Ga naar de inhoud

Advies 2021/09


Advies nr. 2021/09 van de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap (NHRPH) over het Plan voor Herstel en Veerkracht (PHV), uitgebracht tijdens de plenaire zitting van 15/03/2021.

Advies uitgebracht op initiatief van de NHRPH.

1. ONDERWERP

Het PHV is een geheel van strategische investeringen en structurele hervormingen waarmee zowel de gevolgen van de COVID-19-crisis als de uitdagingen van de toekomst moeten worden aangepakt. De financiering wordt gewaarborgd door de Europese fondsen. Het PHV zal op 30 april 2021 bij de Europese Commissie worden ingediend.

2. ANALYSE

Kader

Het regeerakkoord voorziet in het opstellen van een herstel- en investeringsplan, in overleg met de gewesten, gemeenschappen en lokale overheden. De regering wil met dit plan de ernstige gevolgen van de COVID-19-crisis voor onze economie inperken, maar wil tegelijk inspelen op een aantal structurele uitdagingen waarmee ons land te kampen heeft. Hiertoe behoren met name de overgang naar een koolstofarme en digitale economie, de verslechtering van onze infrastructuur of de vertraging van de productiviteitsgroei. Het herstel- en investeringsplan zou een meezuigeffect moeten creëren voor de economie als geheel en de in ons land gecreëerde toegevoegde waarde aanzienlijk moeten verhogen.

Van de financiële instrumenten die op Europees niveau worden ingezet om de lidstaten te ondersteunen bij hun relance-inspanningen, is de Faciliteit voor Herstel en Veerkracht (FHV) het belangrijkste instrument voor bedragen die door België kunnen worden aangesproken. Om van deze Europese financiering gebruik te kunnen maken, moet België de Europese Commissie echter een uniek Plan voor Herstel en Veerkracht (PHV) voorleggen dat wordt gecoördineerd door het federale niveau, waarin de investeringsprojecten op alle beleidsniveaus en waarvoor om een financiële steun wordt gevraagd, in detail worden beschreven.

Daarom keurt de Ministerraad de opbouw van het Plan voor Herstel en Veerkracht goed. Het bestaat uit drie grote onderdelen: de herstelmaatregelen, de strategische investeringen en de structurele hervormingen. Alleen de laatste twee onderdelen worden gedekt door het PHV dat op 30 april 2021 moet worden overhandigd aan de Europese Commissie.

De Ministerraad keurt voorts ook de methodologie van de werkzaamheden goed. De staatssecretaris voor Relance en Strategische Investeringen zal als technisch aanspreekpunt met de Europese Commissie worden aangewezen in het kader van de opmaak van het PHV.

(…)

De opbouw zal gebaseerd worden op een methodologie op vier niveaus:

  • vijf thematische werkgroepen
  • drie functionele werkgroepen
  • een redactie-eenheid
  • een politiek begeleidingscomité

(Persbericht van de Ministerraad van 30 oktober 2020).

Tijdschema

Het Overlegcomité van 23 november 2020 heeft de opbouw, de methodologie en de procedures voor het opstellen van het PHV goedgekeurd. Op basis hiervan werd een oproep tot het indienen van bijdragen (investeringsprojecten en hervormingsvoorstellen) aan alle regeringen van het land gedaan. De door hen ingediende fiches werden besproken tijdens 20 werkvergaderingen in november en december 2020. Rekening houdend met deze uitwisselingen werd een eerste document met de strategische oriëntaties van het PHV opgesteld en op 12 januari 2021 bij de Europese Commissie ingediend. Parallel hiermee zijn de verschillende regeringen het eens geraakt over een onderlinge verdeling van de aan België toegewezen subsidie-enveloppe in het kader van de Faciliteit voor Herstel en Veerkracht. Elke regering werd vervolgens verzocht een eerste voorlopige prioritering van haar projecten uit te voeren, tot een bedrag van 130% van het bedrag van de enveloppe die haar was toegewezen. De criteria voor deze eerste prioriteringsoefening waren onder meer de coherentie van de projecten met de specifieke EU-aanbevelingen voor België in 2019 en 2020, met het Nationaal Plan Energie-Klimaat, de Europese verplichtingen (“groene” en “digitale” doelstellingen) en met het algemene voorschrift van coherentie van het plan.

Na een eerste prioriteringsfase met een projectenlijst tot een bedrag van 130% van de beschikbare enveloppe volgde een overzichtsdocument met de hervormingsmaatregelen die in het kader van het PHV worden overwogen. Deze twee lijsten vormden de basis voor de technische dialoog met de Europese Commissie en de belanghebbenden (zoals de sociale partners en het bredere maatschappelijk middenveld op federaal en regionaal niveau). Per brief van 3 november 2020 heeft de NHRPH het kabinet-Dermine verzocht om als maatschappelijk middenveld bij de denkoefening te worden betrokken. De NHRPH heeft op 9 november een ontwijkend antwoord ontvangen, waarin stond dat een ontmoeting niet opportuun was.

Tijdens de maand februari 2021 hebben interfederale overlegvergaderingen plaatsgehad om de coherentie van het geheel van het Plan te waarborgen. Ook de dialoog met de Europese Commissie en de andere belanghebbenden werd opgevoerd. Deze dialoog moest het mogelijk maken de lijst met projecten te verfijnen, zodat een plan kan worden opgesteld waarvan de totale geraamde kosten in de buurt liggen van de maximale subsidie-enveloppe die in het kader van de Faciliteit voor Herstel en Veerkracht aan België is toegewezen.

De tweede prioriteringsfase is thans aan de gang: verschillende deskundigen werden belast met het beoordelen van de impact van het plan. Daarna zal het plan verder worden uitgewerkt en verfijnd, in dialoog met de Europese Commissie en de belanghebbenden. Er is voorzien dat België zijn definitieve Plan op 30 april 2021 bij de Europese Commissie zal indienen.

De NHRPH heeft op 9 december 2020 alle federale ministers aangeschreven om hun fiches te bekomen. Minister Lalieux was de enige die haar fiches heeft doorgestuurd.

Begin februari mocht de NHRPH deelnemen aan de analysewerkzaamheden inzake de impact van de WG Sociale deskundigen. Daartoe heeft het secretariaat van de NHRPH op 8 februari toegang gehad tot de fiches, mits naleving van de strikte vertrouwelijkheid en het absolute verbod op verspreiding.

Tijdens de plenaire vergadering van 22 februari heeft het Kabinet Dermine het algemene kader van het plan, de blauwdruk tegen 130% en de 5 nagestreefde prioriteiten, voorgesteld:

  1. de overgang naar een koolstofarme, duurzame economie versnellen
  2. de digitale overgang voorbereiden
  3. een vlotter en groener vervoersnetwerk ontwikkelen
  4. een inclusiever groeimodel waarborgen en het sociaal en gezondheidsstelsel versterken
  5. de economie stimuleren door de werking van de arbeidsmarkt en het innovatievermogen te versterken.

Per mail van 2 maart heeft het Kabinet Lalieux het secretariaat gemachtigd de fiches naar de leden van de plenaire vergadering te versturen in het kader van dit advies, maar steeds onder het zegel der vertrouwelijkheid. Rekening houdend met het bevoegdheidsgebied van de NHRPH heeft het secretariaat enkel de fiches van de federale kabinetten bezorgd aan zijn leden.

Analyse van de federale fiches vanuit het oogpunt van hun impact op personen met een handicap (PMH) en hun gezinnen

Project 1.05: renovatie van federale gebouwen

De Brusselse Beurs (met het toekomstige biermuseum), het Justitiepaleis van Brussel en een aantal gebouwen van de Regie der Gebouwen (musea) zullen ingrijpende dak- en metselwerkzaamheden, enz. ondergaan, met het oog op de energiezuinigheidsnormen.

→ Bij deze renovaties wordt nooit rekening gehouden met het aspect ‘toegankelijkheid voor personen met een handicap (PMH)’, terwijl het toch gaat om emblematische en/of cultureel relevante gebouwen met een zekere toeristische aantrekkingskracht. Vanzelfsprekend zal een eventuele latere inhaalbeweging duurder en minder efficiënt zijn.

Project 1.14: energietechnologieën op grote schaal

→ geen positieve impact voor PMH

Project 2.23: Cyberveiligheid

→ geen positieve impact voor PMH

Project 2.25: digitalisering van de overheid

De projecten zijn gebaseerd op de digitalisering van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ), de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA), het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ) en de andere diensten van openbare instellingen voor sociale zekerheid (OISZ), en de verbetering van de dienstverlening aan de burgers en de ondernemingen door het ontwikkelen van nieuwe platformen.

Het is de bedoeling de voornaamste stakeholders (werkgevers, werknemers, dienstverleners) en gebruikers (via enquêtes) erbij te betrekken om de projectoriëntaties te valideren en de werkelijke behoeften en de meest kritieke punten die moeten worden aangepast zo snel mogelijk te bevestigen. De bekomen prototypes zullen voortdurend met de stakeholders worden gevalideerd voor een efficiënte werking.

→ In de lijst van de stakeholders staan geen vertegenwoordigers van gebruikers vermeld. Enquêtes volstaan niet voor een weloverwogen en volledige verwerking van de behoeften. Het is van essentieel belang dat het digitaliseringsproces van meet af aan alle toegankelijkheidsaspecten m.b.t. de site, het platform en de functionaliteiten integreert. Op die manier zullen personen met een handicap hun dossier zo autonoom mogelijk kunnen aanvullen, aanpassen en opvolgen. De NHRPH vraagt om deel uit te maken van de stuurgroep en de opeenvolgende fasen van de projecten te kunnen opvolgen.

Project 2.26: de digitaliseringsprogramma’s zijn van toepassing op verschillende diensten waaronder:

  • De FOD Justitie. De doelstelling van het project is de effectiviteit en de efficiëntie van de dienstverlening van de overheid aan haar burgers versterken. De digitale transformatie van justitie streeft naar het principe dat de interactie met de rechtszoekende "digital by default" is, maar moet ook de toegankelijkheid voor de digitaal minder onderlegde rechtszoekende garanderen, en dit door justitie uit te rusten met de nodige infrastructuur om de rechtzoekende te begeleiden naar en in het digitale gerechtsdossier.

→ De NHRPH vraagt betrokken te worden bij de concrete uitwerking van de programma’s, zodat hij duidelijke en volledige informatie kan bieden die overeenkomt met de verwachtingen en mogelijkheden van PMH. Voor het overige moet de digitalisering gepaard gaan met alternatieven die zijn aangepast aan de behoeften van iedere justitiabele en die geen extra kosten meebrengen.

  • De FOD Werkgelegenheid - project "Duurzaam werk": Tijdens een systeemcrisis met veelvuldige gevolgen, zoals de COVID-19-crisis, is het noodzakelijk de terugkeer naar het werk volledig te waarborgen (ziekte voorkomen, opleiding verzekeren, …). Om de burgers deze mogelijkheden te garanderen, zal het project volgende twee delen behelzen:
    • Het creëren van een individuele opleidingsrekening en het uitwerken van een uniform en gecentraliseerd repertorium van de professionele risicofactoren voor alle Belgische werknemers (diploma's, certificaten, gevolgde opleidingen en formele validatie van verworven competenties), de opleidingsrechten van de betrokkene, en een opleidingskrediet. Ieder moet op één website alle opgebouwde rechten kunnen consulteren en het volledige opleidingsaanbod kunnen consulteren. Bijzondere aandacht gaat naar de begeleiding van bepaalde groepen waarvan we weten dat ze minder deelnemen aan opleidingen (bijv. laaggeschoolden, migranten).
    • De ontwikkeling van een gecentraliseerd repertorium met duidelijke, registreerbare, meetbare, objectiveerbare en controleerbare criteria.

→ De NHRPH vraagt om op zijn minst betrokken te worden bij de fasen “identificatie van situaties en uitwerken van het platform”.

Project 3.39: – inrichting Schumanplein – transformatie van het Schumanplein in een gezellige, intermodale ruimte, enz. Het project wil een voorbeeldfunctie vervullen op het gebied van toegankelijkheid voor iedereen en van duurzaamheid in de ruimste zin van het woord, zodat het een duurzame openbare ruimte van goede kwaliteit wordt.

→ De NHRPH benadrukt dit emblematisch project en de zorg die moet worden besteed aan de toegankelijkheid voor iedereen. Wat zijn de toegankelijkheidscomponenten van dit project? Zal CAWAB / een technisch toegankelijkheidsbureau betrokken worden bij het ontwerp en de opvolging van deze plannen?

Projecten 3.45 en 3.46 en 3.51: Plan Boost Spoor

De doelstellingen van het Plan Boost voor het Spoor zijn het snel verbeteren van de aantrekkelijkheid van het aanbod van het spoorvervoer door de veiligheid, de betrouwbaarheid, de stiptheid en de toegankelijkheid van het systeem te verbeteren.

Op langere termijn hebben Infrabel en de NMBS de gezamenlijke doelstelling om tegen 2030 een netwerk van minstens 250 toegankelijke stations uit te bouwen waar 85-90% van de reizigers gebruik van kan maken.

→ De NHRPH herinnert aan zijn zeer sterke betrokkenheid bij dit dossier, waarin klimatologische en sociale bekommernissen tot uiting komen. Er is aandacht voor de uitdaging van toegankelijkheid voor PMH.

Project 3.50: de installatie van openbare en particuliere laadpalen voor elektrische wagens met financiële tussenkomst voor de particulieren

→ De NHRPH benadrukt hoe dit a priori aantrekkelijke project de kloof tussen financieel kwetsbare gebruikers waarvan PMH deel uitmaken vergroot. Een elektrische wagen is heel wat duurder in aankoop dan een traditionele wagen: dit is voor een zeer grote meerderheid financieel ontoegankelijk. Een financiële stimulans voor een laadpaal is dus totaal irrelevant. Een stimulans voor de aankoop van het voertuig voor kwetsbare personen was verstandiger geweest, aangezien deze personen meestal met oude en meer vervuilende voertuigen rijden.

Project 4.64: digitale inclusie

Deze fiche bestaat uit 3 subprojecten die tot doel hebben de ongelijkheden weg te werken die nog steeds bestaan in de Belgische samenleving, door maatregelen in te voeren voor kwetsbare doelgroepen, namelijk slachtoffers van de digitale kloof, gevangenen en vrouwen op de arbeidsmarkt.

  1. Ongelijkheden bij de toegang tot digitale technologieën. Hoewel de Belgen in grote mate met het internet zijn verbonden (90%), zijn er grote verschillen naargelang het inkomen: 29% van de gezinnen met een laag inkomen heeft thuis geen internetverbinding, tegenover 1% van de gezinnen met een hoog inkomen.
  2. Ongelijkheden op het gebied van de digitale vaardigheden. 40% van de Belgische bevolking loopt het risico van digitale uitsluiting: 32% heeft slechts geringe vaardigheden en 8% gebruikt geen internet. Hoe lager het inkomen en hoe lager het opleidingsniveau, hoe minder men over digitale vaardigheden beschikt (75%).
  3. Ongelijkheden in verband met het gebruik van essentiële diensten. 85% van de Belgen tussen 16 en 74 jaar maakt dagelijks gebruik van het internet, en met name van online diensten. 57% van de laaggeschoolde internetgebruikers en 56% van de personen met een laag inkomen maakten geen gebruik van internet om documenten naar de overheid te sturen, hoewel zij daartoe wel verplicht waren. Er zal rekening worden gehouden met de lessen die uit de COVID-19-crisis kunnen worden getrokken met betrekking tot de digitale kloof.

Het project beoogt de oprichting van een projectincubator met een fonds dat specifiek bestemd is voor de ontwikkeling van lokale projecten die gericht zijn op het verkleinen van de digitale kloof in België.

→ De NHRPH is verheugd vast te stellen dat PMH tot de doelgroepen behoren en dat hij zelf een van de belanghebbenden is die erbij zullen worden betrokken.

Project 4.70: ontwikkeling van eGezondheid

Het doel van dit project is een aanzienlijke bijdrage te leveren aan de verhoging van de kwaliteit, snelheid en flexibiliteit van de gezondheidszorg dankzij de digitalisering van gezondheidsprocessen en door het stimuleren van innovatieve digitale systemen en het waarborgen van de capaciteit en beschikbaarheid van de gegevens.

→ De NHRPH vraagt bij dit project betrokken te worden, vanaf de eerste fasen van de ontwikkeling ervan.

Project 4.73: onderzoek op het gebied van nucleaire geneeskunde

→ geen positieve impact voor PMH

Project 5.76: ontwikkelen van nieuwe technologieën voor het recycleren van radioactief afval, het douanewezen en ook de luchtvaartkunde.

→ geen positieve impact voor PMH

Project 5.81: wijken van de toekomst – ontwikkeling van militaire hulpposten in alle provincies van het land

→ geen positieve impact voor PMH

Project 5.88: circulaire economie

→ De NHRPH benadrukt het verband met bepaalde activiteitensectoren van de ondernemingen voor aangepast werk. Hij vraagt daartoe te kunnen deelnemen aan de denkoefening en aan de ontwikkeling van dit project.

3. ADVIES

Over de vorm,

De NHRPH werd te laat geraadpleegd, aangezien de oriëntaties van het plan waren vastgelegd en over de inhoud van de projecten was beslist. Raken aan bepaalde projecten zou een domino-effect hebben gehad op het hele plan, zowel wat de prioriteiten als wat de financiering ervan betreft. De termijn van 30 april liet dit niet toe.

De NHRPH herinnert eraan dat België in 2009 het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap heeft bekrachtigd. Artikel 4.3 bepaalt het volgende:

Bij de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van wetgeving en beleid tot uitvoering van dit Verdrag en bij andere besluitvormingsprocessen betreffende aangelegenheden die betrekking hebben op personen met een handicap, plegen de Staten die Partij zijn nauw overleg met personen met een handicap, met inbegrip van kinderen met een handicap, en betrekken hen daar via hun representatieve organisaties actief bij.

De NHRPH vraagt de regering nogmaals het door België ondertekende Verdrag, dat België bindt in zijn politieke besluitvorming, na te leven.

Over de inhoud:

Ter herinnering, de NHRPH heeft enkel de federale strategische investeringsfiches geanalyseerd; het is aan elke regering om de respectieve adviesraad te raadplegen (hetgeen niet lijkt te zijn gebeurd op grond van de contacten die de NHRPH heeft met zijn tegenhangers in de deelgebieden).

De NHRPH heeft geen toegang gehad tot de structurele hervormingsfiches en kan derhalve geen advies uitbrengen over dit tweede deel van het PHV. De NHRPH werpt dan ook de vraag op van de economische situatie na COVID-19: de steun die nodig was, heeft een tekort doen ontstaan (nu al geraamd op 4 miljard). Een herziening van het begrotingstraject ligt zeker op de tafel van de regering. De NHRPH zou graag de tendensen op sociaal vlak kennen.

De prioriteiten van het PHV in het vooruitzicht van de behoeften van het terrein

De prioriteiten zijn relevant, maar de uitvoering ervan is teleurstellend. De fiches zijn los van elkaar opgesteld zonder geïntegreerd te zijn. De NHRPH had graag een coherent PHV gelezen, na rijp beraad genomen op basis van de belangrijke en dringende klimatologische en sociale prioriteiten. De NHRPH heeft de uitsluiting en de armoede waarvan PMH het slachtoffer zijn altijd al aan de kaak gesteld. Ter gelegenheid van de algemene beleidsverklaring heeft de NHRPH aangedrongen op zijn hooggespannen verwachtingen (advies-2020-21). Sinds het begin van de gezondheidscrisis heeft de NHRPH (advies 2020-09) het vergrotende effect van de crisis op een hele reeks behoeften die al vóór de crisis bestonden benadrukt.

De NHRPH hoopte dat het PHV een antwoord zou bieden op deze tekortkomingen inzake rechten en erkenning. Dat is niet het geval: het biedt geen antwoord op de huidige sociale uitdagingen en, erger nog, het zal de huidige kloof nog doen toenemen. Het PHV is immers globaal niet inclusief. De projecten die dichter bij de burger staan, zijn voor PMH technisch (renovatie van openbare gebouwen alleen op het vlak van energie en zonder een luik toegankelijkheid) of financieel (oplaadpalen voor elektrische voertuigen) niet toegankelijk.

De NHRPH benadrukt twee overwegingen die in project 4.64 zijn opgenomen:

De digitale kloof komt vooral voor bij kwetsbare groepen (senioren, vrouwen, personen met een handicap, gevangenen).
* De ongelijkheid tussen mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt: de tewerkstellingsgraad van vrouwen (66,5 %) in 2019 was lager dan die van mannen (74,5 %) en er waren minder zelfstandig werkzame vrouwen (35 %) dan mannen (65 %). Daarnaast heeft de crisis voornamelijk sectoren getroffen waarin vrouwen oververtegenwoordigd zijn, waardoor bestaande ongelijkheden zijn verergerd en de vooruitgang op het gebied van gendergelijkheid is teruggedraaid, hetgeen ook een rem zet op de groei.

De NHRPH is het volledig eens met deze vaststellingen, maar is tegelijkertijd verbijsterd over het gevolg dat eraan wordt gegeven: het PHV geeft een overweldigende prioriteit aan de digitalisering van hele gebieden van ons sociaal en economisch functioneren, zonder alternatieven te voorzien voor diegenen die niet in staat zullen zijn om zich te vormen of er toegang toe te krijgen! Zelfs op sociaal gebied en in de gezondheidszorg neemt de digitalisering het hele spectrum in beslag, en dat terwijl de crisis net de enorme tekortkomingen aan het licht heeft gebracht op het gebied van de toegang tot de zorg en de continuïteit ervan! Digitalisering als enige antwoord is een klap in het gezicht van alle mensen uit de medische sector die al jaren en vooral de laatste maanden onder extreme druk werken. Dat geldt ook voor de PMH en hun gezin die nog steeds in situaties van overlockdown en uitsluiting leven, omdat het zorgaanbod niet groot en divers genoeg is. De NHRPH vreest dat een dergelijke aanpak de sociale kloof nog zal doen groeien.

In geen enkele fiche wordt specifiek tegemoetgekomen aan de behoeften van personen met een handicap (PMH) en hun gezin. Er zijn enorm veel analytische verslagen over de COVID-tekortkomingen en de sociale behoeften na COVID-19. In het PHV zouden deze analyses moeten worden geïntegreerd. 

In het algemeen lijken de projecten PMH te vergeten (slechts twee fiches vermelden PMH) en missen ze de sociale doelstelling van het Plan en de inclusieve wil waarvan de regering-De Croo blijk heeft gegeven. Het is helemaal niet duidelijk in welke mate PMH baat zullen hebben. Een analyse van de sociale impact ontbreekt volledig. Ook een verduidelijking vooraf die een transversale benadering van alle projecten garandeert ontbreekt. Er wordt geen enkele transversale budgetlijn “toegankelijkheid, participatie, inclusie PMH” vermeld.

Inclusie had een criterium moeten zijn bij het opstellen en selecteren van de projecten.

Wat betreft de conformiteit met de Europese vereisten:

De NHRPH herinnert eraan dat de Europese Commissie in haar evaluatieverslag over België in het kader van het Europees semester het volgende opmerkt:

  • De inactiviteitsgraad behoort tot de hoogste in de Europese Unie en in vergelijking met andere landen lopen personen met een handicap meer risico op armoede of sociale uitsluiting (p.5).

  • Personen met een handicap worden geconfronteerd met aanzienlijke moeilijkheden op het vlak van toegang tot de gezondheidszorg (p.8).

  • De inactiviteitsgraad behoort tot de hoogste in de EU en een toenemend deel van de inactieven is ziek of heeft een handicap. In 2017 bedroeg de inactiviteitsgraad (25-64 jaar) 23,4 %, wat ruim boven het EU-gemiddeld is (20,4 %). Hoewel de inactiviteitsgraad in de loop der tijd stabiel is gebleven, zijn de redenen voor inactiviteit aanzienlijk veranderd. De inactieve bevolking tussen 25 en 64 jaar die ziek of invalide was, nam toe van 16% in 2007 tot 30% in 2017 (p. 36-37).

  • Mensen met een handicap staan voor bijzonder grote uitdagingen op het vlak van armoede, onderwijsniveau en tewerkstelling. De tewerkstellingsgraad voor mensen met een handicap is veel lager dan het EU-gemiddelde (40,5 % tegenover 48,1 %). De overgang van de traditionele benadering van sociale bijstand aan personen met een handicap naar een op rechten gebaseerde benadering (waarbij personen met een handicap worden beschouwd als actieve burgers die toegang tot alle gemeenschapsdiensten nodig hebben) verloopt traag. Aangezien veel verschillende domeinen (werk, onderwijs, diensten, sociale uitkeringen, enz.) moeten worden aangepakt, maakt het ontbreken van een desinstititutionaliseringsstrategie in overleg tussen het federale en het deelstaatniveau (in overeenstemming met het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap) het moeilijker om de situatie aan te pakken (p.49).

  • Er moet ook fors worden geïnvesteerd in sociale inclusie, met name om te zorgen voor gelijke en inclusieve toegang tot diensten (met inbegrip van gezondheidszorg en langdurige zorg), volledige deelname van personen met een handicap aan de samenleving (p.49).

Op 5 juni 2019 heeft de Europese Raad België een reeks aanbevelingen over zijn nationale hervormingsprogramma voor 2020 gegeven:

  1. …;

  2. De hindernissen om te werken wegnemen en de doeltreffendheid van een actief arbeidsmarktbeleid versterken, met name voor laagopgeleiden, oudere werknemers en mensen met een migrantenachtergrond. De prestaties en de inclusiviteit van de onderwijs- en opleidingssystemen verbeteren en de vaardighedenmismatches aanpakken;

  3. Het investeringsgerelateerde economische beleid toespitsen op duurzaam vervoer, met inbegrip van verbetering van de spoorweginfrastructuur, decarbonisatie en energietransitie en onderzoek en innovatie, met name op het gebied van digitalisering, rekening houdend met regionale verschillen; de groeiende mobiliteitsuitdagingen aanpakken door de prikkels te versterken en belemmeringen weg te nemen om vraag naar en aanbod van collectief vervoer en vervoer met een lage emissies te vergroten;

De NHRPH herinnert ook aan het VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van een faciliteit voor herstel en veerkracht (europa.eu) https://www.europarl.europa.eu/doceo/document/A-9-2020-0214_NL.html.

Dit document bevat vier tekstvoorstellen die ingaan op de noodzaak om herstelfondsen te investeren in de inclusie van PMH, om de beginselen van non-discriminatie te respecteren en om het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap na te leven.

(13 bis) Het toepassingsgebied van de faciliteit moet beleidsgebieden bestrijken die samenhangen met de economische, sociale en territoriale cohesie, de groene en de digitale transitie, gezondheid, concurrentievermogen, ondernemerschap, veerkracht, productiviteit, de stabiliteit van de financiële stelsels, cultuur, onderwijs en vaardigheden, kinder- en jeugdbeleid, onderzoek en innovatie, slimme, duurzame en inclusieve groei, volksgezondheidsstelsels, evenals beleid in overeenstemming met de EPSR dat bijdraagt tot de verwezenlijking van de beginselen daarvan, zoals sociale bescherming, hoogwaardige banen en investeringen, gendergelijkheid en de integratie van personen met een handicap, sociale dialoog ter versterking van democratische stelsels, met inbegrip van een doeltreffende en onafhankelijke rechterlijke macht, alsook mediapluralisme en persvrijheid.

 d) maatregelen voor sociale inclusie, het versterken van de socialezekerheids-, socialewelvaarts- en socialebeschermingsstelsels, sociale dialoog, het ontwikkelen van sociale infrastructuur, hoogwaardige banen, de integratie van mensen met een handicap, gendergelijkheid, het aanpakken van armoede en ongelijkheid, de gendersalariskloof, passende verlof- en flexibele arbeidsregelingen, en het vergroten van de arbeidsparticipatie van vrouwen, waaronder middels het waarborgen van gelijke kansen en loopbaanontwikkeling;

2. De lidstaten en de Commissie nemen passende stappen en maatregelen om discriminatie op grond van geslacht, ras of etnische afkomst, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid te voorkomen bij de voorbereiding en uitvoering van de programma’s voor herstel en veerkracht van de lidstaten.

(8 bis) Horizontale beginselen als vastgesteld in de artikelen 8, 10 en 11 van het Verdrag en in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie moeten worden geëerbiedigd, net als de verplichtingen uit hoofde van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van het kind en het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van personen met een handicap.

Met al deze verslagen en aanbevelingen heeft de federale regering duidelijk evenmin rekening gehouden.

Als conclusie,

De NHRPH had meer projecten verwacht die tegemoetkomen aan de bezorgdheid in verband met de uitsluiting van PMH, met inbegrip van die welke tijdens de gezondheidscrisis aan het licht zijn gekomen. Elk project zou de behoeften van PMH moeten integreren. De Regering-De Croo heeft zich ertoe verbonden te werken aan een meer inclusieve samenleving. De digitalisering, die wordt verkocht als een motor voor het herstel, zal de personen die ver van alles verwijderd zijn en bijzondere behoeften hebben niet kunnen bereiken en zal de samenleving mogelijk nog meer duaal maken.

Concreet beschouwd verwachtte de NHRPH federale prioriteiten en fiches in de volgende domeinen:

Domeinen

Concrete verwachtingen van de NHRPH

   

Toegankelijke omgeving

Alle openbare en privéruimten en gebouwen van openbaar belang en de daar geboden goederen en diensten toegankelijk maken + ICT. De renovatie van gebouwen moet worden gekoppeld aan de toegankelijkheid ervan, anders zullen personen met een handicap nooit toegang hebben tot de baten van de Green Deal.

  • Bij renovatiewerken voor energiezuinigheid moet het gebouw ook toegankelijk worden gemaakt (laat niet de keuze aan de aannemer / eigenaar): de lastenboeken moeten duidelijk en bindend zijn; het naleven van de toegankelijkheidsvoorschriften moet een voorwaarde zijn voor de toekenning van subsidies.
  • Idem voor de investeringen die zullen worden gedaan op het vlak van artificiële intelligentie: er moet ALTIJD worden voorzien in toegankelijkheidsmodules voor ALLE PMH. Opgelet: de digitale kloof is niet volledig te dichten: sommige personen zullen nooit toegang hebben tot ICT  (personen die al hebben afgehaakt, zullen door deze evolutie steeds verder afglijden) > zorgen voor alternatieven.
  • De European Accessibility Act (EAA) moet een hefboom zijn en het PHV moet ondernemers steunen die toegankelijke producten en diensten zullen ontwikkelen
   

Toegang tot vervoer

Heel wat personen met een handicap hebben geen wagen en zijn volledig afhankelijk van het openbaar vervoer.

  • Het vervoersnetwerk (en de multimodale punten), dat groener en vlotter moet worden, moet ook volledig toegankelijk zijn.
   

Geneeskundige verzorging en begeleiding van personen en gezinnen

 

De burgers verwachten een actievere begeleiding bij het op elkaar afstemmen van werk en privéleven. Tijdens COVID-19 bleek dat gezinnen met een familielid met een handicap op verschillende manieren aan uitsluiting werden blootgesteld: geen toegang tot diensten, geen specifieke hulp, hyperlockdown.

Ook het beleid inzake de zorg binnen en buiten de ziekenhuizen moet worden herzien: er moeten nieuwe beroepen worden gecreëerd en aan de verwachtingen van de gezinnen (respijtzorgdiensten namelijk)  moet worden voldaan, zodat zij zelf de band met de samenleving kunnen behouden (werk, opleiding, enz.).

De kwestie van de zorg moet worden gekoppeld aan die van de levenskwaliteit van chronisch zieken, personen met een handicap, ouderen, enz.: de kwestie van de woonplaats(en) (en werkplaats, opleiding, …) wanneer iemand zijn autonomie verliest, is brandend actueel; in het plan mag deze nood niet worden genegeerd.

Het is noodzakelijk om

  • te strijden tegen de non take-up; ter info, het aantal aanvragen van de DG Personen met een handicap is tijdens de lockdown sterk gedaald
  • alle gemeenschapsdiensten toegankelijk maken – tegelijkertijd de vergrijzing opvangen en toegankelijkheid eisen: als mensen thuis kunnen blijven leven is dat veel goedkoper voor de gemeenschap dan een plaats in een collectieve structuur
  • uitbreiding van het aantal revalidatiecentra
  • uitbreiden van respijtzorgdiensten en ondersteuning voor gezinnen om hen in staat te stellen hun beroepsleven voort te zetten (inclusieve crèches en bereikbaar onderwijs) EN de hulpverleners in het algemeen te ondersteunen (mentale gezondheid) - heel wat moeders van kinderen met een handicap  stoppen met werken wegens het gebrek aan thuiszorgdiensten en ondersteunende diensten in de buurt: zeer weinig inclusieve crèches en gespecialiseerd onderwijs soms ver weg.
  • Creëren van nieuwe ondersteunende beroepen die tegemoetkomen aan de behoeften van gezinnen
  • Ondersteunen van mantelzorgers door middel van concrete rechten 
   

Werk

België is het slechtste land van de EU op het vlak van tewerkstelling van PMH. De arbeidsmarkt sluit een aantal kandidaat-werknemers uit.

> De arbeidsmarkt naar de personen met een handicap doen komen

  • Toegankelijkheid werkplekken
  • Hulp bij tewerkstelling
  • Sociale verantwoordelijkheid van de werkgever
   

Onderzoek

Er zijn geen onderzoeksprojecten om de toegankelijkheid te verbeteren; het EAA is een hefboom die ook moet worden gefinancierd om onderzoek te bevorderen dat de toegankelijkheid van goederen en diensten bevordert.

   

Andere goederen en diensten

Tijdens de CoVID-19-crisis is de digitalisering in een stroomversnelling geraakt (onlinediensten, elektronische betalingen, …): er is geen weg terug. PMH werden daarbij totaal vergeten! Er moeten alternatieven worden voorzien.


Tot slot herinnert de NHRPH eraan dat :

→ toegankelijkheid de participatie en de inclusie van iedereen bevordert.
→ de toegankelijkheid een positieve invloed heeft op de consumptie.
→ de toegankelijkheid een enorme economische markt is.

4. BEZORGD

  • Voor opvolging aan de heer Thomas Dermine, Staatssecretaris voor Relance en Strategische Investeringen
  • Voor opvolging aan de heer Alexander De Croo, Eerste Minister
  • Voor opvolging aan de federale regering
  • Ter informatie aan Unia
  • Ter informatie aan het UNCRPD-coördinatiemechanisme
  • Ter informatie aan de federale ombudsman