Ga naar de inhoud

3 december 2021 - Internationale Dag van Personen met een Handicap

Digitalisering: zegen of vloek voor inclusie en toegang tot rechten?

COVID-19 legde een aantal bestaande maatschappelijke problemen genadeloos bloot. In 2020 lag de nadruk nog op de toegang tot zorg en de ondersteuning van mensen (zie jaarverslag 2020 van de NHRPH). In 2021 verbreedde de focus zich naar de toegang tot diensten in het algemeen: bankdiensten, onlineverkoop, administratie enz. Het lijdt geen twijfel: de digitalisering is overal en die tendens zet zich voort.

Nu wij allen moeten leven in een virtueel verbonden maatschappij, moeten wij ons ook afvragen wat dat voor ons kan en moet betekenen. Deze ‘brave new world’ wordt ons voorgesteld als een enorme kans op een beter leven: toegankelijkere huisvesting, werken en leren op afstand, vlotter te plannen vervoer enz. Voor ons privéleven zou het een manier zijn om "beter samen te leven". En toch toont deze ‘brave new world’ nu al zijn gebreken: we worden erg afhankelijk van het digitale en velen vallen uit de boot. Tal van personen, personen met een handicap (PMH) en ook valide mensen, ouderen en zelfs jongeren, arm of niet, enz. hebben het moeilijk en blijven achter. Zo verliezen zij de toegang tot hun rechten of wordt die toegang in ieder geval een stuk moeilijker.

Meer dan ooit zijn ethische maatstaven nodig. Pas wanneer ook de meest kwetsbare personen vlotter mensen kunnen ontmoeten en deelnemen aan het sociale en maatschappelijke leven, dan - en alleen dan - kunnen we spreken van een succes. Want ons DNA, onze menselijkheid zelf, heeft fysieke en zintuiglijke nabijheid nodig: het virtuele ondersteunt misschien onze contacten, maar kan nooit de rijkdom van echt contact vervangen.

De NHRPH formuleert enkele eisen en aanbevelingen:

  1. Digitalisering mag nooit iemands toegang tot een recht of dienst verhinderen.
  2. Digitalisering mag nooit de enige toegang zijn tot een recht of een dienst van algemeen nut.
  3. Er moeten steeds alternatieven met menselijke ondersteuning worden voorzien.
  4. Het personeel van openbare diensten en particuliere diensten van algemeen nut moet PMH begeleiden bij de toegang tot diensten en hun rechten.
  5. Als een recht of dienst enkel digitaal toegankelijk is, dan moet dat worden beschouwd als een strafbare discriminatie.
 .