Ga naar de inhoud

Advies 2019/08


Advies nr. 2019/08 van de Nationale Hoge Raad voor Personen met een handicap (NHRPH) over het voorontwerp van wet tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en het Gerechtelijk Wetboek met het oog op het instellen van een federale bewindvoeringscommissie en het bepalen van de voorwaarden voor het beroepsmatig uitoefenen van de functies van bewindvoerder over een beschermde persoon.

Advies verstrekt op vraag van het kabinet van de Minister van Justitie op 11 september 2019. Advies uitgebracht na elektronische raadpleging van de leden van 28 tot 30 oktober 2019.


1. ONDERWERP

De beleidscel van de Minister van Justitie heeft in samenwerking met de FOD Justitie gewerkt aan het opstellen van een voorontwerp van wet tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en het Gerechtelijk Wetboek met het oog op het instellen van een federale bewindvoeringscommissie en het bepalen van de voorwaarden voor het beroepsmatig uitoefenen van de functies van bewindvoerder over een beschermde persoon. De beleidscel van de Minister van Justitie en de FOD Justitie hebben de hervorming voorgesteld op de plenaire vergadering van de NHRPH van 21 oktober 2019. De Minister van Justitie wenst het advies van de NHRPH uiterlijk op 4 november 2019 te bekomen.


2. ANALYSE

Het voorontwerp bepaalt de omkadering van al dan niet bezoldigde voorlopige bewindvoerders die de functie beroepsmatig uitoefenen. Het voorziet in een geheel van disciplinaire sancties en in de intrekking van de erkenning.

Dit voorontwerp van wet heeft tot doel een betere vertegenwoordiging of bijstand van de te beschermen of beschermde persoon mogelijk te maken, in overeenstemming met zijn of haar belangen.

Het bevat de volgende krachtlijnen:

  • het bepalen van de voorwaarden die vervuld moeten zijn om beroepsmatig bewindvoerder te worden (oprichting van een tuchtcommissie);
  • het oprichten van een federale bewindvoeringscommissie die belast wordt met de omkadering van het nieuwe stelsel van de functie van professioneel bewindvoerder;
  • het oprichten een nieuw register van erkende bewindvoerders. Dit geïnformatiseerde register zal bepaalde informatie bevatten om de taak van de vrederechters te vergemakkelijken bij de eventuele keuze van een professionele bewindvoerder om een te beschermen of beschermde persoon te vertegenwoordigen of bij te staan. Het register moet ook de toekenning van de erkenningen en de controle van de bewindvoerders, zodra ze erkend zijn, vergemakkelijken.


3. ADVIES

De NHRPH verwelkomt het initiatief van de Minister van Justitie om het kader vast te stellen voor de aanwijzing en de werking van een professioneel bewindvoerder. Hij stelt van dat de overheid de aanbevelingen van de Hoge Raad van Justitie van 2014 heeft gevolgd (http://www.csj.be/sites/default/files/press_publications/advies-avis-20141217.pdf, blz. 1-2).

De NHRPH wijst evenwel op enkele aandachtspunten:

  • De vrederechters moeten gesensibiliseerd worden om bij voorkeur een familielid aan te wijzen. Indien de vrederechter kiest voor een professionele bewindvoerder, moet hij aantonen waarom zijn keuze in het belang van de persoon is.
  • De gezinnen moeten duidelijke en toegankelijke informatie krijgen over de hervorming en de rol van de tuchtcommissie.
  • De nieuwe commissie moet vlot bereikbaar zijn voor de families en de beschermde personen. Daarom moet het internetplatform beantwoorden aan strenge toegankelijkheidsnormen, met inbegrip met makkelijk leesbare en begrijpelijke taal (easy to read).
  • De bewindvoerders die reeds actief zijn hebben ondersteuning nodig bij de overgang naar de nieuwe regeling.
  • Er moet een maximum aantal dossiers per bewindvoerder worden vastgelegd.
  • De deontologische code moet ook heldere en precieze kwaliteitscriteria voor de dossierbehandeling bevatten.
  • De inhoud van de deontologische code, van de opleidingen voor professionele bewindvoerders en van de erkenningsprocedure van de opleiders moet worden vastgelegd.
  • De onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de bewindvoerder moet worden gegarandeerd via evaluatie.
  • In de reglementering moet de oprichting worden ingeschreven van een secretariaat dat in staat is de taken van de federale commissie uit te voeren.
  • De genomen maatregels moeten worden geëvalueerd - zoals reeds voorzien in de wet van 17/03/20132.
  • De sancties moeten niet alleen in het Belgisch Staatsblad worden gepubliceerd, maar ook op de website van de FOD Justitie, in een eenvoudige en duidelijke taal.


4. BEZORGD

  • Voor opvolging aan de heer Koen Geens, Minister van Justitie;
  • Ter info aan mevrouw Nathalie Muylle, Minister belast met Personen met een beperking;
  • Ter info aan mevrouw Sophie Wilmès, Eerste Minister;
  • Ter info aan UNIA;
  • Ter info aan het interfederale coördinatiemechanisme.