Ga naar de inhoud

Advies 2024/06

 

Advies nr. 2024/06 van de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap (NHRPH) over het Ministerieel Besluit (MB) van 7 mei 1999 betreffende de parkeerkaart voor personen met een handicap.

Uitgebracht tijdens de plenaire zitting van 18/03/2024.

Advies op vraag van DG Personen met een handicap op 23/02/2024.

 

1. ADVIES BESTEMD

  • Voor opvolging aan mevrouw Julie Clement, Directeur-generaal van de DG Personen met een handicap
  • Ter informatie aan mevrouw Karine Lalieux, Minister van Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, belast met Personen met een handicap, Armoedebestrijding en Beliris
  • Ter informatie aan Unia
  • Ter informatie aan het UNCRPD-coördinatiemechanisme
  • Ter informatie aan de federale ombudsman
 

2. ONDERWERP

Het gaat om aanpassingen van het MB waarbij namen van instanties worden geüpdatet en lacunes bij handhaving worden weggewerkt.

 

3. ANALYSE

A. Aanpassing van de naam van de bevoegde instantie:

Doorheen de tekst wordt ‘het Bestuur van de Maatschappelijke Integratie’ vervangen door ‘Directie-generaal Personen met een handicap’ (DG HAN).

B. Teruggave parkeerkaart:

Tot nog toe voorziet art. 5 (4) MB enkel in de teruggave via het gemeentebestuur; het voorstel van aanpassing voorziet daarnaast een rechtstreekse teruggave aan DG HAN.

C. Handhaving:

Art. 5 (4) MB spreekt momenteel van een optionele kaartinhouding door een agent indien de kaart niet tijdig ingeleverd wordt. Het voorstel van aanpassing voorziet dat de kaart verplicht ingehouden moet worden. Daarnaast wordt verduidelijkt dat de kaart na overlijden niet langer geldig is en het verboden is deze verder te gebruiken.

D. Duplicaten:

In art. 6 MB wordt verduidelijkt dat het verboden is een teruggevonden kaart te gebruiken na ontvangst van een duplicaat.

Een voorstel van toevoeging van een 5de lid bij art. 6 MB betreft het aanvragen van meerdere duplicaten binnen de tijdspanne van 1 jaar. Een 3de duplicaat wordt pas na een wachtperiode van 3 maanden afgeleverd, tenzij DG HAN akkoord gaat met een uitzondering.

 

4. ADVIES

De NHRPH dringt er sterk op aan dat elk gebruik van de parkeerkaart gebeurt in naleving van de regels. Misbruik of oneigenlijk gebruik moet worden voorkomen en zo nodig bestraft. De voorgestelde wijzigingen zijn hiermee in overeenstemming en worden dan ook volledig door de NHRPH gesteund.

A. Met betrekking tot de teruggave van de parkeerkaart:

De NHRPH wijst op zijn advies 2015/20 waarin gevraagd werd dat DG HAN zelf een vraag tot teruggave van de parkeerkaart verstuurt aan de betrokkenen. Dit omdat er bij een overlijden vaak veel speelt voor de familieleden, waarbij de teruggave van een parkeerkaart vaak geen prioriteit zal genieten de eerste maanden na overlijden.

B. Wat betreft de handhaving en de duplicaten:

Zoals ook vermeld in advies 2015/20 is de NHRPH voorstander van strengere controles. De voorgestelde verduidelijkingen en aanpassingen passen dan ook in dat kader.

Het nieuwe 4de lid bij art. 6 MB zou bepalen dat de geldigheid van een kaart slechts vervalt 7 dagen na de aflevering van een duplicaat. Stel dat iemand zijn kaart in die tussenperiode van 7 dagen terugvindt, dan bezit hij een geldige kaart die hij niet mag gebruiken. Het is onnodig het ingewikkelder te maken dan ‘het duplicaat is de enige geldige kaart’.