Ga naar de inhoud

Advies 2021/22


Advies nr. 2021-22 van de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap (NHRPH) betreffende het ontwerp van koninklijk besluit houdende verhoging van het bedrag van de inkomensvervangende tegemoetkoming met toepassing van artikel 6, §6, van de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap.

Advies uitgebracht op verzoek van de minister per e-mail van 19 mei 2021.

Advies uitgebracht op 20/05/2021 na raadpleging van de leden van de NHRPH per e-mail van 20/05/2021, wegens de absolute urgentie die wordt ingeroepen.

1. ONDERWERP

Een ontwerp van koninklijk besluit heeft tot doel het basisbedrag van de inkomensvervangende tegemoetkoming bedoeld bij artikel 6, §1, eerste lid, van de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap met 2 % te verhogen met toepassing van het interprofessioneel akkoord 2021.

2. ANALYSE

De wet betreffende het generatiepact van 23 december 2005 voorziet in een welvaartsaanpassingsmechanisme voor socialezekerheidsuitkeringen. Om te voorkomen dat er een grote kloof ontstaat tussen de tegemoetkomingen van het bijstandsstelsel en de socialezekerheidsuitkeringen is in een gelijkaardig mechanisme van welvaartsaanpassing voorzien voor de sociale bijstandsuitkeringen.

In het kader van de verdeling van de welvaartsenveloppe hebben de sociale partners op 19 april 2021 hun advies over de verhoging van de sociale uitkeringen overgemaakt aan de regering, die zich heeft geëngageerd om het zo snel mogelijk uit te voeren. Het advies voorziet in een aanpassing van 2 % van de inkomensvervangende tegemoetkomingen voor personen met een handicap op 1 juli 2021.

Om deze aanpassing uit te voeren dient het bedrag voorzien in artikel 6, §1, eerste lid, van de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap opgetrokken te worden met 2 %. Artikel 6, §6 van dezelfde wet geeft de machtiging om dit via koninklijk besluit te doen.

Dit resulteert concreet in de wijziging van het basisbedrag van de inkomensvervangende tegemoetkoming voorzien in artikel 6, §1, eerste lid van de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap.

Rekening houdend met de planning over de periode 2021-2024 van opeenvolgende verhogingen van de IVT (zie advies 2020-22) preciseert het ontwerp van KB, omwille van de duidelijkheid, de respectieve bedragen (door de verhoging met 2% op 1 juli 2021 te integreren) per gezinscategorie voor voormelde periode op de volgende manier.

Artikel 1. In artikel 6, § 1, eerste lid, van de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap worden de bedragen als volgt vervangen:

1° ‘5.517,41’ door ‘5.627,76’;

2° ‘8.276,12’ door ‘8.441,64’;

3° ‘11.184,66’ door ‘11.408,35’.

 Artikel 2. In artikel 6, § 1, eerste lid, van de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap worden de bedragen als volgt vervangen:

1° ‘5.627,76’ door ‘5.775,05’;

2° ‘8.441,64’ door ‘8.662,57’;

3° ‘11.408,35’ door ‘11.706,93’.

 Artikel 3. In artikel 6, § 1, eerste lid, van de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap worden de bedragen als volgt vervangen:

1° ‘5.775,05’ door ‘5.922,33’;

2° ‘8.662,57’ door ‘8.883,51’;

3° ‘11.706,93’ door ‘12.005,50’.

Artikel 4. In artikel 6, § 1, eerste lid, van de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap worden de bedragen als volgt vervangen:

1° ‘5.922,33’ door ‘6.069,62’;

2° ‘8.883,51’ door ‘9.104,44’;

3° ‘12.005,50’ door ‘12.304,08’.

Art. 5. Artikel 1 treedt in werking op 1 juli 2021.

Artikel 2 treedt in werking op 1 januari 2022.

Artikel 3 treedt in werking op 1 januari 2023.

Artikel 4 treedt in werking op 1 januari 2024.

3. ADVIES

De NHRPH is verheugd over deze verhoging van de IVT. De NHRPH herinnert aan zijn eis om de tegemoetkomingen minstens tot de armoedegrens op te trekken. De NHRPH blijft ook hameren op de noodzaak om de wet van 27 februari 1987 grondig te herzien, aangezien deze wet het niet mogelijk maakt voor personen met een handicap om zelfstandig en inclusief te leven. De NHRPH verwacht van de Minister een hervorming die wordt opgenomen in het Handicapplan dat zij nu voorbereidt.

4. ADVIES BESTEMD

  • Voor opvolging aan mevrouw Karine Lalieux, Minister van Pensioen en Maatschappelijke Integratie, belast met Personen met een handicap, Armoedebestrijding en Beliris
  • Voor opvolging aan de heer André Gubbels, Directeur-generaal van de Directie-generaal Personen met een handicap
  • Ter informatie aan de heer Alexander De Croo, Eerste Minister
  • Ter informatie aan Unia
  • Ter informatie aan het UNCRPD-coördinatiemechanisme
  • Ter informatie aan de federale ombudsman