Ga naar de inhoud

Advies 2013/02

Procedure  voor de behandeling van de dossiers inzake tegemoetkomingen aan PMH

Advies van de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap (NHRPH) over het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 mei 2003 betreffende de procedure  voor de behandeling van de dossiers inzake tegemoetkomingen aan personen met een handicap, uitgebracht tijdens de zitting van 21/01/2013.

 

Aanvrager

Advies op vraag van de Staatssecretaris voor Personen met een handicap op datum van 10 januari 2013.

 

Onderwerp

Het ontwerp breidt de registratie van aanvragen voor tegemoetkomingen uit tot de sociale werkers van de mutualiteiten.

Zij zullen toegang krijgen tot Communit-e (plus) light. Het Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en Gezondheid gaf hiervoor machtiging op 4 september 2012.

 

Analyse

De voorgestelde aanpassingen betreffen:

Art. 3 van het bovenvermelde KB van 22 mei 2003 wordt aangevuld: de aanvraag om tegemoetkoming mag ook ingediend worden bij het ziekenfonds waarbij de aanvrager aangesloten is;

In het 4de lid van hetzelfde artikel: afwijking van de regel dat de stukken naar de hoofdverblijfplaats moeten gestuurd worden kan op verzoek  (moet niet meer schriftelijk gedaan worden);

Art. 5 wordt, in aangepaste vorm, opnieuw ingevoegd: de aanvrager moet zich persoonlijk bij de burgemeester of het ziekenfonds aanmelden. Bij de gemeente kan hij zich laten vertegenwoordigen, dit is niet voorzien ingeval de aanvraag via de mutualiteiten verloopt;

Art. 6 wordt, in aangepaste vorm, opnieuw ingevoegd: de aanvraag wordt elektronisch ingediend, de aanvrager krijgt een ontvangstbewijs en inlichtingen, de burgemeester mag de indiening van de aanvraag niet weigeren. Deze laatste bepaling is niet van toepassing voor de mutualiteiten.

Het Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid (Afdeling Sociale Zekerheid) machtigt in haar beraadslaging Nr. 12/072 van 4 september 2012, de directie-generaal Personen met een handicap om de medewerkers van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en de verzekeringsinstellingen met de functie van maatschappelijk assistent of administratieve bediende, aan de hand van de toepassing "Communit-e plus / Handiweb" en onder de gestelde voorwaarden, toegang te bieden tot het dossier van de persoon met een handicap voor wie zij als impliciete lasthebber optreden, uitsluitend met het oog op het behartigen en verdedigen van zijn belangen.

Zowel de openbare centra voor maatschappelijk welzijn als de verzekeringsinstellingen zijn instellingen van sociale zekerheid die ingevolge de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid al toe gehouden zijn een uitgebreide veiligheidscultuur te ontwikkelen, onder meer door het aanstellen van een informatieveiligheidsconsulent en het naleven van minimale veiligheidsnormen.

De bedoelde medewerkers zijn uitdrukkelijk door hun werkgever aangeduid om de personen met een handicap bij te staan bij het opvolgen van hun dossier.

 

Advies

De NHRPH vindt het positief dat de mogelijkheden om een aanvraag in te dienen uitgebreid worden. Toch zijn er beperkingen.

De leden nemen acte van volgende verschilpunten naargelang de procedure opgestart wordt bij de gemeente of bij de mutualiteiten:

  • De persoon met een handicap kan zich bij de gemeente laten vertegenwoordigen door een derde, dit is niet voorzien bij de mutualiteit (art. 2 van het ontwerp);
  • De burgemeester mag in geen enkel geval de indiening van een aanvraag weigeren, dit is niet voorzien bij de mutualiteit hoewel de aanvraag alleen mag worden ingediend bij het ziekenfonds waarbij de aanvrager is aangesloten (art. 3 van het ontwerp).

Afgezien van de motivering voor deze verschilpunten die niet werd meegedeeld, zijn de leden van de NHRPH de mening toegedaan dat een groep personen met een handicap zich bijgevolg verder uitsluitend tot de gemeente moet blijven richten om een aanvraag in te dienen. Dit betreft in de eerste plaats alle gevallen waarin de persoon met een handicap zelf niet in staat is dit te doen om gelijk welke reden.

De leden vragen zich ook af op welke basis een mutualiteit niet zal ingaan op een verzoek van een lid om een aanvraag voor tegemoetkomingen in te dienen???

De leden van de NHRPH wijzen op de noodzaak om aan de medewerkers die met de bedoelde taken zullen worden belast, de nodige opleiding te geven met betrekking tot het gebruik van de elektronische informatie. Zij hebben immers bij herhaling vastgesteld dat het personeel van de gemeenten hierbij moeilijkheden ondervindt.

Een stellingname die door een belangrijk deel van de NHRPH wordt gedragen is de volgende: er wordt vooreerst gesteld dat deze op geen enkele manier de waarde van de organisaties die wel kunnen deelnemen aan het actuele project, in vraag stelt.

Bij de leden van de NHRPH heerst ontgoocheling: zij hebben gedurende meerdere jaren deelgenomen aan een werkgroep Handiweb, om uiteindelijk tot de vaststelling te moeten komen dat de verbruikersverenigingen waarvan zij ook deel uitmaken, geen toegang krijgen tot de toepassing Handiweb, hoewel de grote organisaties hier zeker vragende partij voor zijn.

Veel mensen komen naar de gebruikersorganisaties om geholpen te worden met hun dossier: die verenigingen moeten hen telkens doorsturen. Dit is bijzonder klantonvriendelijk en ook onproductief want bij de verenigingen is een grote kennis over het stelsel van de tegemoetkomingen aan personen met een handicap aanwezig.

Dit stelselmatig negeren van de voorhanden zijnde mogelijkheden wordt als een echte onderwaardering van het werk van de verenigingen bestempeld. Er wordt bijgevolg gevraagd daarin dringend een beslissing te willen nemen.

De taak van de verenigingen van personen met een handicap en de relatie die ze hebben met de persoon met een handicap is uniek: de indruk is dat de persoon met een handicap zich ook echt ondersteund voelt door zijn organisatie.

Wat betreft de beveiligingsprocedure die als voorwaarde is gesteld om tot het systeem te kunnen toetreden wordt opgemerkt dat de leden niet begrijpen dat dit speciaal voor de verenigingen een hinderpaal zou vormen.

Zij stemmen er in het tegendeel volledig mee in dat strenge veiligheidsnormen worden opgelegd. Er is geen reden om de verenigingen die hieraan kunnen voldoen langer uit te sluiten.

Het besluit is bijgevolg dat dit een gemiste kans is.

 

Bezorgd

  • Voor opvolging aan de heer Philippe Courard, Staatssecretaris voor personen met een handicap;
  • Ter info aan het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding;
  • Ter info aan het interfederaal coördinatiemechanisme.
Adviezen
 .