Ga naar de inhoud

Verbaasd, geschokt en verontwaardigd …

De leden van de verschillende adviesraden inzake handicapbeleid

  • Nationale Hoge Raad voor personen met een handicap (federaal)
  • Franstalige Brusselse Adviesraad voor personen met een handicap (FGC)
  • Adviesraad, afdeling Personen met een handicap van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC)
  • Commission wallonne de la personne handicapée (Wallonië)
  • BDF - Belgian Disability Forum

waren enorm verbaasd, geschokt en verontwaardigd bij het lezen van de rubriek van Claude Javeau in La Libre van zaterdag 13 juli 2013.

Ze zijn verbaasd dat een eminente socioloog blijk geeft van een dergelijke miskenning van de menselijke, sociale en maatschappelijke realiteit van de handicap en van de werkelijke rol die bepaalde personen met een handicap in de maatschappij hebben. De reactie van mevrouw Annick Hovine heeft de handicap opnieuw in een reëlere, menselijkere context geplaatst. Ze zijn haar daarvoor dankbaar.

Ze zijn geschokt door de harde, wrede en misplaatste woorden waarmee hij zijn medemens beschrijft. Ze zijn geschokt dat hij bij het zien van vier personen in een rolstoel op straat aan hun dood begint te denken, en hen – erger nog – dood wenst! Een pijnloze dood uiteraard. Maar dan wel uit het zicht, uit “zijn” zicht, “… achter de kamerdeur …”, ver van zijn waarschijnlijk volgens hem briljante brein, met zijn verwijzingen naar Jeroen Bosch en Victor Hugo.

Ze zijn verontwaardigd dat de heer Javeau met god mag weten welk duister doel personen tot objecten reduceert voor zijn rubriek. Heeft hij er wel bij stilgestaan dat de vier personen over wie hij het heeft, mogelijk verbaasd, geschokt en verontwaardigd waren bij het lezen van zijn tekst? Heeft hij er wel bij stilgestaan dat deze vier personen ook naasten, familieleden, vrienden en mantelzorgers hebben, die samen met hen een verrijkend, zinvol leven leiden? Heeft hij er wel bij stilgestaan dat 15 % van de Belgische bevolking een handicap heeft? 15 %, sociologisch gezien toch een aanzienlijke groep!

Wat met het anders-zijn, dat volgens ons de ruggengraat van zijn denken moet zijn? Heeft hij met een open geest naar deze vier personen gekeken? Heeft hij de zin van hun leven wel begrepen om de essentie ervan te willen doorgegeven aan zijn medemens? Het antwoord is duidelijk: neen! Blijkbaar betekent het leven van sommigen voor hem niets anders meer dan de dood, het niet-zijn.

Intriest!

 .