Ga naar de inhoud

Advies 2014/03

Ontwerp van semestrieel verslag

Advies nr. 2014/03 over het ontwerp van semestrieel verslag over de werking van het federale en interfederale coördinatiemechanisme opgericht bij de FOD Sociale Zekerheid – DG Beleidsondersteuning, overeenkomstig artikel 33.1 van het VN verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. Advies van de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap (NHRPH) uitgebracht tijdens de zitting van 20/01/2014.

 

Aanvrager

Advies op eigen initiatief.

 

Onderwerp

Dit is het 3de verslag van het coördinatiemechanisme UNCRPD. Het geeft een overzicht van wat dit mechanisme in het 2de semester van 2013 ondernomen heeft.

 

Analyse

Het verslag bevat volgende punten:

  • FOD Sociale zekerheid als federaal focal point
  • FOD Sociale Zekerheid als interfederaal coördinatiemechanisme
  • Relatie met het onafhankelijk mechanisme
  • Betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld
  • Besluit
 

Advies

De leden van de NHRPH onderstrepen het belang van artikel 4,3 van het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap: « Bij de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van wetgeving en beleid tot uitvoering van dit Verdrag en bij andere besluitvormingsprocessen betreffende aangelegenheden die betrekking hebben op personen met een handicap, plegen de Staten die Partij zijn nauw overleg met personen met een handicap, met inbegrip van kinderen met een handicap, en betrekken hen daar via hun representatieve organisaties actief bij. »
De personen met een handicap moeten geraadpleegd worden in elke beslissing die genomen wordt en die een invloed kan hebben op hun leven. Bijgevolg zijn alle levensdomeinen geviseerd.
De NHRPH verwijst ook naar het persbericht van de ministerraad van 19 juli 2013: “Alle leden van de regering werden tot slot herinnerd aan het belang om vanaf het begin van elk denk- en beslissingsproces de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap aan te spreken en te betrekken, en dit voor elke beleidsmaatregel die ze overwegen en die een impact kan hebben op de rechten en noden van personen met een handicap”

De leden van de NHRPH kunnen alleen maar vaststellen dat er amper contact gezocht wordt met de NHRPH, zij het om een advies te vragen of om een toelichting te komen geven over een hangend probleem.
Het afgelopen jaar zijn er enkele voorbeelden van dergelijke toestanden die werkelijk frustrerend kunnen genoemd worden. De NHRPH werd buitenspel gezet in het dossier van de verpleegkundige handelingen, een zaak met een grote impact op het leven zelf van de persoon met een handicap. Hoewel de NHRPH samengewerkt heeft met de parlementairen die de wetgeving op de beschermingsstatuten wijzigden, wordt hij niet geraadpleegd bij de uitvoeringsbesluiten, voor een bepaalde uitvoering is dit nochtans zelfs in de wet voorzien.
De leden van de Nationale Hoge Raad voor Personen met een handicap stellen zich in deze aangelegenheid heel pragmatisch op: zolang zij zelfs geen enkele reactie krijgen op een naar de betrokken administratie doorgezonden advies kan alleen het besluit getrokken worden dat het opgezette systeem van administratieve en politieke contactpunten niet werkzaam is.

Sensibilisering voor de problematiek van het “persoon met een handicap zijn”, bij voorbeeld ook concreet met betrekking tot het bevoegdheidsdomein van de organisatie of het betrokken kabinet is een noodzaak. Zolang niet aangevoeld wordt welke problemen de persoon met een handicap concreet kan ondervinden zal er geen verbetering komen.
Per FOD, POD, Openbare instellingen van Sociale Zekerheid en parastatalen de aangeduide persoon, individueel aanspreken, en bijvoorbeeld trachten te achterhalen waarom er in concrete dossiers niet werd gereageerd kan een licht werpen op een oplossing.
Telkens een advies wordt toegestuurd, vragen wat er mee gebeurd is, welke reacties de administratie gaf: het zijn werkmethoden die bij de installatie van een nieuwe dienst nuttig kunnen zijn.

De administratieve contactpunten hebben dan misschien een minder directe greep op de situaties, zij blijven doorgaans veel langer ter plaatse. Via deze contactpersonen kunnen ook collega-ambtenaren gesensibiliseerd worden.
De politieke contactpunten hebben een veel meer uitgesproken directer belang, maar zijn per definitie tijdelijk.
Met andere woorden: er moet op beide groepen gewerkt worden.

Wat betreft het besluit van het verslag (hoe via de website van de FOD Sociale Zekerheid het UNCRPD meer bekendheid kan gegeven worden) vraagt de NHRPH alvast dat het Verdrag minstens zou gepubliceerd worden.
Er is momenteel ook geen link naar de NHRPH, terwijl op de openingspagina van de website wel verwezen wordt naar een andere raad.

 

Bezorgd

  • Ter informatie aan de heer Philippe Courard, Staatssecretaris voor personen met een handicap;
  • Voor opvolging aan het interfederaal coördinatiemechanisme.
 .
Adviezen
 .