brengen van deze producten.

De NHRPH begrijpt perfect dat er een evenwicht moet worden gevonden tussen het milieu-aspect en het medische aspect. Misbruik van de uitzondering moet worden vermeden. De inzet is hoog en de middelen om dit evenwicht te bereiken moeten toereikend zijn.

Een specifieke vermelding op de verpakking zou de verkoop van het product wettelijk beperken tot bepaalde “gemedicaliseerde” plaatsen. De NHRPH is van mening dat de verkoopplaatsen beperkt moeten blijven tot apotheken. Parafarmacie is immers vrij toegankelijk. De verkoop in apotheken mag de toegang tot deze producten echter niet financieel bemoeilijken. Er moeten oplossingen worden gevonden, zodat de verkoopprijs aanvaardbaar blijft.

De toegang tot deze producten moet worden beperkt tot geaccrediteerde patiënten: de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid zal in deze kwestie dus een rol moeten spelen. Hij zal ervoor moeten zorgen dat de accreditatie wordt erkend voor een aanzienlijke en gemakkelijk verlengbare periode.

4. ADVIES BESTEMD

  • Voor opvolging aan mevrouw Zakia Khattabi, Minister van Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal
  • Voor opvolging aan de heer Frank Vandenbroucke, Vice-eersteminister en Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
  • Ter informatie aan mevrouw Karine Lalieux, Minister van Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, belast met Personen met een handicap, Armoedebestrijding en Beliris
  • Ter informatie aan Unia
  • Ter informatie aan het UNCRPD-coördinatiemechanisme
  • Ter informatie aan de federale ombudsman