Ga naar de inhoud

Dossier: Bewindvoering

 

De wet van 17 maart 2013 - 12 jaar later… de rechten van personen met een handicap blijven dode letter 

 

Geschiedenis

De basis voor bewindvoering over kwetsbare personen is de wet van 17/03/2013 tot hervorming van de regelingen inzake onbekwaamheid en tot instelling van een nieuwe beschermingsstatus die strookt met de menselijke waardigheid. Deze wet regelde wie een bewindvoerder over de goederen en/of zijn persoon kreeg. Het doel van de wet was simplificatie van de wetgeving door alles onder 1 statuut te brengen, de werklast van de vrederechters te verminderen, maar ook tegemoet te komen aan het VN-Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap (UNCRPD) dat België ratificeerde in 2009 en dat de focus wil verleggen van substituted decision-making naar supported decision-making. De buitengerechtelijke bescherming, die minder ingrijpend is en meer autonomie laat aan de beschermde persoon, moet voorrang krijgen op de gerechtelijke bescherming.

Artikel 224 van de wet van 17/03/2013 bepaalde dat de toepassing van de wet door de minister van Justitie moest worden geëvalueerd tijdens het negende jaar na de inwerkingtreding van de wet (deadline: 01/07/2024). Bijgevolg besteedde de FOD Justitie een studie uit aan een consortium van universiteiten (UHasselt, UCLouvain en UAntwerpen): eindrapport over de wet op meerderjarige beschermde personen (22/01/2025).

 

De NHRPH vraagt sinds 2018 aanpassingen aan de wetgeving: vele adviezen zonder gevolg

De toepassing van de wet van 2013 brengt veel moeilijkheden met zich mee voor de personen met een handicap en hun families: de NHRPH vraagt sinds 2018 verschillende aanpassingen en verbeteringen. De NHRPH werd amper gevolgd. De wet moest ook concreet uitgevoerd worden en verduidelijking brengen. Ook hier bestaat veel teleurstelling over. Zie kader hieronder.

Ook academici trekken aan de alarmbel: er zijn veel uitdagingen die dringend opgelost moeten worden (zie het eindrapport over de wet op meerderjarige beschermde personen (22/01/2025)).

 

De verschillende ministers van Justitie bekijken het dossier louter op vlak van de bewindvoerder en niet vanuit de rechten van personen met een handicap

Minister van Justitie Vincent Van Quickenborne wachtte de evaluatie van de wet van 17/03/2013 niet af en stelde al in 2023 een wetsontwerp tot hervorming van de bewindvoering voor: wet van 08/11/2023 betreffende het statuut van bewindvoerder over een beschermde persoon.

De NHRPH bracht een advies uit (advies 2023/27) en had kritiek op de vergoeding van de bewindvoerder, de nood aan opleiding van de bewindvoerders en het vaststellen van een deontologische code.

De volgende minister van Justitie, Paul Van Tigchelt, kwam in 2024 met een uitvoeringsbesluit: koninklijk besluit van 18/05/2024 tot vaststelling van de inkomsten die in aanmerking kunnen worden genomen voor de berekening van de vergoeding van de bewindvoerders alsook van de kosten die als uitzonderlijk en de ambtsverrichtingen die als buitengewoon kunnen worden beschouwd.

Opnieuw werden de belangen en noden van beschermde personen als minder belangrijk afgedaan en werden alle adviezen van de NHRPH genegeerd:

  • De NHRPH vroeg om een forfaitaire vergoeding en om op zijn minst te onderzoeken of een fonds of een overheidsdienst de kosten op zich kan nemen van bewindvoering indien de middelen van een persoon onder bewindvoering niet volstaan.
  • De NHRPH vroeg rekening te houden met de armoedegrens.
  • De NHRPH drong aan op een limitatieve lijst van buitengewone ambtsverrichtingen.
  • De NHRPH verzocht om altijd menselijke ondersteuning te bieden bij de griffie en in de rechtbanken, zowel voor de persoon onder bewindvoering als voor zijn naasten.
 

De VN-experten nemen in hun algemene aanbevelingen aan België geen genoegen met de Belgische wetgeving

"Het Comité erkent dat de Staat die Partij is enkele hervormingen van zijn Voogdijwet heeft doorgevoerd met de bedoeling dat bijstand voorrang krijgt boven vertegenwoordiging. Het Comité herinnert echter aan zijn eerdere aanbevelingen en is bezorgd: (a) Dat ondanks hervormingen van de wetgeving, zoals de wet van 8 november 2023, de huidige wetgeving nog steeds vervangende besluitvormingsregelingen voor personen met een handicap bevat, onder andere door rechters toe te staan bewindvoerders voor personen met een handicap te selecteren; (b) Over berichten dat het aantal personen onder voogdij toeneemt en dat er een gebrek is aan gegevens over het aantal personen onder voogdij met bijstand en met vertegenwoordiging; (c) Over de zeer hoge werkdruk en onvoldoende middelen van de vrederechters die toezicht houden op de aanstelling en het beheer van bewindvoerders voor personen met een handicap.

Herinnerend aan zijn Algemeen Commentaar nr. 1 (2014), beveelt het Comité aan dat de Staat die partij is, in nauw overleg met en met actieve betrokkenheid van
personen met een handicap, via hun vertegenwoordigende organisaties: (a) Zijn wetgeving herziet om alle vormen van vervangende besluitvorming af te schaffen en te vervangen door maatregelen voor ondersteunde besluitvorming die de wil en voorkeur van personen met een handicap respecteren, en een alomvattende strategie ontwikkelt voor de implementatie van mechanismen voor ondersteunde besluitvorming, met passende waarborgen, op alle federale, gemeenschaps-, gewestelijke en gemeentelijke bestuursniveaus; (b) Tot de voltooiing van dergelijke wetgeving en implementatiestrategieën, statistische gegevens verzamelt over het aantal personen onder voogdij ("gerechtelijke bescherming"), uitgesplitst naar soort voogdij, soort beperking, gender, ras, geslacht, leeftijd en andere relevante status; (c) Voorziet in de nodige middelen en ondersteunende maatregelen voor personen met een handicap die hun handelingsbekwaamheid in rechte uitoefenen; en tot aan de afschaffing van de vervangende besluitvormingsregelingen, voorziet in de middelen en passende instrumenten om de vrederechters in staat te stellen beslissingen per geval te nemen en ervoor zorgt dat de uitvoering van de hervormde wet gebeurt in de geest waarin ze bedoeld was."

Lees de aanbevelingen: slotopmerkingen van het UNCRPD-Comité (05/09/2024).

 

Anno 2025 leeft België nog steeds het VN-Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap niet na

Er is nog steeds geen sprake van een steunregeling en de mechanismen die specifiek gericht zijn op het ondersteunen van de wil en de keuzes van personen met een handicap met respect voor hun waardigheid, zijn met twee jaar uitgesteld: in het Belgisch Staatsblad van 6 augustus 2025 is de wet van 18 juli 2025 tot wijziging van de wet van 8 november 2023 betreffende het statuut van bewindvoerder over een beschermde persoon gepubliceerd, die het volgende bepaalt:

  • Uiterlijk op 1 juli 2028 moet elke professionele bewindvoerder opgenomen zijn in een nationaal register van professionele bewindvoerders, tenzij de Koning een eerdere datum bepaalt.
  • Uiterlijk op 1 januari 2029 moet elke professionele bewindvoerder een erkende theoretische en praktische vorming hebben gevolgd om opgenomen te kunnen worden in het nationaal register.
  • Uiterlijk op 1 september 2027 moet een aparte deontologische code voor professionele bewindvoerders worden uitgewerkt.

Ter herinnering, de verhoging van de vergoeding voor professionele bewindvoering is wel al geregeld bij KB sinds 01/07/2024.

 

De NHRPH herinnert aan talrijke concrete en dringende eisen, waaronder:

  • Schrapping van het recht om politieke rechten uit te oefenen uit de lijst van handelingen die de onder bewind geplaatste persoon niet in staat is te verrichten.
  • Zorgen voor een werkkader dat is aangepast aan de vrederechters: vrederechters moeten over de nodige middelen beschikken om casus per casus een begeleiding op maat van de persoon met een handicap uit te werken.
  • De situatie van personen concreet bekijken vanuit het oogpunt van mogelijke assistentie, alvorens hen op alle gebieden volledig onder bescherming te plaatsen; er moet ook meer nadruk worden gelegd op de optie van “zorgvolmacht”. Deze biedt personen met een handicap veel meer autonomie en inspraak.
  • Begeleiding van familiale bewindvoerders bij hun administratieve taken (rapportering, overzicht, enz.).
  • Zorgen voor de opleiding van artsen en vrederechters: zij moeten worden opgeleid om personen met een handicap te kunnen horen.
  • Veralgemening van de forfaitaire vergoeding voor de bewindvoerder. Momenteel worden veel kosten niet door de vergoeding gedekt. Slechts één consult per jaar met de kwetsbare persoon valt onder de vergoeding. De rest wordt gefactureerd tegen 25 euro per uur. Het eerste jaar komen daar nog 125 euro administratiekosten bij. De vergoeding bedraagt 1000 euro per jaar.
  • Het aantal personen dat een bewindvoerder onder zijn verantwoordelijkheid kan hebben, aanpassen aan het werkkader dat de bewindvoerder heeft opgezet (maatschappelijk werkers, boekhouders, enz.).
  • De verschillen in de bedragen die door vrederechters worden toegekend voor zorg en assistentie, afhankelijk van het feit of het om familiale of professionele bewindvoerders gaat, wegwerken.
  • Herziening van de sancties voor misbruik: bewindvoerders die misbruik plegen, moeten in het strafregister worden opgenomen. Momenteel kunnen ze tot 10 jaar worden geschorst, maar zij kunnen ook weer worden ingeschreven.
  • Herziening van het centraal register van bescherming van de personen (CRBP).
  • Herziening van bepaalde regels met betrekking tot het beheer van patrimonium: personen die dement worden en onder bewindvoering vallen, worden aangespoord hun patrimonium te verkopen en naar een verzorgingstehuis te verhuizen. De verkoop van het patrimonium kan de beheerder 5 % van de meerwaarde opleveren als de schatting te laag is. Misbruik bij verkoop door een te lage schatting moet aangepakt worden.
 

Adviezen van de NHRPH met betrekking tot bewindvoering

 

Nuttige links