Ga naar de inhoud

Advies 2012/11

Wetsvoorstel-Vanvelthoven

Advies van de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap (NHRPH), over het wetvoorstel-Vanvelthoven dat uniformiteit wil brengen in de inwerkingtreding van beslissingen betreffende tegemoetkomingen aan personen met een handicap, uitgebracht ingevolge dringende elektronische consultaties op 31 mei en 12 juni 2012

 

Aanvrager

Advies op vraag van de Commissie van de Sociale Zaken van de Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers bij brief van 16 mei 2012 aan de Staatssecretaris voor personen met een handicap

 

Onderwerp

Het betreft een wetvoorstel (DOC 53 0558/001) tot wijziging van de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap (meer bepaald inzake artikel 8 paragrafen 2, 3 en 4), ingediend door de heer Peter Vanvelthoven (en c.s.) bij de Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers.

De indieners van het wetsvoorstel beogen uniformiteit te brengen in de inwerkingtreding van beslissingen betreffende tegemoetkomingen aan personen met een handicap, gesteund op billijkheid en een optimale waarborg van de rechten van de aanvrager. De huidige regeling wordt als complex en disparaat bestempeld.

 

Analyse

  • Een nieuwe beslissing die leidt tot een verhoging of het ontstaan van een tegemoetkoming zal uitwerking hebben op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de wijziging van de situatie zich heeft voorgedaan.
  • Een nieuwe beslissing die leidt tot een afschaffing van het recht op een tegemoetkoming, of een vermindering van het bedrag ervan, zal uitwerking hebben op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de beslissing ter kennis van de persoon met een handicap wordt gebracht.

De indieners zijn van mening dat:

  • de uitwerkingsdatum van een nieuwe beslissing een basisbeginsel is dat een fundamentele rechtszekerheid wil waarborgen.
  • de meeste evenementen die aanleiding geven tot een wijziging van de tegemoetkomingen door de "DG Personen met een handicap" kunnen bekomen worden door een actief beheer van het dossier. Het onderscheid tussen nieuwe aanvragen en ambtshalve herzieningen wordt bijgevolg afgeschaft.
  • het volstaat voor de persoon met een handicap te melden dat zijn handicap verergert.
  • de beoogde wijzigingen enkel moeten toegepast worden indien verondersteld kan worden dat geen gegevens worden achtergehouden, of foutieve gegevens werden doorgegeven aan de administratie.
 

Advies

De leden van de NHRPH zijn het volledig eens met het principe dat aan de grondslag ligt van de voorgestelde wijziging. Billijkheid, rechtszekerheid en vereenvoudiging zijn een absolute vereiste. Grote terugvorderingen als de betrokkene geen aandeel heeft in de oorzaak, worden opgelost.

Ze wijzen er echter op dat zich heel wat situaties en bijkomende problemen kunnen voordoen die ertoe leiden dat een ongenuanceerde toepassing ervan niet wenselijk is. Zo blijkt uit de praktijk dat een inkomensonderzoek na een statuswijziging van de persoon met een handicap noodzakelijk is want dit wordt vaak over het hoofd gezien. Veel problemen en terugvorderingen ontstaan precies door het feit dat de meldingsplicht niet nageleefd wordt. De indieners stellen wel dat deze moet gerespecteerd worden om van het voordeel van de gunstige inwerkingtreding van de beslissing te kunnen genieten, maar de wetgeving zelf vermeld daarover niets.

De indieners gaan ervan uit dat de administratie het dossier actief moet beheren. Het is onmogelijk dat de administratie zelf alle wijzigingen kan ontdekken.

Voor een persoon die in een gevangenis of in een voorziening wordt opgenomen moet hoe dan ook de datum van de feiten tellen, en niet de datum van de beslissing.

Hoe kan de arts vaststellen op welke datum de handicap van de persoon verergerd is als de persoon dit meedeelt?

Bovendien herinnert de NHRPH er aan al geruime tijd aan te dringen op een globale herziening van de bedoelde wetgeving op de tegemoetkomingen aan personen met een handicap. Deze wetgeving is al heel dikwijls, telkens fragmentair, gewijzigd waardoor ze zeer ingewikkeld en moeilijk toepasbaar is geworden.

 

Bezorgd

  • Voor opvolging aan de heer Yvan Mayeur, voorzitter van de Commissie van de Sociale Zaken van de Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers;
  • Voor opvolging aan de heer Philippe Courard, Staatssecretaris voor personen met een handicap;
  • Ter info aan het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding;
  • Ter info aan het interfederaal coördinatiemechanisme.
 .
Adviezen
 .