Ga naar de inhoud

Advies 2012/07

Renovatiewerken in en rond het station van Oostende

Advies van de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap (NHRPH) over de renovatiewerken in en rond het station van Oostende, uitgebracht tijdens de zitting van 21/05/2012 en bevestigd via dringende procedure (raadpleging via e-mail).

 

Aanvrager

Advies op vraag van Infrabel tijdens de NMBS-werkgroepvergadering van 08/12/2011

 

Onderwerp

Het project Oostende behelst renovatiewerken aan station en stationsomgeving. In de zomer van 2011 is dit project al eens besproken met o.a. de Mobiliteitscommissie van de Belgische Confederatie van Blinden en Slechtzienden (BCBS), Licht & Liefde, Westkans en studiebureau Plain-Pied. Hier bestaan verslagen en adviezen van.

 

Analyse

Wat betreft toegankelijkheid zijn er 2 hoofdtoegangen, enerzijds de doorgang van het plein naar het voorperron en het stationsgebouw; anderzijds kan men de perrons bereiken door de nieuw te bouwen passerelle, met trappen en liften. Deze passerelle maakt de aansluiting met een parkeergebouw.

De verbinding met De Lijn wordt nog niet op de plannen voorzien, omdat De Lijn zelf nog bezig is met de studie van de busperrons.

De perrons zelf zijn 360 m lang. Deze versmallen naar het einde toe.
Daar stelt zich echter een probleem: enkele eilandperrons zijn op het uiteinde zodanig smal dat de standaard noppenstroken (60 cm breed op 40 cm van de perronranden) niet voorzien kunnen worden.

De beperkte ruimte laat ook niet toe de perrons te verbreden. Ook kunnen de perrons niet ingekort worden omdat ook de langste treinen volledige toegang tot het perron moeten hebben en de reizigers helemaal achteraan in de trein ook moeten kunnen uitstappen. Een smallere noppenstrook wordt als oplossing voorgesteld voor dergelijke uitzonderlijke gevallen.

De situatie is momenteel niet voorzien in Revalor. Een aanvulling wordt voorzien.

De compromisoplossing is de volgende: op beide zijden van het einde van het perron overgaan van perronboorden van 100 cm (60 cm noppen op 40 cm van de perronranden) naar perronboorden van 70 cm breed (40 cm noppenstrook op 30 cm van de perronrand) met extra contrasterende veiligheidslijn aan binnenkant van de noppenstrook (afstand van veiligheidslijn tot de perronrand: 70 cm). (Voor de smalle perroneindes is trouwens al eerder technisch advies ingewonnen.)

Het einde van het perron zelf kan moeilijk worden afgesloten: er is een onderhoudstrapje naar de sporen. Daar moet een bord "verboden toegang" komen. Een hek met sleutel voor de onderhoudstrap is praktisch niet haalbaar voor het stationspersoneel.

 

Advies

De voorgestelde oplossing wordt goedgekeurd met inachtname van de volgende punten:

  • Het einde van het perron moet duidelijk worden aangeduid met een bord verboden toegang.
  • De situatie met de smalle perronkoppen moet voorzien worden in Revalor.
  • De verbinding met De Lijn vraagt verdere opvolging. De verbinding tussen de infrastructuur van De Lijn en de NMBS moet binnen een redelijke termijn gerealiseerd worden, gezien het specifieke publiek dat aankomt en vertrekt in Oostende, mensen die toegewezen zijn op het lokaal openbaar vervoer.

Aangezien de NHRPH een adviesorgaan is, zijn de opmerkingen van algemene aard. Voor de concrete technische details is het advies van een technisch toegankelijkheidsbureau nodig, wat hier ook gebeurd is voor de smalle perroneindes.

De NHRPH wenst op de hoogte gehouden te worden van de evolutie van het dossier.

 

Bezorgd

  • Voor opvolging aan Infrabel, NMBS Mobility en NMBS-Holding
  • Ter info aan de Staatssecretaris voor Personen met een handicap, aan de Minister van Overheidsbedrijven en aan de Staatssecretaris voor Mobiliteit
  • Ter info aan het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding
  • Ter info aan het interfederaal coördinatiemechanisme.
 .
Adviezen
 .