Ga naar de inhoud

Advies 2013/13

Nationaal Hervormingsprogramma 2013

Advies van de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap (NHRPH) uitgebracht tijdens de zitting van 17/06/2013

 

Aanvrager

Advies op initiatief van de NHRPH

 

Onderwerp

Het Nationaal Hervormingsprogramma 2011 stelde de doelstellingen vast om tegemoet te komen aan de doelstellingen uit de Strategie 2020 van de Europese Unie. Het Nationaal Hervormingsprogramma 2013 bevestigt deze doelstellingen. Het bevat de maatregelen die de federale regering en de regeringen van de Gemeenschappen en de Gewesten de afgelopen 12 maanden hebben genomen om deze te bereiken, en de antwoorden op de landenspecifieke aanbevelingen die België in juli 2012 van de Raad van de Europese Unie ontving.

De NHRPH heeft zijn gedachtewisseling beperkt tot de maatregelen genomen door de federale regering.

 

Analyse

De tekst valt uiteen in 2 delen:

  • De opvolging van de landenspecifieke aanbevelingen;
  • De opvolging van de Europa 2020-doelstellingen.
 

Advies

De NHRPH heeft volgende opmerkingen geformuleerd:

Algemeen:  de NHRPH betreurt het geen advies te hebben kunnen geven bij de opmaak van het programma, maar hoopt dat zijn opmerkingen voor de toekomst wel een invloed zullen hebben.
De NHRPH vraagt alleszins wel betrokken te zullen worden bij de opmaak van het volgende Nationaal Hervormingsprogramma.

Wat betreft de maatregelen om de feitelijke pensioenleeftijd te verhogen, vraagt de NHRPH toch de specifieke situatie van personen met een handicap in aanmerking te willen nemen.

Veel personen met een handicap hadden het vroeger al moeilijk om de grensleeftijd te halen, en om een volledige loopbaan te volbrengen, nu worden de leeftijdsgrens en de loopbaanvereiste voortdurend verhoogd. De lichamelijke conditie van personen met een handicap laat het dikwijls niet toe even lang actief te blijven als de valide personen: zij hebben nu eenmaal vlugger nood aan rust.

In tegenstelling tot de genomen maatregelen zou de mogelijkheid van een vervroegd rustpensioen, met behoud van rechten, moeten worden bestudeerd voor personen met een handicap, zoals dit trouwens ook werd beschreven in de aanbevelingen in het evaluatieverslag van 2009 van de Begeleidingscommissie voor de aanwerving van personen met een handicap in het federaal openbaar ambt. Voor heel wat personen met een handicap is een volledige loopbaan haast uitgesloten.

Meer algemeen stelt de NHRPH dat voor alle arbeidende mensen rekening moet worden gehouden met de fysische conditie enerzijds, en met de jobinhoud anderzijds.

Bovendien zullen ook de gelijkgestelde periodes minder meetellen voor de pensioenberekening, dit zal ook weer een negatieve invloed hebben voor heel wat werkende personen met een handicap. Zij zullen verhoudingsgewijs meer dergelijke periodes tijdens hun loopbaan hebben dan de doorsnee werkende persoon.

Inzake gezondheid herinnert de NHRPH aan de noodzaak om een geneeskundig aanbod te waarborgen dat op rechtvaardige wijze over het Belgische grondgebied verspreid is en dat beantwoordt aan de voorwaarden van een universele toegankelijkheid en een specifieke opvang voor alle handicapsituaties.

Wat betreft de activeringspolitiek voor werklozen, wijst de NHRPH erop dat werk zoeken voor een persoon met een handicap doorgaans nog moeilijker is dan voor een valide werkzoekende. Werkzoekende personen met een handicap hebben vooral nood aan een aangepaste begeleiding.

De federale overheid zou 10.000 instapstageplaatsen gecreëerd hebben voor een periode van zes maanden voor schoolverlaters met hoogstens een diploma hoger secundair onderwijs. Nergens is sprake van personen met een handicap. De NHRPH wijst er bovendien op dat de laaggeschoolden al in een probleemsituatie zitten. Ook daar moet ruimte vrij gehouden worden voor personen met een handicap.

De NHRPH merkt in dit verband op dat er een groot verschil is tussen de tekst van het programma en de concrete situatie op het terrein.

Wat betreft de opvolging van de doelstellingen Europa 2020, meer specifiek de maatregelen inzake werk, en de doelgroepen, wordt opgemerkt dat België zich verheugt over de “jongerengarantie”, die verwijst naar “alle jongeren jonger dan 25 jaar”. Ook de NHRPH vindt dit een goede maatregel, op voorwaarde dat personen met een handicap begrepen zijn in “alle jongeren”.

Inzake onderwijs en vorming wordt opgemerkt dat nergens verwezen wordt naar artikel 24 van het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap, dat uitdrukkelijk het recht op onderwijs erkent voor personen met een handicap. Dergelijke ontwikkeling is noodzakelijk, en de leerling met een handicap moet de meest geschikte onderwijsvorm kunnen kiezen. Hierbij moet hij zich kunnen baseren op volledige, correcte en toegankelijke informatie in aangepast formaat. In elke gekozen onderwijsinrichting moet de leerling kunnen rekenen op aangepaste steun en begeleiding. Hij moet een beroep kunnen doen op aangepaste onderwijsmethodes, zoals gebarentaal. Het onderwijstraject, met inbegrip van de gespecialiseerde aspecten ervan, moet uitmonden in het behalen van een scholingsdiploma. Er moet een structurele oplossing worden gevonden voor het gebrek aan plaatsen in het gespecialiseerde onderwijs.

De noodzaak wordt ook benadrukt dat onderwijs rekening moet houden met de werkgelegenheid die bestaat.

Tenslotte is het deel sociale inclusie heel belangrijk voor de NHRPH, omdat personen die tegemoetkomingen voor personen met een handicap genieten, een groot risico op armoede lopen.

Om de sociale bescherming van de bevolking te verzekeren, is de NHRPH van mening dat hier moet verwezen worden naar de tegemoetkomingen voor personen met een handicap, die zich onder de armoedegrens situeren. De bedragen van de tegemoetkomingen zouden moeten worden opgetrokken, zodat iedereen een gepast inkomen geniet. Het inkomen zal minstens even hoog zijn als het gewaarborgd minimumloon in België, om inclusie op alle levensdomeinen mogelijk te maken. De inkomens van de persoon met een handicap moeten eveneens een individueel recht zijn.

Wat betreft het terugdringen van de kinderarmoede: een toereikend niveau van sociale uitkeringen voor volwassenen en kinderen die de armoederisicogrens bereiken, moet gewaarborgd worden zodat de ouders hun opvoedende rol kunnen opnemen.

Inzake de actieve insluiting van mensen die ver verwijderd zijn van de arbeidsmarkt, wordt opgemerkt dat niet om het even welke werkgelegenheid geschikt is voor personen met een handicap. De NHRPH is er voorstander van dat om het vereiste quotum van 3% tewerkstelling van personen met een handicap te halen bij de openbare diensten, in alle gevallen de voorkeur moet worden gegeven aan laureaten met een handicap, en de noodzakelijke maatregelen te nemen om dat percentage te halen. De competenties moeten gelijk zijn, maar de wijze waarop de personen met een handicap getest worden moet indien noodzakelijk, aangepast worden aan de handicap van de personen, en redelijke aanpassingen moeten voorzien worden indien noodzakelijk.

De NHRPH verwijst naar de principes die moeten worden gehanteerd, en die toegelicht zijn in de standpuntennota van de NHRPH van 19 december 2011:

  • de tewerkstelling van personen met een handicap in een mainstreaminglogica, waarbij alle domeinen en de personen met een handicap betrokken worden, met in het bijzonder de aandacht voor belemmerende omgevingsfactoren;
  • de definitie van persoon met een handicap zoals vastgelegd in het VN-verdrag toepassen;
  • instrumenten aanbieden die de personen met een handicap in staat stellen te werken (toegankelijk onderwijs, begeleiding en verzorging enz.)
  • beeldvorming over personen met een handicap en tewerkstelling bijsturen;
  • tewerkstellingsondersteuning, sensibilisering van de verschillende actoren, het wegwerken van tewerkstellingsvallen, ondersteuning van de sociale voorzieningen en er voor zorgen dat werkgevers belang hebben bij de aanwerving van een persoon met een handicap.

Wat betreft de huisvesting ten slotte, is het noodzakelijk voldoende aangepaste woonvormen voor personen met een handicap tot stand te brengen.

 

Bezorgd

  • Voor opvolging aan de heer Elio Di Rupo, Eerste Minister;
  • Voor opvolging aan de heer Philippe Courard, Staatssecretaris voor Personen met een handicap;
  • Ter info aan het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding;
  • Ter info aan het interfederaal coördinatiemechanisme.
 .
Adviezen
 .