Ga naar de inhoud

Advies 2010/23

Algemeen attest - Toekenning sociaal tarief voor gas en elektriciteit

Advies van de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap (NHRPH) over het nieuw model van algemeen attest en over de nieuwe wijze waarop het sociaal tarief voor gas en elektriciteit wordt toegekend, uitgebracht tijdens de zitting van 20 september 2010, bevestigd op de zitting van 22 november 2010.

 

Aanvrager

Advies op initiatief van de NHRPH

 

Onderwerp

Wat betreft het algemeen attest

De leden van de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap ontvingen op 27 mei 2010 een e-mailbericht met betrekking tot "de nieuwe modellen van de attesten die vanaf 1 juni 2010 gebruikt worden en de tekst van de brief die naar alle instellingen en verenigingen op 28/05/2010 zou gestuurd worden".

Dit bericht bevatte een voorbeeld attest in verband met de bijkomende kinderbijslag, inkomensvervangende en integratietegemoetkoming, tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden, voertuigen, de verhoogde verzekeringstegemoetkoming, maar geen voorbeeld van begeleidende brief.

De rubriek "Nieuws" van 28/05/2010 op de website www.handicap.be vermeldt dat het algemeen attest dat werd afgeleverd aan personen met een handicap die van sociale en fiscale maatregelen willen genieten, problemen veroorzaakte op het vlak van de begrijpelijkheid omdat het verwees naar medische erkenningscriteria die door de artsen van de FOD tijdens hun onderzoeken niet meer gebruikt worden. Daarom levert de Directie-generaal Personen met een handicap vanaf 1 juni 2010 een nieuw algemeen attest af waarvan het model "sterk vereenvoudigd" wordt genoemd.

De aangebrachte wijzigingen worden als volgt samengevat:

  • Er wordt alleen nog verwezen naar de criteria die tijdens de medische onderzoeken gebruikt worden. Deze criteria worden bepaald door de reglementeringen van:
    • De bijkomende kinderbijslag;
    • De tegemoetkomingen aan personen met een handicap;
    • De vrijstelling van BTW op autovoertuigen.
  • Alleen de meest recente medische situatie van de persoon met een handicap wordt vermeldt. Als de persoon wil beschikken over de vroegere vaststellingen van zijn handicap dan kan hij een "historiek" van zijn medische situatie vragen aan het Contact Center of aan de maatschappelijke assistenten."

Dit nieuwsbericht bevat geen documenten.

Documenten zijn er wel in het nieuwsbericht van 27 augustus 2010, namelijk een nota met bijkomende uitleg over het nieuwe algemeen attest, voorbeeld attesten en de begeleidende brief.

In de nota wordt geantwoord op 2 vaak gestelde vragen:

  • Het niet meer vermelden van het percentage "invaliditeit" op het algemeen attest, want de wetgeving gebruikt geen criteria meer gesteund op percentages. De Directie-generaal verzoekt bijgevolg "de diensten of instellingen die attesten eisen op basis van dergelijke percentages, te verwijzen naar de criteria inzake handicap die gebruikt worden door de Directie-generaal tenzij ze zelf wensen in te staan voor het uitvoeren van de vaststellingen die ze vereisen."
  • Het niet meer vermelden van de sociale of fiscale maatregelen waarvoor het algemeen attest een recht opent. De Directie-generaal kent immers zelf deze voordelen niet toe, en wordt niet systematisch geïnformeerd door de betrokken diensten over de maatregelen die ze nemen ten gunste van personen met een handicap. Het algemeen attest is niet meer noodzakelijk voor bepaalde maatregelen omdat de betrokken instanties het attest rechtstreeks langs elektronische weg ontvangen. De nota geeft als bijlage een opsomming van de voordelen die op deze manier toegekend worden.

De NHRPH kreeg geen kennis van de inhoud van dit bericht.

Wat betreft het attest gas en elektriciteit

In een e-mailbericht van 30 maart 2010 wordt aan de leden van de Nationale Hoge Raad Personen met een Handicap meegedeeld dat beschermde klanten vanaf 1 juli 2009 automatisch het sociaal tarief krijgen op basis van een elektronische uitwisseling van de gegevens tussen de sociale instellingen en de energieleveranciers. De beschermde klanten moeten dus zelf geen initiatief nemen.

Indien deze werkwijze niet lukt dan wordt een papieren attest afgeleverd dat door de klant moet bezorgd worden aan zijn leverancier.

Een nieuwsbericht van 18 mei 2010 op de website van de Directie-generaal deelt mee dat het grootste deel van de personen met een handicap vanaf "dit jaar" automatisch genieten van het sociaal tarief, lukt dit niet dan ontvangen ze ten laatste op 31 mei een papieren attest.

 

Analyse

Hoewel de communicatie aan de leden onvolledig was, erkennen de leden van de NHRPH onvoldoende aandacht geschonken te hebben aan deze dossiers toen zij in het begin van de uitvoeringsfase beland waren. Naarmate via allerlei kanalen moeilijkheden gesignaleerd werden is de NHRPH zich bewust geworden van het probleem.

Het bureau van de NHRPH besprak de problematiek in zijn vergaderingen van 9 augustus en 6 september 2010. Het thema stond ook op de agenda van de plenaire vergadering van de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap van 20 september 2010. Op deze vergadering bleek dat dit dossier heel wat leden en verenigingen die traditioneel met de NHRPH samenwerken, beroerd heeft: er is sprake van een algemeen en groot ongenoegen. Bovendien opmerkelijk zijn de negatieve reacties van leden die ook na deze vergadering rondgestuurd werden. Dit bewijst dat het om een reëel probleem gaat.

Uit de reacties blijkt ook dat personen met een handicap de doorgevoerde aanpassing als een groot probleem ervaren.

Opmerkingen

De leden van de NHRPH betreuren dat voor de opstelling van de nieuwe attesten niet met hen is samengewerkt, ook andere diensten die nochtans regelmatig met deze documenten geconfronteerd worden, zijn niet geraadpleegd.

Het meedelen van een percentage van de handicap wordt thans door de administratie achterwege gelaten omdat dit niet in overeenstemming is met de wetgeving sinds 1987. De leden van de NHRPH kunnen enkel maar vaststellen dat deze werkwijze gedurende 25 jaar werd toegepast en geen aanleiding gaf tot klachten vanwege de betrokken personen met een handicap. Zelfs indien er geen juridische basis is voor deze vermelding, dan heeft men wel gedurende jaren het idee laten bestaan dat dit wel kon. Deze handelswijze is intussen zo ingeburgerd dat de eenvoudige opheffing ervan onbegrijpelijk is geworden. De NHRPH merkt dan ook op dat in dergelijk geval de wet zich moet aanpassen aan wat de betrokkenen verwachten en niet omgekeerd.

Deze vermelding was in vele gevallen bovendien een handige manier om een bewijs van de handicap te leveren: er bestaat in ons land nu eenmaal geen legitimatiekaart daarvoor.

Het ontbreken van de omzetting van het aantal punten naar een percentage kan volgende problemen veroorzaken:

  • De beperking tot de strikt wettelijke formulering is geen dienstverlening aan de burgers. De vertaling van het aantal punten in een percentage is door de modale burger niet gekend ( IVT of 9 punten = 66% / 12 punten = 80 %), bijgevolg ontbreekt een deel van de informatie in de huidige context waarbij sommige voorzieningen nog steeds refereren naar arbeidsongeschiktheid, bijvoorbeeld ZIV, verhoogde kinderbijslag voor invaliden en sociaal telefoontarief;
  • Men stelt zich de vraag of alle rechten worden uitgeput als men meent recht te hebben op 66% arbeidsongeschiktheid en toch geen 9 punten voor de integratietegemoetkomingen toegekend krijgt. Men kan eigen rechten niet zelf opvolgen, bijgevolg ontbreekt de informatie om eventueel tijdig beroep aan te tekenen. Zelf de informatie over het recht van de persoon om een beroep in te stellen tegen de beslissing ontbreekt.
  • Door het ontbreken van het totaal aantal punten op domeinen waar geen rechten ontstaan, ontbreekt nu ook duidelijke informatie om beroepskansen in te schatten, met mogelijk meer nutteloze beroepsschriften tot gevolg (het grote verschil tussen toegekende en wenselijk geachte aantal punten was voor de hulpverleners soms een handig instrument om de gebruiker te overtuigen dat beroep geen realistische optie was).
  • Indien voorzieningen hun wetgeving niet aanpassen en halsstarrig blijven aansturen op een bewijs van het percentage handicap verliest men zijn rechten. Deze instellingen zouden moeten overschakelen naar een aantal punten, wat ook voor deze diensten een hele aanpassing is. De gebruiker is slachtoffer van deze situatie.

Er wordt voor gevreesd dat de gebruiker vooral inzake gewestelijke, provinciale en gemeentelijke voordelen de dupe zal zijn.

Het niet meer vermelden van het percentage en de voordelen waarop de mensen recht hebben schept onduidelijkheid. De mensen worden dan doorverwezen naar gemeenten en sociale diensten.

Het nieuwe attest is klantonvriendelijkheid en maakt de mensen afhankelijk van sociale diensten. Maatschappelijk assistenten zien zich ook genoodzaakt contact te nemen met de FOD, ook zij vinden de attesten onduidelijk. Dit is bovendien een tijdrovende bezigheid.

Het attest vermeldt wel de juridische rechtsgrond, dit is doorgaans onbegrijpelijk voor iedereen, op uitzondering van de specialisten van de bedoelde wetgeving.

Het niet meer vermelden van het recht op een parkeerkaart geeft aanleiding tot rechtsonzekerheid. Vroeger werd het aantal punten toegekend op het criterium "verplaatsingsmogelijkheden" expliciet vermeld. Nu weet men niet meer of er een recht is.

Wel worden de aanvraagformulieren voor een parkeerkaart nu automatisch aangeboden indien van toepassing. Als de betrokkenen zelf niet reageren kan een hulpverlener achteraf niet meer vaststellen dat hier een recht op een parkeerkaart bestaat.

De FOD gaat er te gemakkelijk van uit dat iedereen via internet de nodige informatie kan bekomen.

Bovendien gaat het hier om een complexe materie: de bevolkingsgroep die de doelgroep is van de erkenning van de handicap heeft recht op meer dan een doodgewone notificatie als informatie over zijn rechten.

Wat betreft de toekenning van de sociale maximumprijzen voor gas en elektriciteit is er ook grote onduidelijkheid. De betrokken personen hebben geen zekerheid dat hun attest wel degelijk bij de leverancier is toegekomen, want zij krijgen hoe dan ook hier geen bericht over. De mogelijkheid bestaat immers dat zij het toch nog zelf moeten aanvragen. Er worden heel wat klachten gesignaleerd over het functioneren van het automatisme. Als de persoon dan een duplicaat aanvraagt bij de FOD om alsnog van zijn voordeel te kunnen genieten wordt dit dikwijls geweigerd, dit schept uiteraard nieuwe problemen.

Er is ook sprake van een communicatieprobleem tussen de FOD en de energieleveranciers. In dit kader wordt opnieuw gewag gemaakt over het gebrekkig functioneren van de telefonische hulpverlening.

 

Advies

Er moet meer en beter gecommuniceerd worden, met de instanties die voordelen toekennen, met de personen met een handicap die de voordelen moeten ontvangen, met de instellingen en verenigingen die betrokken zijn bij de interpretatie ervan, met de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap die het officiële orgaan is om bij projecten over aanpassingen en de klachten die ze teweegbrengen betrokken te worden.

De FOD is een openbare dienst die een erkenning van de handicap aflevert die recht geeft op meerdere sociale voordelen. Elke persoon die zich in een dergelijke situatie bevindt heeft het recht volledig geïnformeerd te worden over de gevolgen van deze erkenning.

Elektronische uitwisselingen zouden leiden tot administratieve vereenvoudiging, de betrokkene moet zelf niets meer doen. Maar de betrokkene mag omwille van administratieve vereenvoudiging zijn rechten niet verliezen, alles wordt praktisch zonder zijn medeweten geregeld, hopelijk op een goede manier, want persoonlijk ingrijpen wordt zeer moeilijk.

In hun huidige vorm zijn de attesten voor de sector van de personen met een handicap onaanvaardbaar.

Door het weglaten van de vermelding van percentages en sommige puntenscores verdwijnt heel wat informatie aan de gebruiker en/of de dienst die de gebruiker begeleid bij het uitputten van zijn rechten. De NHRPH vraagt bijgevolg dat deze vermelding hoe dan ook opnieuw op het attest voorkomt.

De leden van de NHRPH vragen dat alle voordelen waarvoor de betrokken persoon in aanmerking komt opnieuw vermeld worden. Bovendien moet vermeld worden welke voordelen automatisch worden toegekend en welke voordelen nog moeten aangevraagd worden.

Wat betreft de attesten voor de levering van gas en elektriciteit wordt voorgesteld te streven naar een principeakkoord waarin het voordeel met terugwerkende kracht kan toegekend worden. In de meeste gevallen is men immers zelf niet meer verantwoordelijk voor het tijdig bezorgen van het attest.

Het proces van erkenning van de handicap blijft een belangrijke en moeilijke fase voor personen met een handicap. De formulering in een kennisgeving of een erkenning begrijpen en in mensentaal omzetten maakt deel uit van het bewustwordingsproces van de persoon. Het document « immaterieel maken » door het om te zetten in een «  juridisch verstarde » taal betekent niet voor personen met een handicap dat meer rekening wordt gehouden met « hun levensverhaal ». Daarenboven zullen de complexiteit van het Belgisch stelsel en de geringe leesbaarheid van de verschillende wetteksten (sociale, fiscale voordelen, ...) het nog moeilijker maken voor doorgaans achtergestelde doelgroepen.

Deze nieuwe attesten zijn niet efficiënt en zijn niet aanvaardbaar voor de sector van de handicap en van het maatschappelijk werk. Ze roepen een aantal onderliggende vragen op. Laten we hopen dat de verschillende betrokken partijen de gelegenheid te baat zullen nemen om rond de tafel te gaan zitten en na te denken over de verschillende achterliggende vragen en problemen.

 

Bezorgd

voor opvolging aan:

De heer André Gubbels, Directeur-generaal van de Directie-generaal Personen met een handicap

ter info aan:

  • De heer Jean-Marc Delizée, Staatssecretaris voor Sociale Zaken belast met personen met een handicap
  • Het centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding.
 .