Internering
De Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap (NHRPH) legt in zijn positienota de basisprincipes en de fundamentele waarden die hij voorstaat inzake internering uit.
"Waarborgen de Staten die Partij zijn, dat personen met een handicap op voet van gelijkheid met anderen:
a) het recht op vrijheid en veiligheid van hun persoon genieten;
b) niet onrechtmatig of willekeurig van hun vrijheid worden beroofd, en dat iedere vorm van vrijheidsberoving geschiedt in overeenstemming met de wet, en dat het bestaan van een handicap in geen geval vrijheidsberoving rechtvaardigt."
(uittreksel uit artikel 14 van het VN-Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap)
De interneringskwestie in België roept fundamentele vragen op over de overeenstemming van deze maatregel met bepaalde fundamentele waarden en beginselen van de mensenrechten. Ook de mensonwaardige materiële omstandigheden baarden het maatschappelijk middenveld lange tijd zorgen.
Internering is een facultatieve veiligheidsmaatregel die uitgesproken kan worden door een rechter voor een persoon "die een misdaad of wanbedrijf heeft gepleegd die de fysieke of psychische integriteit van derden aantast of bedreigt" en "die op het ogenblik van de beslissing aan een geestesstoornis lijdt die zijn oordeelsvermogen of de controle over zijn daden tenietdoet of ernstig aantast" en bij wie het gevaar bestaat dat hij als gevolg van zijn geestesstoornis dezelfde feiten zal plegen (artikel 9, § 1, Wet van 5 mei 2014).
Op dit gebied verdedigt de NHRPH de volgende fundamentele principes en waarden:
- Inclusief standpunt
- Gewaarborgde persoonlijke vrijheid
- Respect voor de menselijke waardigheid
- Recht op hoogwaardige geneeskundige verzorging en begeleiding
- Gelijkheid en non-discriminatie