Onderzoek naar het verlies aan verdienvermogen binnen de IVT: Redenen en hervormingsvoorstellen
Het Centre de droit public et social van de ULB, onder leiding van dr. Dumont, dr. Schenkelaars en dr. Mairiaux, voerde in opdracht van de DG HAN een studie uit naar het verlies aan verdienvermogen binnen de inkomensvervangende tegemoetkoming (IVT). De professoren werden gevraagd om:
- de factoren die aan de grondslag van de uiteenlopende beslissingen over de beoordeling van het verlies aan verdiencapaciteit te identificeren,
- een kader te bieden om het concept van verlies van verdiencapaciteit te beoordelen en
- de wenselijke wettelijke hervormingen aanbevelen voor de toekenning van de IVT in lijn met het VN-Verdrag voor de Rechten van Personen met een Handicap (UNCRPD).
De eerste twee doelstellingen werden behandeld in een 1ste fase van hun onderzoek naar de bestaande wetgeving en praktijk. Het onderzoek liep van juni t.e.m. november 2022 en het rapport werd afgerond in juni 2023.
Lees hier het volledige rapport van de ULB inzake IVT - fase 1
Op vlak van de wetgeving en wetgevingshistoriek werd vastgesteld dat:
- Er geen rekening wordt gehouden met het UNCRPD. Meer nog, dat Wet van 27 februari 1987 inzake tegemoetkomingen aan personen met een handicap (de wet van 1987) amper aangepast werd sinds aanname ervan.
- De wet van 1987 is nog (deels) gebaseerd op het medische model van handicap die focust op de beperkingen van de persoon, in plaats van op het sociale model dat geëist wordt onder het UNCRPD en die de nadruk legt op de interacties van de persoon met een handicap en zijn/haar omgeving.
- De wet van 1987 biedt geen omkadering voor het centrale begrip ‘verlies aan verdienvermogen’.
Op vlak van de praktijk werd vastgesteld dat:
- De beoordeling op stukken dan wel op basis van een onderzoek van de persoon door een arts, willekeurig gebeurt.
- De beoordelingen van het verlies aan verdienvermogen variëren sterk onder de artsen en zijn niet coherent.
- De beoordelaars hebben geen toegang tot bepaalde nuttige informatie.
- De IVT regelmatig voor een bepaalde duur wordt toegekend, zonder dat de wet van 1987 dit toestaat.
De hervormingsaanbevelingen werden geformuleerd in een 2de fase van het onderzoek. Het onderzoek liep van 1 oktober 2023 tot 31 maart 2024. Het rapport werd goedgekeurd in september 2024.
Lees hier het volledige rapport van de ULB inzake IVT - fase 2
In het algemeen is eer mindshift nodig:
- In lijn met artikel 27 UNCRPD moet het systeem in het algemeen afstappen van het idee van een compensatie van een beperking, naar de bevordering van de inclusie van de persoon met een handicap in de maatschappij en de inschakeling in het arbeidsproces.
- Er moet veel meer gekeken worden naar wat de persoon wel kan en welke barrières die ondervindt.
Concreet worden 10 hervormingen voorgesteld:
- De beoordelaars moeten betere toegang hebben tot kwalitatieve informatie via de kruispuntbank voor de sociale zekerheid (KSZ). Het dossier van de aanvragers moet kwalitatiever worden door globaler en gedigitaliseerd te zijn om later eventuele analyse o.b.v. artificiële intelligentie mogelijk te maken. Er moet informatie beschikbaar zijn over:
-
- de persoon zelf (jeugd, thuissituatie, schoolloopbaan, gezinssituatie, beroepsvaardigheden),
- zijn of haar sociale zekerheidsaanspraken,
- een zelfevaluatie van de zelfredzaamheid,
- een medisch dossier gericht op functionele mogelijkheden van de aanvrager zodat deze uiteindelijk een samenvatting kan krijgen van zijn/haar functionele capaciteiten, beroepsmogelijkheden die daarbij aansluiten en eventueel een opleidings- en inschakelingsplan.
- Op vlak van de evaluatie zelf, moet:
-
- Er een referentiekader opgesteld worden om de beoordelaars te helpen beslissen of een dossier op stukken dan wel via een persoonlijk onderzoek dient beoordeeld te worden.
- Deze door multidisciplinaire teams gebeuren waarin verantwoordelijkheid verdeeld wordt,
- Deze gebeuren met een geschikt instrument. Voor de professoren zijn dit gestandaardiseerde en internationaal erkende roosters die graduele beoordelingen mogelijk maken.
- Verder moet de evaluatie aan kwaliteitsnormen onderworpen worden. Er is een kwaliteitsaudit nodig en de beslissingen van DG HAN moeten beter gemotiveerd worden. Deze motivering is zelfs verplicht op basis van de Wet van 11 april 1995 tot invoering van het 'handvest' van de sociaal verzekerde.
- Het huidige schijvensysteem moet herzien worden omdat deze momenteel snel voor een activiteitenval zorgt. De bestaande cumulmaatregel voor zij die minstens 2 jaar beroepsinactief zijn, volstaat niet.
- Jonge aanvragers (18-25 jaar) hebben nood aan een aangepast regime.
-
- Soms is het nog niet duidelijk of zij een reëel verdienvermogen hebben, dan zou er een transitietegemoetkoming mogelijk moeten zijn met een eventueel inschakelingstraject.
- Soms is het wel duidelijk dat zij maar een gedeeltelijk verdienvermogen hebben. Zij moeten dan aanspraak kunnen maken op een gedeeltelijke IVT, naast een gedeeltelijk inkomen uit arbeid.
- Soms is er geen verdienvermogen. Dan moet de aanvrager een volledige IVT kunnen ontvangen.
- Verder kan er een premie ingevoerd naast de IVT om de opleidingsinspanningen van jongeren te ondersteunen. Sommige arbeidsbemiddelingsbureaus kennen dergelijke premies reeds toe. Overleg tussen de federale overheid en deelstaten is nodig.
- In het geval van evolutieve aandoeningen moet er een IVT van bepaalde duur mogelijk zijn.
- Bepaalde pathologieën zorgen voor terugkerende beoordelingsproblemenn (autismespectrumstoornis (ASS), chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS), fibromyalgie, Ehlers-Danlos ...) en voor deze pathologieën worden schijnbaar tegenstrijdige beslissingen genomen. Er moet een referentiekader opgesteld worden.
- Maatschappelijke erkenning van de handicap loskoppelen van een financiële tegemoetkoming, maar wel aan toegang verlenen tot afgeleide rechten.
- Richt een bemiddelingsinstantie op of herzie het interne herzieningsmechanisme door deze wettelijk te kaderen en transparanter te maken.
- Misschien moet het RIZIV, bevoegd voor de arbeidsongeschikten, ook de wetgeving voor personen met een handicap beheren? De grens tussen invaliditeit en handicap is soms vaag. Beiden zijn vaak personen met een handicap onder art. 1 UNCRPD. En deze overdracht van bevoegdheid zou ook een gelegenheid kunnen zijn om art. 100 van de ZIV-wet te herzien met het oog op het schrappen van de vereiste van ‘vooraf bestaande toestand’.
De NHRPH zal in december 2024 een advies uitbrengen.