Ga naar de inhoud

Advies 2009/14

Revalor

Advies van de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap (NHRPH) over Revalor, uitgebracht tijdens de plenaire zitting van 20 april 2009

 

Aanvrager

Advies op vraag van NMBS

 

Onderwerp

De Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap (NHRPH) nam deel aan meerdere werkgroepen van de NMBS en bracht een advies uit over Revalor.

 

Analyse

De NHRPH brengt graag zijn opdracht en standpunt in herinnering.

1. De NHRPH is een adviesraad inzake handicap

De NHRPH is geen technisch bureau inzake toegankelijkheid.

De NHRPH vraagt in al zijn tussenkomsten om tegemoet te komen aan alle behoeften inzake totale toegankelijkheid voor alle personen met een handicap ("handicap mainstreaming").

Totale toegankelijkheid is een ruim concept dat evolueert. Het is een doelstelling op middellange en lange termijn die zich vertaalt in onmiddellijke concrete acties en verder doorgedreven acties.

De toegankelijkheid moet bovendien worden bekeken voor alle stappen in de dienstverlening, één onderdeel kan immers de volledige dienstverlening ontoegankelijk maken.

  • Zo is het bijvoorbeeld nutteloos dat de NMBS het voor rolstoelgebruikers mogelijk maakt om de trein te nemen als ze er tegelijkertijd niet voor zorgt dat er in de toiletten voldoende ruimte is om te draaien, dat er geen deurdrempels meer zijn, dat de hoogte van de loketten is aangepast, enz.;
  • Het is ook nutteloos om geleidingslijnen te voorzien als deze worden onderbroken door drankautomaten;
  • Wanneer de omgeroepen informatie niet wordt vermeld op de informatieborden, weten doven niet dat ze van perron moeten veranderen. Er zijn talloze voorbeelden die duidelijk aantonen hoe belangrijk het is dat het volledige parcours toegankelijk wordt gemaakt: van de informatie aan het loket, over brochures of het internet, tot en met het ogenblik dat de persoon het station of de halte van zijn bestemming heeft bereikt. Totale toegankelijkheid omvat:
    • fysische en technische toegankelijkheid
    • auditieve toegankelijkheid
    • visuele en sensoriële toegankelijkheid
    • intellectuele toegankelijkheid (informatie aan de loketten, website, brochures, infoborden, ...)
    • benodigdheden
    • veiligheid
    • begeleiding door een persoon wanneer de voorziening vermeld in a tot f niet volstaan om de volledige dienstverlening toegankelijk te maken
    • voor alle personen met een handicap: zowel fysische, sensoriële, mentale als verstandelijke handicaps

2. De NHRPH ziet toe op de naleving en de concretisering van fundamentele wettelijke vereisten:

Het begrip "persoon met een handicap": Personen met een handicap omvat personen met langdurige fysieke, mentale, intellectuele of zintuiglijke beperkingen die hen in wisselwerking met diverse drempels kunnen beletten volledig, effectief en op voet van gelijkheid met anderen te participeren in de samenleving

De NHRPH vraagt de NMBS om haar beleid en acties ten gunste van PH af te stemmen op deze definitie: het is immers de omgeving die een obstakel vormt voor de mobiliteit van de persoon; het is dan ook aan deze omgeving dat er moet worden gewerkt om ze toegankelijk te maken voor zo veel mogelijk personen. Wanneer deze voorziene toegankelijkheid niet volstaat, moet er voor begeleiding door een persoon worden gezorgd.

De NMBS verruimt trouwens haar actiegebied tot de "personen met beperkte mobiliteit", ongeacht de ooraak van de beperkte mobiliteit. De NHRPH is vanzelfsprekend erg tevreden met deze verruiming, die het beleid verbreedt tot ouderen, personen vergezeld van kinderen en personen van wie de mobiliteit tijdelijk is beperkt. De NHRPH vestigt evenwel de aandacht van de NMBS op de noodzaak om prioriteiten vast te stellen met betrekking tot de beleidsopties en acties gericht op de integratie van personen met een handicap. Voor personen met een handicap zou het gebrek aan een beleid en acties neerkomen op de onmogelijkheid om toegang te hebben tot en gebruik te maken van de diensten van de NMBS.

Het begrip "Redelijke aanpassingen": dit sinds 2007 bij wet vastgelegde begrip omvat de "passende maatregelen die in een concrete situatie en naargelang de behoefte worden getroffen om een persoon met een handicap in staat  te stellen toegang te hebben tot een sociale of middelgrote woning tenzij deze maatregelen een onevenredige belasting vormen voor de persoon die deze maatregelen moet treffen. Wanneer die belasting in voldoende mate wordt gecompenseerd door bestaande maatregelen in het kader van het gevoerde overheidsbeleid inzake personen met een handicap, mag zij niet als onevenredig worden beschouwd". Het ontbreken van redelijke aanpassing vormt op zich een strafbare discriminatie. Het begrip "redelijke aanpassingen" is dus een algemene bepaling, die dezelfde
dwingende kracht heeft als de bepalingen waarin is voorzien bij de bijzondere reglementeringen, die eveneens gelden en die dan ook moeten worden nageleefd bij de uitwerking van Revalor.

In december 2008 heeft de NHRPH bij twee gelegenheden zijn visie toegelicht met betrekking tot zijn rol die hij heeft te vervullen bij de NMBS: een eerste keer tijdens een vergadering op het Kabinet van de Minister van Mobiliteit; een twee keer op een vergadering in aanwezigheid van het bureau van de NHRPH, de FOD Mobiliteit, de 3 maatschappijen van de NMBS en het Centrum voor Gelijkheid van Kansen (bevoegd voor klachtenbehandeling). Tijdens de vergaderingen kon de rol van alle betrokkenen worden verduidelijkt en konden er gedragslijnen worden bepaald voor een optimale werking van de werkgroep NMBS-NHRPH (zie lager, punt 4.)

 

Advies

De NHRPH moet thans snel een advies uitbrengen. Rekening houdend met het conceptueel belang van het geanalyseerde dossier, wordt dit advies uitgebracht onder voorbehoud en kan het op gelijk welk moment worden herzien. De NHRPH neemt in geen geval enige verantwoordelijkheid op zich met betrekking tot het ontwerp en de uitvoering van de werkzaamheden van de NMBS.

Wegens de hoger vermelde redenen die verband houden met zijn opdracht en bevoegdheid, brengt de NHRPH dan ook geen technisch advies uit over Revalor als geheel.

Het is dan ook in het kader van zijn sensibiliseringsbevoegdheden inzake de integratie van de behoeften van personen met een handicap dat de NHRPH hierna een advies uitbrengt met een aantal inhoudelijke aanbevelingen op het vlak van de toegankelijkheid van de spoorwegdiensten als geheel.

1. De NHRPH erkent de meerwaarde van de aanbevelingen van de gemachtigde technische bureaus en wil dat ze in Revalor worden gïntegreerd

2. Revalor moet een volwaardig werkinstrument worden, een echt "vademecum" van de totale toegankelijkheid:

  • Deze eerste poging is lovenswaardig, gelet op de omvang van de taak. Ze moet de eerste stap zijn in de richting van een permanente reflectie van de NMBS voor een kwaliteitsvolle toegankelijkheid voor al haar klanten. Revalor moet een werkinstrument zijn dat verandert in functie van een toegankelijkheid die de autonome integratie van PH ondersteunt.
  • De toegankelijkheid beperkt zicht niet tot het onthaal van rolstoelgebruikers en slechtzienden. Het is een omvangrijk concept dat zowel informatie, signalisatie, akoestiek, enz. moet behelzen, om tegemoet te komen aan ieders wens om op een veilige en comfortabele manier de trein te kunnen gebruiken. Revalor moet een geïntegreerd document dat in zijn benadering open staat voor aanbevelingen en toekomstige verbeteringen.
  • Totale en volledige toegankelijkheid beogen: alle regelgeving is minimalistisch; de NMBS moet meer pogen te doen en wanneer verschillende regelgevingen elkaar tegenspreken, moet ze die toepassen die het gunstigst is
  • voor de toegang voor PH en daarbij uniformiteit nastreven voor het volledige Belgische spoorwegnet.
  • Revalor heeft slechts op een gedeelte van de toegankelijkheid betrekking en heeft geen invoel op een aantal goederen en diensten waarop de NMBS geen vat heeft (geldautomaten, telefooncellen, ...). De NHRPH wil dat de NMBS en de andere operatoren hun toegankelijkheidsbeleid op elkaar afstemmen.
  • De filosofie van Revalor is de inspanningen te concentreren op de grote stations en de stations in de buurt van concentraties van personen met een handicap. De toegangsstrategie voor PH met een rolstoel is prioritair. Het is dan ook opzettelijk dat de wetgevingen niet systematisch worden toegepast bij werken. De STI-normen hanteren als criterium trouwens 500 reizigers De NHRPH begrijpt het toegankelijkheidsbeleid van de NMBS waarbij prioriteit wordt gegeven aan de grote stations, maar kan het er niet mee eens zijn: hij beklemtoont dat het toegankelijkheidsbeleid zo transversaal mogelijk moet zijn, alle stations en haltes moet beogen en gericht moet zijn op alle PH, ongeacht hun behoeften. De NHRPH beklemtoont ook dat de volledige dienstverlening toegankelijk moet zijn (van de informatie aan het loket of op het internet tot het verlaten van het station van bestemming). De economische of technische redenen zijn begrijpelijke argumenten, maar ze zijn onaanvaardbaar voor de NHRPH.
  • De NHRPH wenst dat de in de vorige punten beschreven benadering in termen van kwaliteitsdoelstellingen voor de dienstverlening wordt opgenomen in de volgende beheersovereenkomsten van de NMBS. De NHRPH pleit ook voor een globale verklaring voor de toegankelijkheid in alle domeinen en voor alle PH die zou worden opgenomen in een aanhangsel bij de 3 beheersovereenkomsten 2008-2012. De ontwerpen en realisaties moeten uitgedacht met het oog op een duurzame ontwikkeling en een zo ruim mogelijke toegankelijkheid.

3. Waartoe de NMBS zich verbindt

  • De NMBS moet vanzelfsprekend aan de minimumregelgeving voldoen.
  • Revalor, met inbegrip van de aanbevelingen van de technische bureaus Gap en Enter, wordt een echt bindend en impliciet bestek voor de ontwikkeling van alle projecten voor de renovatie van de stations, de haltes en de perrons. De NMBS (via haar 3 maatschappijen) moet de werkzaamheden uitvoeren overeenkomstig de technische normen van Revalor. De NHRPH moet eveneens van zijn medecontractanten of onderaannemers eisen dat ze de toegankelijheidsregels toepassen.
  • De NMBS neemt de verantwoordelijkheid voor het eindresultaat op zich. De resultaten moeten overeenstemmen met het bestek.
  • De architecten moeten de informatie zoeken waar ze te vinden is en ervoor zorgen dat het gebouw toegankelijk is op alle niveaus (met inbegrip van de akoestiek, de informatie en de signalisaties).
  • Voorwendsels zoals "om economische of technische redenen" moeten worden gebannen, om willekeur te vermijden.
  • Zo zijn de aanbevelingen van de technische bureaus ook niet zo maar gewone werkvoorstellen, maar algemene minimumprincipes die moeten worden nageleefd onder de noemer van redelijke aanpassingen.
  • Het zou goed zijn om kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren te ontwikkelen met scores die verdeeld liggen tussen perfect, toelaatbaar en ontoelaatbaar. Op zijn minst moeten de indicatoren van de Europese verordening 1371/2006 worden overgenomen.

4. Toekomstige werkmethode tussen de NHRPH en de NMBS:

  • Telkens er aan de NHRPH een project voor een station wordt voorgelegd, moet de NHRPH van de NMBS de garantie krijgen dat Revalor is toegepast.
  • De werkzaamheden waarvan het ontwerp of de uitvoering afwijken van Revalor moeten worden voorgelegd aan de NHRPH, die een officieel schriftelijk advies uitbrengt (een verslag van een vergadering geldt niet als advies).
  • Revalor blijft de "Bijbel" zolang er geen uitdrukkelijke wijziging is. De standpunten die de NHRPH inneemt met betrekking tot uitzonderlijke situaties waarin een beslissing moet worden genomen die afwijkt van de in Revalor opgenomen principes, kunnen geen "precedent" worden zonder uitdrukkelijk advies in die zin van de NHRPH. Wanneer het toegankelijkheid voor PH ten goede komt, brengt de NHRPH een advies uit met betrekking tot de noodzaak om de inhoud van Revalor te wijzigen. Indien nodig vraagt de NHRPH het advies van technische bureaus, op kosten van de NMBS.
  • Naar behoefte raadpleegt de NMBS die toegankelijkheidstechnici en legt ze aan de NHRPH een volledig dossier voor dat hem in staat stelt om de volledige situatie te beoordelen op het vlak van de toegankelijkheid van het project.
  • Meer fundamenteel moedigt de NHRPH de NMBS aan om op een systematische manier samen te vergaderen over terugkerende problemen of principekwesties.

5. Regels die elkaar tegenspreken:

De NHRPH vraagt in alle gevallen de toepassing van de norm die het gunstigst is voor de persoon met een handicap, met het oog op de uniformiteit van de dienstverlening aan het publiek.

6. De toegankelijkheidsbarometer uitwerken:

De toegankelijkheid moet een criterium worden voor de kwaliteit van de dienstverlening. Er moeten indicatoren en evaluatiewijzen worden ontwikkeld die kunnen worden voorgelegd aan de NHRPH.

7. duurzame ontwikkeling :

Het beleid waarbij voorrang wordt gegeven aan de grote stations is een strategische commerciële keuze. De NHRPH benadrukt evenwel de noodzaak om toegankelijkheid ook te zien als een onderdeel van duurzame ontwikkeling. Geen enkel stoppunt of geen enkele halte mag uit het oog worden verloren.

8. Overstapvoorzieningen.

Spoorwegvervoer vormt vaak een onderdeel van een grotere verplaatsing. De NMBS moet haar obstakelvrij verplaatsingsbeleid kaderen in een ruimere context met alle andere weg- en vervoersoperatoren.

9. Document

Er moet ook een document komen over de toegankelijkheid van de treinen (de toegankelijkheid van de treinen is trouwens een vereiste van de Europese verordeninig 1371/2007).

10. toekomstige samenwerking tussen de NHRPH en de NMBS

De toekomstige samenwerking tussen de NHRPH en de NMBS is gebaseerd op vertrouwen: de NHRPH zal de overeenstemming tussen Revalor en de uiteindelijke concrete uitvoering niet controleren. Een conformiteitscontrole in het kader van de permanente verbetering van de dienstverlening zou echter wel wenselijk zijn.

 

Bezorgd

  • Aan de Raad van Bestuur van de maatschappijen Infrabel en Holding Patrimonium
  • Kopie aan de Rvb van de NMBS Reizigerstreinen
  • Kopie aan mevrouw Julie Fernandez-Fernandez, Staatssecretaris voor personen met een handicap
  • Kopie aan de heer Steven Vanackere, Minister van Ambtenarenzaken
  • Kopie aan de heer Etienne Schouppe, Staatssecretaris voor Mobiliteit
 .
Adviezen 2009
 .