Ga naar de inhoud

Advies 2013/16

Verkiezingen van 25 mei 2014

Advies van de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap (NHRPH) uitgebracht tijdens de plenaire vergadering van 16/09/2013, met betrekking tot de praktische aanbevelingen aan de gemeenten van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken naar aanleiding van de gelijktijdige verkiezingen van 25 mei 2014.

 

Aanvrager

Advies op  initiatief van de NHRPH

 

Onderwerp

De omzendbrief geeft aanbevelingen aan de gemeenten om de toegankelijkheid tot de stembureaus voor personen met een handicap te verbeteren.

 

Analyse

De titel van de Nederlandstalige versie is: “Toegankelijkheid tot de stembureaus voor personen met een handicap”
De titel van de Franstalige versie is: “Accessibilité des bureaux de vote aux personnes à mobilité réduite”.

In de inleiding (Nederlandstalige versie) wordt een definitie gegeven van personen met een handicap : « …personen met een fysieke, mentale of zintuiglijke handicap, ongeacht of het om een al dan niet blijvende handicap gaat”

De inleiding van de Franstalige versie definieert als “personnes à mobilité réduite” :

  • « L’ensemble des usagers éprouvant une quelconque difficulté, limitation d’activité ou restriction de participation à la vie en société »
  • « …les personnes avec une déficience physique, mentale ou sensorielle, que ces déficiences soient momentanées ou non »

Er wordt aan herinnerd dat de gemeente zeker al aanpassingen gedaan heeft voor personen met een handicap, waarbij verwezen wordt naar parkeerplaatsen voor personen met een handicap en aangepaste toiletten.

Voorts wordt onderlijnd dat niet alleen personen met een handicap baat zullen hebben bij de voorzieningen maar de ganse bevolking (idem in de Franstalige versie).

De geldende reglementering verwijst naar:

  • Het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van personen met een handicap, in het bijzonder artikel 3;
  • Het protocol van 19 juli 2007 betreffende het begrip redelijke aanpassingen in België;
  • Het ministerieel besluit van 6 mei 1980 tot wijziging van het ministerieel besluit van 10 augustus 1894 betreffende de kiestoestellen dat bepaalt dat per 5 stembureaus ten minste één speciaal stemhokje moet voorzien worden dat speciaal is ingericht voor personen met een handicap, in het bijzonder rolstoelgebruikers, en dat begeleiding door een bijzitter of een getuige voorziet.

Merk op dat in toepassing van artikel 143 van het Kieswetboek, de voorzitter van het bureau de kiezer die persoon met een handicap is, toestemming kan geven om zich te laten begeleiden of bijstaan. Hierbij wordt zowel de fysieke, intellectuele of zintuiglijke handicap bedoeld.

Op te merken dat hierbij telkens, en in beide versies, alleen sprake is van personen met een handicap.

De aanbevelingen

Zij betreffen in het bijzonder de volgende punten:

  • Zich naar het stembureau verplaatsen
    • Hier wordt ondermeer gewag gemaakt van parkeerplaatsen voorbehouden voor personen met een handicap (of voor personen met beperkte mobiliteit – in de Franstalige versie: les moins valides, les personnes à mobilité réduite), en de noodzaak dat de persoon die zich in een rolstoel bevindt of die mobiliteitsproblemen heeft, de stoep gemakkelijk kan bereiken.
  • Toegang krijgen tot het stembureau
    • Hier worden technische aanbevelingen gegeven.
  • Zich verplaatsen en de weg vinden in het gebouw met het stembureau
    • De omgang binnen en de signalisatie komen aan bod.
  • Zijn democratische keuze uitbrengen
    • Een opsomming van technische vereisten voor verschillende soorten van handicaps

Andere voorzieningen die voor iedereen nuttig zijn

Besluit

Er wordt aan herinnerd dat de personen met beperkte mobiliteit die de stembureaus niet zullen kunnen bereiken, het recht zullen hebben om klacht in te dienen bij het centrum voor Gelijkheid van Kansen.

Daarna volgt een lijst van verenigingen, “die de bewuste personen vertegenwoordigen en die ervaring hebben op het vlak van de toegankelijkheid van gehandicapte personen tot openbare gebouwen”.

 

Advies

De omzendbrief verwijst naar het ministerieel besluit van 6 mei 1980 tot wijziging van het ministerieel besluit van 10 augustus 1894 betreffende de kiestoestellen (Belgisch Staatsblad van 15 mei 1980). Dit besluit betreft de federale verkiezingen, maar de omzendbrief heeft als ondertitel: “Praktische aanbevelingen aan de gemeenten – Gelijktijdige verkiezingen van 25 mei 2014”.

Zou het, om elk risico, in het bijzonder een conflict tussen verschillende normen, te vermijden niet beter zijn ook de reglementeringen van de gewesten te citeren (bijvoorbeeld “De Vlaamse ministeriële besluiten van 6 juli 2012 houdende de vaststelling van de inrichting van de stemlokalen en van het kiesmaterieel”)?

Is het niet onlogisch, met respect voor de wederzijdse bevoegdheden, dat de omzendbrief alleen betrekking heeft op de federale verkiezingen, terwijl de kiezer zich moet uitspreken over de federale, de gewestelijke en de Europese verkiezingen?

 .

Algemene opmerking bij het lezen van de beide nota’s:

De begrippen 'persoon met een handicap' en 'persoon met beperkte mobiliteit' worden door elkaar gebruikt terwijl zij helemaal geen synoniemen zijn. Dit geeft aanleiding tot permanente verwarring en tot verkeerde voorstellingen. Bovendien zijn de Nederlandstalige versie en de Franstalige versie verschillend.

De leden van de NHRPH bevelen zeer sterk het gebruik van de term “persoon met een handicap” /”personne handicapée” in de Franstalige versie aan, en dit op een zeer consequente wijze, want het geheel wordt anders onbegrijpelijk.

De definitie van “personne à mobilité réduite” die in de Franstalige versie voorkomt is overbodig, schept verwarring en is op zich ook voor kritiek vatbaar. De leden van de NHRPH vragen dan ook dat deze voetnoot verdwijnt.

Op meerdere plaatsen in de omzendbrief wordt er trouwens terecht op gewezen dat maatregelen die de toegankelijkheid bevorderen voor personen met een handicap ook nuttig zijn voor gans de bevolking, en voor alle personen met mobiliteitsproblemen.

De leden van de NHRPH zijn het volledig eens met de opmerking dat de wereld van de personen met een handicap veel verwacht van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van personen met een handicap. Ons land heeft dit Verdrag geratificeerd, wat meebrengt dat het in onze wetgeving moet worden geïmplementeerd. Dit verdrag is dan ook de toetssteen voor de regelgeving.

In dit verdrag wordt uitsluitend de term “persoon met een handicap” gebruikt.

 .

Volgende artikelen van het Verdrag zijn van belang in dit dossier:

  • Artikel 1 betreffende de doelstelling:
    • “Doel van dit Verdrag is het volledige genot door alle personen met een handicap van alle mensenrechten en fundamentele vrijheden op voet van gelijkheid te bevorderen, beschermen en waarborgen, en ook de eerbiediging van hun inherente waardigheid te bevorderen. Personen met een handicap omvat personen met langdurige fysieke, mentale, verstandelijke of zintuiglijke beperkingen die hen in wisselwerking met diverse drempels kunnen beletten volledig daadwerkelijk en op voet van gelijkheid met anderen te participeren in de samenleving.”

De begripsomschrijving van persoon met een handicap, zoals die voorkomt in de inleiding, en in de voetnoot bij de verwijzing naar artikel 143 van het kieswetboek, is dus onvolledig.

Er moet wel degelijk sprake zijn van 4 beperkingen. Over de benamingen die aan deze beperkingen gegeven wordt is er minder eensgezindheid, hier spelen de gevoeligheden verbonden aan deze beperkingen.

De leden van de NHRPH houden het in het Nederlands bij: lichamelijke, psychische, verstandelijke en sensoriële beperkingen – in het Frans des incapacités physiques, psychiques, mentales ou sensorielles.

  • Artikel 9 betreffende de toegankelijkheid:
    • “Teneinde personen met een handicap in staat te stellen zelfstandig te leven en volledig deel te nemen aan alle facetten van het leven, nemen de Staten die Partij zijn passende maatregelen om personen met een handicap op voet van gelijkheid met anderen de toegang te garanderen tot de fysieke omgeving, tot vervoer, informatie en communicatie, met inbegrip van informatie- en communicatietechnologieën en –systemen, en tot andere voorzieningen en diensten die openstaan voor, of verleend worden aan het publiek, in zowel stedelijke als landelijke gebieden. Deze maatregelen, die mede de identificatie en bestrijding van obstakels en drempels voor de toegankelijkheid omvatten, zijn onder andere van toepassing op: ……”

Artikel 29 betreffende de participatie in het politieke en openbare leven:

    • “De Staten die Partij zijn garanderen personen met een handicap politieke rechten en de mogelijkheid deze op voet van gelijkheid met anderen uit te oefenen, en verplichten zich: :
    • a) Te waarborgen dat personen met een handicap daadwerkelijk en ten volle kunnen participeren in het politieke en openbare leven, hetzij rechtstreeks, hetzij via vrij gekozen vertegenwoordigers, met inbegrip van het recht, en de gelegenheid, voor personen met een handicap hun stem uit te brengen en gekozen te worden, onder andere door:
      • i) te waarborgen dat de stemprocedures, -faciliteiten en voorzieningen adequaat, toegankelijk en gemakkelijk te begrijpen en te gebruiken zijn;
      • ii) het recht van personen met een handicap te beschermen om in het geheim hun stem uit te brengen bij verkiezingen en publieksreferenda zonder intimidatie en om zich verkiesbaar te stellen, op alle niveaus van de overheid een functie te bekleden en alle openbare taken uit te oefenen, waarbij het gebruik van ondersteunende en nieuwe technologieën, indien van toepassing, wordt vergemakkelijkt;
      • iii) de vrije wilsuiting van personen met een handicap als kiezers te waarborgen en daartoe, waar nodig, op hun verzoek ondersteuning toe te staan bij het uitbrengen van hun stem door een persoon van hun eigen keuze”
 .

Voorbehouden parkeerplaatsen

Wat betreft punt 3.1: zich naar het stembureau verplaatsen, staat in de Nederlandstalige versie “dat het belangrijk is dat wanneer iemand zijn wagen parkeert op een parkeerplaats die voorbehouden is voor personen met een handicap, de persoon die zich in een rolstoel bevindt of wie mobiliteitsproblemen heeft de stoep gemakkelijk kan bereiken.”

De 1ste oplossing is: “de stoep afbuigen in de buurt van de parkeerplaatsen die voorbehouden zijn voor personen met beperkte mobiliteit.”

En de 2de oplossing waar het nog steeds gaat over parkeerplaatsen voorbehouden voor personen met een handicap: “mensen met een mobiliteitsprobleem hoeven zo ook geen niveauverschillen te overbruggen”.
Hierbij moet opgemerkt worden dat parkeerplaatsen voor personen met een handicap slechts mogen gebruikt worden wanneer zich in de wagen een persoon met een handicap bevindt die over een geldige parkeerkaart voor personen met een handicap beschikt. De kaart wordt slechts afgeleverd na erkenning van de handicap, op basis van de bepalingen van het ministerieel besluit van 7 mei 1999 inzake parkeerkaarten voor personen met een handicap.

Bovendien moet deze kaart op een geldige wijze, dit is vooraan in het voertuig op het dashboard met het symbool van de rolstoel zichtbaar, zijn aangebracht.

Parkeerplaatsen voor personen met een handicap mogen dus enkel door personen met een handicap, als dusdanig erkend volgens de beschikkingen van het hiervoor vermelde ministerieel besluit, gebruikt worden.
Overtredingen zijn strafbaar.

In de Franstalige versie is onder hetzelfde punt, de 5de alinea, sprake van “un emplacement réservé aux moins valides”. Dit moet uiteraard vervangen worden door “un emplacement réservé aux personnes handicapées”, want de term “moins valides” is onaanvaardbaar geworden.

Wat betreft de 2 oplossingen verwijst de 1ste oplossing naar: “des emplacements de parking réservés aux personnes à mobilité réduite”. De 2de oplossing is algemeen gesteld en maakt geen gewag van mensen met mobiliteitsproblemen die niveauverschillen moeten overbruggen.

 .

Duitstalige versie

Ten slotte dringen de leden van de NHRPH er op aan dat een Duitstalige versie van deze aanbevelingen ook verstuurd wordt naar de Duitstalige gemeenten.

 

Bezorgd

  • Voor opvolging aan mevrouw Joëlle Milquet, Minister van Binnenlandse Zaken;
  • Voor opvolging aan de heer Philippe Courard, Staatssecretaris voor Personen met een handicap;
  • Ter info aan het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding;
  • Ter info aan het interfederaal coördinatiemechanisme.
 .
Adviezen
 .