Ga naar de inhoud

Advies 2024/02

 

Advies nr. 2024/02 van de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap (NHRPH) over het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 juli 1987 betreffende de inkomensvervangende tegemoetkoming en de integratietegemoetkoming, met betrekking tot de vrijstelling van specifieke types van presentiegelden voor de berekening van de tegemoetkomingen aan personen met een handicap, uitgebracht in de plenaire vergadering van 19 februari 2024.

Advies op verzoek van mevrouw Julie Clément, directrice-generaal van de DG Personen met een handicap (brief van 12 januari 2024).

 

1. ADVIES BESTEMD

  • Voor opvolging aan mevrouw Julie Clément, directrice-generaal van de DG Personen met een handicap
  • Voor opvolging aan mevrouw Karine Lalieux, Minister van Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, belast met Personen met een handicap, Armoedebestrijding en Beliris
  • Ter informatie aan Unia
  • Ter informatie aan het UNCRPD-coördinatiemechanisme
  • Ter informatie aan de federale ombudsman
 

2. ONDERWERP

Het presentiegeld dat wordt ontvangen als lid van een adviesorgaan vrijstellen voor de berekening van een inkomensvervangende tegemoetkoming (IVT).

 

3. ANALYSE

Het ontwerp van KB voorziet in de vrijstelling van presentiegeld van adviesorganen opgericht bij een wet, decreet, ordonnantie, besluit of reglement voor de berekening van de IVT. Volgende tekst wordt voorgesteld:

KB, artikel 8, § 2, 2°: er wordt geen rekening gehouden met presentiegelden die de betrokkene ontvangt als lid van een provincieraad, een gemeenteraad of een raad voor maatschappelijk welzijn; of van een adviesorgaan dat opgericht werd bij wet, decreet, ordonnantie, verordening of besluit – met inbegrip van besluiten genomen door een provincieraad, gemeenteraad en (of in de Franstalige versie)  raad voor maatschappelijk welzijn. Onder ‘adviesorgaan’ moet worden begrepen alle raden, commissies, comités, werkgroepen en andere organen onder gelijk welke benaming, die, in hoofdzaak, onder hun bevoegdheden tot taak hebben uit eigen beweging of op verzoek, advies te verlenen aan de instantie die het adviesorgaan heeft opgericht.

Het ontwerp van KB wil zich afstemmen op andere socialezekerheidsstelsels (meer bepaald werkloosheid, maatschappelijke integratie).

In het ontwerp wordt eraan herinnerd dat vrijwilligersvergoedingen reeds belastingvrij zijn, voor maximaal 1.659,22 euro in 2024. De DG Personen met een handicap wijst er eveneens op dat werkenden (met of zonder handicap) ook niet worden belast op hun presentiegeld in een adviesfunctie. Deze informatie lijkt niet correct gelet op de wettelijke bepalingen voor het fiscaal statuut van presentiegeld voor burgers.

Het ontwerp wordt voorgesteld als onderdeel van artikel 29 van de UNCRPD, en beoogt een vlottere toegang tot het politieke en openbare leven voor personen met een handicap door de ontvangen bedragen te neutraliseren voor de berekening van de IVT.

De budgettaire impact van deze maatregel is niet bekend, aangezien er op dit moment geen lijst bestaat van de mandatarissen die tegemoetkomingen ontvangen in het kader van de wet van 27 februari 1987.

Uit onderzoek [1] van de DG Personen met een handicap blijkt dat het presentiegeld maximaal 37 euro bedraagt voor de gemeenteraad en 125 euro voor de provincieraad (niet-geïndexeerde bedragen van 2005). Deze bedragen moeten worden aangepast op basis van de toe te passen indexen.

De maatregel treedt in werking op 1 januari 2024.

[1] Op federaal niveau

  • Commissie voor sociaal hulpbetoon: dezelfde vergoeding als de leden van de NHRPH
  • Begeleidingscommissie voor de aanwerving van personen met een handicap in het federaal openbaar ambt: geen vergoeding
  • Hoge Raad van artsen-specialisten en huisartsen: geen antwoord

Op gewestelijk niveau

FR

  • Conseil économique, social et environnemental de Wallonie (Economische, Sociale en Milieuraad van Wallonië): 10-20 euro
  • Observatoire wallon de la santé (Waals Observatiecentrum inzake gezondheid): geen vergoeding
  • Begeleidingscommissie voor de aanwerving van personen met een handicap bij de lokale en provinciale besturen: geen antwoord
  • Conseil de stratégie et de prospective (Raad inzake strategie en prospectief onderzoek): geen reactie
  • Adviesraad van de Office de la naissance et de l'enfance: geen vergoeding
  • Conseil wallon de l’économie sociale (Waalse Raad voor sociale economie): 20 euro

NL

  • Vlaamse Jeugdraad: 10-20 euro
  • Mobiliteitsraad van Vlaanderen: 53 euro (voorzitter: 100 euro)
  • Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen: 25 euro
  • Strategische adviesraad onderwijs en vorming: 60-70 euro

Op gemeentelijk niveau

FR

  • Adviesraad voor personen met een handicap Manage (gemeente): geen vergoeding
  • Adviesraad voor ouderen Manage: geen vergoeding
  • Adviesraad voor personen met een handicap Stad Brussel: geen vergoeding
  • Gemeentelijke adviesraad voor ouderen Dison: geen vergoeding
  • Gemeentelijke adviescommissie voor ruimtelijke ordening en mobiliteit Herve: 12,5 euro als lid - 25 euro als voorzitter
  • Gemeentelijke adviesraad voor ouderen en personen met een handicap Herve: geen vergoeding
  • Gemeentelijke adviesraad voor ontwikkelingssamenwerking Herve: geen vergoeding

NL

  • Toegankelijkheidsraad Nazareth: 25 euro
  • Mondiale Raad Brugge: geen presentiegeld (wel andere vergoeding)
 

4. ADVIES

A. Wat de geschiktheid van de maatregel betreft

Elke maatregel die deelname van personen met een handicap aan de samenleving vergemakkelijkt of bevordert, moet worden aangemoedigd. Er kan redelijkerwijs van worden uitgegaan dat op dit moment weinig personen met een handicap deelnemen aan het politieke en openbare leven. De maatregel past dus wel degelijk in het kader van de ondersteuning van het politiek engagement van personen met een handicap.

Toch wenst de NHRPH ook twee gedachten te delen.

  1. Hoewel de gemeentelijke adviesraden voor personen met een handicap grotendeels uit personen met een handicap bestaan, is er volgens de NHRPH geen geïntegreerde informatie over het aantal dergelijke adviesraden in België, de werkingsvoorwaarden ervan, het aantal personen met een handicap dat erin zetelt, het bedrag van het ontvangen presentiegeld, of ze een IVT ontvangen, … Het is dus moeilijk de impact van de maatregel ten opzichte van de huidige situatie en het potentieel ervan te beoordelen.
    Vast staat evenwel dat voor de personen met een handicap die in de adviesraden zetelen en een IVT ontvangen, de neutralisatie van het presentiegeld vanuit het oogpunt van de IVT een teken van erkenning voor hun politiek engagement zou zijn. Deze neutralisatie zou hen ook aanmoedigen zich politiek te engageren terwijl zij zonder extra voorwaarden een IVT blijven ontvangen, los van de onzekerheden waarover men geen controle heeft, bijv. gezondheidsgerelateerd (opschorting van deelname) of in verband met het engagement zelf (onregelmatige vergaderingen, politieke veranderingen, …).

In het ontwerp is er sprake van een volledige vrijstelling van het IVT-bedrag van het presentiegeld. De NHRPH blijft sceptisch. Voor de meeste adviesmandaten op gemeentelijk en provinciaal niveau is het presentiegeld op dit ogenblik waarschijnlijk representatief voor de inzet van de mandatarissen. Op andere niveaus is de situatie evenwel minder duidelijk en onzekerder, meer bepaald wanneer het presentiegeld wordt vastgesteld door de algemene vergadering. Zo kan bijvoorbeeld de Nationale Loterij door speciale comités op te richten 1.000 euro presentiegeld aanbieden en vergoedingen die, na berekening, oplopen tot 1.000 euro per uur. Al deze vergoedingen zijn volkomen legaal. "De wet van 2002 bepaalt dat de algemene vergadering de bezoldiging vaststelt die de leden van de raad van bestuur genieten uit hoofde van hun mandaat als bestuurder”, staat er te lezen in het verslag van 2022 van de Nationale Loterij.

De NHRPH staat dus terughoudend tegenover de opname van de formulering ‘deelname aan een adviesorgaan dat opgericht werd bij wet, decreet, ordonnantie, verordening of besluit.
Daarnaast wil de NHRPH personen ondersteunen die zich inzetten voor een mandaat dat naar behoren wordt vergoed voor een effectief uitgevoerd werk. 

  1. De neutralisatie van het presentiegeld voor de berekening van de IVT is één aspect van de uitdaging van de politieke participatie en zal op zichzelf het politieke en openbare leven niet toegankelijker maken. Ook de omgeving moet toegankelijk zijn. De omstandigheden waarin het mandaat wordt uitgeoefend, zijn eveneens essentieel: heeft de persoon toegang tot gebarentaal en wordt dit financieel gedragen door de adviesraad? Kan de persoon zich laten begeleiden? Is toegankelijk vervoer mogelijk en wordt het ten laste genomen door de adviesraad, …?

Concrete wens: dringende noodzaak om de omgeving toegankelijk te maken: vervoer, gebouwen, informatie, … Verplichting voor de adviesraad om de noodzakelijke aanpassingen voor participatie voor zijn rekening te nemen.

B. Wat de inhoud van de maatregel betreft

  1. De voorgestelde tekst van artikel 8, § 2, 2° is zeer ruim: de gemeentelijke en provinciale adviesraden handicap, maar ook elk adviesorgaan dat opgericht werd bij wet, decreet, ordonnantie, verordening of besluit worden beoogd.
    Volgens de NHRPH opent de laatste toevoeging de deur voor adviesorganen die op alle economische, sociale, ethische en andere gebieden worden opgericht. Hoewel dit als een inclusieve benadering kan worden beschouwd, is het begrip ‘adviesorgaan’ tegelijk zeer ruim; deze organen werken regelmatig met vaak variërend presentiegeld (dat wordt vastgelegd naar aanleiding van de jaarlijkse balansen). De NHRPH had financiële informatie over een meer gediversifieerd bereik van adviesorganen op prijs gesteld, evenals een volledige lijst van alle betrokken organen. Wenst de Koning het presentiegeld volledig te neutraliseren zonder het bedrag te kennen, wetende hoe bepaalde structuren te werk gaan (cf. ontwikkelingen Nationale Loterij in punt A.1.)?

Concrete wens: voorzien in de mogelijkheid van een plafond voor de aftrekbare bedragen voor de berekening van de IVT; voor de NHRPH mag dit plafond even hoog zijn als dat voor de aftrek op het inkomen uit arbeid [2].

  1. Het KB beoogt ook afstemming op andere regelingen die reeds presentiegeld neutraliseren voor het berekenen van de uitkeringen (werkloosheid, leefloon). Maar hoe zit het met de IGO, de ziekenfonds- en arbeidsongevallenuitkeringen, de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden, …?

Concreet verzoek: de NHRPH vindt dat de oorzaak van de handicap en de erkenningsregeling de berekeningswijze niet mogen beïnvloeden. Het presentiegeld zou in alle regelingen op dezelfde manier moeten worden bekeken.

  1. De NHRPH vestigt ook de aandacht op de noodzaak van een duidelijke fiscale en sociale regeling van de ontvangen presentiegelden/vergoedingen als lid van een adviesraad. Uit informatie van de NHRPH blijkt presentiegeld fiscaal belastbaar en op zijn minst onderworpen aan sociale bijdragen voor een activiteit als zelfstandige in bijberoep.

Concrete wens: wie een openbaar mandaat aanvaardt, moet duidelijke fiscale en sociale informatie krijgen.

--------------------------------

Tot slot vestigt de NHRPH de aandacht op twee laatste belangrijke aspecten.

  1. Het advies 2023/19, waarin wordt gewezen op de noodzaak om de samenstelling van de NHRPH te herzien en om geen personen meer, maar wel verenigingen die de rechten en belangen van personen met een handicap behartigen, als leden aan te wijzen. Ook het presentiegeld moet in deze context worden bekeken.

Concrete wens: prioriteit verlenen aan de herziening van het KB tot oprichting van de NHRPH en in dit kader ook de kostenvergoeding voor de vertegenwoordigers van de NHPRH bekijken.

  1. Hoewel het huidige ontwerp weliswaar de verkiesbaarheid van personen met een handicap ondersteunt, bestaat er ook een recente maatregel die de vrederechter de bevoegdheid geeft om personen met een handicap hun stemrecht te ontnemen. In de praktijk blijkt deze maatregel rampzalig, omdat hij vaak lineair wordt doorgetrokken naar alle personen onder bescherming. De rechter oordeelt dat iemands stem de persoon zelf of de omgeving kan schaden! Door deze maatregel wordt iemands meest fundamentele recht op een eigen mening en meningsuiting ontnomen, wat een regelrechte achteruitgang is. Bovendien is het een ernstige schending van het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap, dat in een dergelijke situatie bepaalt dat betrokkene moet worden begeleid om zijn of haar stem uit te brengen en in geen geval het recht hierop mag verliezen (advies 2024/01).

Concrete wens: de NHRPH vraagt deze maatregel dringend af te schaffen en begeleiding te bieden aan personen met een handicap die hun stem willen uitbrengen.

[2] Op 1 maart 2023: 50 % van de schijf van 0 tot 5.072,64 euro en 25 % van de schijf van 5.072,64 tot 7.608,95 euro.