Ga naar de inhoud

Advies 2011/14

Tweejaarlijkse verslag 2008-2009 over armoedebestrijding

Advies over het "tweejaarlijkse verslag 2008-2009 over armoedebestrijding" van het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting, bij hoogdringendheid uitgebracht door de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap (NHRPH) na een schriftelijke consultatie onder zijn leden in de periode van 2 tot 5 september 2011

 

Aanvrager

Advies op vraag van de Staatssecretaris belast met Personen met een handicap, zoals gevraagd in zijn brief van 02/08/2011

 

Onderwerp

De Staatsecretaris voor Personen met een handicap heeft het advies van de NHRPH gevraagd met betrekking tot het "tweejaarlijkse verslag 2008-2009 over armoedebestrijding".

 

Analyse

Het advies, dat dringend werd gevraagd, kan niet als exhaustief worden beschouwd en bevat dus slechts algemene bedenkingen.

De NHRPH herinnert bovendien eraan lid te zijn van de werkgroep "Acties" voor de uitwerking van de Nationale hervormingsplannen inzake Armoedebestrijding en sociale uitsluiting. De NHRPH wenst dat bij de discussies en standpunten van de werkgroep steeds rekening wordt gehouden met de specifieke behoeften van personen met een handicap.

 

Advies

De NHRPH betreurt dat in het tweejaarlijkse verslag geen algemeen beleid en geen specifieke maatregelen zijn opgenomen ter bestrijding van de armoede, waarvan, in heel België, in het bijzonder de personen met een handicap en de zieken het slachtoffer zijn.

In eerdere adviezen van de NHRPH (zie in het bijzonder 2009-18, 2009-23, 2010-22) werd beklemtoond dat ziekten en handicaps zeer vaak factoren zijn die armoede verergeren. De studies van de verenigingen van personen met een handicap en zieken wijzen er steeds op dat talrijke personen, bovenop de zorgen die personen die in armoede leven in het algemeen hebben, ook nog eens geconfronteerd worden met problemen die het gevolg zijn van een gezondheidstoestand die hen ongewild overkomt. Naast de dingen die ze zich zo al moeten ontzeggen, zien deze personen zich door een gebrek aan middelen verplicht om medische behandelingen of de aankoop van geneesmiddelen uit te stellen of er helemaal van af te zien.

De NHRPH herinnert aan zijn memoranda van 2010 en 2011, waarin al meerdere thema's betreffende de specifieke behoeften van personen met een handicap en zieken aan bod kwamen die ook in het tweejaarlijkse verslag staan.

De NHRPH beklemtoont in het bijzonder de volgende punten:

- Toegang tot een waardig inkomen (punt 3 van het memorandum)

De NHRPH onderstreept dat personen met een handicap en zieken vaak geen waardig leven kunnen leiden met de tegemoetkomingen en uitkeringen die ze ontvangen.

Bovendien mag men niet uit het oog verliezen dat zowel ziektes als handicaps bijkomende kosten veroorzaken in het dagelijkse leven, aangezien het basisaanbod niet tegemoetkomt aan de behoeften van deze groep van personen (onaangepaste vervoersmiddelen, moeilijkheden om toegang te krijgen tot eigendom, verzekeringen, kwaliteitsvolle huisvesting, technische en menselijke hulp in een hele reeks domeinen, ...).

De integratietegemoetkoming is immers hoofdzakelijk bedoeld voor de problemen inzake zelfredzaamheid en houdt geen rekening met de behoeften van de personen die afhankelijk zijn op het vlak van verzorging. De inkomensvervangende tegemoetkoming is al lager dan de armoedegrens en laat dan ook absoluut niet toe om de aangehaalde bijkomende kosten te betalen. Het OMNIO-statuut en de Maximumfactuur (MAF) vereisen een financiële participatie van de persoon van minstens 400 €; het bedrag van de inkomensvervangende tegemoetkoming laat personen met een handicap en chronisch zieken niet toe om van deze stelsels te genieten.

De NHRPH beklemtoont dan ook de noodzaak om in alle beleidsmaatregelen inzake armoedebestrijding en sociale inclusie rekening te houden met de specifieke behoeften van personen met een handicap.

- Toegang tot tewerkstelling (punt 4 van het memorandum)

De NHRPH beklemtoont dat te veel personen met een handicap en zieken nog tegen hun wil louter bezigheidswerk verrichten. Iedereen heeft echter recht op kwaliteitsvol werk en op een goede opleiding die kansen daarop biedt. Bovendien is een gepaste materiële en menselijke begeleiding op en rond het werk (sensibilisering van de collega's voor de problemen en uitdagingen waarmee de persoon met een handicap dagelijks wordt geconfronteerd, aanpassing van de omgeving in de ruime zin - het bedrijf maar ook de omgeving, bv. aangepast vervoer - ,...) een sleutel tot het succes van tewerkstelling of beroepsherintegratie na ongeval of ziekte.

De NHRPH beklemtoont ook de beperkingen van het activeringsbeleid: vele personen met een handicap en zieken zullen nooit toegang krijgen tot de arbeidsmarkt, voltijds noch deeltijds. Deze realiteit en de financiële gevolgen die ze op korte termijn (mogelijke verkorte arbeidsduur, meer aanpassingen op het werk) en op lange termijn (pensioen) met zich meebrengen, moeten absoluut in aanmerking worden genomen bij de uitwerking van de beleidsmaatregelen.

- Algemene toegang tot goederen en diensten

De NHRPH stelt algemeen vast dat noch de beleidsmakers, noch de economische actoren bij de uitwerking van hun beleidsmaatregelen en acties rekening houden met de specifieke behoeften van personen met een handicap en zieken.

Een beleid inzake algemene toegankelijkheid en redelijke aanpassingen voor de goederen en diensten biedt uitzicht op de insluiting van de volledige bevolking, ongeacht de handicap of de aard van de ziekte die men heeft. Het is een beleid dat transversaal moet worden gevoerd.

- Toegang tot gezondheidszorg (punt 5 van het memorandum)

De NHRPH herhaalt nogmaals dat talrijke studies hebben uitgewezen dat personen met een handicap en/of zieken vaak genoodzaakt zijn om af te zien van medische of paramedische behandelingen of hulpmiddelen.  

De situatie aangehaald in deel 2 van het verslag (daklozen) betrekking tot het ontslag uit instellingen ("het aantal mensen met een instellingsverleden uit de psychiatrie toeneemt onder de daklozen. De afbouw van het aantal psychiatrische bedden wordt niet gecompenseerd door een voldoende aantal alternatieve opvangplaatsen. Bovendien loopt de opvolging na ontslag uit een ziekenhuis vaak mank.") is inderdaad zeer verontrustend en de NHRPH beklemtoont dat er dringend maatregelen moeten worden genomen om hieraan tegemoet te komen.

- Toegang tot onderwijs

De NHRPH betreurt dat het onderwijs niet voldoende inclusief is. Kinderen met een handicap komen vaak wegens hun (lichamelijke) handicap terecht in richtingen die geen kansen bieden op tewerkstelling.

De richtingen van het algemeen onderwijs moeten zorgen voor de nodige aanpassingen zodat kinderen en jongvolwassenen met een handicap moeten een passend studieprogramma kunnen volgen.

- Toegang tot huisvesting

De NHRPH betreurt dat er geen globaal plan is voor het toegankelijk maken van privéwoningen en vooral van publieke woningen, waaronder sociale woningen, wat personen met een handicap en zieken belet om echt te kunnen kiezen waar en hoe ze leven.

 

De bevoegde Ministers kunnen steeds een beroep doen op de inbreng van de NHRPH voor de beleids- en besluitvorming, met het oog op een betere maatschappelijke inclusie van personen met een handicap en zieken en het terugdringen van de armoede onder deze personen.

 

Bezorgd

  • Voor opvolging aan de Staatssecretaris voor Personen met een handicap
  • Ter info aan de Eerste Minister, de Staatssecretaris voor Armoedebestrijding, de Voorzitter van de POD Maatschappelijke Integratie, het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding en de adviesraden van personen met een handicap van de deelgebieden.
 .
Adviezen
 .