Ga naar de inhoud

23/10/2023 - Vergoeding van de bewindvoerders: een onaanvaardbare stap achteruit voor personen met een handicap!

 

Een voorontwerp van koninklijk besluit tot vaststelling van de inkomsten die in aanmerking kunnen worden genomen voor de berekening van de vergoeding van de bewindvoerders alsook van de kosten die als uitzonderlijk kunnen worden beschouwd, werd de NHRPH (Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap) voor advies voorgelegd. Dit voorontwerp van koninklijk besluit ligt in de lijn van de uitvoering van artikel 497/5, § 1, van het oud Burgerlijk Wetboek dat thans in de Kamer van Volksvertegenwoordigers wordt herzien.

Verschillende gelijkaardige voorontwerpen van koninklijk besluit werden de NHRPH reeds voorgelegd. Het laatste advies van de NHRPH uitgebracht over dit onderwerp is advies advies 2022/08.

Ten opzichte van het vorige voorontwerp van koninklijk besluit stelt de NHRPH vast dat de inkomensbasis voor het vaststellen van de vergoeding van de bewindvoerders groter is geworden en voortaan dus meer inkomsten in aanmerking zullen worden genomen die niet zijn bestemd voor personen met een handicap (bijvoorbeeld de kinderbijslag en onderhoudsuitkeringen voor kinderen) of die enkel dienen om een gedeelte van de extra kosten in verband met de handicap te dekken (bijvoorbeeld de integratietegemoetkoming en de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden). Ter herinnering: heel wat personen met een handicap leven onder de armoedegrens.

Om deze redenen eist de NHRPH dat deze uitkeringen uit de lijst van inkomsten van de beschermde persoon worden geschrapt, die dient als basis voor de berekening van het forfait bedoeld bij artikel 497/5, § 1, van het oud Burgerlijk Wetboek.

  • Voor bijkomende informatie, zie advies 2023/25 van de NHRPH.
  • Contactpersoon: Sophie Willekens, Ondervoorzitster van de NHRPH – 0498 28 25 69