Ga naar de inhoud

Advies 2015/29

Leuven seinhuis

Advies nr. 2015/29 van de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap (NHRPH) over de aanpassingen aan het station van Leuven, opgesteld tijdens de plenaire vergadering van 21/10/2015.

 

Aanvrager

Advies op vraag van de NMBS tijdens de vergadering van de werkgroep ‘NMBS’ van 03/09/2015.

 

Onderwerp

Tijdens de renovatie van het geklasseerde stationsgebouw werd beslist, in samenspraak met de NHRPH, om een obstakelvrije route via perron 1 naar de lokettenzaal van het stationsgebouw aan te leggen. Deze obstakelvrije route start op het Martelarenplein (reeds voorzieningen aanwezig voor blinde en slechtziende personen aanwezig die vanuit de stadskern komen), tussen het beschermde stationsgebouw en het seinhuis tot aan perron 1. Deze geleidelijn wordt beschouwd als de hoofdas voor blinde en slechtziende personen om naar de lokettenzaal van het station te gaan.

Momenteel worden er verbouwingswerken uitgevoerd aan het seinhuis, dat zich rechts van het stationsgebouw bevindt. Tijdens deze verbouwingswerken worden op de gelijkvloerse verdieping van het seinhuis de nodige sanitaire voorzieningen voor de reizigers geplaatst, alsook een trap gebouwd die de verbinding zal vormen tussen de reeds aanwezige voetgangersbrug over de sporen en het Martelarenplein. Naast sanitair heren en dames worden ook een nachttoilet/toilet personen met een beperkte mobiliteit (PBM) heren en dames geplaatst.

Vanaf de hoofdas van de geleidelijn worden volgende aftakkingen gepland:

  • Geleidelijn naar de onderkant van de metalen trap van de voetgangersbrug. Ter hoogte van de trap worden de nodige noppentegels voorzien op 60 cm van de onderkant van de trap;
  • Geleidelijn naar de toegangsdeur van het sanitair ‘dames/heren’. Op 60 cm van de gesloten deur komt er een rubbertegel (informatietegel);
  • Geleidelijn naar de nachttoiletten/sanitair PBM. Deze geleidelijn komt aan tegen de gevel van het seinhuis tussen de toegangsdeur van het nachttoilet heren enerzijds en het nachttoilet dames anderzijds. De toegangsdeuren naar sanitair PBM/nachttoilet worden normaal gezien afgesloten. Bediening/openen van deze toegangsdeuren zal (vermoedelijk) gebeuren met de MOBIB-kaart of via parlofoon;
  • Geleidelijn naar de vaste trap naar de onderdoorgang;
  • Geleidelijn naar de assistentiezuil op perron 1.

Aan de ontwerper werd gevraagd om onder de trapboom van de metalen trap naar de voetgangersbrug een duidelijk detecteerbare barrière te voorzien om te vermijden dat de reizigers zich stoten aan de onderkant van de trap. Vrije hoogte ter plaatse van de markering/barrière: 2,3 meter.

De NMBS vraagt het volgende:

1) Zijn de hierboven vermelde aftakkingen naar de twee verschillende sanitaire voorzieningen allebei noodzakelijk? Is het voldoende om enkel een aftakking naar het nachttoilet/sanitair PBM te bouwen, zonder aftakking naar het sanitair reizigers? Dit in de veronderstelling dat de blinden en slechtzienden de geleidelijn naar het nachttoilet volgen tot tegen de gevel van het seinhuis, die gevel volgen richting sanitair reizigers. Ter hoogte van de toegangsdeur naar het algemeen sanitair kan dan een rubbertegel 60 x 60 cm worden geplaatst op 60 cm van de gesloten toegangsdeur om te melden dat ook daar een toegang tot sanitair is. Of is het voldoende om alleen de aftakking naar het sanitair van de reizigers te plaatsen en voorzien we een rubbertegel ter hoogte van de twee toegangsdeuren van beide nachttoiletten? Welke aftakking heeft de voorkeur ?

2) De hoofdas wordt op een bepaald moment onderbroken door een bestaande lijnafwatering. In huidige toestand is deze onderbreking ongeveer 60 cm. Dient dit aangepast te worden? M.a.w.: geven we de voorkeur aan de geleidelijn en onderbreken we de lijnafwatering) of is een onderbreking van 60 cm aanvaardbaar in een loodrechte kruising ?

 

Analyse

1) Voor geleidelijnen geldt de algemene regel dat eenvoud primeert. Wat sanitair betreft, volstaat het dat de geleidelijnen naar één volledig toegankelijk sanitair leiden. Het is wel essentieel dat dat toilet dan ook altijd volledig toegankelijk is. Vanzelfsprekend moet dat toilet ook goed zijn aangegeven.

De NHRPH is geen voorstander van een gesloten deur van het nachttoilet/sanitair voor PBM die automatisch zou kunnen worden geopend via parlofoon. Automatische deuren raken vroeg of laat defect, maar daarna worden ze niet altijd snel hersteld. Onvrijwillige opsluiting in de toiletten moet ook worden vermeden.

Mogelijke problemen met de parlofoon:

  • te hoog geplaatst voor rolstoelgebruikers;
  • moeilijk te vinden voor blinden en slechtzienden;
  • complex in het gebruik;
  • de operator verwacht een gesproken antwoord van de aanvrager, wat voor bepaalde PBM een probleem is;
  • de post is (tijdelijk) niet bemand;
  • langdurig defect;
  • ruis op de lijn;
  • de dove of slechthorende gebruiker hoort de buzzer niet.

Het voorgestelde alternatief, de MOBIB-kaart om de deur naar het sanitair voor PBM te openen is niet voor iedereen interessant. Niet alle PBM hebben zo’n kaart. Denk maar aan mensen die maar zelden de trein nemen, buitenlanders, …

Overigens gebruiken personen met een visuele handicap vaak het gewone toilet wanneer ze niet vergezeld zijn van een assistentiehond.

2) Wat de onderbreking van de geleidelijn door de waterafvoer betreft, moet de situatie geval per geval worden bekeken. Indien de goot zich op gelijke hoogte bevindt als de omliggende oppervlakte, is een noppentegel aan de goot niet nodig, aangezien er geen direct gevaar is. Een ribbeltegel volstaat dan.

Revalor zegt in zijn ontwerptips voor een obstakelvrije looproute het volgende over goten die een geleidelijn kruisen:

De maaswijdte van roosters moet kleiner of gelijk zijn aan 10 mm (punt van stok visueel gehandicapte of bijvoorbeeld naaldhakken mogen niet in roosters of gleuven kunnen). Gleuven worden dwars op de looprichting geplaatst.

3) De NHRPH stelt nog vast dat de fietsspiraal - die de fietsersbrug verbindt met het Martelarenplein - uitgeeft op een verkeersluwe passage met een strook voor voetgangers en een vak voor bussen en taxi’s, wat een risico op botsingen inhoudt met fietsers die in volle vaart de spiraal afrijden. De NHRPH raadt aan om in overleg met de stad Leuven een veilige oplossing te vinden voor alle gebruikers, in het bijzonder voor PBM, een extra kwetsbare groep.

 

Advies

De NHRPH wenst dat het station en de toiletten toegankelijk zijn voor alle types van handicap, en dit minstens vanaf de aankomst van de eerste trein in het station tot het vertrek van de laatste.

De NHRPH hanteert voor geleidelijnen het principe van de eenvoud. Overbodige aftakkingen maken de oriëntatie moeilijk en zijn te vermijden. Een aftakking naar een toilet dat - bij voorkeur 24/7 - toegankelijk is voor iedereen, ook PBM, volstaat. Waar mogelijk kunnen de natuurlijke geleidelijnen worden gebruikt.

Voor het uitwerken van een technische oplossing die overeen komt met Revalor vraagt de NHRPH de NMBS om de technische structuren inzake toegankelijkheid (CAWaB, Enter) te raadplegen voor een gedetailleerde technische analyse.

Voor de lijnafwatering verwijzen we naar de bovenvermelde aanbevelingen in Revalor.

Vanzelfsprekend moet ook voor de rest van de werkzaamheden Revalor worden gevolgd.

 

Bezorgd

  • Voor opvolging aan de NMBS;
  • Ter informatie aan mevrouw Jacqueline Galant, Minister van Mobiliteit;
  • Ter informatie aan mevrouw Elke Sleurs, Staatssecretaris voor Personen met een beperking;
  • Ter informatie aan het Interfederaal Gelijkekansencentrum;
  • Ter informatie aan het interfederaal coördinatiemechanisme.
 .
Advies
 .