Ga naar de inhoud

Advies 2023/28: Vergoeding van de bewindvoerders

 

Op vraag van de heer Paul Van Tigchelt, Vice-eersteminister en Minister van Justitie en Noordzee.

 

Over:

Het voorontwerp van koninklijk besluit tot vaststelling van de inkomsten die in aanmerking kunnen worden genomen voor de berekening van de vergoeding van de bewindvoerders, alsook van de kosten die als uitzonderlijk en de ambtsverrichtingen die als buitengewoon kunnen worden beschouwd.

 

Standpunt van de NHRPH:

  • Ten opzichte van het vorige ontwerp stelt de NHRPH vast dat de inkomensbasis groter is geworden: bijvoorbeeld, de integratietegemoetkoming (IT) en de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden waren expliciet uitgesloten van de inkomensbasis. In het huidige ontwerp worden ze expliciet opgenomen. De NHRPH is van oordeel dat dit totaal onaanvaardbaar is. Dit geldt niet enkel voor de integratietegemoetkoming en de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden, maar ook voor de andere in punt B opgenomen uitkeringen. Het gaat ook in tegen het rechtszekerheidsbeginsel en de legitieme verwachtingen van de begunstigden van de integratietegemoetkoming en de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden: voor de begunstigden moeten hun rechten duidelijk zijn. Ze moeten er zeker van kunnen zijn dat de regering niet onophoudelijk terugkomt op de kwalificatie van de integratietegemoetkoming en de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden.
  • Ten tweede blijft de NHRPH bij zijn standpunt: hij eist dat het beheren en opvolgen van het VAPH-budget, van de tegemoetkomingen voor personen met een handicap en andere inkomsten die op regelmatige basis worden ontvangen, gedekt zijn door het forfait.
 

Enkele eisen van de NHRPH:

De noodzaak om tegelijkertijd bepaalde andere aspecten dringend te herzien: het opleiden van bewindvoerders, de menselijke middelen in de vredegerechten, de begeleiding van de familiale bewindvoerders in het kader van de jaarlijkse rapportage en de administratieve stappen via de website. De wet van 2013 moedigt de begeleidende maatregelen voor de personen niet voldoende aan; de procedures voor volledige vertegenwoordiging zijn nog ruim in de meerderheid, wat in tegenspraak is met wat de UNCRPD voorschrijft!