Ga naar de inhoud

Advies 2015/24

Lijst gezondheidstoestanden

Advies nr. 2015/24 van de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap (NHRPH) over het opstellen van een koninklijk besluit in uitvoering van artikel 492/5 van het Burgerlijk Wetboek uitgebracht tijdens de plenaire vergadering van 21 september 2015.

 

Aanvrager

Advies uitgebracht op vraag van de Minister van Justitie van 22 juli 2015.

 

Onderwerp

Artikel 492/5 van het Burgerlijk Wetboek werd recent gewijzigd bij de wet van 17 maart 2013 tot hervorming van de regelingen inzake onbekwaamheid en tot instelling van een nieuwe beschermingsstatus die strookt met de menselijke waardigheid.

Het voorziet in het opstellen van een lijst met gezondheidstoestanden bij koninklijk besluit op eensluidend advies van de Orde van geneesheren en van de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap:

“Art. 492/5. De Koning stelt, op eensluidend advies van de Orde van geneesheren en de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap, een lijst op met de gezondheidstoestanden die geacht worden op ernstige en aanhoudende wijze het vermogen van de te beschermen persoon om zijn belangen van vermogensrechtelijke aard behoorlijk waar te nemen, zelfs met behulp van bijstand, aan te tasten.
Ingeval uit de in artikel 1241 van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde geneeskundige verklaring blijkt dat de te beschermen persoon in een gezondheidstoestand is die voorkomt in de in het eerste lid bedoelde lijst, dan zijn de artikelen 492/1, § 2, derde en vierde lid, en 492/4, tweede lid, niet van toepassing en wordt, in afwijking van artikel 492/1, § 3, en bij gebreke van aanwijzingen in de beschikking bedoeld in artikel 492/1, § 2, de te beschermen persoon vertegenwoordigd bij het stellen van alle rechtshandelingen of proceshandelingen met betrekking tot diens goederen.
De vrederechter kan alsnog tot een beoordeling op maat overgaan, ingeval hij dit noodzakelijk acht.”

 

Analyse

In een vorig initiatiefadvies (advies 2014-15) maakte de NHRPH zich ongerust over de onverschillige houding van de regeringsleden ten opzichte van de uitvoeringsmaatregelen van de wet van 17 maart 2013. Hij heeft uitdrukkelijk gevraagd betrokken te worden bij het opstellen van de koninklijke uitvoeringsbesluiten, en in het bijzonder bij het koninklijk besluit inzake het opstellen van de lijsten met gezondheidstoestanden bedoeld bij artikel 492/5 van het Burgerlijk Wetboek, door middel van een werkgroep, zonder resultaat tot nu toe.

De verwijzing naar deze lijst brengt pragmatisch twee gevolgen met zich mee:

  • de te beschermen persoon wordt vertegenwoordigd bij het stellen van alle proces- en rechtshandelingen met betrekking tot diens goederen. Met vertegenwoordiging wordt het volgende bedoeld: “de wijze waarop de onbekwaamheid wordt opgevangen waarbij de beschermde persoon niet zelfstandig, noch zelf een bepaalde handeling mag stellen.” (F. Warlet, Vrederechter);
  • de maatregel wordt niet geëvalueerd na afloop van de periode van 2 jaar.

Op te merken valt dat de rechter steeds kan overgaan tot een evaluatie ‘op maat’ van de situatie van de te beschermen persoon.

 

Advies

De NHRPH is van mening dat het opstellen van een lijst met gezondheidstoestanden al leidraad kan dienen voor een vlotte actie van de verschillende betrokken partijen, van de geneesheer die de omstandige geneeskundige verklaring opstelt tot de rechter die de beslissing neemt inzake het onder bescherming plaatsen.

Een snellere behandeling van de dossiers, enerzijds, en de verwijzing naar een reeds duidelijk omschreven pathologie, anderzijds, zijn ook elementen die in aanmerking moeten worden genomen ten behoeve van de te beschermen persoon, zijn vertrouwenspersoon en zijn omgeving.

Hij is dus voorstander van het principe van een opgestelde lijst onder de volgende voorwaarden:

  • deze lijst moet geen allegaartje van generieke pathologieën zijn. In de lijst zou bijvoorbeeld niet mogen worden verwezen naar de ziekte van Alzheimer als generieke pathologie: het gaat inderdaad om een ziekte die met de tijd verergert en waarvoor de deskundigen meerdere “stadia” onderscheiden. De bekwaamheden van een persoon met deze ziekte zullen mettertijd naar een vergevorderd stadium evolueren. De ziekte van Alzheimer als generieke pathologie in de lijst met gezondheidstoestanden opnemen zou erop neerkomen dat iedere persoon met deze ziekte onder de vertegenwoordigingsregeling zou vallen, wat in strijd zou zijn met de geest van de wet.
  • iedere gezondheidstoestand moet worden genuanceerd en duidelijk worden beschreven, rekening houdend met de ICF-criteria.
  • deze lijst moet op zijn minst door deskundigen uit de medische wereld (geneesheren, ICF-deskundigen, psychiaters, …) worden opgesteld. De NHRPH stelt voor een multidisciplinaire werkgroep op te richten om dit probleem te bespreken en daaraan als vertegenwoordiger van het maatschappelijk middenveld deel te nemen.
 

Bezorgd

  • Voor opvolging aan de heer Koen Geens, Minister van Justitie
  • Ter informatie aan mevrouw Maggie De Block, Minister van Volksgezondheid;
  • Ter informatie aan mevrouw Elke Sleurs, Staatssecretaris voor Personen met een beperking
  • Ter informatie aan het Interfederaal Gelijkekansencentrum;
  • Ter informatie aan het interfederaal coördinatiemechanisme
 .
Advies
 .